KERMIS le AXEL
JOZEF IN 01
Zaterdag 84 Mei 1904.
Uiii
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
DIELËMAN,
AXEL.
Afsluiting* Weg.
FEUILLETON.
Buitenland.
COIIIUNT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Yrydagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent.
Yoor België 70 cent. Afzonderlijke Nos. 5 cent.
DRUKKER UITGEVER
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 centvoor
eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentièn worden Jranco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
van Maandag 23 tot en met
Donderdag 26 Mei 1904.
Burgemeester en Wethouders van
Axel maken bekend, dat blijkens mis
sive van Gedeputeerde Staten van
Zeeland d.d. 22 April 1904 No. 144.
2e Afdeeling, het verkeer over
le de brug in den KINDERDIJK
No. 1 van den Ligger der Wegen
en Voetpaden in de gemeente Axel.
van 16 Mei a. s. voormiddag 6 uur
tot 18 Mei a. s namiddag 6 uur
2e de brug in den LANGEN WEG
No. 2 van den Ligger der Wegen
en Voetpaden in de gemeente Axel
van 24 Mei a. s. voormiddag 6 uur
tot 26 Mei a. s. namiddag 6 uur
en 3e de brug in de DERDE VER
KORTING No. 32 van den Ligger
der Wegen en Voetpaden in de
gemeente Axel van 30 Mei a. s.
voormiddag 6 uur tot 1 Juni a. s.
namiddag 6 uur,
zal zijn afgesloten.
Axel, 6 Mei, 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
D. J. OGGEL, Burgemeester.
J. A. VAN VESSEM, Secretaris.
32)
Daar waar de weg een scherpe krom
ming maakt lag dieper sneeuwtot aan
t de knieën zonk Jozef er in bij de eerste
schrede, maar hij was verstandig, klau
terde een steile berghelling op en aan
I de andere zijde van de plek, waar de
sneeuw was opgewaaid weder naar be
neden op den weg. Het is goed dat hier
aan de helling, waar het steil naar be
neden gaat, lijsterbessen geplant zijn
dan kan men zich nog ergens aan vast
houden. Behooren de lijsterbessen aan
mijn vader? vroeg Jozef bijna overluid.
De boomen wisten niet te antwoorden,
I en er was geen mensch die hem bescheid
kon geven. Een vos stond niet ver van
den weg in het kreupelhout, en staarde
met glinsterende oogen den knaap aan
hij was zeker verwonderd over die zeld
zame verschijning, en bleef lang zonder
zich te bewegen naar den knaap kijken,
tot deze riep: „Gaat ge weg!" De vos
pakte zijn biezen, maar gansch niet vlug
j en de kleine Jozef sprak" bijna luide bij
zich zeiven „Ja, grootvader, het is zoo
als gij gezegd hebt, nu heb ik het ook
j gezien de vos sleept met zijn staart
I over den grond en veegt zijne voetstap-
pen uit, zoodat men niet zien kan, waar
DE OORLOG IN OOST-AZIE.
De tegenstrijdigheid in de berichten
over den toestand van den spoorweg
tusschen Nioetsjwang en Port-Arthur,
kan misschien opgeheven worden door
het volgende telegram van Central News
uit Liao-jang
De landing der Japanners bij Pi-tsoe-
wo is slechts langzaam geschied, daar
er drie dagen lang een hevige orkaan
woei. De voorhoede der Japanners rukte
op tot dicht bij het station Poe-lian-
tiën (Port Adams), maar trok terug na
een brug en het station vernield te
hebben, vermoedelijk naar Pi-tsoe-wo.
De Russen hadden vooraf alle voorra
den in die plaats onbruikbaar gemaakt
en de waterleiding afgesneden.
Wa-foeng-tiën, waar volgens een tele
gram uit Tokio gevochten is, met een
voor de Japanners gunstigen uitslag,
is een station aan den spoorweg op
Liao-tong, tegenover Foe-tsjou, ten noor
den van Port Adams.
Zonderlingerwijze heeft de telegraaf
het bericht gebracht over een protest
der Russische regeering, naar aanlei
ding der beschieting van een trein met
Roode-Kruis-wagens door de Japanners.
Dergelijke protesten schijnen in iederen
oorlog te moeten voorkomen, vooral van
den voor 't oogenblik verliezenden kant,
maar het ligt nu toch voor de hand
dat de Japanners geen schuld hadden.
Een correspondent van de Petit Pari-
sien te Moekden verhaalt, dat de be
stuurder van den trein uit Port Arthur,
die den 6en Port Adams passeerde na
hij geloopen heeft, dat is slim." Eksters
snaterden op de boomen en een kruis
bek stond beneden in het dal aan een
vooruitspringende rotsde knaap knikte
hem dikwijls toe, en de vogel knikte
ook, maar sprak geen enkel woord; hij
deed alleen zijn bek open en toe, alsof
hij wilde zeggen ik heb honger. „Daar
hebt gij wat," riep Jozef en wierp het
eenige stukjes brood dat hij nog bij zich
had, naar beneden in de rotskloof; de
vogel scheen het voor een steenworp te
houden, want hij vloog schichtig weg en
het stukje brood was in de sneeuw be
graven, en niemand had er nu iets aan.
Bedaard ging Jozef voort, wachtte nu
en dan onder een vooruitstekende rots
en zag met verwondering toe hoe warre
lend en toch hoe stil de sneeuw naar
beneden viel en alles meer en meer toe
dekte. „Morgen moet mijn vader mij sle
den," zeide hij bij zich zeiven, en den
kende aan zijn vader ging hij weder
voort. De avond viel en het kind begon
al wat bang te worden, maar hij liep
toch doorhet was goed dat Schilder-
David hem geen bijgeloovige denkbeelden
had ingeprent, maar Haspel had toch ge
zegd dat de zielen van de menschen die
gestorven zijn 's nachts als lichtjes op
het kerkhof dansen en ook dikwijls in
het boschen de wilde jager, die dooi
de lucht rijdt, die kan klappen dat het
éen aard heeft, zijn zweep is een den,
zoo hoog als een kerktoren. Daar is
de landing der Japanners, aangehouden
werd door een kozak, die waarschuwde
dat de Japanners in aantocht waren.
Een kolonel echter die de reis mee
maakte, gelastte den machinist, met
volle kracht door te stoomen. De trein
werd toen drie minuten lang beschoten.
In verscheidene coupés waren zieke
soldaten, deze rijtuigen droegen het
Roode Kruis.
Daargelaten dat de Japanners, een
trein ziende aankomen die in volle vaart
stoomde, geen tijd gehad kunnen heb
ben om te zien of er op eenige wagens
roode kruisen geschilderd waren, spreekt
't toch van zelf dat een gemengde trein,
op zulk een wijze de vijandelijke linie
passeerende, geen aanspraak mag maken
op een behandeling als ambulance-trein.
Uit Brussel wordt aan de Magde-
burgische Zeitung gemeld, dat Rus
sische agenten dezer dagen massa's
steenkolen in België en het noorden
van Frankrijk hebben opgekocht voor
de Oostzeevloot. Men beschouwt dat
als een teeken, dat het Russische marine-
bestuur bij zijn plan blijft om die vloot
naar Oost-Azië te zenden.
Ook moeten Russische agenten te
Liverpool drie stoomschepen gekocht
hebben, elk van 5000 ton.
FRANKRIJK.
Vooral te Havre zijn de scheepsoffi
cieren verontwaardigd, dat de strijd
tusschen officieren en manschappen der
koopvaardijvloot te Marseille maar niet
eindigen wil in het voordeel van de
officieren. Zij vergaderen te Havre
even dikwijls als hun kameraden van
het steenen kruis aan den weg, waar
eens een knecht met paard en wagen
den berg afgetuimeld is, en er zit een
raaf op het kruis. „Gij zijt toch niets
dan een raaf," zegt Jozef en werpt een
sneeuwbal naar den vogel, die wegvliegt.
Jozef ging verder, en kwam aan een
paal met ingesneden beelden de gezich
ten van de menschen die er op afgebeeld
waren staken ver vooruit. De knaap
brak een dennentak af en veegde daar
mede al de sneeuw van het beeld weg.
De gedaanten staarden hem vreemd aan
Hier zag men vijf mannen in de diepte
onder groene boomen; zij dragen witte
hemden, groene bretels en korte geel
lederen broeken. Zij staan op een rij
en hebben ieder een bijl in de hand
vooraan staat er ook een met een bijl,
maar alleen, en naast hem ligt iemand
op den grond, met verwrongen trekken
en bloedendhij ligt naast een gevelden
boom.
Jozef las het opschrift. Daar staat het
„Vincent Rottman is den 17 Augustus
onder een boom geraakt, heeft zware
pijnen uitgestaan, en is den 23 Augus
tus gestorven. God geve hem de eeuwi
ge rust en treffe alle schuldigen."
Jozef huiverde; de gedaanten keken
hem aan alsof hij ook schuldig was. E11
wat is dat voor een Rottman
Ten teeken dat hij onschuldig was,
lei Jozef den groenen tak op den paal
en ging verder, niet zonder angst omdat
de Middellandsche zee en nemen lange
moties aan. De motie wordt in den
maatschappelijken strijd in 't algemeen
dikwijls misbruikt, maar in den strijd
van het zeevolk is de onmatigheid in
het gebruiken van moties werkelijk
schrikbarend. Van huis uit is een motie
kort van uitzicht en krachtig van in
houd. Een korten, krachtigen volzin,
waarin een vergadering haar gevoelen
neerlegt, noemde men motie. Maar het
publiek, dat voor vergaderingsverslagen
niet onverschillig is, vindt in de kran
ten de eene naast de andere bewerkt.
De tijd dringt bij het ontbijt en onder
een slok thee en een hap brood worden
van de verslagen vaak slechts de moties
gelezen. Deze haast van onze haastige
dagen is de oorzaak van het misbruik,
dat er op vergaderingen van moties
gemaakt wordt. Men gaat andersom
redeneerende motie wordt gelezen,
dus zorgen wij, dat alles wat wij te
zeggen hebben in een motie komt te
staan, dan zal de wereld naar onze
vertoogen luisteren. Vergaderende men
schen hebben dikwijls veel te zeggen
en de scheepsofficieren van Havre heb
ben buitengewoon veel wereldkundig
te maken, iederen dag weer hetzelfde.
De scheepsofficieren van Havre zijn
verontwaardigd over de houding der
regeering en dat moeten ze telkens weer
tot uiting brengen. Wij treffen hier
by deze werkstakers en werkstakers
gezellen uit de hoogere rangen dezelfde
redeneering, die ook van stakende ar
beiders dikwijls wordt vernomen. Als
wij wilden staken, zoo luidt het, dan
is dat ons recht en op dat recht mag
de mannen op de paal hem zoo strak
nakeken.
Wat komt daar toch den weg af? Is
het een mensch Hij heeft wel honderd
bochelsdat is een geest. Hij komt
naderbij, al naderbij. Jozef stapt dapper
naar hem toe en zegt„Goeden avond
De man met de honderd bochels het
was de hoedemaker met de driekante
hoeden die hij om zich heen gehangen
had wil met zoete praatjes en einde
lijk met geweld Jozef medenemen, maar
deze ontsnapt hem en loopt hard weg,
en roept luide het bosch inVader
Vader „Nu zal hij wel gauw komen,"
dacht het kind; „hij hoort u stellig."
Het werd al donkerder en donkerder,
en Jozef liep zonder ophouden voort en
riep maar voortdurend „Vader Vader!"
en zijne wangen gloeiden zoodat de sneeuw
die er op viel dadelijk smolt.
Hij zegt zijn avondgebed wel dertig
maal op en „Lieve God, behoud mijn
vader in gezondheid," dat zegt hij tel
kens met bijzonderen nadruk. Maar daar
hoort hij beneden in de bergkloof iets
knetteren en kermen, doch het wordt
weder stil. Maar," waar is nu de weg?
Daar is geen weg meer. Schreiend
snelt de knaap voort en gaat dan aan
dezen, dan aan genen boom staan. „Vader!
Moeder! Vader! Lieve God, help mij!"
Zoo roept hij, en God heeft hem gehoord.
Er komen drie engelen met lichten aan
zij hebben witte kleederen aan en gouden