JE TEEIEIDWS.
I9e Jaarg.
\o. 26.
Zaterdag 4 Juli 1903.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeen wscli-Vlaanderen.
F. MELKMAN,
Buitenland.
FEUILLETON.
AXELSCIIE
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 70 cent. Afzondert. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
In den Franschen Senaat begon Zatei-
dag de vroegere premier Waideck Rous
seau met zijn critiek op de uitvoering
van de Vereenigingswet, van welke wei
bet vaderschap aan hem wordt toegekend.
Aan de orde was bet wetsontwerp be
treffende de ambtshalve oprichting van
schoolgebouwen in gemeenten, waar de
Raad weigerde daartoe over te gaan. Dit
wetsontwerp was in oen vroegere zitting
van den Senaat urgent verklaard. Van
wege de rechterzijde was een poging aan
gewend om die urgentverklai mg te ver-
biudeien, maar met een meerderheid van
179 tegen 94 werd de Regeering met de
commissie in het gelijk gesteld. Men
ziet, de meerderheid is in den Senaat
nog groot genoeg.
Het was voor het eerst dat Waldeck
Rousseau sprak tegen de uitvoering van
de Vereenigingswet, zooals zij geschiedt
door bet Ministeri6-Oombes. Herhaalde
malen had men, ook aan de rechterzijde,
zich op hem beroepen, als men betoogen
wilde, dat de uitvoering was in strjjd
met den geest der wet. Tot nog toe had
de vroegere premier gezwegen en zich
nooit er over Uitgelaten. In den S-maat
kwam hij nu voor den dag m«t een critieir,
die scherper was dan men bij de moeilijke
positie, waarin het Ministerie Corabes
verkeert, van liberale zijde zou hebben
verwacht.
De V ireenigingswet, sprak Waldeck
Rousseau ongeveer, had een bepaald scherp
begrensd doel. Dit doel heeft men uit
het oog verloren omdat men van de wet
resultaten verlangde, die niet bedoeld wer-
»Ik vergiste mij niet, met mejuffrouw
de Bussonnière was 't hetzelfde liedje; ook
ook zij wilde niet met de vijanden van den
godsdienst te doen hebben. Wat drom
mel wij onderwierpen ons, en heden
morgen hebben wij Jeanne naar de Zus
ters gezonden. W d zal men zeggen,
vóór alles moet men leven, niet waar.?c
Helena kon niet antwoorden dat zij,
Helena, niet zou leven, indien men haar
heur leerlingen ontnam, want deze reden
zou de slagersvrouw zekerlijk niet bewo
gen hebben.
»Wjj hebben volstrekt niets tegen u,
dat weet ge mejuffrouw Margueritte,*
zei madame Cjiapoteau baar uitgeleide
doende„en zoolang we u mogen bedie
nen, zullen de beste stukken voor u zijn."
»Als de dingen zóó voortgaan,* zei
Helena treurig glimlachend, >dan zal wel
dra het oogenblik komen dat we ons om
vleesch niet zullen te bekommeren hebben.
„Zeg dat nier, mejuffrouw waarlijk ge
bedroeft ons."
Helena had geen ongelijk te verwachten
dat de zaken zoo kouden voortgaan.
Twee dagen later bleef een ander meisje
uit de schooimaar ditmaal had Helene
niet durven vragen of het kind ziek was
den bij de uitvaardiging. Men heeft bij
feze wet vragen willen oplossen, die
alleen van een onderwijswet konden wor
den verwacht. Men heeft velgelen, dat
een wet, waarvoor men dertig jaren heeft
gestreden en met welke 75.000 personen
gemoeid zijn, niet in een dag kan worden
uitgevoerd, tui wijl toch bij de onderwijs
wet van 1886 niemand er aan gedacht
heeft met een enkeien slag het zoover
te brengen. Die wel schreef voor, dat
het onderwijs in de Staatsscholen aan
leeken zou worden toevertrouwd, maar
men wilde trapsgewijze daanoe geraken
en veel aan deD tijd overlaten.
Waldeck Rousseau kwim verder op de
kloosierscQolen van erkende ord6n, die
geen vergunning kregen eo wees op de
beloften in Jan. 1902 door hem als pre
sident-Minister met het oog op die scholen
gedaan. In het Gele boek was op de
houding van het vorige Ministerie in deze
vraag gewezen. Hij vond het verkeerd,
dat deze Kamer alleen het verzoek van
de orden weigerde, de Senaat had bier
ook recht van spreken. Evenzeer keurde
bü af, dat de verzoeken der orden en
bloc werden verworpen. Ik heb, ging
Waldeck Rousseau voort, bij de beraad
slaging over de Vereenigingswet uitdruk-
Kelijk gezegd, dat elk verzoek afzonderlijk
zou worden overwogen zonder dat ware
de wet verworpen. Ook de tegenwoordige
Minister-president Combes was aanvan
kelijk van dit gevoelen, maar boog zicb
later naar bet tegenovergestelde besluit
van de commissie. Alle moeilijkbeden,
waarin men zich thans bevindt, zijn het
gevolg van die al te toegeeflijke houding
der Rogeering. De Regeering is daardoor
of om welke reden het niet kwam.
Toen de kinderen des avonds heengegaan
waren, was zij naar de ouders van dat
kind gegaan, die rijtuigen verhuurden.
Zij had hen aan tafel gevonden, den
man, de vrouw en hi t meisje tusschen
beiden.
>Ik zie met genoegen dat Phemi niet
ziek is.«
„Neen, mejuffiouw, volstrekt niet ziek.*
Én man en vrouw hadden zich weder
in hunne borden verdiept; terwijl de
kleine Phemie Heleca bescbioomd aanzag.
Eindelijk besloten de ouders te doen
zooals de slagersvrouw had gedaan en
de waarheid te bekennenhaar beste
klanten waren mejuffiouw de la Busson
nière en de Zusters, die alle oogenblikkeu
rijtuigen huurden voor bedevaarten, toer
tjes, vrome afzonderingen, en zjj hadden
gedreigd niet meer bij hen te komen,
zoo zij voortgingen met hun dochtertje
naar de leekenschool te zenden.
„Hoeveel verdriet hebben wjj daarvan,"
zei de vrouw; »want wij hebben de
hoogste achting voor u, mejuffrouw, od
Phemie hield zooveel van et."
En andermaal hoorde Helena de woor
den welke de slagersvrouw gezegd had
Wat zal men zeggen, vóór alles moet
men leven, niet, waar ?c
„Eo ik,* zoi Helena thuis komende,
„ik moet dan niet leven
De toestand werd dreigend. Wat zou
van haar worden, indien haar slechts deze
geraakt in een heftigen strijd, die ver
meden had kunnen worden, wanneer zij
de wet met minder vast, maar met meer
geduld en gematigdheid bad uitgevoerd.
Ik zal echter niet ontkennen, dat ook van
de andere zijde daartoe is meegewerkt
Er zijn een aantal politieke strijdorden,
die doordreven en in de hoop leefdeD
dat zjj door opwinding en agitatie een
tegen-revolutie zouden teweegbrengen en
daaruit laat zich het scherpe optreden
der Kamer-commissie verklaren. De Re
geering had echter deze uitbarsting der
hartstochten kannen voorzien. Haar plicht
was her geweest kalm te blijven en zich
door de kunstgrepen van de tegenpartjj
niet van het spoor laten brengen. Toen
wij ae Vereenigingswet uitvaardigden,
dachten wij er niet aan alle vragen be
treffende de verhouding van Staal en Kerk
op te lossen. Wlj wilden alleen de rech
ten van het burgerlijk gezag tegenover-
de orden handhaven. Aan een toestand,
zooals vlie in de Vereenigde Stalen is,
kannen wij niet deuken, Wat daar heel
gemakknljjk is, zou bier zware stormen
te voorschijn roepen. De behandeling van
zaken met gesloten deuren veroordeel ik
evenzeer bij de Kamer-commissie als
bij de krjjgsraden.
Voorloopig heeft de rede van den vroe-
geren premier nog geen invloed gehad op
de stemming van den Senaat. Het wets
ontwerp, waarbij aan de prefecten het
recht werd toegekend om scholen te bou
wen in gemeenten, waar geweigeid wordt
daartoe over te gaan, weid aangenomen.
Men zou de opmerking kunnen maken,
dat Waldeck Rousseau bLj de heoordeeling
van den toestand éen ding v< rgeten heeft.
acht protestanten overbleven
Maar zij verweet zich deze gedachte;
men moest het ergste overdrijvenal
haar scholieren zouden baar toch niet de
eene Da de andere ontnomen worden.
EveDwel verloor zij er nog een in om-
staDdrgbeden die haar bewezen dat de
overdrijving harer ongerustheid, hoe ver
zij ging, nog beneden de werkelijkheid
kon blijven.
Dat meisje was het dochtertje vaneen
armen drommel, een daglooner, welken
da gemeente als straatmaker gebruikte,
en die vader had zeven jeugdige kinderen,
waar onder een meisje. Door den maire
en den gemeenteraad aangesteld, had deze
arbeider, die niet genoeg verdiende om
zjjn gezin te voeden maar er mee van
honger omgekomen zou zijn zonder de
hulp welke hij van verschillende kapteD
ontving, zjjn dochtertje naar de gemeente
school moeten zenden op gevaar af van
zijn afscheid te krijgen. De gemeente
betaalde voor zijn kind, zij gaf den vader
werk, deze had verplichting aan de ge
meente, en Helena meende dat zjj dat
meisje bet laatst zou verliezen.
Evenwel kwam op een Donderdag do
moeder geheel ontsteld en tranen in de
oogen bij haar.
»Ach mejuffrouw, goede mejuffrouw,
als ge ons niet redt, zjjn we verloren.*
»Wat moet er gedaan worden?*
>Acb mijn God 1 ik zal 't u nooit dur
ven zeggen.*
Na de uitvaardiging van de Vereenigings
wet kwam er een Kamer, die scherper
anti-clericaal was dan die waarmee Wal
deck Rousseau handelde. Daardoor kwam
Combes in een moeilijke positie en gaf
meer toe dan hij zelf aanvankelijk wilde.
Daarbij kwam de brutale, wetsoutduikende
houding der orden, die den strijd verscherp
te en waarop Waldeck Rousseau niet
genoegzaam gewicht legde.
Intusschen na de rede van Waldeck
Rousseau, een rede welke men na zjjn
houding in de Senaatscommissie verwacht
te, is de twijfel aan het voortbestaan van
den blok toegenomen. Dat bleek reeds
uit de houding der Kamer bij de stemming
over de adressen om vergunning van de
81 zusterscholen. Die verzoeken werden
afgewezen met een meerderheid van slechts
16 stemmen, en dit nadat de Regeering
uitdrukkeijjk verzekerd had, dat de nieuwe
aanvragen dier iorichtingen ernstig zouden
worden overwogen.
Bij de stemming hebben 80 leden van
de Ministerieele democratische vereeniging
op uitnoodiging van den vrosgeren Minis
ter van Ooderwjjs Leygues tegengestemd.
Zes Ministerieelen onthielden zich. Verder
waren 14 Ministerieelen met verlof aan
wezig. Onder de meerderheid van 16
stemmen zjjn buitendien nog 6 Ministers,
zoodat de meerderheid eigenljjk slechts
10 is.
De Senaat beeft de aanvulli'igswet
over het geven van onderwijs door leden
van orden, wien dit geweigerd werd, ra
dicaal veranderd. Zij schrapte de bepaling
van 3 jaren en van gemeenten of omge
ving, maakte dus een algemeen gebod
er van, terwijl de bepaling over het
En zij jammerde zonder zich ie laten
gerust stellen door hetgeen Helena haar
zeide.
Eindelijk nam zjj toch een besluit.
„Welnu, ge moet ons dochtertje van
uw school weg zenden."
Louise wegzenden, zou'n goed meisje?"
Ach, mejuffrouw, 't i» niet voor haar,
't is om onzentwille. Als zij niet naar
de Zusters gaat, ontneemt men ons
de hulp welke wij ontvangen en niet
anders blijtt ons over dan van honger en
kou te ster ven denk aan het naderend
guur seizoen zeven kinderen 1"
„Welnu, zend haar naar de Zusters;
ik wil niet dat ge van honger sterft en
kan u ongelukkigerwijs niet te hulp komen
zooals k zou willen."
„Maar als we haar naar de Zusters
zenden, zal mijnheer de maire miin man
ontslaan, en dan zijn we geheel aan den
bedelstaf, en wij verlangen niets liever
dan te arbeiden, mejuffrouw."
„Ik kan toch uw dochtertje, dat goen
kwaad gedaan heeft, niet zóó wegzenden.*
„Laat haar al het kwaad doen wat ge
wilt, natuurlijk scbjjnbaar, opdat u haar
kunt wegzenden.*
Eu de ongelukkige schetste een tafereel
van haar toestand, dat de tranen uit
Heiena's oogen perste
„Ik zal met mjjnbeer den maire spreken,*
zeide zij
tAch, mejuffrouw, doet dat met of we
zijn verlorendu maire kan niets voor