JE VEMDIW.
u iJ L3 IJ i i SJi
"Vo. 4.
Zaterdag ff 1005.
I9e «faarg,
Ill O
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch -Vlaanderen.
F. DIELEMAA,
Dit. Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 70 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER - UITGEVER
AXEL.
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE aren.
Wegens het Paaschfeest ver
schijnt de Axelsche Courant a, s.
Dinsdag niet.
(Red.)
Binnenland.
MAATREGEL VAN BESTUUR
Staatsblad do. 96 bevat een besluit
van den 7den April 1903, tot nadere aan
vulling van het Algemeen Reglement voor
don dienst op de Spoorwegen.
Het luidt
Wjj Wilhelmina, enz.
Op de voordracht van onzen Minister
van Waterstaat
Overwegende dat aanvulling noodig is
van het Algemeen Reglement voor den
dienst op de Spoorwegen vastgesteld bij
Kou. besluit vau 27 October 1875
Den Raad van State gehoord (advies
van 27 Maart 1903, no. 1)
Gelet op het nader rapport van onzen
Minister van 6 April 1903, no. 23, Ka
binet.
Hebben goedgevonden en verstaan
I. Het Algemeen Reglement voor den
dienst op de spoorwegen, vastgesteld bjj
het Kon. besluit, zooals dit laatstelijk ge
wijzigd is by het Kon. besluit van 6 Oct.
(Slbl. no. 214), aan te vullen met een
nieuw artikel 113bis, luidende als volgt
1. De voorwaarden, volgens welke de
beambten en bedienden der spoorwegdiens
ten in den dienst worden genomen en
in den dienst werkzaam zijn, de loonre-
gelen voor de onderscheidene categoriën
van personeel inbegrepen, alsmede die
volgens welke hun dienstbetrekking een
F E 11 li li E T 0 S.
Even klonk een zwaar gedreun van
voetstappen in den gang, en verscheidene
vuistslagen vielen op de deur
„Open sprak de woedende stem van
mijnheer de Courtomer.
Met haar vrije hand had Helena den
giendel gegrepen en schoof dien ter zijde
de deur opende zich, en mijnheer de Cour
tomer, een licht in de hand houdend, trad
binnen.
„Wat gebeurt hier?" vroeg hij,
Maar hjj had geen antwoord noodig om
te begrijpen het tooneel voor zijne oogen
sprak van zelf: Helena, bevend, haar
kleeding gehavend, hear haar verward
Guiscaid verlegen het hoofd gebogen, maar
met woedende oogen. De markies ti ad op
zjjn zood toe
„Uw gedrag is dat van een gemeenen
kerel," bulderde hij, „en niet van een
edelman, In mijn huis
Guiscaid riekte het hoofd op, en zijn
vader uitdagend aanziende, sprak hij met
woeste stem
„Ge spreekt als een medeminnaar, niet
als een vadei.
„Ellendeling 1"
Maar Helena zag en hoorde niet ver
der haastig snelde zij naar haar kamer,
einde neemt, worden in een reglement
neergelegd, dat door bestuurders aan de
goedkeuring van Onzen Minister van Wa
terstaat, Handel en Nijverheid wordt on
derworpen. Wordt omtrent zoodanige re
geling tusschen Onzen genoemden Minis
ter en de bestuurders der Spoor wegdiens-
ten geene overeenstemming bereikt, dan
is die Minister bevoegd die regeling zelf
standig vast te stellen.
2. Onder de voorwaarden in het vorige
lid bedoeld zullen bepalingen moeten wor
den opgenomen, krachtens w -Ike
a. de beimbteu en bedienden bevoegd
zullen zij a wenscben of bezwaren ter
kennis te brengen van bestuurders van
den spoorweg lienst
b, ter zake van disciplinaire straffen,
behoudens de eischen van den dienst, be
roep zal openstaan bij scheidsgerechten,
die in hoogste ressort en mat redenen
omkleede uitspraar doen omtrent de recht
matigheid en de billijkheid van de straf.
Deze scheidsgerechten zullen zijn samen
gesteld uit vijf leden, waarvan twee le
den en hun plaatsvervangers zijn aange
wezen door bestuurders van deu spoor
wegdienst, twee leden en bun plaatsver
vangers door den beambte of bediende,
die bet beroep instelde, uit de groep, tot
welke hij behoort eu h 4 vijfde lid te
vens voorzitter en diens plaatsvervan
ger door deze vier wordt beQoaml, mits
d *ze benoeming met algemeens stemmen
geschiedt en mders door Onzen genoem
den Minister.
•3. In het reglement, in het eerste lid
bedoeld, moet voorts worden gei egeld
a. de indenting van de beambten en be
dienden van deu spoorwegdienst in groepen
niet willende tegenwoordig zjjn bij 't geen
tusschen vader en Zoon geb-uren zou.
Het geraas had Adelaide gewekt, die
Helena boorende binnenkomen haar toen
toeriep
„Wat deert u mejuffrouw Helena. Hebt
ge getoepen
„Ik ben geschrokken."
„Waarom
„Om niets zenuwachtigheid, zooals
mij meer overkomt."
„Ge beeft."
„Het gevolg van mijn schrik maar
't is niets. Slaap, mjjn kind, ik zal betzelfde
doen."
Maar ofschoon zij te bed ging, sliep zij
niet, en voor haar verstreek de nacht ter
wijl zij zich overgaf aan haar overdenkin
gen en zij een besluit nam.
Den volgenden morgen vroeg deed mijn
heer de Courtomer haar roepen zij ging
naar beneden en vond hem met de mar
kiezin in het salon.
„Mejuffrouw, ik wil u mjju leedwezen
betuigen en u een billijke vergoediug bie
den voor het schandelijk gedrag van mijn
zoon morgen zal bij het kasteel verlaten
hebben."
Helena had dat r sultaat niet verwacht
maar zij bnnoefde uiei na t denken om
te begiijpen, dal, zoo zij de wegzending
van den zoon aannam, zij zien jegens den
vader verbond.
„Het is niet mijnheer de graaf die van
hier moet gaan," zeide zij, „maar zulks
b. de wijze waarop en het aantal tot
hetwelk door de beambten en bedienden
van elke groep vertegenwoordigers uit
die groep worden gekozen, waarop deze
vertegenwoordigers wenscben en bezwa
ren namens hun groep ter kennis van de
bestuurder vaD den spoorwegdienst bren
gen. en waarop deze zullen worden on
derzocht en daaromtrent zal worden be
slist.
c. de wijze, waarop bet beroep bjj een
scheidsgerecht wordt aangebiacht, waarop
dit de ziak onderzoekt en daarover uit
spraak doet, en al hetgeen voider woidt
vereisebt tot uitvoering van het in het
tweede lid onder b. bepaalde
d. de Ujdruimte, die tusschen het ver-
leenen van eervol ontslag van de zijde
van de bestuurders van den spoorweg
dienst, onderscheidenlijk het opzeggen van
de beambten en bedienden en het eindi
gen van die dienstbetrekking moet ver-
loopen, mei dien verstande, dat zjj niet
minder dan twee, en met meer dan vier
weken mag bedragen.
4. Elke verandering van het reglement
in het eerste lid bedoeld, wordt aan de
goedkeuring van Onzen genoemden Mi
nister onderworpen. Het zal telken vijf
den jure worden herzien, op welke her
ziening het bepaalde in den slotzin van
het eerste lia toepasselijk is.
5 De bepalingen van dit artikel zijo
niet vau toepassing ten aanzien van bui-
tenlandsche spoorwegondernemingen, wel
ke haar dienst hier te lande uitoefenen.
II Te bepalen
a. Dat de bepalingen van het reglement
bedoeld in art. 113bis, eerste lid, betref
fende de onderwerpen aldaar genoemd in
behoort mij. In een uur vertrek ik."
„Dat zult ge nietriep mijnheer de
Courtomer, niet in staat zich te bedwin
gen.
Ik moet."
„Dat is de taai van een eerbaar meis
je," zei de markiezin, „ge hebt een moe
dig hart mijn kind."
En Helena omarmend kuste zij haar.
„Ik zal u naar Condé begeleiden
TWEEDE AFDEELING.
I.
Hare kleindochter ziende binnenkomen
had de grootmoeder niets gezegdmaar
Helena had zeer goed begrepen dat indien
zij zich niet duidelijk uitdrukte zulks niet
was wjjl zij geen aanmerkingen of te
genwerpingen te maken had.
En uit de halve woorden, de toespe
lingen welke de oude vrouw behoedzaam
en met boerensluwheid zich liet ontval
len, zou het Helena niet moeilijk zjjn ge
weest te raden wat die aanmerkingen en
tegenwerpingen waren.
Zij begreep niet waarom haar klein
dochter zoo verschrikt was geweest want
zonder daar de geheele waarheid te zeg
gen, was Helena wel verplicht geweest
te vertellen, dat zij Courtomer verliet om
niet aaG Guiscard's vervolgiunen bloot te
staandooh voor de oude waren dbze
vervolgingen niet zoo ergtwee of drie
het tweede lid onder a en b en in het
derde lid onder a, c en d voor de eerste
maal door bestuurders der spoorwegdiens
ten uiterljjk op 30 Juni 1903 ter goed
keuring worden ingezonden uiterlijk op
31 December 1903;
b. dat uiterliik op 1 Aug. 1303 do
noodige maatregelen moeten zijn getroffen
opdat beroepen als in art. 113bis tweede
lid onder b bedoeld kunnen worden be
handeld;
c. dat van disciplinaire straffen, opge
legd tusschen 1 Mei 1903 en het tijdstip
waarop de onder b bedoelde maatregelen
zjjn genomen, evenals waren zij opgelegd
eerst na dat tjjdslip, beroep zal kunnen
worden ingesteld binnen 14 dagen na dat
tgdstip, ook al zijn die straffen reeds gej
heel of gedeeltelijk ondergaan.
Vad.)
Staking.
Uit de Pers.
Gaven we in one vorig nummer te
lezen, wat de N B.Ct van de staking
zeide, thans zullen we biervan ook de
beoordeeling laten volgen van een paar
andere groote bladen uit ons land.
Zoo lezen we in 't Vad.
De algemene werkstaking is geprocla
meerd. Het Comité van Verweer heeft
het zinnelooze plan dus toch durven door
drijven. Of is het zelf gedreven, vraagt
het blad.
Toch is er reden te over zich niet te
ongerust te maken.
De transportstaking is gedeeltelijk gelukt,
wat m. a. w. zeggen wil, dat zij gedeel
telik mislukt is.
En in nog sterker maat geldt dit van
flinke oorvegen zouden mijnheer den graaf
de Courtomer op zijn plaats gezet, en,
ziende hoe men hem ontving, zich daai-
naat geregeld hebben. Zoo ten minste
werden die dingen in haar jeugd behan
deld.
Overigens begreep zij evenmin hoe men
zoo veel gevoeligheid en fierheid kon heb
ben in den toestand waarin zij waren. Het
was goed voor rijke menschen het hoofd
op te richten voor armen bleef er niets
over dan den rug te krommen.
Het was zeer verdrietig voor Helena
zoo gelaakt te gevoelen, aangenaam ware
het voor haar geweest goedgekeurd en
ondersteund te wordeD, en ook een ver
lichting niet alleen de verantwoordelijk
heid te moeten dragen van dezen toestand,
die het gevolg der omstandigheden en
niet van haar wil was,
Nogthans had zij er niets van aan hare
grootmoeder gezegd en haar toespelingen
aangehoord zonder er op te antwoorden
ot er over te klagen. Wat zjj zou gezegd
hebben, ware misschien niet begrepen
geworden een oude vrouw gevoelt niet
op dezelfde wjjs als een jonge dochter
een boerin heeft niet die gewaarwordingen
welke opvoeding en het leven der wereld
geven kortom, de ai me grootmoeder was
ongelukkig genoeg eigenwijs to blijven,
niet rechtvaardig te zijn, en niets dan
den kommer van haar tegenwoordige ellen
de te zieD.
(Wordt vervolgd.)