JOZEF IN MEEUW. IN o. 16. Woensdag I 1604. 20 Jaarg, Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. DIFLEMAN, Buitenland. FEUILLETON. AXELSCHE CÖUIUNT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent. Voor België 70 cent. Afzonderlijke Nos. 5 cent. DRUKKER UITGEVER AXEL. ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 cent; voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiên worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. DE OORLOG IN OOST-AZIE. De gevechten bij Kin-tsjou. Het voornaamste nieuws brengen Za terdag een paar telegrammen uit Tokio, die als zeker melden, dat gevechten bij Kin-tsjou in belangrijkheid te ver gelijken zijn bij den slag van Kioe-liën- tse, aan de Jaloe, op den ten van deze maand. Toen hadden de Japanners ongeveer 900 dooden en gewonden, terwijl het verlies aan den Russischen kant ongeveer driemaal zoo groot was. Wordt het Reuter-telegram uit Tokio bevestigd (en het moet toch den censor gepasseerd zijn), dan zou de bestorming van Kin-tsjou en, als gevolg daar van, de verovering der smalle land engte waarmede het schiereilandje Kwan-toeng (waarop Port Arthur en Dalni liggen) samenhangt met het groote schiereiland Liaotong, den Japanners 3000 dooden en gewonden hebben ge kost. Het is volstrekt niet onwaarschijn lijk, dat de verliezen aan de zijde der Japanners inderdaad zoo hevig geweest zijn men neme slechts in aanmerking wat reeds is medegedeeld over den geduchten staat van tegenweer, waarin de Russen hun stellingen te Kin-tsjou hadden gebracht. Han-tsjan, Nan-tsjan of Chan-tsjan, waar de voornaamste Russische stelling lag, is vermoedelijk hetzelfde als het fort Mont du Bonze, ten zuidoosten van Kintsjou gelegen tusschen dat stadje en de Kerr-baai, op een hoogen heuvel die de smalle landengte tusschen de Onder horengeschal en zang trok men het bosch in, naar het dorp terug. Toni liep naast Martina. Op deu eersten heu vel zeide zij „Nu moet ik omkeeren; ik zou gaarne met u naar de kerk gaan, en bij u blijven, maar daar overvalt mij de angst, dat mijn vader van al het leven niet wakker geworden is. Ik heb mij niet als een braaf kind gedragenik heb in het geheel niet naar hem omge zien. Goede nacht, Jozefzeide zij, ter wijl zij dezen de hand reikte, „goede nacht samen Zij ging Eduard voorbij haar hand bewoog zich even als de zijne, maar zij gaven elkander toch de hand niet voor aller oogen. //Goede nacht zeide Eduard zacht en l zij antwoordde even zacht//Goede nacht.* Haspel riep haar echter een luid hoezee toe, toen zij naar den molen terug keerde en de andereu volgden zijn voor beeld. Adam droeg Jozef op den arm hij had hem het nieuwe pak kleeren aangetrokken en de nieuwe laarzen maar eindelijk moest hij grootvader's zin doen en het kind tusschen in laten loopen. Op den heuvel voor het dorp riep Has pel met laatste krachten van zijn stemor- gaan ffHaltHalt Handbaai en de baai van Kintsjou be strijkt. Aan de overzijde van de land engte lag de tweede Russische stelling, die van Nan-kwanling, vermoedelijk op een heuvel aan het punt waar een der zijtakken van den grooten spoorweg loopt naar de baai Ta-liën-wan. Deze stelling is, volgens de laatste berichten ook ontruimd door de Russen, die thans naar de eigenlijke stelling van Port Arthur teruggedreven zouden zijn. Hoe groot de verliezen der Russen bij deze blijkbaar uiterst heftige ge vechten geweest zijn, is nog niet te schatten, maar het is zeer goed moge lijk, dat ze minder groot waren dan die van de aanvallers. Van groot be lang zou het echter zijn Indien het be richt, dat de Japanners 50 kanonnen hebben buitgemaakt (bij de Jaloe ver loren de Russen 28 stukken) werd be vestigd. Men moet aannemen, dat de Russen zich niet aan een zoo zwaar verlies zouden blootgesteld hebben, in dien zij zelf de stelling van Kin-tsjou niet van groot gewicht achttenhet is dus ook mogelijk dat de verovering van deze stelling, een buitenpost toch eigen lijk, op het lot van Port Arthur een grooteren invloed gehad heeft dan men thans denkt. Maar men vraagt zich af, hoe de Ja panners op den duur zoo ontzaglijke verliezen kunnen dragen, waarbij uit- teraard hun beste troepen 't zwaarst worden getroffen. DUITSCHLAND. In tegenwoordigheid van den Keizer en van een schitterend gezelschap is Hier lag de wolf nog op het land waar Adam hem heengeslingerd had. Hij bracht zijn zoon naar het doode dier en zeide//Zie, dit beest heb ik doodge slagen met mijn knuppel.// Jozef liet zich echter door goede woordjes noch be dreigingen bewegen om den wolf aan te rakenhij was er bang voor. //Het is goed dat gij onder het opzicht van uw vader komt,* zeide Adam; //als het nog langer geduurd had, dan waart gij geen Rottman geworden.* Nu sleepte hij met de linkerhand den wolf mede terwijl hij zijn zoontje met de rechter vasthield. Zoo ging het het dorp in tot voor het huis van Schilder-David. XVH. Groote mannen in het kleine huis. ,/Ja, dat vergat ik nog te zeggen, de heidemolenaar had Leegart gezegd, toen zij plotseling door het geschreeuw voor het huis gestoord werd //Hij is gevondenJozef is er.* De vrouwen vlogen naar de deur en vroegen //Is er niemand verongelukt ,/Alles wel, alles,* was het antwoord. Leegart bleef onbewegelijk op haar plaats zittenzij drukte de voeten maar wat vaster op de voetbank, die nu zon derling begon te beven, nam snel een snuifje om te bedaren en bekeek het buis, als of zij zeggen wildeNu ben ik van u af. //Jozef is gevonden riep de vooruit Vrijdagmiddag op de werf van Schichau het nieuwe pantserschip Lothringen, een oorlogsbodem van 13,000 ton, van stapel geloopen. De stadhouder van Elzas-Lotharingen, prins Hohenlohe- Langenburg, hield de dooprede en gra vin von Zeppelin-Aschhausen, de echt- genoote van den Bezirksprdsident van Mets, doopte het schip als Lothringen. Juist een jaar geleden 26 Mei 1903 is van dezelfde werf een zus terschip van den doopeling, het linie schip Elsass, afgeloopen. Van nu af aan zijn dus de namen van de twee veroverde provincies in de vloot ver tegenwoordigd, en de Keizer heeft aan dit feit een bijzondere beteekenis wil len verleenen, door een groot aantal vertegenwoordigers van het rijksland, onder wie er zijn met Fransche namen, tot bijwoning van de plechtigheid uit te noodigen. In de Fransche pers heeft deze demonstratieve handeling, zoo kort volgende op zijne twee jongste toespraken met, voor de Franschen, pijnlijke toespelingen en herinneringen weer kwaad bloed gezet. „Une mani festation anti-fran<jaise schreef de Echo de Paris Vrijdag boven een brief van haren Berlijnschen correspondent over deze zaak. „Het schijnt aldus schrijft deze berichtgever dat de Duitsche Keizer besloten heeft een vervolg te geven op het feuilleton dat hij begon nen is met de toespraken van Kalsruhe en Maintz. Maar ditmaal tracht hij ons recht in het hart te treffen, en wij zullen den steek dien hij ons rechtuit toebrengt, in langnietkunnenvergeten". De Lothringen is het vijfde en laatste stormende Haspel Leegart toe. z/En mijn buis is klaarantwoordde Leegart, in het bescheiden vertrouwen, dat zij Jozef door haar onafgebroken naai en in het leven had gehouden. Daar intusschen de onnoozele Haspel dit niet opmerkte, vroeg zij //Waar heeft men hem gevonden „In den heidemolen. „Ik had het eindelijk niet behoeven te vragen," betuigde Leegart met hoog moedig zelfbewustzijn om zich heen ziende, „ik wist waar hij wasik heb den weg aangeduid dien hij gegaan is nog zoo op het oogen blik toen wij het geschreeuw hoorden, sprak ik het woord heidemolenaar uit. Laat maar al de vrouwen zeggen of het niet waar is." Voor Leegart was niets gewichtiger dan dat zij getoond had de gaaf te bezit ten, van te kunnen zeggen wat er voor viel op plaatsen waar zij niet was. Toen de overigen de kamer inkwamen, en Mar tina Leegart de hand gaf, zeide deze weder „Ik wist het wel ik heb het van te voren gezegd, dat hij in den heidemolen was. Op het oogenblik toen Haspel kwam sprak ik nog het woord heidemolenaar uit, en nu voorspel ik u, Martina, dat gij Adam nog krijgt. „Het is zoo Het is zooDaar komt hij I" riep Martina. Leegart sloeg hare oogen ueer. Een ander behoefde het niet te wetpu, dat zij profeteeren kon, als zij het maar voor zich schip van de nieuwe divisie van het type Braunschweig, waartoe verderde Élsass, Preussen en Hessen behooren. Zij kan echter pas in 1906 kant en klaar afgeleverd worden, daar de in wendige inrichting, het inbouwen van de machines, het aanbrengen van de geduchte wapening en de verdere uit rusting veel tijd en arbeidskracht zul len vergen. De romp alleen vertegen woordigt een waarde van 15,650,000 mk., het uitgeruste schip van 23,150,000 mk., De Lothringen krijgt als voornaam ste wapening snelvurende kanonnen van 28 cM., die projectielen van 270 KG. afschieten. De pantsering van de geschuttorens is 280 mM, dik. De bekende natuurmensch" Gu- stav Nagel, is een jaar geleden van een voetreis naar Italië teruggekeerd met een Italiaansche vrouw. Deze is nu ech ter van hem naar Italië teruggekeerd.Zij vertelde voor haar vertrek dat de prak tijkeu van haren man haar te kras warden. Vooral kon zij het niet velen dat Nagel haar pasgeboren kindje voort durend met koud water overgoot, om het te harden, en zij was bang dat haar tweede kind een even barbaarsche be handeling zou moeten ondervinden. Verder klaagde zij over Nagel's ver kwistingen. Het door beiden verdiende geld soms 1500 mk. in de maand en meer werd maar over den balk gegooid, Nagel deed niets dan allerlei kostbare dingen aanschaffeneen bil jart, een piano, een brandkast enz. Zij vond dat hij op weg was van krank zinnig te worden, en ook het huwelijks- zelve wist. Zij knikte allen toe, die de kamer intraden, alsof zij zeggen wilde „ik wist wel dat gij zoudt komen, ik heb alles van te voren gezien, en nauwkeurig ook, hoe Adam Jozef aan de hand hield, en dat van den wolf heb i k ook gezi en bij mij was het maar een otter, maar een kwaadaardig venijnig dier is de een zoowel als de ander. Het heeft alles zoo moet gebeuren." Zij was nergens over verwonderd. Daar is mij niets verborgen, zeiden hare gelaats trekken, en onderwijl nam zij even hei melijk als welbehagelijk een snuifje. „Ik heb drie vaders," riep de kleine Jozef. „Leegart; daar zijn mijn drie vaders." „Goed, maar ga nu slapen," beval David. „Martina, breng Jozef naar bed! Goddank dat wij allen weder thuis zijn." riep hij zijne vrouw in het oor. Groot moeder knikte vrolijk. „Heeft het hooi gesneeuwd vroeg zij en trok haar man nog eenige halmen uit het haar. Allen lachtende doove grootmoeder lachte vergenoegd mede, en keek rond om van ieders gezicht af te zien wat zij niet hooren kon. Zij gaf den ouden Rottmau de hand en zeide„Ga zitten." Adam gaf haar uit zich zeiven de hand en schreeuwde haar met geweldige stem in het oor„Goeden avond, schoon moeder De vrouw deinsde eene schrede terug, als of zij een stoot gekregen had. „Ik hoor het wel. Ik ben zoo doof niet,"

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1904 | | pagina 1