JOZEF IN 11 20° Jaarn. No. 5. Woensdag 20 April I !M)i. Nieuws- en Advertentieblad voor Ze eu W6cli - V1 aaii d e r e is. F. I>l KLEM Art, A X E L. Buitenland. FEU1LLET O N. COURANT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent. Yoor België 70 cent. Afzonderlijke Nos. 5 cent. DRUKKER UITGEVER ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naaT plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Adveitentiên worden Jrauro ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. DE OORLOG IN OOST-AZIË. De Petropavlofsk. Reuter seint uit Petersburg nog het volgende, dat een authentiek verslag heet van de ramp met de Petropavlofsk. Het Russische eskader trok voor de sterkere Japansche vloot terug, en na derde den ingang van de haven. Het was even over achten (ambtelijk is de tijd der ontploffing als lOuuropgegeven). De admiraal en het grootste deel van officieren en bemanning zaten aan het ontbijt. Grootvorst Cyrillus stond op de brug. Twee officieren van de wacht hielden den nauwen toegang tot de haven In 't oog en maakten zich gereed, het schip binnen te brengen, toen er een ver schrikkelijke ketelontploffing plaats had, weinige seconden daarna gevolgd door de ontploffing van de goedgevulde mu nitiemagazijnen. Er werden groote gaten gescheurd in de huid van het schip, en het zwaartepunt werd zoo sterk verplaatst, dat het schip op zijde sloeg en zonk. Niemand van hen die zich tussehen- deks bevonden ontsnapte. De mannen aan dek werden in alle richtingen weg geslingerd, zij die in het water vielen zwommen rond en trachtten het wrak hout te grijpen dat langzamerhand bo venkwam uit den draaikolk, door het zinkende schip veroorzaakt. De overige schepen van het smaldeel hielden dadelijk stil en zetten booten uit, terwijl de torpedobooten zoo spoe- 26) „Blijft gij inaar op den rijweg, zoodat wij u dadelijk kunnen vinden/ zeide de smid, en weder omkeerende riep hij hun nog achterna „Van nacht verdienen wij dat wij op uw bruiloft volop te drin ken krijgen En terwijl zij als de wilde jagers door het bosch renden, was er iemand die de wilde jacht werkelijk meende te zien De oude Rottman, die zijn zoon nage- loopen was, had misgestapt en was in de diepte gerold. Daardoor werd hij plotseling nuchter. Hij had zich niet be zeerd, en ging een heel eind op de dicht gevroren beek voort, en als ontzettende monsters keken de rotsen en de boomen op hem neder. Meer en meer werd hij met sneeuw bedekt en hij wist niet of hij stroom op- of afwaarts ging. Hij beproefde met een steen het ijs stuk te slaan, om zeker te zijn, waar de beek heen vloot en in welke richting hij dus gaan moest, maar hij kon geen steen los krijgen. Het schijnt of alles tegen hem samenspant. Kijk, daar is een licht en ook een bergpad. Hij klimt naar bo ven, maar glijdt telkens uit en wordt bijna geheel onder de sneeuw begraven maar hij verliest den moet nietde oude dig mogelijk de overlevenden te hulp snelden. Officieel wordt tegengesproken dat de Japansche vloot iets met het zinken van de Petropavlofsk te maken had. De generale staf is van meening dat de Petropavlofsk in de lucht gesprongen is door een mijn die aan den ingang van de haven gelegd was om den toe gang te beschermen tegen overrompe ling. Het schip zonk in het gezicht van admiraal Togo's vloot, die uit de verte opstoomde. Grootvorst Cyrillus blijkt toch maar heel licht gewond te zijn. Generaal Koeropatkin zegt in een ambtelijk tele gram uit Liao-jang aan grootvorst Wla- dimir „Zoo even heb ik mijn opwach ting gemaakt bij grootvorst Cyrillus, die door God's goedheid gered is, en ik heb geruimen tijd met hem gesproken. Uw zoon komt den schok dien hij te door staan had, snel te boven. Eenige sporen van brandwonden zullen binnen een week verdwenen zijn. Hij is zeer op gewekt. Hoewel hij aan zijn voeten ge kwetst is, ontving hij mij staande, en hij kan zonder hulp loopen. Over eenige dagen zullen ook deze kwetsuren ge nezen zijn." Men seint uit Petersburg aan de Echo de Paris Men deelt mij de namen mede van de officieren die op de Petropavlofsk omgekomen zijn, te weten Staf. Admiraal Makarof, opper bevelhebber; admiraal Molas, generale chef van den staf der vlootkolonel Aglaëf, gedelegeerde van het ministerie Rottman is niet voor niets zoo sterk. Hij klimt de hoogte op. Geraden Hier is een weg. Met den laatsten ruk aan het mos voelt hij ietshet is een pijp. Dat is de pijp van Adain, hier moet hij Langs gegaan zijn nu haalt hij hem nog wel in, maar hoe is hij gegaan Rechts of links De voetsporen zijn door de sneeuw weder overdekt. De Rottman slaat den weg rechts in daar valt hem weder in neen, links is zeker de rechte weghij keert weder om en zoo telkens heen en weer, als of een geest hem op een dwaal spoor leidde. Hoorhet geschal van waldhorens, het knallen van zweepen, het geblaf van honden! Wat is dat! Heere God 1 dat is de wilde jacht. Het is de ruiter op den schimmel met het wilde gevolg, dat knalt en blaft en blaast en daaronder door hoort men een ge schreeuw als van duizende kleine kinde ren, en wie opkijkt, diens hoofd wordt vau den romp genomen als de deksel van een pot. Alle verschrikkingen der hel kwa men den Rottman voor den geest. Hij heeft wel dikwijls gepraald, dat al die praatjes van heksen, spoken en tooverij niéts dan leugen eu bedrog zijn, maar nu rijst ieder haar op zijn hoofd te berge en legt de getuigenis af dat onze tijd zoo veel verstandiger niet is, al gelooven wij niet alles meer. Daar is het nu. God vergeve mij dat ik er niet aan gelooid heb. Ik wilDe oude Rottman springt den weg af het bosch in en werpt van oorlog3 kapiteins en 8 mindere officieren totaal 14. Staf van het schip. De tweede gezagvoerder luitenant Ladigin en 11 mindere officierentotaal 12. De totale bemanning bedroeg 628 koppen, waarvan er 32 werden gered, min of meer ernstig gewond. Totaal dooden596. Men had gemeld dat, met admiraal Makarof en zijn staf, al de operatie plannen en officieele stukken waren verloren gegaan wat een onherstel bare ramp zou geweest zijn. Volgens de Débats, verklaart nu de generale, staf te J3t. Petersburg, dat een dubbel van al de stukken aan boord der Askold was, die nu in handen zijn van schout-' bij-nacht Grigorowitsj. DUITSCHLAND. De socialistische bladen nemen brie ven op uit Zuid west-Afrika, waaruit men moet opmaken dat de Duitschers bij hun veldtocht tegen de Herero's geen gevangenen maken, maar alle Herero's die, heelhuids of gewond, in hun han den komen, afmaken. Anderen zijn teleurgesteld over de buitengewone dorheid van het land. Een van de soldaten schrijft: „Ik heb op mijn reis van vijf weken waarop ik ongeveer 2000 KM. in den zadel heb afgelegd, een heel stuk van het land der Hottentotten en bastaards gezien, mij overtuigd van de schrikwekkende droogte en gezien dat het land in geenen deele geschikt is voor akker bouw." zich daar met zijn aangezicht op der grond, om het wilde leger over zich heeil te laten trekken en niet verworgd te wor den. Daar ligt hij en hoort het suizen Hij klemt de handen aan het besneeuwde mos vast, en het mos laat Goddank niet los. Gelukkig dat er toch nog iets op de wereld vast blijft. Houd u vast Houd u vastAanstonds wordt gij iij de lucht opgenomen, ergens op een boom neergezet, uw hoofd omgedraaid, en zoo moet gij dan uw leven lang rondloopen En het was als of hij iemand hoorde schimpen „niet waar, dit is uw eigen bosch Maar met al uw boschwachters kunt gij toch niet verbieden dat de wilde jagers er doortrekken, en hoort gij geenè kinderstem Kent gij die niet De oude Rottman weet niet wat hij doen zal. De sneeuw, waarin hij hel gezicht gedrukt heeft, smelt van zijn adem maar ook in zijn verhard gemoed is iets aan het smelten, en met den dood voor oogen roept hij in het besneeuwde mos „Jozef!* als of hem dat woord verlossing kon aanbrengen. „Ik zweer het roept hij wederom. Het maalt hem door het hoofd, dat er een kind bestaat, dat hij groot onrecht aandoet, en dat over hem klaagt en schreit hoog in de lucht. En hij zucht„ik geef toe, maar laat mij los, in Godsnaam Eindelijk waagt hij het zich een weinig op te richten. Het geschreeuw en geweld laat zich meer in dé verte liooren. „Wie zijt gij? Wie zijl ENGELAND. De correspondent van de Times te Gyangtse seint dat de Tibetaansche commandant en de Chineesche generaal in den ochtend van den 12den het fort te Gyangtse zonder verzet hebben over gegeven. Het fort is een indrukwek kende verzameling van zware muren en bastions op een rots van 500 voet hoog en 400 ellen lang. Van dichtbij blijkt het echter een vervallen en bijna onbewoonbare sterkte te zijn. Er is nu ook ambtelijke bevestiging gekomen van het gevecht dat Macdo- nald, volgens den correspondent van de Times, bij zijn opmarsch naar Gy angtse tegen 2000 Tibetanen geleverd had. De verliezen van de Tibetanen waren 190 dooden, vele gewonden en 70 gevangenen. Aan Engelschen kant werden 3 man gewond. ZWITSERLAND. Nu de regeering een krediet heeft aangevraagd tot den aanleg van mijnen onder den Simplon, opdat de tunnel In geval van oorlog dadelijk onbruik baar gemaakt kan worden, schjjnt men van overheidswege ook een onderzoek ingesteld te hebben naar den toestand waarin zich de mijnkamers bevinden, die indertijd onder de viaducten en tun nels van de Gotthardspoor zijn ingericht. Volgens de Gotthard-Post zijn, althans in het kanton Uri, deze militaire met selwerken met hunne gevaarlijke lading schandelijk verwaarloosd. Van de twaalf mijnkamers, die zich op kantonsgebied bevinden, waren er maar twee met groote moeite open te krijgen; de andere waren vast- en dichtgeroest. gij schreeuwt plotseling eene gedaante en grijpt hem aan, niet als een mensch neen als een geest, als een wild dier met klauwen. „Ik ben een groot zondaar ik ben de Rottman, laat mij los, wees toch barm hartig. „Zoo! zijt gij het?" riep de gedaante en zette de knieën op zijn borst, „gij moet stervengij hebt mijn kleinkind gedood, verstooten, in ellende gestort." „Hoe? Wat? Wie zijt gij?" „Ja, gij zult wel weten, wie u met zijn bijl de hersens klooft. Ik ben het Schilder-David. Ja, verdoemde Goliath ik heb u op den grond en sterven moet gij-* De kracht keerde in den Rottman terug „Kom, kom, van dien kant heb ik niets te vreezen!" en zijn hand volgde ijlings zijne gedachte. Hij liet den man die op hem knielde los, trok het mes dat hij bij zich droeg, en riep. „Laat los, David, laat los! of ik steek u overhoop!" „Uwe gewelddadigheden hebben een einde!" schreeuwde David en trok hem met alle macht het mes uit de hand. Maar intusschen had zich de Rottman weder opgericht, en nu lag David onder hem op den grond. „Ziet gij!" riep hij in triomf, „nu kan ik een eind aan uw leven maken." Doe het, roei de gansche familie uit mijn Jozef hebt gij gedood, verwurg mij nu ook maar."

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1904 | | pagina 1