Xo. 90.
Zaterdag 14 Maart IfHH.
18e Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zee uwsch -Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
AXEL.
Buitenland.
Binnenland.
wiisr.iii:
UNT.
Dit Blad verschuilt eiken Dinsdag:- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 70 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER - UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
MACEDONIË.
De correspondent van de »Times» te
Weenen, iemmd dus, die in de gelegen
heid is beter te oordeelen, omdat hij zoo
veel dichter bewoont, scbrjjll over bet
geen wij met waarschijnlijkheid te wach
ten hebben in Macedonië, nogal aardig.
Om de heel optimistische verwachting
wat t6 dempen wjjst hij er op hoe het
vroeger in Turkije meermalen is gegaan.
In 1895 benoemde de Sultan voor het
hervormingsplan voor ArmeDië een in
specteur-generaal, waarna hij zijn voorne
men te kennen gaf de hervormingen over
alle Christelijke provinciën van het Rjjk
uit te breiden. In 1896 nam de Sultan
met groote welwillendheid de hervormin
gen aan, welke door Engeland, Rusland,
en Frankrijk voor Kreta waren voorge
steld, hervormingen, die veel overeenkomst
hadden met die, welke tnans voor Mace
donië werden voorgesteld de Sultan nam
ze echter niet aan voor bij naar Kreta
een specialen commissaris had gezonden,
die last bad met de Kretenzers te onder-
bandeleu over de invoering van een reeks
geheel verschillende hervoimingen zouden
woiden ingevoeld. Toen volgde de twee
de opstand en het eiland was voor het
Rjjk verloren.
Het is niet waarschijnlijk, meent de
correspondent, dat de Porie thans een an
dere methode zal volgen. Er is geen en
kele reden om aan te nemen, dat de Al-
baneesche coterie haar invloed in Yildiz-
Kiosk heeft verloien. Het verschil tusschen
den tegen woordigen en den vroegeien toe
stand is, dat nu de Mogendheden eensge
zind schijnen te zijn, maar het is moge
lijk, dal die eensgezindheid verdwijnt, zoo
dra daden noodig worden, en hierop re
kent de Turksche Regeering misschien.
In elk geval is het voornemen v»n de
Porte om de hervormingen tot de zesvi
lajets uit te strekken wei geschiKt om de
hervormingen op papier te laten. Afgezien
van de onmogelijkheid om doze in de Al-
baneescbe districten toe te passen, ligi
het voor de hand, dat een iuspecteur-ge
neraal te Saloniki slechts een zeer od vol
doende controle te Scutari zal kunnen
oefenen en een nog meor onvoldoende
controle te Adrianopel.
Het wantrouwen zal zeker uiet gestuit
worden door een ander bericht, waarin
meegedeeld wordt, dat ue Porie een am
nestie uitgevaardigd neeit voor Je Mace
doDische politieke misdadigers en in ver
band daarmede een commissie benoemd
ter regeling van den terugkeer der naar
Bulgarije gevluchte gezinueu. Nu er zoo
veel benden nog rondzwerven en de Chris-
telyke bevolking met die opstandelingen
beult, kan het met die amnestie geen ernst
zijn en moet het een middeltje wezen
zand te strooien in de oogen van de Eu
ropeanen,
ZUID-AFRIBA.
Het blykt meer en meer, dat Chamber
lains reis door Zuid-Afrika weinig oi geen
invloed heeft uit geoefend en het geld
Diet waard is, dat er voor is uitgegereq.
Do zaken zpn gebleven zooals ze waren,
omdat Oamberlain het op Camberiains
wijze heeft aangelegd. »LaDd en Volk»
beeft een scherp artikel over de redevoe
ringen van den aanlegger van den oorlog.
Het opscbr.ft luidt: Praatjes Men leest
o a. in dat artikelDe redevoeringen van
den heer Chamberlain beginnen zoo lang
zamerhand te verVelen. Hoe grootscb en
untzaglijk het lijk ook moge zijn dat zich
van pool tot pool uitstrekt en over welks
eindeloosheid zeis de zon nimmer daalt,
deze grootpraatjes van den enlhusiasti-
schen redenaar hebben geen bekoring meer.
In Zuid-Afrika wordt snel geoordeeld,
wan men gewoon is even snel te han
delen, Niemand matigt zich hier een on-
mogelijken toestand van volmaakte onbe
vooroordeeldh id aan, doch dewijl de
rijks-belastinggaarder nog schijnt te twy-
felen omtrent het graf van deputaties en
de galerij in Engel and nog zijn toespraken
analyseert en achtereenvolgens toejuicht,
is het oordeel hier reeds gevallen. Zuid-
Afrika is teleurgesteld en beschouwt, het
bezoek als een mislukking. Wij zijn niet
zoo blind of wij erkennen dat ons voor
malig bestuur aan vele fouten mank ging
doch de heer Chamberlain is niet de man
om hier bij ons voor zedemeester door te
gaan, en wij verkeeren ook niet in een
stemming zijn vonnis in zijn eigen zaak
aan te nemen. Als hy lust heeft zich op
een beetje flikfllooierij toe te leggen, laat
hem dat dan doen zonder te probeeren
onze oude regeering te bekladdeD of een
onwaardige blaam te werpen opdengao-
scben staatsdienst -der verleden republie
ken. „Blijkbaar waren de Boeren niet ge
wond aan ambtenaren die iets voor niets
deden."
Denkt de heer Chamberlain misschi. n dat
deze onwaardige insinuati deze klein
geestige belediging. die hij zonder uitzon
dering alle ambtenaren der gewezen sta
ten naar bet doel dat nij zich oogenschijn
lijk gesteld heeft, te bevorderen Kwam
deze overantwoordelijke verklaring van
iemand anders dan dezen »grooten staats
man», wij zouden ze voorbijgegaan ziin
met de diepe minachting die zooiels on
getwijfeld verdient. Wat ieder opmer
ker in een man als den heer Chamber
lain het meest treffen moet, zijn de in
consequenties eu de ongereimdhedeii waar
aan hy zich voortdurend schuldig maakt.
Wat bij in zijn eigen ras toejuicht, moet
ojj ons met ranedogenlaoze gestrengheid
gestiaft worden. Waar hij de verachtelij
ke verrader aan den eenen kant in zijn
dienst nam en betaalde om tegen zijn
eigen bloed te vechten, daar heeft lit] aan
den anderen kant geen greintje genade
voor den rebel, die zjjn broeder tegen
een vreemd las ging helpen. Waar de
Australiër en Kanadees, die op verre na
niet in de zelfde verhouding staan tot de
Engeiscben als de Traosvaalsche tot den
Kolonialen Boer. „getoond hebben, dat
hun bloed dikker is dan water", daar
maast hij een wanhopige poging om het
zelfde feil weg te cijferen wanner het
aankomt op twee bloedbroeders, die slechts
door een slaatkuudige grens gescheiden
waren. Wij weten allen, dat hij zijn mes
slijpt voor de Kolonie en bij had de eenigs-
zins voorbarige tafelpraaljes te Kimberley
dus wel kuunen laten. Het gaat zoo spoe
dig naar een hartstochtelijke vooringeno
menheid lijken, en hij moet vooral niet
vergeten, dat by onbevooroordeeld is. „Hij
was hierheen gekomen," zeide by, „om
le pleiten voor een politiek van verzoe
ning, doch die politiek moest in de Kaap
kolonie beginnen." Wel zeker Dat zeg
gen wij allen. Die politiek moet in de
Kaapsolooie beginnen met de opensluiling
van de tronken, waarin thans honderden
onzer medebroeders liggen.
Helaas, Chamberlain leest geen Hol
landses begrijpt geen Hollandsch.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Dinsdag 10 Maart.
Na opening der veigadering wordt be
sloten n i de Interpellatie de Indische
Comptabiliteitswet aan de orde te stellen.
Thans zijn aan de orde de
INTERPELLATIËN
van de hh Mees en Troelstra over de
spoorwegstaking bd de daai tegen genomen
maatregelen.
De Voorz. merkt op, dat 't debat over
de ingediende ontwerpen nog niet aan de
orde is.
Dankend voor 't verleende verlof, be
treurt da heer Mees 't niet, dat eerst nu in
plaats van onmiddellijk na de gebeurte
nissen de bespr king plaats heeft.
Spr. zal kort zijn het is hem niet om
lange redevoeringen, maar om handelen
te doen. Er kunnen echter tijden zijn
waarin spreken out kan bebbeD om harts
tochtelijk en onverijld handelen te voor
komen.
Hij komt tot de eerste vraag
lo. Heeft de Rogeering geen aanlei
ding gehad om voorbereid t.e zjjn opeen
werkstaking waarin ook het spoorweg-
verknor dreigde betrokken te worden?
De staking van 31 Jan. kwam voor de
Reg. onverwacht, misschien ook voor de
leiders.
Miar de Reg. werd er door overvallen.
Dat staat vast. Maar had de R«g. geen
aanleiding om 'tgebeurde te voorzien?
Een driedubbele grond bestaat voor lie
vraag.
lo is bekend dat, op 10 Dec. een der
bestuurders van de Arasterdamsche Vee-
men een onderhoud had met den Min.
van Binnenl. Zaken. Prof. Treub deed
deswege eeoige mededeelingen in het
Hbld. Bemiddeling werd blijkbaar gevi aagd.
Werden er toen al mededeelingen gedaan
of gegevens verstrekt dat de moeilijkhe
den iü 't transportbedrijf uitbreiding kon
den krijgen en zich ook lot 't spoorweg-
verkeei kon gaan uitstrekken Spr. maakt
er den Min. geen verwijt, van dat hjj toen
geen bemiddeling aanbood.
2o op 19 Dec. verklaarde de Min. van
Waterstaat hier dat men in enkele dagen
zou zien dat 't spoorwegpersoneel niet zoo
beschroomd was als men wel meende.
Misschien hadden die woorden niet de
beteekenis die zij achterna kiegen. Maar
opheldering is noodig.
3o. de Regeering had bij geen Dep. het
het flauwste gerucht van. 't gebeurde ver
nomen. Spr. neemt dit als feit aan.
Doch zjjn er voor 't Dep. van Waterstaat
geen voorteekenen van spanning sedert
lang waar te nemen geweest?
Uit verschillende feiten, die Spr. aan
toont, blijkt, dat de Raad van Adm. wat
zij nu ontkent, geweigerd heeft in over
leg te treden met de spoorwegorganisa
ties en grieven aan te hooien er blijkt
uit, dat al was in de laatste dagen geen
staking te wachten, er waren sedert lang
teekenen van een boogen atmospheri-
schen druk in de spooi weg wereld.
Spr. komt tot zijn 2e vraag.
2o. Op welk standpunt heeft de Rege
ring zich geplaatst, toen zij kennis kreeg
van het feit, dat in het spoorwegverkeer
een gedeeltelijke staking plaats had en
van het gevaar, dat die staki ig zich ver
der zou uitbreiden
Spr. gaat de gebeurtenissen van 25 Jan.
tot 1 Febr. kortelijk na en vraagt ton
slotte: Heeft de Reg. zich voortduren!
iaten voorlichten en wat is er ia de ge
houden conferentie met den Min. van Wa
terstaat gebeurd
Hierna neemt dhr. Troelstra het woord.
Spr. betoogt, dat de toestand van land en
volk nu misschien ernstiger is dan in 1848
toen slechts hongeroproeren uitbraken
onder een onbewuste volksmassa, dat
ongeciganiseerd handelend, gemakkelijk le
bedwingen was. De toestaDd gaat thans
dieper. Aan de eene zijde 26.000 mili
ciens, buitengewoon opgei oopen om straks,
als de toestand verergert, hun heilloos
werk te verrichten in de pers en in de
lucht gaan dreigende geruchten van den
staat van belegde miliciens worden
geoefend in 'tsaldovum, alleen dienstig
bij oproerdaaruit blijkt de spanning
en tegenover die mobilisatie en die drei
gende maatregelen van Oorlog staat een
groote en diepgaande ontroering onder
een groot deel des voiks, een ontwaken
en ontvlammen van een revolutionairen
geest onder de arbeiders, tot hiertoe on
bekend, staat de mobilisatie der arbeiders
tot een werkstaking.
De geest in 't pubiiek leven en in de
pers van alle partijen is bedorven van
een rustige gedachtenwisseling geen spoor
meermen begrijpt eikaar verkeerd. Die
toestand moet veranderen. Als in de
opgestapelde brandstoffen de vlam uit
breekt, gaan we droeve tijden tegemoet.
Van beide kanten dient beleid en zelf
verloochening in acht te worden genomen
om een gewelddadige revolutie te ontgaan.
In 't buitenland wordt met belangstel
ling de loop der gebeurtenissen gade ge
slagen de handel ondervindt er reeds de
gevolgen van en als een spoorwegstaking
niet is te voorkomen (en in de transport
bedrijven in 't algemeen) dan zal de inter
nationale federaiie der transportarbeiders
maatregelen uitschrijven om daarin stel
ling te nemen de secretaris van den
bond heeft een circulaire verzonden om
de Ned. federatie steun te verleenen, die,
wat Engeland betreft, reeds een ton gouds
per week zou bedragen. Men ziet boe
groot 't gevaar is voor het oecouomisch
bestaan voor ons volk en voor het vloeien
van burgerbloed. Zoo is de toestand.
Reg. en Vertegenwooidiging bebben een
geweldige verantwoordelijkheid. Ida Reg.
kan veel doen als zij wil en oe moreele
macht gevoelt.
Wat de oorzaken der spoorwegstaking
betreft, gaat Spi. niet iu een overzicut
in van de grieven van 't personeel. Maar
hij wil aantoonen wat er in de ziel moet