II veriïmg.
HERIJK.
Friesche boeren^inJlaiidvanAxel.
No. 28.
Zaterdag II Juli 1903.
I9e Jaai*£».
Nieuws- e u Advertentieblad
voor Zeeuwse h -Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
FEUILLETON.
AXELSCHE
COURANT.
Dit Blad verschjjnt eiken Dinsdag;- en Vrydagravond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent
roor Bilsiï 70 cent. Afzondert. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, ui ter lp k
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Axf.l, maken bekend, dat tot den
herijk van de maten en gewichten, voor
deze gemeente zal worden gevaceerd op
den 27 en 28 Juli van 9 tot 12 en
van I tot 4 uur en den 29 Juli des
voormiddags van 8 tot II uur, in het
Kazernegebouw.
Axel, den 6 Juli 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
D. J. OGGEL, Burgemeester.
J. A. VAN VESSEM, Secretaris
De Friesche Maatschappij van Landbouw
heeft begrepen, dat het maken van ex
cursies voor de leden van groot belang
moet zijn. Verleden jaar werd een reis
je gemaakt naar Groningen, dit jaar wa
ren de vruchtbare velden van de provin
cie Zeeland het doel van het uitstapje.
Nu, het was wel noodig ook, dat men
Zeeland bezocht. Velen toch hadden zich
onze provincie voorgesteld, als bestaande
uit groote vlakke weideD, voorzien van
groot, kloek vee. Het was dus voor
velen een ontnuchtering toen ze onze
velden en akkers aanschouwden. Ach,
dat zoo iets in ons klein landje, metz'n
goedkoope reismiddelen, nog bestaan kan.
Lezer, meen maar niet, dat ge u een
beter begrip van Friesland maken kunt,
dan de Friezen van Zeeland het doen.
Verre van leerlingen te vei liezen had
zij er gewonnen, geen leerlingen van twee
franks in de maand, maar kostleerlingen
welke zij moest voeden en huisvesten
tegen dertig franks in de maand, wat
voor haar een fortuin was de twee doch
ters van een vetweider, die verder dan
een uui van de kom der gemeente woonde
en niet wilde dat zijn dochters 's morgens
en 's avonds zulk een voettocht deden in
het slechte seizoenvervolgens nog een
rijke boerendochter, en eindelijk een weeze
nichtje van mijnheer Lebeurier, welke
deze geplaatst had bij zyn onderwijzeres
meer uit belangstelling voor de onder
wijzeres zelve dan voor de school, waai over
hij zich volstrekt niet bekommerde.
Nog had zij een andere gekregen en
deze iets ongewoons had de school
der Zusters verlaten, om naar de gemeen
teschool te gaan ook was zij penstonnaire
en de eenige dochter van een winkelier
ster, die zeide weduwe te zijn, maar wiens
man men nooit gekeud had, terwijl zij
zelve een raadselachtig leven leidde fat
soenlijk, zeiden de eenen, schandelijk zeiden
anderen, zonder dat men men 't eens
kon worden.
Helena had geaarzeld dit meisje aao te
Dinsdagmorgen om zes uur ongeveer,
voerde de sneltrein Leeuwarden-Utrecht,
ons gezelschap, bestaande uit 27 boeren
en den landbouwleeraar, den heer Brink
man, naar het zoele Zuiden. »De trein voor
Zeeland*, zooals men daar in Utrecht
pleegt te zeggen, voerde hen tot Vlake,
waar onze landbouwleeraar de heer Ka
kebeeke, zich bij hen voegde om als weg
wijzer te fungeeren door de Hulstersche
beemden, die Dinsdagnamiddag met een
bezoek werden vereend. Woensdag was
de dag, waarop Axel en zijn heerlijke,
rijke omgeving zou worden bezocht.
De commissie van ontvangst had voor
de noodige rijtuigen gezorgd, om de Frie
sche broeders door de Zeeuwsche land
ouwen te voeren, die alle by het station
waren opgesteld Daar snort de trein
binnen. Een oogenblik verwarring, en
daar staan de Friezen voor ons Axel's
Burgemeester roept hen een hartelijk wel
kom toe en hoopt dat ze een gezelligen,
leerzamen dag zullen hebben. Spoedig
zijn de rijtuigen opgezocht en voort gaat
de stoet, geopend door het lichte rijtuig
van den heer Ph. van Dixhoorn. bespan
nen met een paar vurige paarden. Dit
rijtuig bergt naast den eigenaar de beide
Rijkslandbouwleeraren, en den heer Prak
ken. lid van 't hoofdbestuur der Friesche
Maatscbappii. Het volgende rijtuig bergt
het dagelijksch bestuur van Axel, dat
mede van de deelnemers zijn wil. De
volgende rijtuigen zijn elk bezet door 2
Friezen en een koetsier, terwijl in som
mige nog een vierde persoon als genoo
digde is op te merken, waaronder de
heeren Le Feber en Zonnevijle.
Het eerste oponthoud was bij den heer
Ph. van Dixhoorn. De flink ingerichte
schuur en stallen wekte aller bewondering
De landbouwwerktuigen trokken zóó de
aandacht, dat de waarschuwende stem
van den heer Brinkman wees op het voort
snellen van den tijd. Het rundvee werd
met groote ingenomenheid bezichtigd, en
vooral de paarden vonden bijzonder veel
bijval. De prachtige hengst viel zeer in
den smaak en ook de 1-jarige hengst
Antoine, die juist een aanhoudingspremie
van f 100 had ontvangen. Niet minder
werden de merries Liza en Louiza bewon
derd, waarvan de eerste een aanhoudings
premie van f 150 en de tweede van 100
kortgeleden ontvangen heeft.
Door de ijverige huisvrouw werd den
bezoekers een kostelijke ontvangst bereid.
Even voor het vei laten der hoeve had de
heer Dixhoorn de wiedmachine in werking
gesteld, die door velen werd bezichtigd.
Toen reed de stoet door de Beoosten
Bleij polder en de Catharina polder over
het veer naar Zaamslag. waar halt ge
houden werd bij den heer A. Dibleman.
De flinke nieuwe schuur vooral was de
bezichtiging waard. Ook hier wachtte
hen een vriendelijk en ruim onthaal.
Yan hier werd de tocht voortgezet naar
den heer J. de Feuter. Het onthaal
was hier niet minder vriendeiyk en gul.
Vooral merkwaardig vond men hier den
prachtigen gouden beker dien deze familie
in vroeger dagen van Engeland's Konin
gin ten geschenke ontving. Maar niet
minder interessant was de prachtige zil
veren medaille, door den heer J. de Feij-
ter op de laatst gehouden tentoonstelling
te Goes, van Hare Majesteit Koningin
Wilhelmina ontvangen, als eerste prijs
nemen, maar de moeder had zoolang gebe
den, zeggeDde dat zij haar dochtertje niet
langer wilde onderworpen zien aan de
brutaltieiten van zuster Philogone, dat
Helena eindelijk zich had doeD overhalen,
vooral door de lieftalligheid en aanminnig
heid van het meisje.
Het was een ware verleidster die kleine
Rosalie, daar zij oogenblik kelijk hare kame
raadjes en hare meesteres veroverd had.
Maar na weinige dagen was Helena even
wel, haar eersten indruk bestrijdend, in
't onzekere geraakt of het meisje werke
lijk was wat het scheen te zijn.
Haar leerlingen, vroeger eensgezind,
waren begonnen te twisten en op elkan
der afgunstig te worden allen klaagden
over haar beste vriendinnen, die nu haar
vijandinnen waren gewordeD.
Was dat niet zondetling?
Maar even zonderling was de nieuws
gierigheid vaD de kleiDe, die overal snuf
felde en iedereen uithoorde.
'L Is waar, zij was praatachtig als een
ekster, en haar grootste lust was allerlei
van de Zusters te vertellen indien Hele
na naar Rosalie had willen luisteren, zou
die Dooit gezwegen hebben.
Maar wat haai meer dan dat alles ver
ontrustte was iets geheimzinnigs, dat om
streeks drie weken na Rosalie's komst
in de school plaats had
't. Was op een Vrijdag aan den maaltijd
toen zij haar kostleerlingen groente-soep
opdischte.
>Ik eet er niet van,* zei Rosalie haar
bord wegschuivend.
Waarom V*
»Omdat er vleesch in is, en ik vrijdags
geen vleesch eet.*
»Wat zegt geriep de grootmoeder,
die de soep gekookt had, »zij is alleen
met boter toebei eid.«
»Ik heb liet vleesch gezien.* zei Rosalie
Men zocht in de soepterrine en vond
een stuk ossenvleesch.
Wie had het in den pot gelegd, waarin
de groente was gekookt
Dat werd niet opgehelderd.
Maar drie dagen later sprak men te
YvraDChes over niets dan over de vleesch
soepen, welke de onderwijzeres met hel
sche boosheid des Vrijdags aan hare kost
leerlingen te eten gaf.
XXVI.
Hoezeer Helena meestal de hand niet
had gezien waaruil de tegen haar gerichte
slagen kwamen, was zij toch meDigwerf
regelrecht aangevallen door den kapelaan
die geen oogenblik naliet haai zijn vyan
dige gevoelens te betuigeD en zelfs de
gelegenheden daartoe zocht en uitlokte
Hij vreesde niet zich voorop te stellen
hetzij dat zijn plicht, zooals bij geloofde
hem verplichtte zoDder toegevendheid den
strijd, tegen een gevaarlijke vjjandin onder
nomen, voort te zetten.
Den ZoDdag na het openen der school
bad Helena aan hare leerlingen aanbevo
len te negen ut e ter school te komen om
voor zijn hengst Goliath Dat er een
dronk op Friesland's maar ook Zeeland's
Koningin gedronken word, behoeft geen
betoog.
De vier hengsten GoliathLionBaron
en Bourgeois deed menigen Fries van be
wondering verstommen. Bij het zien van
den enter hengst geboren 15 April 1902,
barstte een Fries los»Zoo zijn ze bij
ons niet, al zyn ze twintig!*
Door de zoogenaamde Blikstraat reed
men nu naar den heer J. van Hoeve.
Hier trok vooral een Floether zaaimachine
met dibbelstoestel de aandacht en verder
een reeks andere landbouwwerktuigen.
Groote bewondering hadden de Friezen
hier voor een driejarigen ruin. Ook vond
het praktisch ingerichte varkenshok allen
bijval. Het was in de achterkamer dat
een Fries met name K. H. Bierma van
Oude Biltzijl dankte voor alle ondervon
den vriendschap en een dronk instelde
op de Zeeuwen. Over de hofstede van
den heer J de Feijter werd nu de tocht
naar Axel voortgezet. Aangenaam wer
den de Friezen verrast door eenige vlag
gen die de leden van den Gemeenteraad
ter opluistering hadden doen wapperen.
Btj de weduwe Rolff wachtte het
diner. Menige toast werd ingesteld en
de verbroedering tusschen Fries en Zeeuw
meer inniger. Het zal voor ons Zeeuwen
noodig worden onze Friesche broeders
eens van dicht bij te gaan gadeslaan.
Hierover zijn Zeeuw en Fries het eens
geworden.
Op de wandeling naar het station deed
het ons goed uit veler mond te verne
men dat ze een aangenamen. leerzamen
dag hadden gehad. Onder hoera's en ge-
zich alle gezamenlijk naar de kerk te be
geven. Dat gezamelyk vormde geen
groeten troep, daar de protetstanten er
geen deel aan namenmaar niet door
talrijkheid wilde Helena opgemerkt wor
den, wel door orde en welvoeglijkheid.
Daarom had zij aan haar scholieren aan
bevolen precies te negen uren aan de
school te zijn, ofschoon de mis eerst te
tien ure begon. Zij wilde den tyd hebben
haar kleinen troep in oogenschouw te
nemen en die kinderen te reinigen, te
kammen en in orde brengen, welke, niet
wetende wat zindelijkheid en zorg is, in
een al te on behoorlijken staat komen
zouden.
Zy was gereed met die zorg, toen er
voor de mis geluid werd maar zij was
niet terstond heengegaan, daar zij de Zus-
teis het eerst in de keik wilden laten gaan.
Weldra verschenen deze met een langen
rei meisje, die zoodanig elkander volgden,
dat zij het geheele marktplein vulden,
eerst na ze onder het poortgewelf der kerk
te hebben zien verdwijnen was Helena
op hare beurt op weg gegaan.
Toen zij in de kerd kwam, waren de
leerlingen der Zusters reeds op heur plaat
sen bij bet weioorkvat zag zij den kape
laan, die daar scheen te staan op haar
leerlingen aan te wijzen, en by afwezig
heid van den pastoor en den kapelaan
had de koster haar gezegd dat zij achter
de leerlingen der Zusters plaats kon nemen.
Wordt vervolgd.)