Fl No. 81. Woensdag 21 Januari 1903. 18e Jaarg. l SJ Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch -Vlaan deren. F. DIELEMAN, AXEL. Buitenland. FEUILLETON. xvir. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrydagavond. A B 0 N N E M E N T S PR IJ S per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 70 cent. Afzonder!, numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrydagnamiddag TWEE uren. ZIJID -IFKIKA. Na al wat we gelezen hebben over het geen Chamberlain antwoordde op het adres hem door de Boeren aangeboden, kan men best begrijpen, dat de Boeren later op een vergadering het besluit namen, het beroep op het vasteland van Europa, om hulp voor de weduwen en weezen te vernieuwen een besluit, dat ingegeven zal zijn door de overtuiging, dat de Hol landers' indien ze Hollanders willen blij ven, zichzelf moeten helpen, en opde En geleche hulp niet rekenen kunnen. De Daily News* is over de houding van Chamberlain en vooral zijn rede te Johannesburg verontwaardigd en zegt, dat dit de juiste manier is om het tegen overgestelde te krijgen van hetgeen waar naar in Zuid-Afrika gestreefd moet worden. Wat is te hopen, zegt het blad, van iemand, die zelfs bij een zending van barmhartigheid en vrede vervolgd wordt door den boozen drang zijn tegenstanders te prikkelen Hij kan geen slapeDde honden laten liggen. Zelfs wanneer hij gezegevierd heeft, kan bij niet ophouden den door hem gebonden vyand in het aangezicht te dreigen met de vuist. Hoe de stemming van de Boeren is na de in elk geval domme zetten van Cham berlain zal later blijken. De Wet beeft zich, zooals men weet teruggetrokken; hij verwacht niets van de Engelschen, wanneer Chamberlain en Milner hun vertegenwoordigers zijn. Botha moet het voorbeeld van De Wet zijn gevolgd. Zal het daarbij blijven Dit is te meer te bejammeren, omdat de genera ds er uit- Twee honderd vijftig francs was voor Helena een fortuin, nadat zij gevreesd had schulden te moeten betalen Zij noch haar grootmoeder evenwel grondden daar op haar onderhoud. Twee dagen na haar verhuizing, ver kondigde dd grootmoeder op triomfeeren den toon aan Baar kleindochter, dat zij werk gevond n had, hetwelk beider toe stand zou verbeterenhet breien van wollen kousen voor 6en huisgezm van acht personen, waar men niets dan met de hand gebreide kousen en sokken droegmen zou er haar Diet veel voor betalen, maar zjj kou er toch dagelijks elf of twaalf sous en misschien zelfs der tien sous (pl. m. 21/2 ct. de sous) mee verdienen. „Want zonder grootspraak, mag ik zeggen dat er weinig br»isters zijn, die zoo handig zijn als ikik neb nog vlug ge vingers, bij mijn broeder breide ik de kamisolen, de kousen es de slaapmut sen voor het gabeele gezin, en nooit be hoefden zjj er naar te wachten 't was geen kleinigheidtien personen, en man- nen die hard werken verslijten veel." Helena had bet geluk alle avoDden, stekend slag van hadden de Boeren te leiden. En leiding is noodig, wil men de eenheid en daarmee bet Hollandscbe karakter bewaren. Chamberlain en Milner zeiten in Zuid- Afrika bet dubbelzinnige werk voort, waaraan zij sedert' jaren arbeiden en waarbij zij elk middel geoorloofd achten, ook kwade trouw. Indien deze beiden - Rhodes is dood de vertegenwoor digers van de Engelsche natie moeten zijn, dan is die natie wat men haar altijd heeft nagegevenlaatdunkend en valsch. De stugge weigering van al de eischen der Boeren, de daarop gevolgde dwaze lofrede op de Jobannesburgers, het in de hoogte steken van vriend Milner zijn aanwijzingen genoeg, welke richting het uitgaat. Transvaal en Oranje zullen kroon kolonies blijven, zij zullen van Londen uit geregeerd worden en daaibij al die dwaasbeden begaan, die de Boeren leuk zullen aanschouwen zonder er zich veel om te bekommeren, gerust wachtend op de dingen, die komen zullen Het hoofd doel van de Eugelsche politiek is het Engelsche element te versterken door het invoeren van Britsehe Boeren. Daarvoor zal men ongeveer alles gebruiken, wat men krijgen kan, zooals men dat ook deed om een leger te maken tot verovering van Zuid-Afrika, afgedankte soldaten, van dal soort zeker, dat ook in het moe derland niet meer weet, wat het begin nen moet, Rasboeren toch heeft Enge land niet en de betiekkelijk weinigen, die er zijn, hebben geen lust naar Zuid- Alrika te gaan. De vooruitzichten zijn ook niet aanlokkend. uitgezonderd 's Zondags, een ies van een uur te geven aan een winkelieister in lijnwaad, die haar schrift en speliing wil de verbeteren om met de gezusters Le doux te kunnen konkurreeren, welke se dert jaren de beste klanten van het ge west hadden. Men betaalde tnar een trauk de les maar in hare positie waren twintig sous een sommetje, 't welk zij noch versmaden, noch weigeren kon. Even- mm kun zy deze les noch versmaden noch weigeren, in weerwil van de hoe danigheid harer leerling, een vrouw, zoo als men zeide, van slechte zeden, en die te Parijs niet geslaagd zijnde, te Condé haar geluk was komen beproeven. De les en de wollen kousen brachten haar een inkomst van twae-en-veertig franks 's maands op, ODgsveer genoeg voor voedsel, de brand en het licht die zich bjj het uiterst noodzakelijke bepaalden, namelijk bij brood, kluiten vau run, droe sem van appelen en een kaars van twaalf ia 't pond. De grootmoeder was niet ge voelig voor kou, en om te breien behoef de zjj niet te zien. En Helena was sterk genoeg om alle ontbaringeD te kunnen dooistaan zonder, er, ten minste onmid delijk door te lijden, en moedig genoeg om zicb er aan te onderwarpen «onder te klagen dat zou overigens niet altoos aauboudeu zij zou andere lessen kannen vinden, een aanstelling krijgen, enz. Maar deze aanstelling kwam niet, en niets deed vermoeden dat zjj weldra ko- Land voor niet te hooge pacht kan men van de Regeering wel krijgen, maar welk land De beste streken zijn in het bezit der Boeren en die üebben het nog hard genoeg te vei antwoorden. Het taai geduld van den Boer en zijn uiterst weinige behoeften zijn noodig om al den tegenspoed te dragen, waarmee men in Zuid-Afrika te kampen heeft en toch nog vooruit te werken. Men rekent, dat daar op vijf oogsten gemiddeld vier, zeker drie geheel en gedeeltelijk mislukken door droogte, sprinkhanen, hagelslag of vee ziekte. Aan de sprinkhanen en den ha gelslag kannen de Engelschen niet veel doen voor de veeziekte, thans in Rhode sia in sterke mate heerschend, is prof. Koch van Berlijn ontboden, omdat het een geheel nieuwe ziekte is. Wat de droogte betreft willen de Engelschen overal irrigatiewerken aanleggen. Dat zal ech ter millioenen kosten en dan staat het nog te bezien, of men er baat bij heeft. Men behoeft dus niet zulk een sterk pro feet te zijn, om te voorspellen, hoe het er over eenige jaren zal uitzien. Er zal ontzettend veel geld verknoeid worden, en wat men verder daar verspild heeft, zal in den vorm van schuld op den rug van Transvaal en Oranje blijven hangen. De Boeren intusschen bljjven, die zij zijn, sterk toenemen in aantal en het overwicht blijven vormen zoowel daar als in de Kaapkolonie- Als de Boeren eensgezind blijven, als ze hun taal en hun nationali teit in eere bonden, behoort aan hen Zuid-Afrika, hetzij met of wel zonder zelf bestuur. Men heeft, vooral in de eerste dagen meD zouHelena wilde beproeven zulks te bespoedigen. Na haar verzoek gedaan te hebben bad zij geschreven aan den opzichter van het lager onderwijs, die in de hoofdplaats van het departement woont en tegelijkertijd schoolopziener is, maar zij was hem niet gaan bezoeken. Over een weinig geld kunnende beschikken, besloot zij een stap te doen, die zeker onvermijdelijk was en zij bet recbt niet had niet te wagen. Van een oogenblik gebruik makend, dat haar leerling des avonds geen les kon nemen, wat dikwerf genoeg gebeurde, en het maandgeld daardoor met even zoo veel franks verminderde, was zy op weg gegaan, vreeselijk bewogen, maar toch beraden, om tot hem, die haar lot in zij ne handen had, een verzoek te richten. Zij had den inspecteur van het lager onderwas een aanbevelingsbrief verzocht en hij had haar dien geweigerd, wel te verstaan zonder haar dien te weigeren, maar ook zonder haar di ;n te geven „In haar toestand, had zij beweerd, zou 'teen niet zeer betamelijk ongeduld ver raden ook had zij om zich voor te stel len, haars vaders naam, die tegen de bes te aanbevelingen opwoog, kortom al da verontschuldigingen, van iemand die vreest te ver tb gaan en zich daardoor te kom- promitteeren. Het was wel op den naam haars va ders dat zij rakaode, en d*ze naam was het, die haar ondersteunde, toen na drie na dan oorlog, in de Eugelsche kranten veel gesproken van rassenverbroedering. Bij feestelijke gelegenheden doet men dit nog wel Allemaal lak. Indien de En gelschen werkelijk verbroedering gewild hadden, hadden zij het heel anders moe ten aanleggen met de Boeren en beginnen met de terugroeping van Milner, die de meest ongeschikte persoon is voor iedere toenadering, omdat hij algimeen wordt gewantrouwd, waarvoor redenen te 07er zijn- Wat de Engelschen onder rassenver broedering verstaan, komt het best uit in een artikel afkomstig van de Rnodes- partij. Daarin stelt men eenvoudig voor, dat het aan de Boeren behoorende laud met alleen in Transvaal en Oranje, maar ook in Natal onteigend en aan de En gelsche nieuwe kolonisten moet worden gegeven. In het nieuwe Zuid-Afrika, zoo leest men, »moet de macht g9heel in handen komen van de loyale Britsehe elementen. In elk geval moet den Boeren het land ontnomen worden. De bewijzen van eigendom moeten vernietigd worden en een nieuwe meting plaats hebben. Het eigendomsrecht zooals het thans be staat moet van nul en geener waarde worden verklaardmen kan het vernieu wen, wanneer dit wenschelijk blijkt, maar onder geheel andere vooi waarden. En ais de Boer er aanspraak op maakt poli tieke rechten te hebben als zijn veroveraars dan moet men hem eerst aan het verstand brengen, dai bij mee moet helpen aan de heerschappij van het industrialisrae.« Bij de laatste uitdrukking komt de aap uit de mouw en tjet was dom om zich zoo te verklappan. Ook in andere opzich- uren wachtens, zij bij den directeur van het onderwijs toegelaten werd. Hoe beschroomd en aarzelend de in- spekteur ook was, des te vastberadener was de direktenrhij vreesde niet voor een bevestiging, wanneer, wel te ver staan hij het was, die ze uit de hoogte zijner grootheid en onfeilbaarheid gaf. „Welk een zonderling denkbeeld van u, u aan het lager onderwijs te willen overgeven?'' sprak hij uit de hoogte. „Waartoe zal u dat voeren „Om van te leven." „Gelooft ge dat Het was een universiteitsman, die, de universiteit in eere hield, maar zeer wei nig achting voor het lager onderwys koes tel de. Dal men leeraar, professor was, goed, zulks wis zelfs het beste wit men in deze wereld zya kon, en hij kende geen hooger beroepmaar schoolmeester wanneer men aan kleine achtjarige bur gers onderwees «Rosa» te verbuigen, dat was ïog ietseen goed le9raar, ja maar dat men aan kleine boertjes leerde een werkwoord te vervoegen of een getal zooveel keeren te herhalen, als er een heden in een ander gegeven getal zijn lat was voorwaar armzalig „Waarom zoudt ge niet in e9n kost school gaan, waar uwe uitstekende be kwaamheden een goede plaits zouden vinden?" zeide hij. „Ik heb een grootmoeder, die ik bij my wil behoudenen dit doende voldoe

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1903 | | pagina 1