k
lóf
JOZEF IN Dl
No. 24.
Woensdag 29 1904.
«Puarg.
1
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Ylaanderen.
F. DIELEMAN,
Vcrliiezing
GEMEENTERAAD
FEUILLETON.
Buitenland.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent.
Voor België 70 cent. Afzonderlijke Nos. 5 cent.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 centvoor
eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiên worden jranco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrij dagnamiddag TWEE uren.
VOOK DEN
De Burgemeester der gemeente AXEL
brengt hiermede ter openbare kennis,
dat op Dinsdag, den 12 Juli aanstaan
de, zal plaats hebben de verkiezing van
een lid van den Gemeenteraad, ter ver
vulling eenerin dien Raad opengeval
len plaats door het overlijden van
den heer
C.N. JANSEN VAN R0SENDAAL;
dat op dien dag, van des voormiddags
negen tot des namiddags vier uren, ter
Secretarie der Gemeente bij den Bur
gemeester kunnen worden ingeleverd:
opgaven van Candidafen,
als bedoeld in artikel 51 der Kieswet
en artikel 10 der Gemeentewet.
Deze opgaven moeten inhouden den
naam, de voorletters en de woonplaats
van den candidaat en onderteekend zijn
door tenminste veertien kierers. bevoegd
tot deelneming aan deze verkiezing en
behoorende tot het district, waarvoor
de candidaatstelling geschiedt.
De inlevering dezer opgaven moeten
geschieden persoonlijk door één of meer
der personen, die de opgave hebben
onderteekend. De candidaat kan daar
bij tegenwoordig zijn. Van de inlevering
wordt een bewijs van ontvangst afge
geven.
Formulieren, voor de opgaven boven
vermeld, zijn ter Secretarie dezer Ge
meente kosteloos verkrijgbaar van den
41)
De kleine Jozef was met zijne ouders
ieder aan een hand, naar de kerk gegaan;
I hij keek iedereen die hen tegenkwam
vreemd aanhij zeide echter niets, maar
I drukte zijn vader de hand. Aan de kerk-
I deur lieten de ouders het kind bij zijne
schoolmakkers zitten en gingen zelve van
I elkander af naar de mannen- en vrouwen-
I plaatsen.
Maar zij behoorden nu toch bij el kan-
der, nu hetzelfde gebouw hen bevatte en
beider stemmem in het gezang ineen-
I smolten. Maar het gezang wilde van daag
I niet vlotten, want de beste zanger, die
I den schoolmeester met zijn sterke stem
I placht te helpen, ontbrak Haspel name-
|lijk, die zoo heesch was dat hij geen
I woord overluid kon spreken. Toen de
I kleine Jozef bij zijne makkers kwam
I vroegen hem sommigen //Weet gij, hoe
Igij nu heet?' Jozef Rot^nan, als
I altijd." //Neen, Jozef iu de sneeuw
I heet gij nu,« en dezen naam behield hij
van dien dag af.
I Des namiddags werd er in de herberg
I meermalen op het welzijn van den pre-
I dikant gedronken en ook op het welzijn
van Jozef in de sneeuw.' en ieder had
bijzonderheden te vertellen van hetgeen
29 Juni 1904 tot en met den dag der
verkiezing.
De Burgemeester brengt hierbij in
herinnering artikel 151 der Kieswet,
luidende als volgt
Hij, die eene opgave, als bedoeld in
artikel 51 inlevert, wetende dat zij is
voorzien van handteekeningen van per
sonen, die niet bevoegd zijn tot deelne
ming aan de verkiezing, waarvoor de
inlevering geschiedt, terwijl zonder die
handteekeningen geen voldoend aantal
voor eene wettige opgave zou overblij
ven, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste trie maanden of eene
geldboete van ten hoogste honderd twin
tig gulden.
Met gelijke straf wordt gestraft hij,
die wetende dat hij niet bevoegd is tot
deelneming aan de verkiezing, eene
voor die verkiezing ter inlevering be
stemde opgave, bedoeld bij artikel 51,
heeft onderteekend.
Axel, den 27 Juni 1904.
De Burgemeester voornoemd
D. J. OGGEL.
DE OORLOG IN OOST-AZIE.
Een nieuwe overwinning van Togo.
De berichten uit Tsjifoe, volgens welke
er in de laatste dagen te Port Arthur
gevechten geleverd waren, zijn ditmaal
juist gebleken. De Japanners zijn Don
derdag aldaar opnieuw met de Russische
vloot slaags geweest en hebben haar
belangrijke verliezen toegebracht.
hij den vorigen nacht uitgericht had.
Allen waren even huiverig geweest, als
of zij niet wisten wat een rots was en
waar het snel naar beneden ging. Het
was veel meer te verwonderen, meenden
zij, dat er niemand verongelukt was, dan
dat Jozef zoo goed te recht was gekomen.
Maar Schilder-David zat dien avond te
huis in zijn Zondagsche kleeren met zijn
grooten bijbel voor zich, en las, met de
vingers de letters volgende, voort, waar
hij den vorigen dag gebleven was.
Des middags kwam er een bode in
het dorp en vertelde dat er op den hei-
demolen iemand gestorven was.
De Rottmansvrouw riep ieder.
//Neen, de molenaar zelfhij was gis-
steren avond al dood, maar men heeft
het eerst van morgen vroeg gemerkt
hij heeft zich zeiven den dood aangedaan,
door met den Rottman om 't hardst te drin
ken, en het is eene verschrikkelijke ge
dachte, dat de vrouw van den Rottman
toen zij hem van nacht al vloekende wak
ker wilde maken om haar bij te staan
al tegen een doode vloekte.'
Ieder huiverde, en zeker, de dood van
leu heidemoleuaar werd zeer betreurd,
maar hij had ook op een anderen tijd
kunnen sterven. De redding van Jozef
werd door dit sterfgeval uit de gedachten
verdrongen.
Niemand schrikte er meer van dan
Leegart. Nu ziet men toch dat zij meer
kan dan andere menschen zij kan iemand
In de zenuwachtige spanning waarin
men in het Verre Oosten, in afwach
ting van de oorlogsgebeurtenissen, ver
keert, worden anders dikwijls onweders
met zwaar gerommel en helle bliksem
flitsen uit de verte voor gevechten op
zee gehoudenin het uitkloppen van
dekkleeden in een nauw dal, waarvan
het geluid door de omliggende bergen
wrordt weerkaatst, meent mén soms ge
weervuur te hooren; en de verbeeldings
kracht van de inboorlingen doét de rest,
om de geruchten over nooit geleverde
zeeslagen en gevechten te land de we
reld in te zenden. Dit is althans de
verklaring die de Köln. Ztg. dezer dagen
beproefd heeft, om voor de hardnekkige
geruchten uit Nioe-tsjwang en Tsjifoe
een reden te vinden. Na de herhaal
delijk gebleken onwaarheid van derge
lijke geruchten, was het dus te begrij
pen dat men weinig waarde gehecht
had aan het schieten dat men te Tsjifoe
meende gehoord te hebben.
Het eerste telegram van Togo geeft
geen bijzonderheden over de wijze noch
over het uur van dag of nacht waarop
de Russische schepen zijn ontredderd.
Daar men te Tsjifoe 's nachts heeft hoo
ren schieten, zou men moeten aanne
men dat de Russische schepen bloot
hebben gestaan aan een nachtelijken
torpedoaanval. Maar dan zou óf de
Japansche torpedo-flotlelje in de haven
moeten doorgedrongen zijn óf de Rus
sische vloot op de buitenreede gelegen
hebben wat beide zeer onwaarschijn
lijk klinkt. Waarschijnlijker is dat de
Japanners hun tegenstanders naar bui
ten hebben weten te lokken en het
dood wenschen. Zij had immers den
heidemolenaar toegewenscht, dat de krui
den die hij bij den winkelier en de wijn
dien hij in de herberg gehaald had, ver
giftigd mochten zijn. Een gevoel van
zelfvoldoening en tegelijk eene rilling van
angst, dat zij zulk eene wonder kracht
bezat, voer haar door de leden.
Zij durfde haar huis niet uitgaan, want
ieder moest het haar aanzien wat zij ge
daan had. Zij had er dan ook oprecht
berouw overzij had het niet in ernst
gemeend, en nam het besluit om in het
vervolg nooit weer zoo iets te doen. //Ik
wensch voortaan de geheele wereld niets
dan goeds,' dacht zij, //wat mij betreft
ookde Rottmansvrouw.' Eindelijk waagde
zij het, naar Martina te gaan, en zeide
haar onder vier oogen, in het dakkamer
tje //Ik bid u, maak vooral dat geene
van de vrouwen uitbrengt, wat ik giste
ren den heidemolenaar heb toegewenscht.
De menschen zijn zoo bijgeloovig en zouden
op het laatst gaan gelooveu dat ik meer
kan dan andere menschen, maar ik wil
daarvan den naam niet hebben.' Lee
gart was maar half tevreden, toen Mar
tina haar verzekerde, dat er niemand aan
dacht, en dat de menschen toch zoo dom
niet waren om zulke dingen te gelooven.
//Dom' dacht Leegart bij zich zelve, //dom,
ja dat zijt gijGoddank, dat ik nog
weet wat er in de wereld omgaat.' Zij
schrikte voor iedere gedachte die zij van
iemand gehad had of nog hebben zou.
gevecht op klaarlichten dag op zee is
geweest. Maar dan moet men ook nood
zakelijkerwijs aannemen dat de uitgang
van de haven weer geheel vrij is, ook
voor groote pantserschepen. Het is ech
ter nutteloos gissingen te maken, daar
wij het fijne van de zaak wel spoedig
uit nadere telegrammen zullen verne
men. Wij bepalen ons er dus toe de
bovenbedoelde telegrammen hier weer
te geven
TSJIFOE, 23 Juni. Het gerucht loopt
dat de Japanners gisteren en in den
afgeloopen nacht een krachtdadigen aan
val op Port Arthur van de land- en
de zeezijde zouden hebben gedaan. De
gezagvoerders van twee hier aangeko
men stoomschepen, wier mededeelingen
als vertrouwbaar worden beschouwd,
zijn vanochtend op eenigen afstand langs
Port Arthur gekomen. Zij zeggen dat
zij toen geen kanonvuur hoorden.
TSJIFOE, 24 Juni. Men heeft gedu
rende een paar uren in den nanacht
van Donderdag op Vrijdag in de richting
van Port Arthur zwaar hooren vuren.
Otto von Gottberg, een gewezen
Duitsch officier, die oorlogscorrespon
dent in het Verre Oosten is geweest,
maar op Vancouver terug is gekeerd
wegens ziekte, verklaart van het Ja
pansche leger dat het alle Europeesche
legers de baas is. Hij spreekt vooral
met lof van de Japansche artillerie.
Het sjimosekruit van de Japansche gra
naten was zoo noodlottig voor de Rus
sische artillerie dat die zoo goed als
vernietigd werd. GeneraalKoerokimaak
te op den correspondent den indruk
van een zeer bekwaam strateeg.
Het is ook een verschrikkelijk ding de
gaaf te hebben, om iedereen aan te doen
wat men wil. Toen Martina bezoek kreeg
verzekerde Leegart telkens //Ik meen
het goed met alle menschenniemand
meent het beter dan ik. Ik wensch
iedereen niets dan goed, niemand uitge
zonderd.' Men begreep niet wat Leegart
daarmeê bedoelde, maar men stemde haar
toe //Ja wel, gij hebt het altijd goed
gemeend.' 'En weet gij wat ik nu
zeg riep Leegart met glinsterende oogen,
z/ik zeg niets meer dan de pastorij en
Toni van den Heidemolen. Deukt er
aan dat ik het gezegd hebik zeg niets
meer.'
Kort nadat de doodstijding aan de pas
torij gebracht was, reed de predikant met
zijne vrouw, door Eduard vergezeld, naar
den heidemolen, en het was goed dat hij
daar kwam, want Toni was radeloos van
smartzij had sinds den vorigen dag
zoo veel verschrikkelijks beleefd en deed
bittere verwijten dat zij in de zorg voor
anderen haar eigen vader vergeten had.
Zij begroette de predikantsvrouw als een
reddende engel, en kwam eerst tot beda
ren, toen deze haar beloofde, bij haar te
zullen blijven.
Eduard vroeg of er niets voor hem te
doen was. Toni zag hem verwonderd
aan zij scheen zich echter te nauwer bij
de predikantsvrouw van te sluiten.
(Slot volgt.)