Binnenland. TWEEDE KAMER. Vervolg De heer Troelstra was door het ant woord van den Min van Binnenl. Zaken teleurgesteld- Hij betreurt dat de Min. naar motieven gezocht heeft om de be langrijke door spr. gestelde vraag te ont gaan Beseft de Min den ernst van den toe stand niet? De opwinding onder een groot deel des volks is ernst, men heeft niet te doen met ijdele dreigementen. Ais men niet alle middelen tot bevredi ging te baat neemt, gaan we een moei lijken tijd tegemoet Waarom dan niet door een daad van beleid erger voorko men? De Min. is een sterk man Zal hij 't volk, zooals velen wenschen, doen neerslaan terwiile van 't gezag Een sterk gezag is niet wat we behoeven, maar een rechtvaardig gezag, zich gron dend op menschelijkheid en recht. Men moet voorkomen de kracht van 't gezag te gebruiken. Het voorloopig verslag over de wets ontwerpen moet worden afgewacht, zegt de Min., maar als men iets wil, kan men over zulke bedenkingen heenstappen. Niet om den inhoud der ontwerpen, maar om de politieke omstandigheden lag de grond voor spr.'s vraag. Niet in het Voorl Verslag, maar in den toestand van het oogenblik ligt het antwoord. Hij roept den Min. toe; drijf het niet tot 't vloeien van burgerbloedbajonetten en kogels kunnen veel maar zij maken een volk ook niet gelukkig en 't gezag moet er allereerst naar stieven het gebruik ervan te voorkomen. Men kan zich sterk too nen, maar de geschiedenis, 't geweten, het bloed van onnoodig vergoten bloed zullen om wraak roepen Men bedenke het. Spr treedt niet dreigend op hij waar schuwt uit vrees voor de ongelukken die ons bedreigen door 't vooropzetten van de kracht van het geweld. Spr. betreurt dus 'sMin. weigering om op spr.'s vraag in te gaan Op de geschiedenis der lichtingen gaat hij niet diep meer in. Het optreden van deze Reg en de overwinning bij de laatste stembus is geen overwinning geweest van de gods dienstige, maar van de conservatieve elementen, die meenden dat 't laatste liberale Kabinet te veel deed voor de arbeidende klasse, gesteund door de so cialisten. Deze Reg. is er een van de reactie en 't conservatisme - een ramp voor het land in gewone omstandigheden als wij thans beleven. De Reg heeft zicb niet met de spoor wegdirecties te bemoeien; wettelijk niet maar de Reg mag en kan zich niet aar. haar onttrekken in zulke ernstige om standigheden. Politieke bedreiging werkstaking om tot algemeene werkstaking te komen - is in België een paar malen voorgekomen in Zweden evenzeerhet kon ook hier een wapen worden in den politieken strijd. Maar alleen als de beweging voor alge meen stemrecht langs anderen weg wordt belemmerdhet is een uiterste middel tegenover den onwil der heerschende klasse. Met wapengeweld kan men 't nen brug gekomen, die slechts uit twee boomstammen bestond, bad hg zicb om gekeerd om haar de hand te reisen maai zij bad die niet genomen. „Wel, mejuffrouw, zyl ge te vreden over uw bezoek te Condé Zg moest antwoorden en met des te meer overhaasting, daar bet gesprek zoo begonnen, misschien op dien toon voort gezet kon worden tot aan het kasteel dat ongelukkiglijk, nog op tamelyk verren af stand was „Ik dank u." Én zg, die gewoonlijk zoo kaiig met bare woorden, schier stom, en in alles wat haar en baar familie betrof uiteist terughoudend was, trad in langwijlige bi- zonderheden. Wordt vervolgd. echter dan niet meer verhoeden Wil men ons er voor bewaren, dan doe men recht en bouwe niet te zeer op zijn toe vallig overwicht. Resumeerend zegt spr. dat hij geen motie zal voorstellen omdat hij niet zeker is van een zuivere stemming. Hij wil alle deuren voor een vredelievende oplos sing openlaten. Spr. en zijn vrienden echter leggen de verklaring af De groep van sociaal democraten der Tweede Kamer verklaart bij dezen dat zij, om de dreigende spanning, die het land beroei t, te doen eindigen en het gevaar eener nieuwe werkstaking te we ren, bij de behandeling der interpellation zoo kalm en bezadigd mogelijk is opge treden en van de Regeering heeft gevraagd de ingediende voorstellen tot wijziging der strafwet in nadere overweging te nemen en eerst na de verschijning van het rapport der eventueel te benoemen enquêtecommissie daaromtrent een defini tief besluit te nemen. dat de Regeering op deze vraag geen antwoord heeft willen geveu onder voor geven dat het voorloopig verslag over bedoelde wetsontwerpen nog niet is ver schenen dat de Regeering door zich achter dit voorwendsel te verschuilen, haar onwil of onmacht toont om tot een normaal verloop der bestaande ernstige omstan digheden mede te werken dat de volle verantwoordelijkheid voor de te verwachten gebeurtenissen daardoor valt op de Regeering en haar vriendeu, die. hoewel daartoe herhaaldelijk door ons opgeroepen, geen poging hebben ge daan om minnelijke oplossing mogelijk te maken dat de soc-dem Kamerleden in dezen stand leiding te geven tot- het gebruiken van het geweld waarop de Regeering blijkbaar steunt om haar aanslag op de rechten der arbeids-organistatie door te voeren, doch tevens pal te staan voor die rechten en deze door alle wettige middelen tot het uiterste te verdedigen. De heer Mees repliceert nog korfelijk eu hij handhaaft zijn meening dat in d j conferentie met den Min. en de directie der H. S. M een openhartige en niet zoo gereserveerde houding door de Reg. had moeten zijn ingenomen Hierna komt de Min. van Binnenl Zaken op tegen de volgehouden bewering van dhr. Mees, dat de Reg. sedert 1901 op een spoorwegstaking k in zijn voor bereid Den llen Jan werd nog door den voorz. van de spoorwegvereeniging in een alg. vergadering gezegd, dat staking in 25 jaren nog geen middel van propa ganda kon worden. Hoe kon de Reg dan nu een staking verwachten Opsomming van grieven als door dhr. Melcheis maakt voor den Min. oordeelen zonder 'thoor en wederhoor, onmogelijk, maar de Reg. heeft een enquête voorge steld en daarmee is de waarschijnlijkheid van rectii matigheid der grieven erkend Dhr. Troelstra heeft erkend dat ook al geeft de Reg toe een algemeene werk staking, erger dan de revolutie in '48, te wachten kan zijn voor het algemeen stemrecht. Waar mén eenerzijds de orde wil helpen handhaven, wil de spr van den anderen kant de vakorganisaties mis bruiken voor politieke doeleinden. Ook de Min. wil vakorganisatie, maar zonder politiek besmet, gelijk het werk is van socialisme en anarchie. De ernstige keuze waarvoor wij staan is dezeer is in ons land een overheid, constitutioneel regeerenddie overheid stelt de wetelk burger heeft zich daar aan te onderwerpen. Daartegenover stelt zich een absoluut regeerende macht die de overheid bedreigt en zegtals gij niet doet wat wij willen of niet nalaat wat ons niet aanstaat, dan treden wij op En nu is de vraag of de wettige overheid dan wel de geheime macht moet zwichten. Als de overheid zwichten wil, is er geen overheid meerdaarom moet ieder die den Staat en 't gezag wil handhaven, met de Reg modegaan. Als de wettelijk tot stand gekomen wetten worden geëerbiedigd, zal er van geweld geen sprake zijnmaar zoo niet, dan zal de Reg. dat met alle middelen keeren. De heer Troelstra niet meer tot lang spreken in staat, komt nog op tegen de scheeve voorstelling die de min nu op 't laatst bij het innemen van een princi pieel standpunt, van de zaak gaf. Spr. heeft geen critiek beoogd, en als hij den Min niet aangenaam was, dan is 't omdat hij vijandig tegen de arbei ders optrad in zijn daden. De arbeiders willen geen geweld uitoefenen. Als het komt, zal het zijn van den kant der overheid. Doch wil men streven naar eeu goede oplossing der moeilijkheden, dan zoeke men 't niet in geweld maar in ,t algemeen stemrecht, in recht voor het geheele volk. De Min. van Binnenl. Zaken ontkent eeist nu een principieel debat te hebben aanvaard Hij wijst op den toestand in Duitschland, waar men wel algemeen stemrecht heeftde toestand daar is zeker niet te verkiezen boven dien ten onzent Wil men geen geweld, des te beter maai als men dwingen wil dan kan het slechts zijn door geweld. Dhr. Troelstra Staken is geen geweld. De Min Ik kan mij geen dwang voorstellen dan door geweld. Daartegen over nu zou de Reg. ook geweld m oeten bezigen De Reg denkt er echter niet aan geweld zonder noodzaak te bezigen. De Min. komt er ten slotte tegen op, dat de heer Troelstra, geweld willende vermijden, zelf aanbeveelt werkstaking voor algemeen stemrecht en daardoor het geweld dus uitlokt. De beraadslaging wordt gesloten. De Voorz. dankt de Reg. voor de ge geven inlichtingen. De Rijksmiddelen De maand Februari van ditjaarismet betrekking tot de opbrengst der Rijksmid delen 8l/2 ton gebleven beneden haar naamgenoot van 1902, en bijna 3 millioen beneden 1/12 der raming Daar echter de maand Januari bijna 9 ton meer op bracht dan verleden jaar, mag het resul taat der beide eerste maanden van 1903 nog zeer gunstig worden genoemd. De eerste twee maanden van 1903 waren te zamen 18.890.326.01. en die van verleden jaar 18.323.971.18, hetgeen voor dit jaar dus nog een voorsprong van meer dan 5^2 ton oplevert. De totaal-opbrengst der directe belas tingen over de afgeloopen maand bleef iets beneden het vorig jaar, namelijk 625 097.57° tegen 6-59.680 70 in 1902 Vau de grondbel kwam bijna 50.000 minder in en van de bedrijfsbelasting 3000, doch daarentegen gaven het per soneel een 2000, en de vermogensbe lasting 17.000 meer. Ruim 82.000 werd op de invoerrech ten meer ontvangen dan in 1902, doch op de accijnzen ruim 143 000 minder. De suikeraccijns bleef niet minder dan 396 000 beneden het vorig jaar, die op den wijn 2000 en die op het zout 3000, doch hooger waren de accijns op het gedistilleerd met 226 0001 die op het bier met 2000 en die op het geslacht met f 26.000 Tegenover een hoogere opbrengst van 32 000 voor de zegelrechten, van niet minder dan 146.000 voor de registratie rechten, en 20.uu0 voor de hypotheek rechten, staat evenwel de aanzienlijk mindere inkomst uit de successierechten van 562.O00, hetgeen de voornaamste oorzaak is van de geringer ontvangst ic de afgeloopen maand, vergeleken bij het vorig jaar. Dy de verdere rubrieken zien wij ver meerdering voor de domeinen van 7ü00 de posterijen van 75.000, de rijkstele graaf van ruim 16.0u0 en voor de loods gelden van ƒ11000 Uit deze bijzonderheden blijkt dus, dat de suikeraccijns en successiebelasting voor Februari 1903 slechte resultaten oplever den. doch dat overigens de maand reden tot bijzondere tevredenheid gaf (Nieuwe Crt.) Een bijvoegsel tot de St Ct. no. 63 bevat een staat van de gevallen van besmettelijke veeziekten in Nederland, voorgekomen gedurende de maand Fe. bruari 19ü3 Daaruit blijkt dat in het gansche rijk vooikwamkwade droes en huidworm 1 (1) schurft 146 (24). rotkreupel 19 (4), vlekziekte 6 (6), miltvuur 38 (33j, Niet meer voor kwamen mond-en klauwzeer, trichinenziekte en hondsdolheid Zeeland bleef van alle besmettelijke ziekten vrij. De cijfers tusschen haakjes duiden het aantal eigenaren aan. Bij Koninklijk besluit zijn met ingang van 1 Apnl benoemd tot inspecteur der directe belastingen, invoerrechten en ac cijnzen te Winschoten de heer J. van der Veen, inspecteur der zelfde middelen te Ter Neuzen te Ter Neuzen, de heer A. W. Udo, adjunct-inspecteur der zelf de middelen te Arnhem Omtrent de plannen van de Regee ring met betrekking tot de miliciens is tot dusver alleen bekend, dat het blijvend gedeelte der lichting 1902 nog in dienst zal worden gehouden. De nieuw benoemde Minister van Marine schout bij-nacht Ellis, werd in 1846 geboren Op 14 jarigen leeftijd kwam hij als adelborst op het- Instituut te Willems oord en 4 jaren later trad hij in het officierskorps. Schout-bij-nacht Ellis heeft dus een officiersloopbaan van bijna 40 jaren achter zich. Herhaalde malen wist hij zich te onderscheiden door zijn kun digheden en reeds als luitenant ter zee viel hem de eer te beurt van te worden benoemd tot ridder in de orde van den „Ned. Leeuw.'' Ook is hij gerechtigd tot het dragen van het eereteeken en van de Atjeh me daille, In 1884 was de heer Ellis gedetacheerd bij het Dep van Marine ter waarneming van de betrekking van adjudant bij den Minister. Het volgende jaar werd hij adjudant van den kommandant der zeemacht in Indië. Voor zoover bekend, is de nieuwe Mi nister bij geen der politieke partijen aan gesloten Prof. Nic Beets. Professor Nicolaas Beets is Vrijdagna middag te Utrecht overleden. De dood trad kalm en zacht in. De algemeen be minde grijsaard bereikte den ouderdom van 88 jaar. Prof. Beets was lid van ver schillende wetenschappelijke genootschap pen, doctor in de letteren honoris causa ridder van den Ned. Leeuw, van de Eike- kroon, van den Gouden Leeuw van Nas sau en van de Belgische Leopoldsorde. AXEL, 17 Maart 1903. Op de Zaterdag alhier gehouden stieren keuring waren aangebracht 5 stieren. Van de aangevoerde stieren dingende naar de Provinciale subsidie waren er twee, die reeds twee breede tanden had den van deze werd de le prijs toegekend aan J. de Putter (Steenbosch) alhier en de 2e prijs aan Th. Buysse te Zuiddorpe. Voor een stier met nog geen twee breede tanden bekwam de 2e prijs H. Bonte van Koewacht. Ter mededinging naar de Rijksbijdrage was slechts een stier aangevoerd, die echter niet aan de verlangde eischen vol deed. Ook werd nog ter Keuring aan gebracht een koe van den veekooper A. Schelleman alhier, welke in het Ned. Rundvee-Stamboek werd opgenomen. Op de voordracht voor onderwij zer aan de openbare lagere school alhier (vacature Vrielink) zijn in alphabetische volgorde geplaatst de heeren F. Th. van Putte van Overslag en F. L. Vink, alhier. Zaterdag is te Hoek het vaandel ingewijd van het fanfarengezelschap //Elk naar zijn krachten." Er werd een muzi kale wandeling door het dorp en naar het Mauritsfort gemaakt. Voor het gemeen tehuis waar de raad vergaderd was, de raad natuurlijk binnen, werd een sere nade gebracht, waarop een toespraak van den burgemeester volgde. Er werden ver volgens nog eenige nummers in het mid den van het dorp ten beste gegeven.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1903 | | pagina 2