Donderdag 1 Januari 1903.
18e (faai'g.
Attenlie
Nieuwjaar
-
A O. i
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwse h - Vlaanderen.
F. D1ELEMAN,
AXEL.
Buitenland.
AXELSCHE
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdajravond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent
voor België 70 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
Ad vertent iën van 1 tot 4 regels 25 oent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Adverteptiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Wegens de drukte zal onze
gewone jaarlijksche KALBNDBR
als Bijvoegsel de volgende week
bij ons nummer aan de abonné'
worden toegezonden.
De Uitgever.
Weder is een jaar heengesneld en
staan wij aan het begin van een nieuwen
1 tijdkring. Misschien zijn er onder onze
I lezers die daarin niets buitengewoons
zien, zeker niet een evenement, gewichtig
genoeg om er bijzondere drukte over te
maken. Men hangt eenvoudig een nieu
wen scheurkalander in de plaats van het
nu geheel van zijn blaadjes beroofde
schild en zoo gaan de dagelij ksche din
gen weer hun geregelden gang Maar
zoo gaat het niet, goede vriend of bemin
nelijke vriendin, op die manier spint men
L zijn levensdraadje niet af. Er is nu al
dikwijls genoeg weinig kleur en geur
aan ons eentonig plattelandsleventje dan
echter, wanneer men een zoo prozaïsche
levensbeschouwing er op na hield was
het leven heelemaal de moeite niet waard
Gelukkig echter behooran dezulken
tot de uitzonderingen. Er zijn weldege
lijk van die oogenblikken of liever dagen
die bij ons heel andere gewaarwordingen
j opwekken, dan hun gewone broeders.
Hoeveei werk wordt er soms niet van
een veriaardag gemaakt, welk gewicht
wordt daaraan door velen niet gehecht.
Welnu, de nieuwjaarsdag is als het ware
ons aller verjaardag, dan staan we allen
op den drempel van een groot gebouw,
dat we voetje voor voetje mogen binnen
treden, onbewust van hetgeen ons daarin
te zien, te hooren of te genieten zal
worden gegeven, onbewust of het ons
ook daarin zal tegenvallen, ook niet
wetende of we het gansche gebouw wel
zullen mogen zien, of we niet onderweg
zullen bezwijken en ons alzoo de moge
lijkheid wordt ontnomen om na de gansche
bezichtiging van het oude een nieuw
dergelijk paleis weder binnen te treden
En vooral ook de oudejaarsavond. Nóg
meer dan de eerste dag van het jaar,
geeft de oudejaarsavond ons stof tot
overpeinzing te over.
De man van zaken maakt zijne balans
>p om te zien wat het jaar hem heeft
gebracht, winst of verlies, voordeel of
tegenslag. Maar er zijn heel andere ba
lansen op te maken. Er zijn duizenden
en millioenen menschen op de wereld
die nog nooit van eene balans gehoord
nebben, ten minste niet van een zoodanige
als we den handelaar lieten opmaken.
Neen. de bedoeling met het opmaken
der balans is niets anders, dan dat ieder
onzer verplicht is, wanneer het jaar ten
einde spoedt, de hand in den boezem te
steken en zich af te vragenHeb ik
dit jaar wel gedaan wat mijne hand
vond om te doen Beu ik nergens in
te kort gebleven Had ik dit of dat
niet anders moeten doen?
Ziet. als men zich deze vragen heeft
gesteld, dan heeft men zich tevens den
weg afgebakend, in het volgende jaar te
bewandelen. Wij weten het wel. we
zijn allen menschen met zwakheden,
gebreken en wat dies meer zij, het vol
maakte kan onmogelijk bereikt worden,
dit weten wij allenmaar zulks mag
voor niemand onzer een beletsel zijn
om bij voortduring te trachten zich te
beteren, zijne tekortkomingen aan te
vullen, in één woord te streven der
volmaaktheid zooveel mogelijk nabij te
komen. Dit streven alleen is reeds loffelijk
en verdient vooral en ten allen tijde
aangemoedigd te worden en op den waren
prijs gesteld En, men moge er van
zeggen en denken wat men wil, wij
vinden den laatsten avond van het
scheidende jaar het meest geschikte
moment om over dat alles na te denken.
Een jaar. het is een heel ding, wanneer
we het beginnen en ach hoe spoedig
is het weer voorbij en hoe ouder we
worden, des te vlugger schijnt de tijd te
vlieden, een jaar. zeggen we, is toch
niet zóó lang of we kunnen ons bij
het eind ervan heel best herinneren,
wat we in die 365 dagen zooal hebben
beleefd en meegemaakt, wat we hebben
gedaan of hadden kunnen doen, ja, zelfs
wat we beter gedaan hadden te laten of
te voorkomen.
Welnu, daar is niet veel tijd en ook
niet veel herinneringsvermogen toe noodig
om die balans op te maken. Bij een
eenigszins nauwkeurig zelfonderzoek zal
zal men dan ook al spoedig de overtui
ging hebben opgedaan naar welke zijde
de balans zal doorslaan. Mocht het voor
ons ieder zijn, dat de schaal der goede
daden, die der tekortkomingen een heel
eind in de hoogte doet gaan en deze
omstandigheid ten spoorslag strekken
om op dien goeden weg voort te gaan
dit is nog geen bewijs dat deze niet
welgemeend zou geweest zijn, wanneer
er bij gedacht ware. En dan nog: Nie
mand die zich een goed Christen wil
genoemd zien, zal het met zijn geweten
kunnen oveieenbrengen zijn medemensch
het kwade toe te wenschen, zelfs niet
zijn ergsten vijand. Alleen het „Hebt
uwe vijanden lief" is voor hem reeds
Veel heil en zegen in het nieuwe jaar!
Honderden en duizenden malen wordt
het heden uitgesproken en herhaald
Menschen die elkander zelden of nooit
zien of ontmoeten, drukken elkaar de
hand en wisselen gelukwenschen.
We hebben ous zei ven wel eens afge
vraagd, of al die gelukwenschen wel
gemeend zijn. We dachten daarbij zoo,
wat kan het nu dien man schelen of
het dien andere goed of slecht gaat
Nog geen uur daarna werden we zelf
aangesproken en gelukgewenscht, waarop
natuurlijk van onze zijde met een weder-
keerigen heilwensch werd geantwoord-
Of nu die wensch een goedgemeende
was In alle oprechtheid ja De man
die ons toesprak, was iemand, dien we
van aanzien kenden, meer niet. En we
dachten als het u interesseert dat het
ons welgaat, wel dan zijn we daar zeer
erkentelijk voor en wenschen u van
harte alles goods toe.
We zijn er van overtuigd, dat de
meeste wenschen bij den aanvang des
jaars uitgesproken, oprecht gemeend zijn.
Laten we veronderstellen, dat menige
wensch gedachteloos wordt uitgesproken,
We hebben het hierboven meermalen
gezegd, een jaar is kort, maar als er in
dit kort tijdsbestek moeilijke dagen over
onze hoofden komen, wanneer tegen
spoeden ons stoffelijk, ziekten ons licha
melijk achteruitzetten, dan duren de
jaren hoe kort ze zijn mogen, altijd meer
dan lang genoeg. En wanneer we dan
rondom ons zien, wanneer we dan eens
nagaan welke rampen en teleurstellingen
sommigen onzer familieleden vrienden of
kennissen ten deel zijn gevalien, dau is
het wezenlijk wel de moeite waard, ja,
we achten het zelfs een eersten Chris
tenplicht voor ieder, zijn medemenschen
een welgemeend Gelukkig Nieuwjaar"
toe te wenschen.
Al mogen dan al die goede wenschen
niet in vervulling komen, dat is wat
anders. Geen sterveling die er ook maar
een oogenblik aan zou denken; ons wel
en wee wordt door een hoogere macht
bestuurd, daaraan kan de mensch weinig
of niets teweegbrengen, doch dit is zeker
dat een hartelijk gemeende gelukwensch,
al wordt hij niet vervuld, ons toch goed
doet.
En nu geachte lezeressen en lezers,
ook wij willen onze wenschen voegen
bij de vele die u reeds zijn toegedacht en
nog toegedacht zullen worden. Kort, maar
welgemeend is onze wensch voor 1903
God zij met U
De zaken in Venezuela nemen een
anderen keer dan men de voiige week
zou verwacht hebben. In plaats, van door
President Roosevelt zal nu de zaak beslist
worden voor het Haagsche Hot van
Arbitrage.
De haast, waarmede Engeland en Dnitsch-
lcnd aan President Roosevelt te nennen
gaven, dat ingeval hij niet als bemiddelaar
wenschte op te treden, liet Haagsche Hof
hiertoe bereid was, is wel het duidelijkst
bewijs, noe men er te Berlijn en Londen
mee inzat, en niet verder durfde gaan
uit vrees voor Europeesche verwikkelingen.
Van beide zijden stel le men eenige
voorwaarden van Engeland en Duitsch-
land naar het schijnt slechts voor den
vorm President Castro heeft het voorstel
terstond omhelsd, maar ook voorwaaiden
gemiaktopheffing der blokkade en terug
gave van de Venezuelaansche vloot.
Overigens moet deze schikking hem
gansch niet ongelegen komen, want hij
zit erg in den brandkan nergens geld
meer krijgen en 6000 man opstandelingen
rukken van drie verschillende kanten aan.
Latere berichten melden over Venezuela
niet veel meer.
De blokkade is verslapt, nu men het
eens isgewoiden over hst scheidsgerecht.
Ook komen er geen telegrammen meer.
Evenwel wachte men niet, dat het
Haagssche Hof de quaestie geheel en al
uit de wereld zal kunnen helpen Dit
kan alleen de internationale geschillen
beslechten, de financieele evenwel niet.
Was dit het geval, dan zou Venezuela
wellicht niet in staat verklaard worden
aan zijne geldelijke verplichtingen te
voldoen.
Minister Chamberlain is te Durban
aangekomen en zooals vanzelf spreekt
met de noodige drukte ontvangen. De
»Good Hope* kwam Vrijdagmorgen
half zes op de reede van Durban met
zeer ruw weer. Er moest eenige tijd
verloopen voor hij aan wal ging vanwege
de toebereidselen voer do plechtige ont
vangst. Eindelijk om half elf kwam
Joe van boord.
Hij hield een toespiaak en zei daarin e.a:
Twee volken zijn naar Zuid-Afrika ge
komen om daar te blijven. Tusscben
zulke volkeren was de naijver onvermij
delijk een strijd moest ontbranden, die
in het voordeel der Britten is beslist.
De Boeren behoeven zich echtoi niet
vernederd te voelen door hunne nederlaag.
Hjj hoopte een verzoening tot stand te
brengen met de hulp van de voorgangers
der Boeren, in het bijzooder van hunne
geestelijke voorgangers. Hij kwam met
verzoenende bedoelingen maar ook met
vaste voornemens. Hij hoopte dat spoedig
aan de nieuwe koloniën zelfbestuur kon
worden gegeven, doch het zou een zeer
groote fout zijn, dit voorbarig te doen.
Man ziet het, al is Joe nog zoo lief,
aan het einde van zijn toespraak komt
de aap Locb weer uit de mouw. Geen
wonder dat het wantrouwen jegens de
Engelschen overal eer toe- dan afneemt,
temeer daar men hen nog nooit oprecht
heeft gezien.
Den 4en Januari wordt Chamberlain
nu te Pretoria verwacht.
Uit Kimberley meldt men nu dat er
bij gebrek aan kaffers om in de mijnen
te werkennu Aziaten zijn aange
worven en er nog 300 uit Port-Elisabeth
worden verwacht. Zijn dat nu Indiërs
of Chineezeo Men weet overal, hoezeer
het heele Zuid-Afrika, zoowel Boeren als
Britten tegen het gebruik van Aziatische
werkkracht is, want zij bedeiven het
voor de blanken. Wanneer dit bericht
waai is, komt nog een stortvloed van
Cnmeezen mettertijd de ellende in Zuid-
Afrika vergrooten, en hei voor den blan.
ken werkman nog moeilijker zoo niet
onmogelijk maken, hel hoofd boven water
te nouden. Doen de Kaffers hem nu reeds
veel concurrentie aan, dan zal het nog
wel erger worden.
De vorige week is de kroonprinses
van Saksen uit het Hof weggevlucht en
bevindt zich nu teGenève in Zwitserland
Get schijnt dat zij in eece onaangename
verstandhouding leefde met haar echtge
noot en met een ander reeds liefdebetrek-
kingeu had aangeknoopt, welke feiten
men dan ook beschouwt als de voornaamste
drijfveeren van hare daad-
De kroonprinses heeft Mr. Lachenat
tot haar advocaat genomen en hem ge
machtigd de verklaring te publiceerea