BEKENDMAKING. JE VEEipm. J\o. 87. Woensdag If Februari 1905. 18e Jaarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse h -Vlaanderen. F. DIELEMAN, een ONDERWIJZER, Buitenland. FEUILLETON Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag1- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS? per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor Bilgiï 70 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER AXEL. Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 oent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. De Burgemeester van Axel, Provincie Zeeland, brengt ter kennis van belang hebbenden, dat van heden af ter secreta rie dezer gemeente kosteloos verkrijgbaar worden gesteld Formulieren ter mede deeling van den wensch om gebruik te maken van de gelegenheid tot het doen onderzoeken van voor uitvoer bestemd vleesch. (Art. 2 van het Koninklijk besluit van 21 November 1902, Staatsblad No. 199) en dat de aanvang van den keurings dienst nader zal worden bepaald en bekend gemaakt. Axel, 3 Februari 1903. De Burgemeester voornoemd, D. J. OGGEL, Aan de Openbare Lagere School te Axel wordt GEVRAAGD met bevoegdheid voor vak j, op eene jaar wedde van ƒ500.—. Indiensttreding 1 April e.k. Stukken franco atn den Burgemeester vóór 25 Februari e.k. BELGIË. Rubino, (beschuldigd van den misluk ten moordaanslag op den Koning) ver scheen Vrijdag opnieuw voor het Hof van Assises. Er was een groote politiemacht op de been om de orde te verzekeren. „Die voortreffelijke mijnheer BonjeaD heeft mj) over u gesproken op een wijze, welke het noodig maakt u aan een exa men te onderwerpen," zei de markiezin „hij heeft u zeker reeds gezegd welke onze voorwaarden zijn Helena boog. „Welnu, dan blijft mjj nog over u op recht te zeggen, dat gjj mij zeer goed behaagtja zeer goed, en dat zoo mijn nichtje en ik u met behagen „O, mevrouw de markiezin „We moeten elkander wedeizjjds aan staan, niet waar Welnudaar wij u geen afkeer inboezemen, is de zaak over eengekomen. Moigen zullen we beginnen Na dit gezegd te hebben, wilde de markiezin zelve aan Hdena het apparte ment toonen, dat voor haar bestemd was. Het was op de eerste verdieping en be stond voor baar uit eeD lraaie, beboorljjk gemeubeleerde kamer, en voor de studie school met baar leerling uit een rond vertrek gelegen in eeD der torens en welks drie vensters een vergezicht op den vijver en het park boden. „Ik geloof dat het naar uw zin zal zijn,"' zei de markiezin op een toon die belee- kende: „ge weet dat ge nergens beter Rubino giug in zijn verdediging tegen de moderne maatschappij te keer en ver klaarde, dat hij zijn aanslag op den Ko ning der Belgen deed, omdat deze de vertegenwoordiger is van die maatschappij. Hij verklaarde het plan te hebben ge had naar Italië te gaan om ook daar een aanslag te plegendoch zijn middelen waren ontoereikend om die reis te doen. In zijn gansche verhoor gaf bij blijk van groote zwetserij bjj bet ontwikkelen zijner anarchistische theorieën. In het uitspreken van den eisch heeft Janssens, de advocaat-generaal van gen. Hof, de gezworenen trachten te overtui gen dat zij op de eerste vraag betreffen de de schuld van Rubino bevestigend dien den te antwoordep. Rubino heeft immers tijdeDs de instructie z»lf beweerd geweten te hebben, dat de Koning in bet eerste rjjtuig zat. Alleen de scheur in de voe- riüg van zjjn jas verhinderde hem zijn moordplan uit te voeren. Rubino heeft, toen bij inzag, dat hij zijn eigenlijke plan niet ten uitvoer kon leggen, daarna be proefd, tenminste een bofdignitaris te dooden. Thans tracht hij een zware straf te outgaan, door te zeggen dat by toen maar op goed geluk beeft gevuurd. De voorbedachte raad is bewezen. De ver wezeniijking van het moordplan is ver yHeld door omstandigheden die van deu wil van den dader onafhankelijk waren. Mocht de eerste vraag betreffende zijn schuld outkennend beantwoord worden, dan moest de jury bevestigend antwoor den op de tweede vraag (voorbereiding van een poging tot moord op den Kouing) of ten miDste op de derde (poging tot moord met vooi bedachten rade op de hof- kunt zijn." Dat was juist wat Helena antwoordde, T geen mevrouw de Courtomer veel plei zier scheen te doen. Terwijl zij het kasteel doorliep was Helena nieuwsgierig te weten of uien baar niet aan deu markies zou voorstel len, die ook een stem moest hebben in de keus der onderwjjzeies zijner nicht; maar hiervan gebeurde niets. Het was niet eerder dan op 'toogen- blik om in een breack plaats te nemen, welke de markiezin had doen inspannen om de bezoekers naar Conde terug te voe ren, dat zij van haar echtgenoot en van haar zoon sprakb9iden waren te Parjjs bij gelegenheid der tentoonstelling van en de opening der voorjaarswedrennen zij zouden niet eerder dan na veertien dagen te Courtomer terug zijn. Voor Helena was zulks niet zeer ge wichtig; immers noch met den markies, nocb met Guiscard zou zij iets te doen hebben. Wanneer zij te Courtomer terug kwamen was het te hopen, dat zy van die veertien dagen goed genoeg gebruik bad gemaakt, om zicb voor goed in deD g6est van de tante en in het hart der uiebt gevestigd te hebben. XXI. Wat zij gehoopt had gebeulde ook. Iu weinige dagen had zij de genegenheid van mevrouw Courtomer en van de klei- dignitarissen). De verdere inhoud van het requisitoir tegen Rubino was zeer streng. De ad vocaat generaal schildert hem als een gelukzoeker, een slechte kerel, dien alles zelfs de strengste straf welke men op hem kan toepassen, onverschillig laat. De doodstraf misschien nietDat is misschien, zooals voor alio lafaards, de eenige vreesEn daarom pleegde hjj geeri aanslag op het hoofd eener natie als Frankrijk. Engeland, enz., waar de doodstraf bestaat. Hier in België en R. wist het, bestaat de doodstraf niet meer en heeft bij enkel het zachte, te zachte regime der gevangenis le vreezen, en dat vreest hjj niet, want die man wist niet meer van wat hout pijlen te maken ec hij zil er ten minste eten hebben. De advocaat-generaal toont aan hoe R. te Londen handelde. Hij was in dienst van het Itaiiaanscbe consulaat om de anarchisten te bewaken. Welnu, een zaak is zeker: of wei Rubino bedroog het consulaat, of wel hjj bedroog zijne kameraden. Die man is tot alles in staat! Sinds 17 Juni 1902 verliet hjj zijne vrouw, hg wilde naar Canada gaan, omdat hjj niet bekwaam is, zjjn huisgezin te onderhou den. Hij wil eindelijk zelfmoord plegen, zoo verklaarde hg, maar eerst moest hy zicb wreken op de maatschappij, en hij kiest onzen vorst als zijn slachtoffer. Geweld dadig was Rubino van karakter, zijne veroordeelingen getuigen het. Hij maakte zich ook schuldig aan veel- wgvery en beschouwt zulks als zeer na tuurlijk die man kent noch wet, noch eer, noch meesterMr. JausseDS besluit ne Adelaide rerworveD. Het meisje was werkelijk zoo als zy het reeds dadelijk beoordeeld had, een goed, schrander kind even gelukkig begaafd zoowel naar hart als geest, welwillend, onderworpen, gaar ne behagende en vooral dorstend naar vriendschap. Den dag na dat Helena in het kasteel gevestigd was, had het kind een woord gezegd, 'twelk verried wat het was en wezen zou. Helena was binnengekomen om haar te wekken, te doen opstaan eu over haar toilet het oog te houden na- tuurljjk was zij zelve reeds geheel ge- re'ed en gesleed voor haar dagwerk. Het kind sliep niet; het hoofd op haar half opgeheven arm latende rusten, scheen zij, haar oogen in de ruimte latende dolen, droefgeestig te peinzen. „Het is tjjd om op te staan," zei He lena. „Ja, mejuffrouw./ Maar in stede van uit het bed te stap pen, bleef Adelaide er in en zag Helena aan, en bjj deze stille aanschouwing nam haar gezicht een droeve uitdrukking ge paard met iets zachts en teeders aan in haar oog zwom een traan die, zonder te vallen tusscben haar ooghaartjes rolde. „Wat deert u, mijn kind?" vroeg He lena zacht, verwonderd over deze vert6e- dering, waarvao zy de reden niet wist; ,ik bestraf u niet." ,/t is niet daarom dat ik neiging tot weenen heb, mejuffrouw integandoel." met eeue zeer strenge veroordeeling te eischen. Mr. Royer, de verdediger van Rubino trachtte aan te toonen, dat deze slechts ten deele verantwoordelyk kon geacht worden voor zijn daden. Hij stond lang stil bij net stuk dat Rubino in zijn cel bad geschreven, om het anarchisme te verheerlijken. Daarna werd de zitting verdaagd. FRANKRIJK. De beweging over Dreyfus begint lang zamerhand weer aan te zwellen en al kan men nog niet precies zeggen hoe het staat, er is toch grond genoeg, om ons op de hoogte te houden. De hoofd man bjj deze oprakeling is niemdnd min der dan Jaureès, wat op zichzelf al teekent want Jaurès is geen man om met praat jes voor don dag te komen. De groote belangstelling van Jaurès in de Dreyfus-zaak ligt in de eerste plaats in zjjn rechtvaardigheidsgevoel, maar er is ook iets persoonlijks bijgekomen. Toen de Dreyfus-beweging op haar grootste hoogte was gekomen en drievierden van Frankiijk Dreyfus voor een verrader hield en daarbij bleef, sprak Jaurès voor de onschuld van Dreyfus en dat maakte hem zoo impopulair, dat bjj niet in de Kamer werd herkozen. Jaurès, zou men dus kunnen zeggen, heeft met de dusgenaam de openbare meening nog een appeltje te schillen. Men zegt dat Jaurès in de eerste plaats zal aantoonen. dat er bij Rennes op de zelfde wijze geknoeid is als bij het eerste proces, alleen met dit onderscheid, dat niet de president van den Krijgsraad met „Waarom dan? Wilt ge mj) dat zeg gen ,,'tls u in den rouw te zien, wat mij pleizier doetik zou eigenlijk moeten zeggen doet pleizier, neen, zeker niet, maar het treft mij, want bet sebynt mij dat ons zulks nader tot elkaar brengt, en dat wanneer ik niet altoos naar u luis teren mocht gjj zoudt beseffen waarom niet waar mejuffrouw-" Helena nam haar in haar armen, en, zelve innig bewogen, kuste zij haar ter wijl de kleine in tranen versmolt. Hoe had men geen sympathie en ge negenheid kunnen gevoelen voor dat meis je met het teergevoelig en kuisch hart bij Adelaide was hit meer dan sympa thie: een ware teederheid, de hartstocht van een kind dat behoelte heeft te be minnen en bemind te worden, Met mevrouw de Courtomer werd het zelfde resultaat bereikt, schoon langs een anderen weg, en Helena had weldra het hart der tante zooals dat der nicht ver overd. De markiezin was werkelijk een voor treffelijke vrouw, die haar wonderbaar Voorkomen vergoedde door degelijke hoe danigheden van hart en karakterzij was goed, liefdadig, edelmoedig, geduldig dienstvaardig en zou zonder hiar adellij ke ongerijmdheden, die hg haar schier tot manie overgingen, zekerlijk niet anders dan vrienden gehad hebben. Ongelukkig waren deze verkeerdheden dikwerf hin-

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1903 | | pagina 1