JE VERLEIDING.
BIJVOEGSEL
Axelsche Courant
Landbouw.
FEUILLETON.
Uit de Pers
van de
van Zaterdag 7 Maart 1903.
Proefvelden.
In het vorige stukje over dit onder
werp staat, dat men grond, die maar
weinig nat is door bemesten glad kan be
derven dit moet zijn door bewerken.
Proefvelden zijn, letterlijk vertaald,
velden, waarop men proeven neemt. Met
die proefvelden wordt door sommige land
bouwers half of heel den spot gedreven
anderen, die zoo ver niet gaan in hun
veroordeelen, twijfelen toch aan het nut
er van Verstandig is dit echter niet.
Gelijk we reeds gezegd hebben k^,n men,
met name ten opzichte van de bemesting,
vol strekt niet altijd zeggen, wat en hoe
veel men met voordeel in den grond kan
brengen. Daarom is probeereu noodza
kelijk ja, men kon ook wel zonder van
te voren te beproeven, b. v. 1U0 gulden
kalimest op zijn land strooien, maar dan
kan-het resultaat zijn, dat men eenvou
dig zijn geld voor niemendal heeft weg
gegooid Derhalve is liet zaak, van mest
die men voor 'i eerst gebruikt en waar
van mea de werking nog niet kent. meL
een klein beetje te beginnen. Met kleine
hoeveelheden werkt men ook op de proef
velden.
Die hoeveelheden zijn daarom gering
omdat een proefveld maar een betrekke
lijk klein stuk grond is. De meeste proef -
velden in ons land zijn Rijksproefvelden.
Zij heeten zoo, omdat de onkosten van
bemesting of van zaaizaad door het rijk
betaald worden. Dit doet het rijk met
tweeërlei bedoelingle om het den
proefnemer flnantieel gemakkelijk te ma
ken en hem eenigszins schadeloos te
stellen voor de moeite en zorg, die hij
niet alleen voor zichzelf, maar natuurlijk
ook voor anderen aan het proefveld be
steden moetmaar 2e ook omdat daar
door het proefnemen meer nauwkeurig
en stelselmatig geschiedt. Alle Rijks
proefvelden toch staan in elke provincie
onder toezicht van eene commissie, bij-
Bovendien kon men niet zeggen, dat
alles voor haar verloren was, omdat de
heeren Courtomer en Guiscard haar wel
de eer wilden doen, haar naar hun smaak
le vinden.
Het waren nog slechts voornemens, be
doelingen, welke het waai schijn lijk mo
gelijk zou zijn af te wenden of tegen te
houden.
Zij kenden haar nietzij wisten niet
wie zij was, hoe zjj opgevoed was ge
worden zij hadden van het schoone meis
je, 't welk de notaiis Griolet en de graaf
Prétavoine onderscheiden hadden, slechts
den neus ot de baren opgemerkt. Zij zou
hen doen begrijpen dat zij een eerbare
jonge dochter was.
Zekerlijk zou deze te organiseeren en
te vervolgen veidediglng niet de rust zijn,
welke zij gehoopt had maar het was het
ongeluk haars leven, sints zij haar vader
had verloren, immer te moeten worstelen
dit zon een nieuwe beproeving zjjn.
Maar zij zou Adelaide, die haar bemin
de, aan haar zijde hebben.
Ook mevrouw de Courtomer.
Daarop berustende, meende zij dat het
eerste wat zij te doen had was de ver
wezenlijking te verhinderen, van het door
mevrouw de Courtomer gevormde plan
betreffende bet paveljoende markies
mocht niet bij haar een bewezen dienst
doen gelden, en anderzijds mocht het niet
zijn, wanneer zij een of anderen dag ver
plicht was te vertrekken, dat haar groot
moeder wederom moest verhuizen eD zij
gestaan door den Rijkslandbouwleeraar
der provincie
Deze commissie regelt de inrichting
van het proefveld in overleg met den
proefnemer, welke laatste in de meeste
gevallen een gewoon landbouwer is. De
proefnemer is verplicht zich nauwkeurig
aan die regeling te houdenverder moet
hij natuurlijk het gewas op het proefveld
verplegen en desgevraagd monsters van
den oogst voor het instellen van onder
zoekingen afstaan. De opbrengst van
het proefveld is overigens geheel zijn
eigendom.
Er zijn verschillende soorten van proef-
veldeu In de eerste plaats bemestings-
proefvelden. Deze zijn opzichzelf ook weer
te splitsen. Men kan namelijk de werking
van een in de streek van het proefveld
weinig of in 't geheel niet gebruikte mest
stof willen nagaan in onze streek b. v.
van kalimestmen kan twee verschillen
de meststoffen, die echter hetzelfde plan
ten voedsel bevatten, aanwenden om te
zien. welke het best werktb. v. super-
phosphaat en Thomasslakkenmeelmen
kan beproeven, welk voordeel een grootere
hoeveelheid van meststof geeftmen
kan bij hetzelfde gewas den grond op
verschillende wijzen bemesten, om te
zien. welke manier de voordeeligste is
Ieder landbouwer kan gemakkelijk
inzien dat op dit gebied in vele richtin
gen proeven kunnen genomen worden.
Maar er zijn ook proefvelden, waarop
verschillende soorten (variëteiten) van
hetzelfde gewas verbouwd worden, ten
einde te weten te komen, welke variëteit
de beste is. Zulke proefvelden noemt
men variëteitsproefvelden. Nog zijn er
proefvelden, waarop men proeven neemt
met ontwateren of met ontginnen of met
sterk bekalken enz Deze noemt men
grondverbeterinqsproefvelden. Kortom in
allerlei richting en op allerlei wijze wor
den de proefnemingen ingericht. En wijl
één proef geen proef is, wordt meestal
een proef een of meermalen herhaald.
Van al die proefvelden wordt jaarlijks een
verslag van do uitkomsten gegeven, zoo
dat ieder, die er belang in stelt en er
van leeren wil, ten einde er voordeel
mee te doen, er van op de hoogte kan
komen. Werkelijk, de proefvelden zijn
de belangstelling van den boer ten volle
waard. Zij hebben geen andere strekking
zich op straat zou bevinden, zonder te
weten waarheen te gaan.
Zij verzocht dus aan de markiezin het
verlof naai Condé te gaan, om haar groot
moeder te bezoeken. Vervolgens en oo-
middalijk bij bare terugkomst, gaf zij bet
volgende te kennen
Haar grootmoeder was bevreesd voor
de eenzaamheid in de bosschen zij was
gesteld op het gezelschap hater buren,
aan wie zij gewoon waszij wilde ar
beiden, wat haar ver van Condé moeilijk
zou zijnkortom, hoe gevoelig zij voor
het voorstel van mevrouw de markie
zin de Courtomer was, zij kon het niet
aaDnemen.
Deze woorden boorende, was de mar
kiezin een oogenblik verstomd.
„Ik beb mij misschien alecbt uitge
drukt,zei Helena met bewogen stem
„indien ik mevrouw de markiezin niet
heb doen gevoelen boe innig haar goed
heid mij trbft."
„Maar ge weigert."
„Mijn grootmoeder
„Ik ben niet op u ontevreden, mijn
kind. In het eerste oogenblik kon ik ver
wonderd zijn, en dat was ikmaar ik
begiijp dat ge u aan de denkbeelden uwer
grootmoeder moet onderwerpen of zii goed
ot niet goed zijn. Dat er dus tusschen
ons hiervan geen sprake meer zij. Heden
morgen verweet ik mij die zaak met den
markies nog niet ten einde te hebben ge
bracht, steeds afwachtende dat hij beter
gestemd zou zijnwant bij is een wei
nig zenuwachtig opgewonden van Parijs
teruggekomenen nu verblijdt bet mij
zijn goedkeuring voor dat plan niet ver
kregen te hebbenwant er zouden op
helderingen vereischt worden om hem te
doen begrijpen, dat men bet niet aan-
dan te onderzoeken, wat het meest voor-
deelig is. En al geven de proefvelden
lang niet altijd een stellig antwoord op
de vraag, die men er door tracht te be
antwoorden, daarom mag men ze niet
afkeuienzij kunnen ons ten minste
leeren, dat het boerenbedrijf is een inge
wikkeld bedrijf, waarin ook de beste
nooit is uitgeleerd.
In onze provincie zijn dit jaar 19 proef
velden, waarvan twee in onze gemeente.
Het eene ligt aan den provincialen weg
Axel-Neuzen, ter hoogte van de Vaart-
dijk. Proefnemer is de heer Jan van
Lange velde. We willen dit proefveld en
het doel er van hier eenigszins om
schrijven.
Beginnen we met het laatste. De sui
kerbiet haalt veel kali uit den grond.
De vraag kan daarom gedaan worden,
of het ook voordeelig is, den grond voor
suikerbieten met kali (potasch) te bemes
ten. .Vooral lichtere kleigronden kunnen
aan kali gebrek hebben Genoemd proef
veld nu is lichte kleigrond. Het doel er
van isna te gaan, of de kalibemesting
op zulk een grond voor suikerbieten in be
trekking tot opbrengst en gehalte voordeelig is.
Het proefveld is ongeveer 400 roeden
groothet wordt in drie gelijke stukken
verdeeld aldus
I
II
III
Het geheele stuk wordt van 't voorjaar
bemest met 450 KG. kunstmestf Ammo-
niak-Superphospbaat). Op perceel I is
dezen winter reeds 160 KG. Kaïniet
gestrooid terwijl op perceel II binnenkort
40 KG. patentkali zal gebracht warden.
Op perceel III komt geen kali. Aldus
kan dit proefveld antwoord geven op twee
vrageD 1. Is kali bij suikerbieten voor
deelig? 2. Welke kali is de beste ruwe
kali fKaïniet) of gezuiverde kali (patent
kali De ruwe kali moet altijd zeer vroeg
gestrooid worden, omdat er voor de
planten nadeelige stoffen ir. zitten als
men het vroeg uitstrooit hebben deze
stoffen tijd om op te lossen en weg te
zakken. In 't belang onzer bietenverbou
wers raden wij hun. in den loop van het
jaar dit proefveld meermalen te gaan
bezichtigen het ligt heel gemakkelijk en
aan de welwillendheid van den proefnemer,
neemt."
Men behoefde mijnheer de Courtomer
niet te kenuen om te zien dat hij wer
kelijk zeer overspannen was, daar die
ovei spanning zich telken openbaarde zoo
wel ter zake van dingen die het waard
waren, als van die, welke niets te bete9-
kenen hadden, maar dan slechts tegen
zijo zoon en zijn vrouw daarentegen be-
tooDde hij zich jegens anderen Adelaide,
en vrienden vol welwillendheid en goede
luim!
Het was eerst den dag na zijn terug
komst gedurende de wandeling, dat zijn
opgewondenheid zich geopenbaard had en
wel zoo hard en ruw, dat het niet moge
lijk was ze niet te zien.
Zooder de manieren te kennen welke
mijnheer de Courtomer gewoonlijk ten
aanzien van zijn familie iD acht nam, was
het duideljjk voor Helena, dat deze opge
wondenheid gewoonlijk niet ontstond in
dien hoogen graad, want zij zoualleaan-
raking tusschen vader en zoon onmoge
lijk gemaakt en verhinderd hebben dat
zij te zamen een maand te Parijs door
brachten, betzelfde leven leidend, te za
men wonend en dezelfde vermaken naja
gend.
Het was bij de terugkomst van de
wandeling naar Epard, dat deze ontevre
denheid van den vader op zyn zoon zich
geopenbaard bad.
Welvroeg mijnheer Courtomer, aan
deD disch plaats nemend, „is 't u gelukt
uw brieven klaar te krijgen
„Bjjna."
„Ik vermoedde hetmaar dat wilde ik
u eigenlijk niet vragen ik wilde weten
of ge er mede gereed zijt."
„Nog niet."
„Welnu! als ge er mee in verlegenheid
om inlichtingen te geven, zal zeker nie
mand reden hebben te twijfelen.
L. F.
De Nieuwe Courant wil Een groote
mate van persoonlijke vrijheid, met de
onscheidbaar daaraan verbonden moge
lijkheid van misbruik, eenerzijds. Ander
zijds, een krachtig gouvernement aan de
wet gebonden, maar tevens in slaat en
bereid om uitwassen en misbruik der
vrijheid terstond en krachtdadig te keeren.
Onmiddellijk, zegt het blad, dient derhalve
aan de Regeering toegestaan te worden
datgene wat haar bij de catastrophe van
31 Jan. gebleken is te ontbreken en wat
zij blijkbaar niet missen mag een spoor
wegbrigade; en op geld mag daarbij niet
worden gezien.
Zij vraagt daarnaast andere middelen
aanvulling der strafwet. Hiertegen rijst
terstond éen gewichtige hedpnkjr.ghet
is deze, dat strafwetten niet gemaakt
bebooren te worden in bewogen tijden,
bij opgewekte hartstochten, onder den
invloed van schokkende g; beurtonissen
van den dag. Die bedenking legt gewicht
in de schaal bij dp heoordeoling van nood
zakelijkheid en doelmatigheid heide, der
gevraagde middelen.
Het blad vereer,igd zich van harte met
de strekking van het eerste der voorge
stelde artikelen (284bis), het hegiip „hin
der" misschien te rekbaarde uitdruk
king „wederrechtelijk" in dit verband
nauwelijks verklaarbaarde bijkomende
straf: ontzetting van kiesrecht althans
in de Memorie van Toelichting niet vol
doende gemotiveerd. Maar dat zijn bijza
ken. die nader besproken kunnen worden
en aan de aandacht van de verschillende
deskundigen in ons parlement niet zullen
ontgaan.
Over het tweede artikel denkt De
Nieuwe Courant anders. Niet om redenen
van theoretbiscben van strafwetenscbap-
peUjken aard. Zoodanige argumenten,
zegt zii, zijn inderdaad onhoudbaar.
Is echter de aanvulling der strafwet
onvermijdelijk en is het voorgestelde
werkelijk doeltreffend
Voor de onvermijdelijkheid, de nood
zakelijkheid liever, pleit veelhet inzicht
van meer dan éen buitenlandschen. ook
zijt, wend u dan tot mejuffrouw Mat gue-
ritte zij zal u gaarne raad geven. Niet
waar, mejuffrouw
Zonder te antwoorden boog Helena het
hoofd, verwonderd over die vraag, wel
ke op zulk een zonderlinge wijze gedaan
werd
„Was het om haar te raadplegen, dat
ge hedenmorgen de studiezaal binnentrad,
waarvan men u vroeger den drempel
niet kon doen betreden
„Niet om mejuffrouw te raadplegeD,
maar om eeD woordenboek."
„Waarom hebt ge er geen in uw ka
mer Ge moet toch dikwerf behoefte aan
zoo'n boek hebben."
Zekerlijk waren dit geen woorden van
een jegens zijn zoon welgezinden vader,
eerder die van eeD tegenstander, een me
dedinger die zich zoekt te verheffen ten
koste van dengenen, dien hij wil verne
deren dat was maar al te duidelijk voor
Helena.
Den eersten dag dat zij mijnheer Cour
tomer zag, had zij opgemerkt op welke
spottende wijze hij de boog-adellijke aan
matigingen zijner vrouw bejegende: tel
kens wanneer de markiezin over haar ge
boorte, over haar geslacht, over haar voor
ouders, over Robert de Guiscard sprak,
hoestte hij of zag haar spottend glimla
chend en zijne duimen draaiend aan, als
iemand die zich geweld aandoet om niet
te zeggen „Hebt ge haast gedaan Dat
was misschien wat grofmaar het was
aanneembaar, en werkelijk nam de mar
kiezin het aan zonder eenigeD schijn van
zich daarover boos te maken en, zelfs
zonder haar rede te staken, zich het
„Hebt ge baast gedaan?" van haar man
niet aantrekkend of zich er niet aan sto
rend.