20 Jaorg,
No. 9.
Woensdag 4- Mei 1904.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwse li- Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
AXEL.
Buitenland.
FEUILLETON.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent.
Voor België 70 cent. Afzonderlijke Nos. 5 cent.
DRUKKER UITGEVER
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 centvoor
eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiên worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
DE OORLOG IX 00ST-AZ1Ë.
De Duitsche deskundige graaf Pfeil
zegt van het bericht over den opmarsch
van een Russische strijdmacht langs de
I oostkust van Korea, over Siung-tsjin
naar Gensan, dat zulk een beweging
een opmerkelijk bewijs zou zijn van
den ontwakenden offensieven geest van
de Russen te land. Deze bedreiging
van den rechtervleugel veronder
steld altijd dat het bericht waar is
I zou voor de Japanners hoogst onaan-
genaam kunnen worden en een nadee-
ligen invloed moeten hebben op hun
aanval op de Jaloe-linie. De heirweg
die langs de Koreaansche Oostkust
voert is, volgens de kaarten van den
Russischen en den Franschen generalen
staf, zeer geschikt voor marschen van
1 groote troepenafdeelingen.
De oprukkende troepen behooren in
I geen geval tot de eigenlijke bezetting
I van Wladiwostok, men zal het garnizoen
I van deze vesting immers vooreerst niet
J verzwakken. De Russische troepen
zouden dan kunnen bestaan uit de 2de
Oost-Siberische divisie fusiliers onder
I generaal-majoor Anissimof die totdusver
I in de buurt van Nowo-Kiëfskoje, bij
de noordwestelijke grens van Korea,
met een afdeeling artillerie en een Oes-
i soerisch regiment kozakken stond. Mis
schien heeft de 1ste divisie fusiliers,
I die in de buurt van Wladiwostok stond,
zich, op bevel van Koeropatkin, bij de
2de aangesloten. De beide divisies waren
reeds lang voor het begin van den oorlog
1 ter plaatse en op voet van oorlog.
Eet wasjvreeselijkwarm. Mijnewangen
!i brandden en ik zweette als of ik uit het
water gehaald was. Maar ik gunde mij
j geen rust om uit te blazen. En op de
i weide was het een gegons van duizen-
I de bijen. Goede God, als ik nu eens in
een wespennest trad en zij vlogen op mij
af. Mijne moeder heeft mij verteld hoe
dat ismen heeft een gevoel als een
dronken mensch, en daar helpt niets tegen
als men niet in het water springt. Ja,
1 als er maar water was ik heb zulk een
1 verschrikkelijken dorst. Maar wat is dat?
iHoudt daar de weg op? Ja, daar gaat
I het steil naar beneden. Dat zijn de groote
ij woeste rotsen. Ben ik dan op de rotsen
1 in het Rochendal waar sinds de schepping
van de wereld nog geen mensch een voet
i f heeft gezet Daar liggen de schoonste
boomstammen te vergaan, want geen
mensch kan ze halen. Alleen de vogels
weten hoe het daar boven uitziet. Neen,
i zoo ver ben ik nog niet, maar daar be
neden kan ik toch niet komen. Ik roep:
llieve God waar ben ik En zoo akelig
,en toch zoo mooi heb ik nog nooit een
echo gehoord: Waar ben ik? Waar ben
Ik? Waar ben ik? Zeker zevenmaal
■veerklinkt het, en zoo, als of iemand
De schermutseling aan den mond
van de Jaloe op Dinsdag j.l. kenmerkte
zich door de bizonderheid, dat twee
Japansche torpedobooten van land af
werden aangevallen. Dit is de eerste
maal, gelooft Central News, dat oorlogs
schepen in gevecht zijn met ruiterij.
Dat gelooven wij niet, want ons staat
voor, dat in de laatste maanden van
den oorlog in Zuid-Afrika hetzelfde
ongewone feit plaats had aan de kust
van Namakwaland tusschen een En-
gelsch oorlogsschip en een Boerencom-
mando. Een dergelijk treffen lijkt ove
rigens meer curieus dan van militaire
beteekenis.
Hetzelfde telegram deelt mee, dat het
grootste gedeelte der Russische voorra-
raden van Liao-jang naar Feng-wang-
tsjeng aan den weg naar de Jaloe is
overgebracht. Het vervoer had plaats
met karren, die 5 dagen noodig hebben
om een kleine 150 K.M. af te leggen.
- Gewtigerde hulp. De Regeerings-
bode meldt, dat een aantal onderdanen
van vreemde Staten het verzoek heeft
gedaan in de gelederen van het Rus
sische leger in Port-Arthur te worden
opgenomen.
De Tsaar was echter van meening,
dat het leven en de kracht van het
individu in de eerste plaats aan zijn
eigen vaderland behooren. Daarom
willigde de Tsaar het verzoek niet in.
BELGIË.
De Petit Bleu deelt mede, dat er te
Charleroi eenige maanden geleden twee
personen in hechtenis werden genomen,
beschuldigd van diefstal van steenko-
het geluid naar den hemel optrok, zoo
ver, zoo langdat komt van de rotswan
den en de rotsklovendat klinkt als of
het muziek was, alsof iemand de woor
den zong, maar met een langer adem
als dien van een mensch. Ik roep de
namen van alle menschen die ik lief
heb. Als men zoo in doodsgevaar is, dan
houdt alle vijandschap op. Ik roep, maar
niemand hoort mij, geen sterveling.
Het helpt toch niets. Maak maar dat gij
voortkomtIk zoek. Ha, daar is nog
een andere weg dooi het bosch. Maar ver
der op gaat die ook links af. Ik denk:
blijf dien weg nu houden, en loop recht
door. Maar daar kom ik weder aan een
rotswand, en daar is geen weg meer,
ik steek het veld over en op eens sta ik
voor een afgrond, daar gaat het loodrecht
naar beneden. Ik spring dadelijk achter
uit het duizelt mij en ik voel nog hoe
de afgrond mij naar zich toe wil trekken.
Daar sta ik en dank God dat ik den vas
ten grond nog onder mij voel. Een vlas
vink zit boven op een boom naast mij
en zingt't is, 't is, 't is zoo vroeg
En terwijl ik naar den vogel opkijk,
vliegt hij weg naar den berg aan den
overkant. De vlasvinken maken altijd
een buiteling onder het vliegen zij vlie
gen hooger dan de plaats is waar zij
naar toe willen en dan laten zij zich
nedervallen. Ja, zulk een vogel heeft
liet gped; voor hern is er geen berg of
dal. Kon ik ook maar vliegen Ik
len uit een spoorwagen. Na een maand
verschenen deze beklaagden voor den
rechter te Charlnroi. Deze weigerde
het bevel tot inhechtenisneming te
verlengen.
Van deze uitspraak is het parket niet
in beroep gekomen, maar desalniette
min heeft men vergeten de twee ge
vangenen los te laten. De procureur-
generaal, chef van den ambtenaar van
het openbaar ministerie te Charleroi, is
bezig deze zaak grondig te onderzoeken.
ENGELAND.
Lord Avebury bracht Donderdag in
het Hoogerhuis een wetsontwerp in om
het openen van winkels op Zondag tegen
te gaan. Vereenigingen van winkels
en winkelbedienden, zeide hij in zijn
toelichting, hadden hem gewezen op het
toenemende openhouden van winkels
op Zondag en zijn hulp daartegen in
geroepen. In Londen zijn er Zondags
niet minder dan 24,000 winkels en stal
letjes open, en in Manchester meer dan
5000. Het wetsontwerp gelast nu dat
alle winkels Zondags gesloten moeten
zijn, met gedeeltelijke uitzondering van
melkslijterijen en visch-, groente-, fruit
en tabakswinkels, koffiehuizen eu kran-
tebureau's.
Lord Velper sprak uit naam der re
geering tegen het wetsontwerp. Hij
meende, dat het kwaad niet zoo uitge
breid was als Avebury het voorstelde,
en de bestaande Zondagswet voldoende
was om er tegen op te treden. Ook
andere sprekers ontraadden het aanne
men van de wet, o.a. omdat de zaak
eerst nader onderzocht moest worden.
keer rechts om. Goddank, daarboven
op den berg zie ik weilanden, en het dal
is als een kom of ketel. Maar, mijn God,
ben ik dan op de Doodenhoeve Ik
meen aan den overkant een vlierboschje
te zien, en die vindt men alleen waar
menschen zijn of geweest zijn. Ja, de
vlierboom op den grond en de zwaluw
in de lucht wijzen aan dat daar wonin
gen van menschen zijn. Maar ik zie
geen huis en alles ziet er zoo schemer
achtig uit, als met de zonsverduistering
het is geen dag en geen nacht, en de
boomen en de bergen sidderen van angst
O weeIk j>en °P de Doodenhoeve.
Daar heeft voor honderd en nog eens
honderd jaar een rijke boer gewoond,
even rijk als goddeloos, en hij en zijne
vrouw en zijne kinderen baadden zich
alle dagen in de melk en gunden zelfs
geen droppel aan de armendie waren
nog erger dan de Rottmausvrouw. Toen
sloeg Onze Lieve Heer er evenwel op
los en op een zondag, terwijl zij op de
weide met kazen bal speelden, ging de
aarde open en verslond de geheele hoeve,
met menschen en vee. Er moet een tijd
zijn waarop allen weder wakker worden
en zich op een zeker uur vertoonen.
Het is niet goed dat men aan kinderen
zulke geschiedenissen vertelt dat maakt
bijgeloovig. Ik ben niet bijgeloovig en
het was immers dag. Maar de zon stond
niet meer aan den hemel, niets dan
zwarte wolkende haren rezen mij te
Het slot was, dat Avebury zijn voor
stel introk, met de verklaring, dat hij
nu tenminste de aandacht op het euvel
gevestigd had.
FRANKRIJK.
De scheepsofficieren van Marseille
kapiteins en andere officieren van het
dek, officier-machinisten, kapiteins Qp de
kustvaart hebben in hun laatste ver
gadering een motie aangenomen, waar
bij zij verklaren, dat zij volstrekt geen
vijandschap gevoelen tegen hun be
manningen. Zij roepen de wëlgezinden
op, zich los te maken van de leiders,
die hen met schrik trachten te beheer-
schen, en een einde te maken aan de
werkstaking, die zooveel kwaad doet
aan de Fransche scheepvaart en aan
de belangen vanFrankrijkin'talgemeen.
Altijd hebben de bemanning en de
officieren het best met elkaar kunnen
vinden op zee, ver van de opwinding
van den wal. Geen geldelijke aange
legenheden kunnen verdeeldheid tus
schen de twee partijen brengen. Inte
gendeel, zij zijn vereenigd door dezelfde
gevaren en moeiten, die zij eiken dag
deelen.
Het is onaannemelijk, dat de be
manningen langer aan de scheepsoffi
cieren de billijke voldoening en de
waarborgen weigeren, die dezen vragen.
Wat de scheepsofficieren willen, heb
ben zy uitgedrukt in drie punten. 1°.
herstel van de heeren Castagnani, La-
lande en Bose in hun vroegere posiiie,
elk aan boord van zijn schip 2". vol
komen vrijheid van den kapitein in het
kiezen van de bemanning, en 3°. he
berge. En het was het verschrikkelijkste
voor mijn gevoel, niet dat de menschen
wakker werden, maardatdehondenookuit
den grond kwamen en op eens begonnen
te blaffen. Het is alles niet waarroep
ik naar beneden in het dal, en dat gaf
mij moed. Ik denk evenwelhet zou het
verstandigste zijn dat ik omkeeregij
behoeft immers van daag niet te Wengern
te zijn; ja, maar omkeeren is even ver en
gij weet evenmin een weg naar huis, als
om verder te komen. Ik had mij ge
schaamd voor de menschen als ik had
moeten terugkeeren en zeggen ik ben
verdwaald geweest. Voort dus Komt gij
te Wengaren, dan komt gij toch bij men
schen. Geef u maar niet aan bijgeloovige
gedachten toehet is immers helder dag
en van nacht is het vollemaan dan. kunt
gij naar huis als gij uitgerust zijt of gij
kunt ook te Wengeren blijven. Er wacht
immers niemand op u. Gij zijt toch ge
heel alleen op de wereld. En dat viel
mij nu zwaar op mijn hart dat ik zoo
alleen op de wereld was, dat niemand
naar mij zou zou vragen als ik verloren
ging. Ik moet zeggen dat ik er zelf haast
om moest schreien. Maar neen dat is
waar er zijn nog menschen die naar mij
vragen hoe zullen zij zich verheugen ais
ik hun vertellen kan waar ik geweest
beu. Ja, en is het dan niet haast uit
Het is al welik heb al genoeg te vertellen
En ik was erg moede. Maar dat is nu
niets, gij moet voort. Ik hoor een jon