(iemensd \imiws.
voorbereid op verweer, greep deswege de
Regeering opzettelijk niet op bet eigen
oogenbiik in; ingrijpen, zooling dooront
stentenis van middelen, doortasten on
der kbaar was, zou het kwaad vererger
niet gebeterd hebben. Toen echter de
snelle, zij het ook verre van gewansch
te afloop van het e rste verzet, geen ont
spanning bracht, en de overmoed zelfs
sociale en politieke oversloeg, requireerde
de bevoegde autoriteit krijgsvolk, dat
niet was.
Vandaar toeD de oproeping van een
deel der militie, noodzakelijk om verder
gruwel als van Dnrgerdam te voorkomen
aan de driestheid ontzag in te boezemen
en aan de rustige burgers onder alle stan
den dat gevoel van zekeiheid te herge
ven, dat hun een oogenbiik begaf. Dank
zij dien maatregel is de toestand dan ook
feitelijk gebeterd, en lof komt aan de in
gelijfden toe, die én prompt opkwamen
én fier aan elke poging om hen tot ver
zaking van plicht en schending van ge
weten te verlokken, weeistand boden.
Doch al is zoodoende de storm gaan
liggen, nog Diet alle wolken dreven af.
Immers door deze staking zijD leemten
en iD ODze Staatsinrichting en in onze
wetgeving aan het licht gekomen, waar
in moet worden voorzien, Ieder toch weot
bet nu, omdat bij het voor oogen zag,
hoe zulk een spoorwegstaking met zoo
menige gewone werkstaking den naam
ternauwernood gemeen heelt. Er zijD tal
van werkstakingen die geen ander karak
ter dragen dan van een oeconomische won
steling tusscnen patroons en werfclieden pd
die oeconomiscb moeten worden beslecht
Maar wat hier plaats greep was een
onbezonnen aanslag op den hoofdfactor
voor de levensbeweging der maatschap
pij een onduldbare belemmering der ovei
heid aaDgedaan in de uitoefening van haar
functiëD een opoffaren van de welvaart
van heel een volk aan zucht naar klasse
invloed een machtsmiddel nu ieeds ge
schikt gekeurd voor oelening van politie,
ke dwingelandij, Tegen dit gevaar du is
drieërlei noodig. Ten eerste meet order
de steeds beschikbare hulpmiddelen van
den Staat voor; aan een spoorbrigade wor
den opgenomen, die in geval van nood
's Rijksdienst op de spoorwegen verzeke
ren kan. Doch dit is niet genoeg. E
moet in do tweede plaats in het personeel
z°lf een anderen geest worden aangekweekt
door aan grieven die rechtmatig blijken
recht te doen ervaren. Te dien einde zal
een Staatscommissie met enquête bevoegd
heid, de rechtspositie en de dienstvoor-
waarden van bet personeel hebben te nn
derzoeken en voorstellen moeten ontwer
pen, om voor nu eo voor de toekomst
aan het personeel vastheid van positie on
der 's Rijks bescherming te verzekeren.
Een onderzoek te noodzakelijker, waar
in de derde plaats niet langei mag wor
den uitgesteld om wat misdadig is dan
ook misdrijf in ons recht te bietenen
zulks zoowel om de persoonlijke vrijheid
op het arbeidsveld met betere waarbor
gen te omringen, als om vast te stellen
dat er naast de openbare ambten diensten
ten behoeve van de publieke zaak te ver
richten zijn, waarnij niet elke plichtver
zaking door de overheid straffeloos kan
worden geduld.
Voor elk dezer drie maatregelen is de
medewerking der Kamer vereischt. De
Regeering doet ter verkrijging daarvan
een ernstig beroep op den steun van al
le partijen in de Staten-Generua), die de
wettige huisorde in den Staat gehand
haafd willen zien.
Reactie wil hier niemand op de her
vorming van onze sociale toestanden blijft
én RogeeriDg én Kamer onveianderiqk
aansturen, maar het schip van Staat mag
niet met ons gedoogen geënterd worden.
In het welbegrepen belang van alle par
tijen moet bet wettig gezag onverzwakt
worden gehandhaafd. (Bravo)
Van de drie ingediende wetsontwerpen
strekt het eerste tot
AANVULLING EN WIJZIGING VAN
|HET WETBOEK VAN STRAFRECHT.
Voorgesteld wordtlo. invoering van
een nieuw artikel 284bisHij die een
ander door hinder of overlast of door
het bezigen van middelen, geschikt om
vrees aan te jagen, wederrechtelijk dwingt
iets te doen, niet te doen of te dulden,
wordt gestraft met gevangenisstraf van
ten hoogste drie maanden of geldboete
van ten hoogste honderd gulden.
Indien het misdrijf wordt gepleegd door
twee of meer vereenigde personen, kan
gevangenisstraf worden opgelegd van teu
hoogste zes maaDden of geldboete van
ten hoogste honderd gulden.
In verband hiermede wordt door een
aanvulling van art. 286 den strafrechter
de bevoegdheid gegeven bij veroordeeling
ter zake van den wederrechtelijken dwang
den schuldige te ontzetten van het actief
en het passief kiesrecht.
Ten tweede wordt voorgesteld invoering
van drie nieuwe artikelen 358bis, ter en
quater
Art. 358bisDe ambtenaar of eenig
ander in openbaren dienst of eenig in
het openbaar spoorwegverkeer voort du rend
of tijdelijk werkzaam gesteld persoon, die
met het oogmerk om stremming in den
dienst of in dat verkeer te veroorzaken,
nalaat, of wettig daartoe gelast, weigert
werkzaamheden te verrichten, waartoe
hij zich uitdrukkelijk of uit kracht van
zijn dienstbetrekking heeft verbonden,
wordt gestraft met gevangenisstraf van
ten hoogste zes maanden of geldboete
van ten hoogste driehonderd gulden.
Art. 358terIndien twee of meer per
ten gevolge van samenspanning
het misdrqf plegen in het vorig artikel
omschreven, worden de schuldigen zoo
mede de leiders of aanleggers der samen
spanning gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste vier jaren.
Art. 358quater: Indien het oogmerk
bij art. 358bis omschreven wordt bereikt
wordt gevangenisstraf opgelegd, in het
geval van art. 358bis van ten hoogste
een jaar en zes maanden in het geval
van art 358ter van ten hoogste zes jaar
Door een wijziging van art. 380 wordt
den strafrechter de bevoegdheid gegeven
bij veroordeeling ter zake van een der
in de artikelen 358bis, 358ter en 358qua-
ter omschreven misdrijven, den schuldige
te ontzetten van de rechten, vermeld in
art. 28, no. 1 - 3 (het bekleeden van amb
of van bepaalde ambten het dienen
bij de gewapende macht, het actief en
passief kiesrecht).
De slotbepaling luidtdeze wet treedt
werking op den dag harer afkondi
ging-
Blijkens de Memorie van Toelichting
is uit de góbeurtenissen, die voor enke
le weken een groot deel van Nederland
in beroering brachten, wederom ten dui
delijkste gebleken, dat de persoonlijke
vrijheid door de wet niet meer voldoen
met waarborgen is omkleed Veran
dering is dus meer dan noodzakelijk
Het tweede wetsontwerp strekt tot
verhooging van het VlIIe Hoofdstuk (Oor
log) der Staatsbegrooting voor 1903
Het komt namelijk wenschelijk voor
wijziging te brengen in de organisatie van
het korps genietroepen en daarbij te vor
men een bataljon technische troepen na
melijk de telegraaf- en spoorwegcompag
nie, terwijl tot dit bataljon ook zal be-
hooren de school- en depótcompagnie
De bestemming van de spoorwegcom
pagnie bij de bestaande organisatie is in
hoofdzaak om ingeval van oorlog te wor
den gebruikt bij de vernieling of de her
stelling van spoorwegen, voor brugver-
nielingen enz. Het exploiteeren van een
spoorweglijn in buitengewone omstandig
heden heeft tot nu toe alzoo nimmer in
de bedoeling gelegen.
Het wordt thans noodzakelijk geoor
deeld aan de spoorwegcompagnie zooda
nige uitbreiding en organisatie te geven
dat met behulp van het daartoe behoo-
rend personeel mogelijk zal zijn om in
buitengewone omstandigheden den dienst
op enkele hoofdlijnen, zij het ook op be
perkten voet, gaande te houden of al
thans bij de uitvoering van zoodanigen
dienst krachtig te kunnen medewerken
In verband met een en ander wordt
een ver hooging der begrooting vastgesteld
met 60.000 Zoodra de meerbedoelde re
organisatie vasten vorm heeft gekregen
zal bij suppletoire begrooting het geheele
benoodigde bedrag worden aangevraagd
Het derde wetsontwerp betreft het
stellen van een onderzoek ten aanzien
van de rechtsverhoudingen en de voor
waarden waaronder het personeel bij het
spoorwegbedrijf in dienst is
Van onderscheidene zijden is betoogd
dat de gewilligheid waarmede een zoo
aanzienlijk deel van het personeel in dienst
bij de spoorwegen voor enkele weken aan
den oproep tot algemeene staking van
den arbeid gehoor heeft gegeven, geens
zins uitsluitend te verklaren is uit het
vooropgezette beginsel van solidariteit
met andere stakende werklieden, maar
ongetwijfeld mede haar oorzaak vond
een sedert jaren onder dit personeel steeds
sterker heerschende ontevredenheid over
hot gemis van een behoorlijke rechtspo
sitie en over enkele der dienstvoorwaar-
den waaronder zij hun arbeid verrichten
Het komt daarom de Reg. voor dat een
nader opzettelijk onderzoek naar de recht
matigheid van deze grieven gewenscht
is en dat te meer, waar het een eisch
is dat de Overheid op hun sociale positie
toezicht houde
Waar het dan het voornemen der Re
geering is de benoeming eener Staats
commissie tot dat doel te bevorderen
zij van oordeel dat deze Staatscommissie
wil haar onderzoek inderdaad doel tref
fen. de bevoegdheden niet kan missen
die aan een commissie uit een der Ka
mers van de Staten-Generaal met een
enquête belast, betreffende het voor zich
doen verschijnen van getuigen en des
kundigen toekomen.
Tot het verleenen dier bevoegdheden
strekt het wetsontwerp.
Gaan we na. wat de Ned Pers van
deze ontwerpen zegt, dan zien we Jat
Het Vad. van oordeel is, dat de regeering
zoo bedenkelijke remedie reikt tegen het
ernstig kwaad van staking in het spoor
wegverkeer, dat herhaalde waarschuwing
niet uit mag blijven.
Als directe oorzaak van deze staking
noemt het solidariteitsgevoel, maar hier
hierbij kwam gemok over lang verbeten
gr even en een ongenoegzaam geschoold
verantwoordelijkheidsgevoel En welke
van deze oorzaken denkt men met de straf-
wetsartikelen, in 't bizonder met de straf
baarstelling van staking in openbaren en
spoorwegdienst, weg te nemen.
Neemt men sociale grieven weg met
te wijzen naar de gevangenis? Of ont
wikkelt men daarmee wellicht het gevoel
van sociale verantwoordelijkheid; van
solidariteit, die wat verdei reikt dan eigon
klassegenooten, die oog heeft voor het
algemeen belang van een geregeld ver
keer? Voedt men gewetens op met een
Wetboek van Strafrecht?
Kan er iemand zijn, die nog twijfelt
het antwoord te geven neen, in tegen
deel, blijvende verbittering zal van derge
lijke maai regelen het gevolg zijn
Een strafwet, die botst tegen de rechts
overtuiging van een groot aantal burgers
al is die rechtsovertuiging, zooals in
dit geval, ook nog zoo verkeerd kan
nimmer doel treffen- Wel de storing
van den socialen vrede bestendigen.
Die rechtsovertuiging moet worden ver
anderd. De arbeiders bij groote bedrijven
moeten het leeren inzien, dat een staking
hunnerzijds even immoreel is, als een
staking van dokters of van pleegzusters.
Maar zij moeten dat leeren begrijpen langs
anderen weg dan waar men dreigt met
boete en vrijheidsstraf.
Een slechte opvoeder is hq, die met
oorvijgen werkt.
Het Nieuws v. d. Dag zegt, dat thans
reeds kan worden vermoed, dat de spoor
wegbrigade zoo goed als algemeene in
stemming bij de natie ontmoeten zal.
Ook de enquête commissie zal kunnen
rekenen op algemeene sympathie. Op
zoo goed als algemeene sympathie zal
kunnen rek neu de poging om de per
soonlijke vrijheid beter te waarborgen,
de vrijheid om te arbeiden. Rest nog
het onderwerp, waarbij wordt vastgesteld
dat er naast de openbare ambten diens
ten te verrichten zijn, ten behoeve van
de publieke zaak waarbij niet elke plichts
verzaking door de oveiheid straffeloos kan
worden geduld. Het komt het blad voor
dat omtrent het laatste voorstel verschil
van meening zich in den lande zal open
baren Dit staat intusschen vastreac
tie wil de Regeering niet.
De Nieuwe Rett Ct. is ingenomen met
de wetsontwerpen tot vorming eener
spoorwegbrigade en tot het instellen van
een enquête.
Wat het anti-postenartikel betreft,
meent het blad. dat de noodige verbete
ring ware aan te brengen, door eenvou
dig in art. 284 de woorden „bedreiging
met geweld* door »bedreiging« of ernsti
ge bedreiging* te vervangen.
Van het anti-stakiDgsartikel zegt het
blad Een wet als de voorgestelde thans
zou, naar wij vreezen, de psychische ge
nezing, die noodig is. bemoeilijken voor
heel lang, misschien wel voor goed. Ze
ligt op dit oogenbiik o. i. niet in de goede
lijn. Er zijn te veel billijke grieven en
misstanden en wanverhoudingen. Op
zulk een bodem maakt een harde wetge
ver niet den indruk van rechtvaardig te
zijn.
Het Handelsblad zegt, dat tot verzeke
ring van den ongestoorden spoorwegdienst
strafbepalingen kunnen noodig zijn. Af
gezien van de vraag of de bewoordingen
door de Reg. gekozen niet veel te vaag
en te dubbelzinnig zijn, pleiten voor zul
ke strafbepalingen krachtige argumenten
van algemeen belang. De bedoeling is
niet de vrijheid van staking weer in te
trekken, maar enkel en alleen om onge
oorloofde middelen te beteugelen, waar
door de vrijheid van anderen wordt aan
getast en de openbare belangen in gevaar
worden gebracht.
Het bedenkelijke van zulke strafbepa
lingen is echter hierin gelegen, dat ze
niet baten, wanneer niet de oorzaken,
die tot haar uitvaardiging geleid hebben
worden voorkomen. Het blad acht een
krachtigen waarborg noodig voor den on
gestoorden gang van de openbare diens
ten, maar tevens en daarvan onafschei
delijk een goede behartiging van de be
langen van het personeel bij deze dien
sten, waarvoor de Reg. zich dan verant
woordelijk moet stellen. Dan alleen
heeft men recht dat personeel bijzondere
plichten op te leggen, onder strafbepalin
gen bij overtreding.
AXEL, 3 Maart 1903.
Ook in onze gemeente werd evenals
in omliggende gemeenten het 25-jarig
jubilé van Z. H. den Paus gevierd, in
zooverre door den Zeer Eerw. Heer Pas
toor eene plechtige H. mis aan God werd
opgedragen, waarbij de vurige bede tot
God werd gericht, dat Hij onzen grijzen
opperherder nog lang moge sparen tot
heil der H. Kerk en der gansche wereld.
Vele katholieken gaven van hunne feest
vierende stemming blijk, door het uit
steken der vlagop de roomsch katho
lieke kerk wapperde behalve de natio
nale ook de pauselijke vlag.
Zaterdag trachtten een 25 tal vee
smokkelaars nabij Koewacht met 8 koeien
de grens over te trekken. Zij werden
echter even over de grens door 4 douanen
overvallen die slechts één vaars in han
den kregentwee der koeien, die zij
tusschen de bedrijven door aan een boom
hadden gebonden, werden in het donker
door de smokkelaars weder heroverd.
Eenige schoten werden door de douanen
gelost, doch schermutselingen hadden
niet plaats. M. Ct.
Wegens gebrek aan deelnemers
de te Hulst bestaande cursus tot oplei
ding van onderwijzers voor dehoofdacte
opgeheven.
M«n schfjft uit Weert aan de N.
Limb. Koer.
In de herberg van P. L. zaten eenige
jongens van bet gehucht Boshoven ter
gelegenheid van de Vastenavondsleesten