Binnenland.
en zijn metgezellen onverzoenlijk tegen
over Chamberlain waren opgetreden. Hert
zog klaagde over de bekrompenheid van
db lagere Britsche ambtenaren, hoewel de
boogere niet veel beter zijn. Hun onkunde
in bet Hollandscb, bun verwaarloozen van
de belangen en wenscben van bet volk
scheppen voortdurend wantrouwen. Hert
zog keurde al, dat oude bepioefde Vrij-
staatsche ambtenaren voor Nationale Ver
kenners werden voorbijgegaan. Hij drong
aan op amnestie voor de rebellen. Zonder
die amnestie geen verzoening. Hertzog
stelde Chamberlain verantwoordelijk vooi
de slechte behandeling van de echtgenoo-
ten van De Wet, Steijn en Hertzog zelf
gedurende den oorlog.
De commissaris der Koningin in Zee-
laDd maakt bekend, dat in het jaar 1903
le de jacht op houtsnippen met ingang
van 1 Maart, die op waterwild met in
gang van 1 April en die op watersnip
pen met ingang van 16 April zal geslo
ten zijn
2e het weispel van kwartelen alleen
van 1 Mei tot en met 15 Juli zal geoor
loofd wezen
3e de kooieenden door een kooiman
moeten worden opgesloten of gehouden
van 1 April tot en met 30 April en van
1 Juli tot de opening der jacht op water
wild
4e de visscherij zal gesloten zijn van
16 Maart tot en met 15 April voor zoo
veel betreft het visschen met het kruis-
net en met den hengel eu van 16 Maart
tot en met 31 Mei voor zooveel betreft
het visschen met den zegen of het sleep
net
5e de visscherij met de overige voor
deze provincie geoorloofde vischtuigen zal
gesloten zijn van 16 Maart tot en met
15 Mei
6e gedurende dec gesloten vischtijd.
sub. 5e vermeld, in de wateren waarop
de sluiting der visscherij toepasselijk is
het visschen van aal ot paling doch al
leen met aalkorven en met een aalhaak
voorziene dobbers, zal mogen plaats heb
ben.
Door den commissaris der Koningin
in Zeeland is bepaald dat de aflevering
van de manschappen van de lichting 1903
bestemd ter volledige oefening zal plaats
hebben 3, 4, 5, 6 en 7 Maart en die be
stemd voor de korte oefening op 19 en
20 Mei.
braden forellen. Na de forellen een kalfs-
swezeiik met doperwten; de erwten ge
kookt en opgedischt met ongesmolten
boter."
„Maar mijnheer de markies wil geen
erwten dan met spek gekookt."
„Mijnheer de giaaf houdt van geen
spek, dat weet ge wel. Vervolgens eeD
lamsbout."
„Maar mynheer de markies heeft ge
zegd dat hy geen lamsvleesch meer wil
de."
„By zal het zich niet herinneren. Lams
vleesch is een lekkernij voor mynheer den
graaf. Zorg dat zij goed warm opgedra
gen wordtin de goede Paryscbe res
taurants komt ze brandend heet op tafel
mijn zoon mag in geenerlei opzicht ver
gelijkingen kunnen maken, die ten voor-
deele van Parijs zyn. Als groenten, as
perges met room."
„Kan ik er een bord koude voor mijn
heer de markies van afzonderen
„Zeker, wel te verstaan zoo ge er te
veel voor de roomsaus hebt. Doe uw best
bezorg ons een zoo goed mogelijk mot
zorg bereid diner, dat ons de komplimen-
ten van mynbeer den graaf bezorgt en
hem niet het café Anglais of bet café
Riche doet betreuren."
De mamezin bedwong zich tenminste
niet.
Met Helena ging zy even zoo oprechtte
werk.
„Morgen is er vakaotie," zeide zij, na
onder eenig voorwendsel Adelaide naar
De aflevering van de manschappen van
de lichting 19U2, die ingevolge art. U'l
der militiewet 1901 of ter vervulling van
de plaatsen der manschappen, die op 15
October 1902 outbraken, moeten worden
opgeroepen, zal plaats hebben op 10 Maart.
De Rijksmiddelen.
Do opbrengst van 's Rijks middelen
over de maand Januari 1903 heeft die
in dezelfde maand van 1902 met bijna
9 ton overtroffen, doch is ruim 13 ton
beneden J/12 der raming voor dit jaar
gebleven.
Bij vergelijking der verschillende rubrie
ken met verleden jaar zien we, dat de
grondbelasting 10.000 en het personeel
54 000 minder opleverden, waartegen
over een hoogere opbrengst van 39.000
voor de bedrijfsbelasting en van 3000
voor de vermogensbelasting valt te con
stateeren.
De rechten op den invoer brachten
18 000 minder op.
Van de accijnzen gaf die op de suiker
een vermeerdering van 28u.000. terwijl
de opbrengst van dezen accijns in de
laatste drie maanden f 400 000 hooger
was dan in hetzelfde tijdvak van 1901 ,'1902.
De wijnaccijns was 3000 lager, die op
het gedistilleerd 47.000 hooger, die op
het zout f 4000 hooger, die op bier en
azijn 14.000 lager en die op het geslacht
slechts 1000 lager, zoodftt de accijnzen
te zamen ruim 3 ton meer in de schat
kist brachten dan in Januari 1902.
De zegelrechten gingen met 6000
vooruit, de registratierechten daarentegen
met f 43.000 en de hypotheekrechten
met ƒ3000 achteruit doch de successie
rechten vertoonden weder een aanzienlijk
avans, en wel van 557 OuO.
Vermelden wy ten slotte, dat de do
meinen ƒ2000, de posterijen ƒ61000,
de rijkstelegraaf 24.000 en de loods
gelden 16.000 vooruitgingen (alle dus
gunstige cijfers), dan is het voornaamste
uit het overzicht der opbrengst van
's rijksmiddelen vermeld
Uit bovenstaande blijkt dat de hoo
gere opbrengst van de afgeloopen maand,
vergeleken met Januari 1902, voorname
lijk een gevolg is van de meerdere
inkomsten uit de successierechten en den
suikeraccijns.
Werkstaking.
SPOORWEGPERSONEEL.
Het bestuur der Soc.-dem. Arbeiders
partij heeft een manifest aan het Ned-
volk gepubliceerd, waarin o. m. te kennen
den tuin te hebben gezonden„ik wil
niet dat mijn nichtje door werkzaamhe
den vermoeid wordt. Gij moet haar ver
maken zooals ge wilt, 't is mij onverschil
lig, maar ik wil dat haar gezichtje een
vroolijke uitdrukking vertoont als haar
neet komtkies haar een lief toilet.
„Dat is moeilijk wegens haar rouw."
,,Geef baar een nieuw plooisel om den
bals en om bet handgewricht gedofthaar
blond krullend haar moet los op de schou
>lers ueerhangen. Zoo zal zij bekoorlijk
zyn, en ik wil dat zij bekoorlijk voor
haar neef verschijnt. Voor u wil ik geen
geheimen hebben, en ik geloot dat hot
van een verstandige en voorzichtige per
soon zooals g(j. het beste ia mijne plan
nen toe te vertrouwen, overtuigd dat gij,
er mede bekend, ze zult ondersteunen.
Mijn plan is mijn zoon later met mijn
nichtje te doen huwen, en daarom wil
ik dat hij van nu af zich gewenne haar
allerliefst te vinden, zoodat het huwelijk
binnen vijf of zes jaren natuurlijkerwijs
gesloten wordt. Misschien zal dat niet
van zelf gaan, want het zal mij veel moei
te kosten hem te huis te doeu blyven,
in weerwil van alles wat ik van zins
ben te doen om hem hier te houden an
derzijds zal ik veel moeite hebben, vrees
ik, bem Adelaide's afkomst te doen ver
geten maar ik hoop dat bet mtj zal ge
lukken en ik verheel niet dat ik veel op
u reken, die van dit kmd een volmaakt
goed opgevoed meisje moet maken."
Wordt vervolgd
wordt gegeven, dat het spoorwegperso
neel. indien wettelijke maatregelen tegen
staking mochten genomen worden, zich
gereed maakt opnieuw den arbeid neer
te leggen. Tot de arbeiders wordt gezegd
dat ze zich niet moeten laten verleiden
tot onberaden stappendat zij als ze
willen staken, dit moeten doen, waar het
noodig is en een goede uitslag kan ver
wacht worden, zonder in overdreven of
onvervulbare eischen te vervallen; dat
zij tot afwering van het gevaar dat
thans de gansche arbeidersklasse in Ne
derland bedreigt, de noodige solidariteit
met het spooorwegpersoneel moeten be-
toonen.
Het Nederlandsche volk wordt gewaar
schuwd zich niet te laten misleiden
omtrent het karakter der jongste spoor
wegstaking. Opgemerkt wordt, dat liet
oproepen van 15 000 miliciens meer scha
de en kosten zal veroorzaken dan de sta
king zelve en dat een dwangwet tegen
het personeel eer, nieuwe staking zal
uitlokken, waarin waarschijnlijk ook ve
le arbeiders van andere vakken zullen
worden betrokken
Het manifest eindigd aldus
„De sociaal-democratie wil niet liever
dan dat men den arbeiders de gelegen
heid geeft in volkomen vriiheid gebruik
te maken van al hun burgerrechten
vrijheid van algemeen kiesrecht enz Ge
schiedt dit, dan zal het blijken, dat de
arbeidersklasse niet is een verwoestende
macht, die het welzijn der geheele natie
bedreigt, maar integendeel een stuk nieuw
vruchtbaar leven, dat het stoffelijk en
geestelijk peil der geheele menscbheid
verhoogt
„Opdat dit óók in Nederland het geval
zal zijn, roepen wij onze medeburgers op
in deze ernstige tijden evenals wij koel
van hoofd te blijvenzich niet tegen de
arbeidersklasse te laten ophitsen op te
komen tegen de misdadige geldverspilling
door 't oproepen der miliciensniet toe
te laten, dat de Nederlandsche Regeering
den weg opgaat van dwang en reactie
doch er bij haar op aan te dringen, door
handhaving van de rechten aller staats
burgers en het tot stand brengen van
flinke hervormingen, botsingen en beroe
ringen als waarmede wij thans worden
bedreigd te voorkomen."
Het Kamerlid Talma over de werksiakiug
De redacteur vau Patrimonium schrijft
o. m.
Naar onze meening wordt de beteeke-
nis der staking door sommige meoschen
overschat. Ook wij gelooven, dat deze
staking een feit is van de meest ingrij
pende beteekenis en dat we nog jaren
lang de gevolgen dezer stakiDg in ons
maatschappelijke leven zullen bespeuren
maar we meeuen, dat de beteekenis el
ders ligt dan in een vroeger aangeduide.
Wij zien in deze staking volstrekt
niet het begin van het einde. Men ziet
voorbij, dat er niet een macht is ont
staan, maar openbaar geworden. Alles
is op dit oogenblik feitelijk hetzelfde als
een maand geleden. De macht,|die nu
een groot deel van ons volk door haar
optreden heeft verschrikt, bestond toen
ookhet eenige verschil is, dat haar be
staan nu wordt erkend. En dit is geen
schade, maar een voordeel Wij hebben
tegen deze staking hoogst ernstige be
zwaren en wij oordeelen. dat zij veelzins
noodlottige gevolgen zal hebben, maar
dit eene hebben we door deze staking
gewonnen, dat het moeilijker zal gewor
den zijn, om de werkelijkheid te mis
kennen.
De werkelijkheid, die openbaar werd.
is deze;
Dat ons spoorwezen afhangt van den
geregelden dienst van een twintig duizend
arbeiders. Dat dit korps ambtenaren van
hoogereu en lageren rang onmisbaar is
voor de goede werking van een der voor
naamste lvensvoorwaaiden van handel
en nijverheid een goed, snel en geregeld
verkeer.
Nu schijnt het wel vreemd, dat deze
staking nog noodig was, om dit eenvou
dige feit tot het bewustzijn van ons volk
door te laten dringen. Het schijnt zoo
voor de hand te liggenmaar dat het
noodig was. staat vast.
Immers met alles heeft de Staat, die
toezicht houdt op het spoorwegverkeer,
zich ingelaten. Alles wat den dienst
betreft, is tot in bijzonderheden geregeld.
Maar de rechtstoestand dier duizenden
arbeiders bleef ongeregeld.
Schr. herinnert er dan aan, dat de
rangeerders in dienst waren van de Maat
schappij, die stond onder" de wettelijke
verplichting om de goederen, haar door
het Vriezeveem aangeboden, te vervoeren.
Nu kunnen wij ons, dus gaat hij voort
voorstellen, dan die rangeerders het aller
onaangenaamst vonden aan die verplich
ting te voldoen, waar naar hun meer.ing
dit hun kameraden zou schaden, maar
geeft dit hun recht dezen dienst te wei
geren? Wij kunnen ons niet voorstellen,
dat men in een socialistische maatschap
pij zich aan wettelijke verplichtingen
eenvoudig zal kunnen onttrekken op
grond, dat de voldoening aan die verplich
ting anderen zou kunnen schaden, met
wie men zich verbonden gevoelt.
Dit deden deze arbeiders met ontijdige
verbreking van hun contract en, voor
een deel van hen, met terzijdezetting
van een door hen afgelegden eed. Dat
deden zij, zonder het noodig te vinden,
tegenover het publiek met een enkel woord
hun contractbreuk te rechtvaardigen of
te zeggen, waarom zij zich door hun eed
niet langer gebonden achtten.
Wie een dergelijke handeling verdedi
gen kan, moet het maar zeggen, onzes
inziens is ze dooi en door onrechtmatig.
Deze minachting van de algemeene be
langen, deze geringschatting van het ge
sloten contract en het gegeven woord,
maken deze staking tot eene, die naar
onze meening moet worden veroordeeld,
al zou zij ook evenveel goede vruchten
dragen als zij er naar onze overtuiging
echte dra»m zal.
Schr. komt dan aan het dreigend ma
nifest der spoorwegmannen: de manifes
tatie in Den Haag.
Dit zijn allerzonderlingste manieren.
Wij spreken nn niet over het plan der
leiders om door een staking invloed uit
te oefenen op de Kamers.
Hier gaat het niet om. Dit plan kon
den zij vormen en uitvoeren, zonder dat
het publiek tot op de uitvoering er iets
van merkte.
Neen hier gaat het om, dat de leiders
dat openbaar maken.
Waarom doen zij dat? Niet om hun
leden, die krijgen nog een geheime instruc
tie. Dus ze doen het om bang te maken.
Dezelfde mannen, die den »moed« heb
ben. ter wille van een geschil als te Am
sterdam liep, het geheele verkeer in ons
land te stoppen, onderstellen bij andere
mannen de lafheid om uit vrees anders
te handelen, dan hun plicht hun voor
schrijft, anders te stemmen dan naar
eer en geweten
Nu kan natuurlijk niemand hun ver
bieden. zoo te schrijven, maar zij geven
ons de vrijheid, om daaruit te schatten
hun waardeering van maanehjke eer, en
om te zeggen dat de arbeidersbeweging
onder zulke leiding haar eigen graf graaft.
Want wat is het gevolg van een op
treden als bij deze staking?
Zeker, het eerste gevolg zal zijn, dat
de vakvereenigingen groeien.
Maar men zal door dit optreden de
geheele zich ontwikkelende Christelijke
vakbeweging afstooten.
Wij hebben menig hard woord ver
duurd en het wantrouwen van menigeen
er mee opgewekt, wanneer wij er voor
hebben gepleit, dat onze mannen ook
met socialisten konden meedoen in een
beweging, wanneer te voren oprecht en
eerlijk de voorwaarden van samenwerking
waren vastgesteld.
Maar wat moeten wij antwoorden,
wanneer men ons er op wyst, dat een
der socialistische voormannen, wanneer
trouw aan een contract wordt gevraagd,
de schouders ophaalt en zegt dat in oor
log alles geoorloofd is.
Schr. besluit zijn artikel
Een bepaling ais nu bestaat, die wel
aan de beambten een eed oplegt, dus