Binnenland. suikerfabriek. Soms zien we deze vor men te samen optreden, bijv. bij eene coöp. bakkerij. Deze is productief, omdat ze brood fa briceert en eene verbruiksvereeuiging, omdat ze ook een eigen winkel heeft. Een credietvereeniging op coöperatieven grondslag, dient niet nader te worden om schreven, omdat crediet geven en crediet krijgen helaas te algemeen bekend zijn Een coöperatieve bouwvereeniging koopt uit gezamenlijke kas bouwgrond en bouwt daarop huizen. Ze is dan een productie ve vereeniging. Koopt ze pandeD aan. die aan de leden der vereeniging op gun stige voorwaarden in huur worden ge geven, om ze later in eigendom te kunnen krijgen, dan is de vereeniging eene ver bruiksvereeniging. Wat is nu het doel van coöperatie? Het eerste doel is het bevorderen van het onmiddellijk belang van hen, die coöpereeren Dit doel moet worden bereikt, niet door de gunst van an deren, maar door onderlinge s«menwer king. Hieruit vloeit voort, dat leden, die hun taak wèl verstaan, onvermoeid zul len medewerken. Het is een zuiver ego- istisch streven, waardoor coöperatieve vereenigingen van alle aDdere onderschei den zijn. Of coöperatie dan niet het algemeen belang wil dienen, zal latei vanzelf ter sprake komen. Den 17 Nov. 1876 vei scheen in bet staatsblad de wei ter regeling der coöpe ratieve vereenigingen. Reeds artikel 2 onderscheidt de coöperatieve vereenigin gen van de vennootschappen, door te be palen, dat zoowel in als uittreding der leden is toegelaten. Men wordt beden lid en kan morgen reeds uitliedeo. Slechts onder dit voorbehoud, dat men gedurende één jaar bij eventueels veref- lening van den boedel, mede aansprake lijk blijft. (Art. 19.; De laden zijn slechts voor bun eigen aandeel aansprakelijk, en dit in onder scheiding van firmanten in een vennoot schap, die met hun geheele bezit verant woordelijk ztjn gesteld. De coöp. vereenigingen hebben het recht ook aan derden te verkoopen. Dit maakt ze tot geduchte concurrenten. Artikel 11 der wet is goud waard. Hierin wordt bepaald, dat in elk kantoor eener coöperatieve vereeniging, een door den kantonrechter vooraf gekantteekeDd en gewaarmerkt ongezegeld register moet worden gehouden, waarvan iedereen kos teloos inzage kan nemen, en welk regis ter o. m. moet behelzen de namen van leden, bestuurders en commissaiissen, en het bedrag der gestorte of terugbetaalde gelden, welk register dagelijks moet wor den bijgehouden. Ook Art. 15, waarin gezegd wordt dat ieder ter griffie van het kantongerecht inzage kan nemen der verplichte jaarlijk- sche rekening en verantwoording, draagt er toe bij, dat de coöperaties heel wat meer vertrouwen verdieneu dan de naam- looze vennootschappen, waarvan alleen geeischt wordt, publiceering der statuten Bij deze laatste zegt Prof. Treub geldt „poppetje gezien, kastje dicht." Waarheen lichten zich nu coöp. ver eenigingen >Coöperatie«, zegt spieker »staat voor Diets*. Wolff heeft ergens gezegd: «Haar steer moet ruim zijn. als het leven.* Charles Gide, boogleeraar aan de uni versiteit te Parijs zegt Coöperatisme is een nieuw woord dat zij begmo6c te gebruiken, die in de coöpe ratie niet alleen eeD middel zien om ver beteringen te verkrijgeu, maar een geheel programma van maatschappelijke hervor mingen. Omtrent het overzicht der ontwikkeling »Gtj zoudt wel willen weien hoe het de Roitmansvrouw gaat? Het gaat haar zoo als zij is, slecnt Zij heeft van naehi mijn man laten roepen, maar zij is nitl erg ziek, integendeel.* »God is tntjn getuige, ik wenscb haar dood niet,* verzekerde Martina en legde do handen op do borst. van de coöperatie kunnen we ons bekorten. Engelaud is hel land der voortbrengings- coöperatie. Chailes Gide zegt er van: >Naar alle waarschijnlijkheid zal in Enge land voor bet einde der 20ste eeuw de klasse der werklieden hetgeen ze ver bruikt, grootelijks zelf produceeren. Als dan zullen de sociale revolutie en de ont eigening waarmee men ons dreigt nutte loos geworden zijn.* Prankrjjk is meer bet laud der ver bruikscoöperatie. In Parijs alleen tieft men wel 100 coöp. bakkerijen aan. Duitscbland is het land dor credie s- coöperatie. In België draagt da coöperatieve bewe ging een beslist socialis'.iscb karakter. Vooral Gent kan wgzen op eene groot- scbe stichting de »Vooruit«, Dit is eene verbruiksvereeniging. Echter wordt ze veroordeeld wegens bet vervalschen van levensmiddelen. In Italië maakt de coöperatie voortgang. In Zwitserland bloeit ze zachtjes op. In Spanje neemt ze een groote vlucbl. I Rusland, Zweden en Noorwegen is ze scbier onbekend. In Denemarken heeft ze zich op landbouwgebied sterk ontwik keld. In ons land is de coöperatieve ge dacbte reeds jaren geleden ingedragen. De Bruin Kops zegt in zijne staathuis houdkunde, uitgave 1865: coöperatie, brenu ze, en de ellende houdt op. Intus8cben bleek toch ook in ons land dat het begin, moeilijk was en de voor uitgang niet schitterend is. Ook voor de toekomst is geen snelle verbetering te wachten. Nu bestaan 875 verbruiksvereenigmgen waaroüder 89 wiokelveieenigingen en 190 landbouwvereenigingen tot aankoop van meststoffen. Productieve coöperatie vereenigingen vindt men in ons land 623, waaronder 539 zuivelfabrieken. Voorts bestaan er 108 bouwvereenigingen eo 191 spaar- of voorscbolkassen. Over het algemeen is het resultaat, van al deze vereenigingen ver van schitterend. Ten onzent zijn, wat de verbruiksver- eenigingen aangaat, de sterkste coöpera- tors zeer rijke meDSchen en hoogere amb tenaren en daarom zijn ook bijna alle coöperatieve winkels gevestigd in de ge goede buurten. Slechts enkele der arbei dersklasse zijn leden van coöperatieve vereenigingen. Hermans, de flue de bauche sociaal de mocraat, zegt dan ook, dat het grootka pitaal zich nu geheel op het gebied der kleine winkeliers beweegt, wat hem zeei verheugt, omdat straks al die geknechte ex-wiDkeliers rijp woiden voor het socia lisme. De coöperatie vindt een zeer ern stige tegenstander in de z.e. inteinatio nale en nationale middenstandscongressen. Overigens heeft in Nederland coöperatie weinig vijanden te bekampen gehad, maar ook het aaDtal zijner vrienden is nog klein. Wordt vervolgd.) TWEEDE KAMER. Drankwet In zijn Memorie van Ant woord zegt de minister dat eenerzijdsin het voorloopig verslag zich tegen het wets ontwerp keert het oordeel van hen die achten dat het te ver- en anderzijds de klacht van anderen voor wie het niet ver genoeg gaat. Het is meer zelfs dan een graadverschil, het is een tegenstelling tusschen twee uitersten. Daaruit ontstaat het gevaar dat de regeering öf door zich verder te laten dringen, öf ook door eenigeu stap van beteekenis terug te doen, zelve het wetsontwerp in gevaar zou brengen. Zij heeft het standpunt, dat de voordracht tusschen de beide uiterste richtingen in neemt, niet dan na ernstig wikken en wegen, maar dan ook uit volle overtui ging gekozen, en zij wenscht dit naar rechts en naar links onverzwakt te hand haven. Zij beoogt eenerzijds alleen op het misbruik, en niet op het gebruik van alcoholia, het brandmerk der wet te drukken, maar weigert anderzijds even beslist de gelijkstelling van den sterke drank met onschuldige handelswaar bij den huidigen stand van zaken vóórhaar rekening te nejuen. Eene wet, die te ver uitging boven wat in de betere pu blieke opinie gemeengoed is geworden, zou den onmisbaren zedelijken steun van het volksleven derven, maar ook eene wet, die lager standpunt innam, zou het zedelijk besef in het leven der natie, voor zoover het zich tegen het drankmisbruik keert uiet sterken, maar veeleer ver zwakken. Hoezeer dan ook bereid om in al wat dit haar standpunt ongedeerd laat, ter wille van het gemeen overleg, te geven, een dankbaar gebruik makend van on derscheidene verbeteringen, die in het Voorloopig verslag aan de hand worden gedaan, ziet de regeering reeds in den aanhef van de Memorie zich verplicht, alle verwachtingen af te snijden, als zou zij tot de ontzieling van haar voorstel kunnen medewerken, of ook zich in hoo geie spanning ervan kunnen voegen. Daargelaten veranderingen van tekst en redactie van ondergeschikte beteeke nis, zijn in hoofdzaak de volgende wijzi gingen in het ontwerp gebracht lo. De splitsing van slijterij en tappe rij wordt niet toepasselijk verklaard op gemeenten met minder dan 2000 inwo ners (art. 1) 2o. die splitsing wordt gebonden aan een overgangstermijn (art. 25a) 3o. de minimale grens voor de slijte rij wordt bepaald op 3 deciliter (art. 1); 4o. de slijterij wordt vereenigbaar ver klaard met het bedrijf van winkelnering (art. 3, tweede lid) 5o. de vergunning van een logement sterkt niet mede voor verkoop aan vaste tafelgasten, die voor eene sociëteit niet alleen voor verkoop aan leden (art. la,; 6o wijnkoopers met verlengbaar cre diet blijven onder zekere voorwaarden buiten de wet (art. 16 lo.) 7o. vergunningen, in de toekomst te verleenen, worden aan termijnen gebon den (art 2, 2e lid, 3o., jo art. 7, laat ste lid) 8o. burg. en weth. kunnen eene ver gunning boven het maximum verleenen, indien twee vergunning vervallen (art 2a tweede lid) 9o. de bepalingen omtrent het sluitings uur worden geschrapt, en vervangen door een nadrukkelijke bevoegdverklaring van den gemeenteraad (art. 2c. 3o. en 4o.) lOo. het voorgestelde tweede lid van art. 3, 2o wordt vervangen door een ver bod, sterkedrank te verkoopen (art. 15m) llo. voor localiteiten, toebehoorende aan rijk provincie enz. (art. 3, 3o.) is in art. 4 een dispensatiebepaling opgenomen 12o verkoop van sterke-drank in open bare middelen van vervoer en in wacht kamers daarvan, wordt, behoudens een uitzondering voor het internationaal ver keer, verboden lart. 3, 4o., jo. art 16.2o. en art. 15m, tweede lid) 13o in art 3 tweede lid wordt niet meer bedrijf, maar winkelnering onver- eenigbaar verklaard met tapperij 14o. de sociëteiten worden, op het voetspoor van de geldende wet, onder het maximum gebracht, en eenerzijds van enkele bepalingen vrijgesteld, anderzijds aan bijzondere voorwaarden gebonden (art. 3a) 15o. verkoop van sterkedrank in het. klein op den openbaren weg bij eene lo- caliteit met vergunning, kan door deD gemeenteraad worden geregeld (art. 4a) 16. de poging, om een eerste proeve met het Gothenburgerstelsel mogelijk te maken wordt, als voor de strekking van het ontwerp bijkomstig, losgelaten 17o. tegen den aanslag in het vergun ningsrecht wordt beroep op den gemeen teraad toegekend (art. öaj 18o overschrijving van eene vergun ning ten name van een ander persoon wordt mogelijk gemaakt (art. 86) 19o. uitoefening van het bedrijf door een zetbaas blijft mogelijk voor hem die dat op 1 Januari 1904 deed art. 9 2o.); 20o. voor bierhuizen wordt een verlof- recht voorgesteld (art. 15c) 21o. de verbodsbepaling ten aanzien van jeugdige personeu wordt uitgebreid tot 18-jarigen (art. 15i 6D o) 22o. van het verbod het inzicht te be lemmeren, wordt in met name genoemde gevallen dispensatie mogelijk gemaakt (art. 15n, derde lid) 23o. in de commissiën van art. 15j zullen ook vrouwen benoembaar zijn 24o. de slijters zullen ingevolge het nieuwe art. 25o terstond eene volledige slijtersvergunning verkrijgen 25o. het voorrecht, dat de weduwe volgens art. 26 zal genieten, wordt levens lang toegekend. De overgangstermijn bedoeld sub 2, wordt geregeld in 6 nieuwe artikelen. Hij bepaalt in hoofdzaak dat voor minder dan 2 liter de bestaande toestand tot 1 Mei 1910 van kracht blijft, voor 2 tot 20 liter en voor sociëteiten en logementen tot 1 Mei 1905 Het verlofrecht. bedeeld sub 20, is 50 pCt van het bedrag eener vergunning. De dispensatie, bedoeld sub 22, kan door de Koningin worden verleend, voorzoover betreft den tijd na zonsondergang voor eene localiteii, indien die ontheffing nood zakelijk is in het belang van de veilig heid van het openbaar verkeer op den weg. waaraan die localiteit gelegen is. Door Ged. Staten kan ontheffing worden verleend van een localiteit. die te goeder trouw en bjj voortduring zoowel inge richt is als gebezigd wordt uitsluitend tot het houden van open tafel, indien de ver gunning of het verlof van die localiteit me >e geldt voor andere voor het publiek toegankelijke localiteiten in hetzelfde huis. Deze ontheffiingen worden telkens voor niet langer dan 5 jaren verleend en kun nen ten allen tijde worden ingetrokken. Intrekking geschiedt bij met redenen om kleed besluit De regeering betreurt het, dat de in diening van het ontwerp door omstan digheden van haar wil onafhankelijk, niet vroeger heeft kunnen geschieden. Bij be- beperking der voordracht ware dit alles zins mogelijk geweesteene voordracht als de onderhavige eischte breeder onder zoek en langdurige voorbereiding Nu in- tusschen is aan te nemen, dat de tjjd vóór 1 Mei 1904 te kort zal zijn, om ook de Eerste Kamer der Staten-Generaal vol doenden tijd tot behandeling van het ontwerp te laten, zal een afzonderlijk voorstel worden gedaan, om den ter- m ij n van art. 26,6, tot 1 Augus tus 1904 te verlengen. In zake den algemeeDen maatregel van bestuur met betrekking tot ruimte, licht en luchtverversching der localiteiten, deelt de Memorie mede dat personen, die reeds vergunning hebben tijdens het afkondigen van dien maatregel, hun localiteiten niet behoeven te wijzigen Het ligt in de bedoeling deze algemeene maatregel zoo spoedig mogelijk Da inwerkingtreding dei- wet te doen plaats hebben Midd Crt. De Rijksverzekeringsbank. Te veel sollicitanten voor openstaande betrekkingen in den publieken dienst /,ijn geen gunstig teeken voor de algemeene welvaart, meent „U« Standaard". „In tweeërlei opzicht niet. Vooreerst niet, omdat er uit blijkt, dat er een groot aantal personen emplooi zoekten ten tweede niet, daar het toont hoe steeds meerderen hun toekomst niet toevertrouwen aan de maatschappij, maar zekerheid zoeken in Staatsdienst. Ook nu weer loopt het, naar we ver nemen, voor de Rijksverzekeringsbank storm. Gelijk in de Kamer bij de begroo- tingsdebatten werd medegedeeld, waren er toen voor agent reeds 1000 a 1100 sollicitanten, en steeds moet het nog aan houden. Daar er nu slechts een dozijn plaatsen te vergeven zijn, staat de kans natuurlijk gelijk nul, te meer waar er altoos enkelen zijn wier positie hen als met den vinger aanwijst. Het is ten hoogste één op de honderd, en dat is geen kans. De telem stelling van wie hoopte, zal dan ook groot zijn. Maar ook op dat stormloopen op staats dienst moet het oog gevestigd. Men zoekt daarbij securiteit en pensioen. Maar toch is het een ongezonde toestand, als de staatsdienst zoo sterk wordt voorgetrok ken. dat men zijn kansen bij maatschap pelijke betrekkingen er aan waagt."

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1904 | | pagina 2