JOZEFINBE SNEEUW;
No. 10.
Zaterdag 7 Mei 1004.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwscli-Vlaanderen.
F. DIËLEMAN,
Afsluiting* Weg.
Buitenland.
FEUILLETON.
A\iï
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent.
Yoor België 70 cent. Afzonderlijke Nos. 5 cent.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 cent; voor
eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiên worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Burgemeester en Wethouders van
Axel maken bekend, dat blijkens mis
sive van Gedeputeerde Staten van
Zeeland d.d. 22 April 1904 No. 144,
2e Afdeeling, het verkeer over
le de brug in den KINDERDIJK
No. 1 van den Ligger der Wegen
en Voetpaden in de gemeente Axel,
van 16 Mei a. s. voormiddag 6 uur
tot 18 Mei a. s namiddag 6 uur;
2e de brug in den JLANGEN WEG
No. 2 van den Ligger der Wegen
en Voetpaden in de gemeente Axel,
van 24 Mei a. s. voormiddag 6 uur
tot 26 Mei a. s. namiddag 6 uur;
en 3e de brug in de DERDE VER
KORTING No. 32 van den Ligger
der Wegen en Voetpaden in de
gemeente Axel van 30 Mei a. s.
voormiddag 6 uur tot 1 Juni a. s.
namiddag 6 uur,
zal zijn afgesloten.
Axel, 6 Mei, 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
D. J. OGGEL, Burgemeester.
J. A. VAN VESSEM, Secretaris.
DE OORLOG IN 00ST-AZIE.
Een medewerker vandeKölnischeZei-
tung schrijft over den slag bij de Jaloe:
Uit de telegrammen die achtereen
volgens inkomen, blijkt hoe langer hoe
30)
Ik spring voort, maar de berg wordt
zoo stil dat men geen voet meer verzet
ten kan. En hier is ook de grond van
het sleepen der boomstammen zoo hard,
dat men er de hakken niet meer kan
inzetten, en mijn schoenen die twee gul
den kosten gaan aan flardenniet de
helft er van heb ik aan de muts verdiend.
Wat komt het er op aan Als ik er
maar heelhuids af komSlechts eens
ben ik gevallen. Men moet zich aan
niets vasthouden, wat men niet vooraf
onderzocht heeftbremstruiken geven
een goeden houvast, want ze zitten vast
in den grond ik houd mij eens aan deu
wortel van een boom vast; de wortel
gaat mede en ik sul een heel eind naar
beneden. Ik druk de oogen toenu
is het met mij gedaan. Ik blijf echter
bij een rots liggen, midden in een hoop
mieren, maar ik maak gauw dat ik er
weer van daan kom, en loop vlak langs
de greppel, die ik goed in 't oog houd, en
spring van boom tot boom het is echter
geen springen meer, het is als of men
gegooid wordtzoo als de musschen vlie
gen en hun vleugels ineenslaan en zich
in de lucht overgooien, zoo is het. Ik
moet nu lachen, als ik er aan denk, maar
duidelijker, dat de Japanners er niet
alleen in geslaagd zijn, de Jaloe-linie
te veroveren, maar dat zij bovendien
een succes te velde behaald hebben
welks moreele uitwerking niet gering
geacht moet worden.
Voor de eerste maal hebben de regi
menten van den Mikado zich in een
ernstig gevecht gemeten met een Eu-
ropeesch leger, en bloedige lauweren
behaald. Het is maar een geringe troost
voor de Russen als zij zeggen dat zij
tegen een dubbel zoo sterke macht als
zij zelf telden, moesten vechten, want
de oorlog is geen duel met zorgvuldig
afgepaste regels voor den strijd man
tegen man. De Japansche generale staf
heeft de taak volbracht, alle beschik
bare troepen op één plek te verzame
len, den tegenstander met een overmacht
aan te vallen, en hem een zware neder
laag toe te brengen. Bijna drie vierde
van hun artillerie, acht machinegewe
ren en veel gevangenen hebben de Rus
sen in handen van den vijand moeten
laten, bovendien verloren zij meer dan
800 man. En de vraag dringt zich op
hadden de Russische generaals den
strijd wel moeten aanvaarden met den
aan troepen en geschut .veel sterkeren
tegenstander? Naar den algemeenen
toestand op het oorlogsterrein te oordee-
len zou men die vraag ontkennend
moeten beantwoorden. Voor de Russen
was 't van groot belang dat zij eerst
dan den strijd aanvaardden, als zij kon
den rekenen op succes. Juist de eerste
gevechten in een oorlog hebben een
buitengewone moreele beteekenls.
Het is echter zaak, de strategische
toen was ik lang niet gestemd tot lachen
Ik dacht, gij kunt er uw leven lang van
vertellen, maar dan dacht ik ook weer:
als gij het maar kondt vertellen, dan
was het voorbij. Het zal wel voorbij
gaan, gij zult er niet van dood gaan
voorzichtig maar voort. En zoo sulde
ik van den eenen tak naar den anderen
en eens gleed ik weder uit, maar gelukkig
viel ik niet weer. De kiezelsteenen rol
den voor mij uit naar beneden en ik
meende dat ik ze in de beek hoorde
neerploffen. En ik dacht, als gij valt,
dan stort gij ook naar beneden. Ik druk
mijne nagels in den grond, en kruip al
lager en lager, op zij af door de struiken
heen waar men naast de greppel de voe
ten in den grond kan zetten. Eindelijk
kom ik beneden, maar houd u in Geen
stap verder of gij zijt er om koud. Zoo
steil als of zij met een mes was afgesne
den loopt de rots hier af in de beek.
Daar sta ik nu, en kan met de hand de
toppen der dennen grijpen die in het dal
staan, maar er is geen weg. Ik treed
een paar schreden terug en houd mij aan
een boom vast, en zoodoende kom ik weer
wat bij. Ik zie de beek vlieten. God
dank, daar is het dal, en als ik daar
eens ben, dan ben ik zoo goed als thuis
Hoe zacht Êuischt het water, zoo huiselijk
zoo vertrouwelijk en zoo tevreden alleen
van het hooren en zien werd mijn dorst
half geleseht. Eu met moed voerde ik
nu nóg het moeielijkste kunststuk uit
winst die de Japanners aan de Jaloe
behaald hebben, niet te overschatten.
Voorshands bestaat hun voornaamste
voordeel in de verovering van 28 stuk
ken snelvuurgeschut, d.w.z. de geheele
artillerie van een vrij willigersdivisie,
vermoedelijk de derde, en bovendien
is de maxim-afdeeling van het 9e vrij-
willigersregiment verloren gegaan, de
eenige waarover het 3e Siberische leger
corps beschikte. De reeds bestaande
overmacht der Japansche artillerie
wordt aldus nog aanzienlijk versterkt.
FRANKRIJK.
Er is Zondagmiddag een ontzettend
ongeluk gebeurd vlak bij het station
Ozouer-la-Ferrière, 42 kilometers van
Parijs. De sneltrein van Bazel is daar
op een overweg tegen een automobiel
geloopen. De wachter van den over
weg had verzuimd de hekken te sluiten.
Een automobiel met zes personen kon
den trein niet zien aankomen doordat
er huizen langs de spoorlijn staan. Juist
op het oogenblik dat de motorwagen
midden op de spoorbaan was, kwam de
locomotief er tegen aan. Het voertuig
ging geheel plat door den schok en de
stukken vlogen in 't rond. Alleen het
geraamte van de automobiel werd mee
gevoerd voorop den sneltrein. De zes
personen, die op het rijtuig zaten waren
allen in een slag dood, behalve een,
die een poos later overleden is. Een
van de slachtoffers lag op 40 meter,
een ander op 70 meter afstand van de
trefplaats. Twee bleven er voor tegen
den locomotief hangen. De trein on
dervond geen beletsel door deautomo-
langs een breeden omweg gelukte het mij
eindelijk naar beneden te klauteren. Eu
toen ik in het dal was stond ik toch we
der stevig op mijn beenen. Het zweet
liep bij het lijf neer; de eene droppel
ving de andere op ik ging op een boom
stam zitten die daar op den grond lag,
juist bij den breeden beuk, waar de hoe
denmaker Jozef gevonden heeft. Wat
had ik het heetEen paard dat zeven
uren in galop geloopen heeft, kan niet
meer uitwasemen. Ik had wel mijne
kleeren uit willen trekken, maar het is
koel in het dal. De zon school al achter
de bergen, en het was nog in den mor
gen toen ik van huis ging. Ik zag
zwaluwen vliegen wat was ik daar blij
mede En nu hoorde ik een haan kraai
en. Geen nachtegaal zingt zoo mooi als
zoo'n haan, als men verdwaald geweest
is. Maar nu ben ik weer onder menschen
Ik hoor een kakelen waar een ei ge
legd wordt, is er een vrouw verheugd
Ik hoor een hond blaffen waar een
hond blaft is er een man op weg. En
nu hoor ik ook een molen ruischen.
Waar ben ik dan toch Zoo lang ik
dwaalde had ik in mijn angst niet ge
schreid, maar nu ik gered was, werd mij
het eerst duidelijk in welk gevaar ik
geweest was, en ik barstte in tranen uit;
ik kon het niet inhouden. Daar komt
gelukkig een houthakker. Ik vraag hem
waar ik ben 'f Daar boven ligt de Rott-
manshoeve, zegt de houthakker en gaat
biel. De machinist, die op den uitkijk
stond naai' de seinen aan den anderen
kant van de locomotief dan vanwaar
de motorwagen kwam aanrijden, be
merkte er eerst zelfs niets van, dat er
iets bizonders gebeurde. De stoker zag
het en die riep stoppen. Toen de trein
inhield vielen de stukken automobiel
van de locomotief, die in de vaart wa
ren meegenomen. Bovendien begon
de benzine te vlammen, die ontploft
was bij den schok. Men verwijderde
de lichamen der beide menschen die
zich voorop de locomotief bevonden,
bijtijds om te voorkomen, dat zij mede
in brand zouden vliegen. Een van
deze twee, een dame, mevrouw Lamy,
ademde nog, maar dat duurde kort.
Het was eerst moeilijk uit te vinden,
wie de reizigers waren. Men vond het
uit, doordat er een naam stond op den
halsband van het hondje, dat mede bij
de ramp is omgekomen.
Behalve den chauffeur bestond het
gezelschap uit twee heeren, twee da
mes en een jongetje van vier jaar.
De chefs van den wegwachter be
grijpen niet, hoe deze man zich aan
zuik een grof verzuim schuldig heeft
kunnen maken. Het is onverklaarbaar.
Het is een man van 44 jaar, die uit
stekend bekend staat en die juist op
dezen verantwoordelijken post gezet
was in plaats van een wegwachter,
waar men minder goed over tevreden
was. De wegwachter had juist 24 uren
vrij gehad; aan oververmoeidheid kon
de fout dus ook niet worden toegeschre
ven. Hij en zijn vrouw zijn sedert het
ongeluk geheel van streek.
verder. Ik roep hem nog na, hoe laat
is het Over vijven. Dus heb ik zeven
volle uren rondgeloopen dat had ik toch
niet gedacht. Zeven uren Als ik bij -
geloovig was, zou ik denken, dat een
kolenbrandersgeest mij rondgeleid had,
want volle zeven uur leiden zij iemand
op een dwaalweg rond, vooral de dag
geesten. Ik ging nu de beek langs, naar
boven, om zoo aan den heidemolen te
komen. Maar nauwelijks heb ik tweehon
derd schreden geloopen of daar zie ik
dat ik mijn pakje heb laten liggen op
den boomstam, en ik heb er zoo veel
last van gehad, en ik heb het met zoo
veel moeite bewaard. Lieve hemelOok
dat nog. Misschien heeft de houthakker
het gestolen, en ik moet het goed nog
betalen in plaats van mijn loon te krij
gen. Ik loop ijlings terug. Ja, de men
schen zijn goed en eerlijk als ze niet weten
waar iets ligt. Mijn pakje was achter
een boomstam gerolddaar lag het nog.
De vrouw van den molenaar was eene
brave vrouw en hare dochter, Toni, aardt
naar de moeder. Zij gaf mij droge klee
ren en verpleegde mij als eene zuster.
Maar drie dagen was het mij als of al
mijne leden gebroken waren.
En toen ik weder thuis kwp aeh
God, als men zoo verdwaald geweest is,
gelooft men haast niet meer dat men een
thuis heefteen plaats, waar ons bed staat,
onze spiegel, onze tafel onze latatafel. ons
gezangboek. Wordt vervolgd)