JE VEMEIN5. No. 91. Woensdag 25 Februari 1903. 18e Jaarg. mmm uU k! Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch -Vlaanderen. F. DIELEMAN, Itnitenland. FEUILLETOY. m\m Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag*- en Vrijdagravond. ABÖNNEMENTSFKIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 70 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER AXEL. Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing -3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlyk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. M A C E D 0 I Na de Venezuelaansche quaestie voor zoover achtei den rug is, komt die van Macedonië meer op den voorgrond. Er is ook over die quaestie al heel wat ge schreven en ei zal nog nel wat verhan deld moeten worden, eer ook dat zaakje aan den kant is. Macedonië is een staat, gelegen op het Balkanschiereiland, en gren zende aan Turkije, Boelgarije eu Servië. Daar bekend is, dat de macht der Tui- ken groot is, moet het ons niet verwon deren, dat de inwoners van Macedonië nog al wat van de Turken moeten ver duren, en te minder als we weten, dat deze evenals de Boelgaren en -Serveu, belust op dat stuk land zijn. Om echter oorlog tusschen die staten te voorkomen, zullen Oostenrijk en Rusland zich wei een beetje met de zaak bemoeien. De Bulgaren willen Macedonië hebben zij zeggen, dat bet hun toekomt, omdat er zooveel Bulgaren wonen Hetzelfde zeggen en beweren ook de Serven en Grieken, en ze hebben allen meer of minder recht, want de bevolking in Ma cedonië is zeer gemengd. Als heden de groote Mogendheden besluiten, om Bul garije Zuidwaarts uit te breiden, zou men heel wat te stillen hebben met de Serven. De Grieken zou men desnoods kalm kun nen houden met den afstand van Kreta. Maar de groote Mogendheden zijn nog al voorzichtig met haar geven. Zij wer pen zich wel op, vooral Rusland, als de beschermers der Christenen, maar zij hou den intusschen toch streng toezicht dat de kleine Staatjes op het Balkanschier- „Ge vraagt my en ik antwoord u kort om, drek eQ wierook, alles is er, 't zijn de twee nieuwmodische welriekendheden.' „Wederom lamsbout 1" riep mynheer de Courtomer. „Een buitenkansje zei Guiscard. „Welk een fameus diner een vette, mal sche, warme lamsbout, zooals men er in het café Anglais geen op tafel ziel ver- schyneG." Voorwaar, mijnheer de graaf de Courto- mor was een geducht eter. Dat dacht He lena. hem gadeslaande. Wederom maakte mevrouw de Courto mer een afleiding eu vroeg „Waarom zijt ge niet gebleven tot de opening der tentoonstelling van schilde rijen „Twaalf of vijftien kilometer schilderijen te voet af te leggen o, neen, verplicüt. Wanneer de schilders tegelijk inst de mededingen van paarden hun schilderijen gelijkvloers tentoonstellen, eu men te paard in galop huo beschilderde doeken kan voorbijrijden, aan zeg ik niet neen." Met een bord Koude asperges, welke de keukenmeid „overhad" liep het diner zod- der twist af. Toen Helena zich nu des avonds alleen eiland niet te groot worden. Dit zou volstrekt niet aangaan, omdat zulke Staatjes daarmee zooveel macht zouden kunnen krijgen, dat zy hinderlyk zouden kunnen worden voor de politiek dei Mo gendheden zelf. Noch Rusland, noch Oostenrijk denken er een oogenblik aan, aan de nationale verwachtingen van Bul garen, Serven en Grieken voedsel te geven, alleen in zoover, dat zij kleinen Staten het leveo gunnen, om in onderdanigheid zich door de groote te Iat6n gebruiken. Te Athene droomt men altyd van de herstelling van het Groote Grieksche RjjK en bet overbrengen van de hoofdstad van Athene naar Konstantinopel. Daar komt nooit iets vaD, want Rusland wil zelf Konstantinopel hebben, daar het bezit van die stad voor Rusland van het hoog ste belang zou zijn. Alleen door het bezit van Konstantin pel of den Bosporus is Rusland meester van aen toegang tot de Middellandscbe Zee. De Zwarte Zee zou dan een Russische binnenzee wordeD. En heeft Rusland eenmaal het oog ge vestigd op Konstantinopel. dan heelt Oos tenrijk naar het heet, reeds lang daarmee genoegen genomen, mits Ruslaod er in dat geval niet op tegen heeft, dat het zich uitbreidt in de richting van Saloniki en op die wijze een veiliger verbinding krijgt met de Middellandscho Zee dan door de Adriatische Zee. Of nu dit alles bij de overeenkomst tust,chen Rusland en Oostenrijk in 1876 is vastgesteld, weet men nietnatuurlyk blijven zulke dingen gebeim. Dinsdag jl. zijn Rusland en Oostenrijk het over alle puntjes eens geworden. Het heeft lang geduuid, zal men zeggen, in haar kamer bevond had zij het ver driet moeten erkennen dat noch de vader noch de zoon de moeder waard waren, en dat de zoon, van wieu men zulke boo- ge denubeelden koesterde en die een volmaakte vrouw behoefde, precies dat gene was wat vader Bonjean gezegd had Maai zulks ging haar uiet aan en zij had zich niet te bemoeien met hetgeen mijnheer de markies en mijnheer de graaf Courtomer waard konden zijn. Wat haar eeuiglyk trof en baar deed nadenken, was de halsstarrigheid, waarme de beiden haar gedurende den maaitijd beschouwd hadden. Geen enkelen keer had zij hun oogen ontmoet, omdat zij de hare niet in bun richting gewend had, maar bestendig had zij ze op zich ge voeld. XXIII. De vertrekken, welke men aan Helena en aan haar leerling gegeven had, waren die, welke Guiscard bewoonde in den tyd toen deze studeerde of tenminste moest studeeren, en welke bij verlaten had toen zijne ouders, moedeloos geworden, er van afgezien tiadden hem zijn studiën te doen voortzetten. Zy waren dus ongeveer in denzelfden toestand gebleven als toen „mijnheer de graai" ze bewoondeaan Adelaide had men de kamer van „mijnheer de graaf', aan Helena die vau den abbé gegeven, vooral met het oog op den min of meer dreinenden toestand op bet Balkanschier eiland. Toen Rusland en Oostenryk klaar wa ren, eiscite de beleefdheid, dat men aan de andere Mogendheden eerst kennis gaf van het ontwerp met verzoek om steun te Konstantinopel, indien men geen be zwaren had. Dit ging echter nog al vlot. De antwoorden van Duitscjiland, Frank rijk en Italië waren nog al gunstig, en dat van Engeland eigenlyk ook, want de Koning heeft bij de opening van het Parlement de Macedonische vraag voor gesteld als veel onrustwekkender, als ze werkelyk is. De voorgestelde horvormingen zijn niet zoo ingrijpend als men wel had verwacht. Zij hebben alleen betrekking op fioan- cieën en bestuurszaken en zijn voor een groot deel dezelfde, die de Porte reeds herhaaldelijk op papier gezet, maar nim mer in toepassing heeft gebracht. Nieuw is de vordering, dat de opbrengst vac de tienden voortaan niet meer naar Constan- tUopel gezonden zal wotden, maar blijven zal in en ten bate komen van Macedonië. Tot gouverneur zal worden benoemd iemand, die geen Christen behoeft te zijD maar die zulke volmachten h6eft, dat hy niet in alle gevallen de Porte om instruc ties behoeft te vragen. Men kan begrijpen, dat het den Bulga reu zeer is tegengevallen en men daar zulk een hervorming voor ten eenenmalo onvoldoende houdt. Men merkt er op, dat de aanstelling van een inspecteur-ge neraal geen genoegzame waarborgen geeft, terwijl zelfs van de door den Sultan aan gevangen hervorming van het rechtswe- en in de leerzaal had men de tafels, de zwarte borden, de kaarten en leerboeken gelaten, die door Guiscard weinig versle ten waren. Sints hij bevryd was van onderwijzers bad Guiscaid natuurlijk nooit meer de zaal betreden, welke hy een folterkamer noem de, wat waarlijk niet slecht gevonden was doch alleen wanneer men het toepaste op hetgeen zyn leermeesters daar veiduurd hadden, en niet op hetgeen hy zelf ver duurde want hy had het zich altoos ge makkelijk gemaakt ais eeD jong menscb dat boven die nietigheden verheven is. Den dag na zijne terugkomst van Pa rijs, was Helena verwonderd hem te zien binnentreden alsof hij iets zocht. „He, waarom komt ge hier zei Ade laide op plagenden toon en spottend glim lachend. „Dag kleine," „Dag gioote." Bedeesd had hij Helena begroet. „Hebt ge lust met ons werkzaam te /.ijn," hernam Adelaide„ge komt van pas en zult mij helpen. Het betreft het deelwoord in den verleden tijd dor bedrij- vende werkwoorden. Ge weet; „Indien God ons van de andere dieren onderschei den heeft, is zulks hoofdzakelijk door de gave der spraak." Was Guiscard een luiaard, hij was toch getm domkop, en hij zag dat zijn nichtje hem voor den gek wilde houden glimlachend zag hij Helena aan. zen en van den aanleg van wegen met geen woord melding is gemaakt. Mace donië zeggen de Bulgaren, moet hebben volkomen gelykstelling van de Christenen, zelfstandige gemeentebesturen en eigen beheer, zy het ook onder een Turkschen stadhouder evenals in deo Libanon. Er bestaat echter niet veel vooruitzicht dat Rusland en Oostenrijk van dacritiek der Bulgaren verder notitie zullen nemen. Een opstand zal nu ook weinig kans van slagen meer hebbenwillen de Macedo niër zich dus niet onderwerpen, dan zul len zij aan de genade of ODgenade der Turken worden overgeleverd. Van den officieelen tekst is nog weinig bekend. De Weener N. Freie Presse kan er wel iets van weten en deze bevestigt dat er geen sprake is van een gouver neur van Macedonië, maar alleen van een inspecteur, die benoemd zal worden door den Sultan. Deze inspecteur zal voor een zeket aantal jaren worden aangesteld zoodat bij niet naar willekeur vroeger ontslagen kan worden. De financieele hervorming zal hoofdzakelijk daarin be staan, dat de inkomsten der drie Macedo nische provincies voor de behoeften van het land zullen worden besteed en dat alleen het overschot in de Turksche schat kist zal vloeien. Dit geldt vooral van de tienden, die in den tegenwoordigen vorm zeer drukkend zyn. Regelmatige netaling der ambtenaren en verbetering der gendarmeiie worden eveneens in het onderwerp vermeld. Van verschillende zijden wordt nu al voor men het plan beelemaal kent, ge vraagd of met dit onderwerp de vrede zal zyn verzekerd. Men twyfelt er aan. „Hoe goed bewijst de kleine de juist heid van dit voorbeeldzeide hy. Adelaide begreep niet oogenblikkelijk maar plotseling riep zy „O, die ondeugende neef „Ik verzoek u mij te verontschuldigen, dat ik u kom storen," zei Guiscard tot Helena„ik kom een boek halen." Zoolang hy in de kamer was, bad hy de oogen strak op haar gericht gehoudeD hy sloeg ze eerst neder toen hij haar aansprak. Welk boek vei langt ge?" vroeg Ade laide, die opgestaan was. „Een woordenboek 1" „Welk „Dat in groen marokijn." Helena kon niet verhinderen dat een glimlach haar lippen plooide, toen zij die wooiden hoorde, welke haar den groenen Plutaichus en den gelen Xenophon, waar van vader Bonjean haar gesproken had, herinnerde, „Zoek dan zelf," zei Adelaide schalksch, Maar toen Guiscard zijn woordenboek gevonden had, scheen bij nog niet van zins been to gaan hij liep heen en weer door de kamer, bekeek de met krijt op het zwarte bord geschreven cijfers ver volgens naar Adelaide gaande, die bare plaats weer ingenomen had, bezag hij het schrift waaraan zij bezig was. „Weet ge wel dat ge niet zeei fraai schrijft zei hy. Met spytig gezicht keerde zij zich om

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1903 | | pagina 1