Binnenland. Landbouw. Dokter J. y. d. CALSEIJDE, Gemengd Nieuws Verhooging accijns op het gedistilleerd. Ingediend is een wetsontwerp te dier zake. De accijns per hectoliter gedistilleerd ad vijltig peicent sterkte, by art. 1 der wet van 27 Sept. 1892 bepaald op drie en zestig eulden, wordt verhoogd tot zeventig gulden. Daarvan wordt een verhooging der op- bi engst van ƒ2.700 000 a ƒ2.800.000 pgr jaar verwacht. Door branders en distillateurs is her haaldelijk geklaagd ovei den zwaren druk, dien de bestaande bepalingen omtrent het stellen van zekerheid voor den accjjns op hun bedrijf leggen. Indeidaad is het den Min. gebleken dat de bepalingen nopens de zckerheidsstelling te bezwarend zijn. De Min. is dan ook van oordeel dat, zonder gevaar voor de belangen dei- schatkist, de borgtochten aanzienlijk kun nen worden verminderd. Daarom wordt voorgesteld het bedrag der te stellen zekerheid door den Min. van Financiën te doen bepalen. M. Ct. H. M. de Koningin en Prins Hendrik zijn Woensdagmiddag van Het Loo te 's-Gravenbage teruggekomen. Het salou- rijtuig hield precies ten 3.50 voor de Kon. wachtkamer van net Staatsspoor stil, waar de burgemeester en de luit -gen. Scherer, gouverneur, het Vorstelijk paar opwacht ten. H. M., gekleed in een blauw-grgs cos- tuum met jacquet van pluche, trad on middellijk op den burgemeester toe en o ;derhiela zich eenige minuten met baron Van Harinxma, on daarna met den gou verneur Prins Hendrik in burgerkleeding, spiak mede met beide autoriteiten. De Vorstelijke personen begaven zich daarna naar iiet gesloten Hofrgtuig, dat zich in beweging zette onder -hoeras van liet publiek in de Rijnstraat verzameld. H. M. liet zich het eerst naar het Paleis in het Voorhout rijden, alwaar zij en den Prins een bezoek aflegden bg H. M. de Koningin-Moeder, bij wie zij tot ongeveer halfvijf bleven. Toen daarna het Kon. paar bet Paleis in het Noordeiode bereikte werden zg er verwelkomd door de daverende toejuichin gen vin honderden die zich daar ter plaatse verzameld hadden en, hoewel wetende dat de duisternis ben zou be letten de Koningin goed te zien, er ge duldig wareD blijven wachten.k De vlag werd onmiddellijk boveD bet Paleis gebescbon. rechtvaardigste en zachtzinnigste man voor zijne pachters en hout koupers was graaf Piétavoino daarentegen hard als staal en onmeedoogend, en hij zich even min liet vermurwen als bedriegen. Zijn belang, niets dan zijn belang gold, zonder eenige zorg voor andoier techt. Voor de administratie van 't landgoed en het ver mogen, hetwelk hij in waarden verkregen U id uit de nalatenschap zijner mceder, kwam hij alle maandeD twaalf of veertien dagen in het kasteel van la Rouvraye doorbrengen, waar hg geen vrienden van den grootvader zijner echtgenoot, maar alleen de zijnen ontving, dat is, zg die hem konden dienen; want viiendeo had hij niet. Deze nu was de man dien mguheer Malutiré wilde dat Helena bezoeken zou, en zulks was tamelijk schrikbarend voor haar, daar zij zich alles berinneide wat zij nopens hem gelezen of gehoord had. Wat was hg eigenlijk? Een eguïst, een schurk, een huichelaar, zooals zijn vijanden hem noemden? Een edelmoedig, braaf, heilig man, zoo als zijne aanhangers beweerden Noch het een n„ch het ander, misschien en waarschijnlijk een mensch zooals de meeste menscben. In allen geval zou zg 't wel zien. Eu den dag zelf van haar bezoek aan den tnspecLeui. begaf zij zich op weg naai het kasteel la Rouvraye. Wordt vervolgd.) Gedurende eDkele oogenblikken ver toonden Koningin en de PriDS zich daarna, der traditie getrouw, aan het bekende eerste venster, links van het balcon. Afscheid van de Generaals. Zooals reeds bekend is zijn wij Zater dag naar Zuid-Afrika teruggekeerd en willen wij gaarne onzen hartelijken dank en den dank van ons rampspoedig'en geruïneerd volk betuigen aan de vele vrienden in Nederland die zoo bereid willig en zoo vriendelijk hebben bijge dragen tot het lenigen van het lot onzer stamgenooten in Z.-Afrika. Wij betuigen bij dezen onzen innigen dank aan de Commissarissen der Koningin voor den steun door hen, aan ons in ons werk verleend, en aan de burgemeesters in Nederland, die zoo bereidwillig op zich genomen hebben collecte-commissiën te vormen in de ondeischeidene gemeenten, die zich samen met al de leden dier com missiën, met zooveel opoffering van tijd, zooveel moeite en krachtige samenwer king hebben laten welgevallen om ons te hulp te komen. Wij danken de leden der onderschei dene bestaande commissiën in Nederland voor de groote belangstelling, die zij in ons werk hebben getoond, niet alleen nu, maar ook in het verledene, en voor hun advies en hun bijstand zoo dikwijls en voortdurend door verschillende leden van die commissiën ons verleend. Wij vergeten de dames ia Nederland niet. Wij kunnen nooit genoeg onze dankbaarheid uitspreken voor wat zij gedaan hebben voor onze lijdende vrou wen en kinderen, die in concentratiekam pen zaten opgesloten tijdens den oorlog. De vele opofferingen, die zg toen en nu nog zich laten welgevallen, zijn en blij ven in warme herinnering van ieder Afrikaner. Wij brengen onzen dank aan de Neder- landsche pers. Met een toewijding en kennis van zaken, die onze bewondering opwekken, heeft de pers zonder onder scheid van richting onze zaak voorgestaan. En daarmede nog niet tevreden, heeft zij zelve een inschrijving geopend, die ons zulk een belangrijke bijdrage bezorgd heeft. Wij brengen onzen dank aan het Neder- landsche volk. Hoe ondankbaar zouden wij niet zijn, en zou ons volk niet zijn, indien wij vergaten hoe groot de sym pathie in de Boerenzaak was, dat zelfs weduwen haar penningsken hebben bijge dragen om onze noodlijdenden te hulp te komen. Wij gaan térug naar Zuid-Afrika, om dat de belangen van ons volk dit ver eischen Wij laten den heer W. J. C Brebner, secretaris en thesaurier van het Generale Boeren Hulpfonds achter. Zijn bureau is gevestigd Anna Paulownstraat 16, te 's Gravenhage. Wij geven u nog maals de verzekering, dat de gelden voor ons gecollecteerd gebruikt zullen worden zooals in ons beroep op de beschaafde wereld vermeld, »om onze weduwen en weezen, onze verminkten en nooddrufti- gen te hulp te komen en onze kinderen behooriijk te doen onderwijzen c Hoeveel ook onze nieuwe Regeering ons te hulp komt om den treurigen-toe stand waarin ons volk verkeert, te ver beteren, zoo zullen er toch nog vele gevallen zijn, dat van ons een reddende en helpende hand verwacht wordt. In Nederland en elders zijn er vele Afrikaanders en Nederlanders, die den strijd met ons hebben meegemaakt en die door omstandigheden verhinderd zijn om naar Zuid-Afrika terug te keeren en thans zonder bestaansmiddelen zijn. Wij weten dat het Nederlandsche volk ook reeds veel voor hen heeft gedaan, maar wij bevelen hen aan voor uw verdere ondersteuning. Wij bevelen daarom onze zaak nogmaals in de belangstelling en liefde van het Nederlandsche Volk aan want veel blijft nog noodtg. Londbn. Get. LOUIS BOTHA. J. H. DE LA REIJ. Men schrijft aan de Tel. Nu volgens de verklaring, dezer dagen door onzen Minister van Buitenlandsche Zaken in de Tweede Kamer gedaan, aan onzen gezant te Brussel is opgedragen bij de Belgische regeering aan ta dringen op voorwaardelijke opening der grenzen voor den invoer van ons vee, is het wel licht niet ongepast eens te vernemen hoe de bewoners van de noordelijkste provinciën van België zeiven de toelating van vee zouden wenschen. Reeds lang wordt èn door het »Han- delsblad van Antwerpen" èn door »de Gazette van Eecloo" kractitig geijverd voor de geheele openstelling der grenzen, zoowel voor het fokvee als voor het slacht vee, en wel op dezelfde voorwaarden. Een groote onrechtvaardigheid vinden zij het steeds, dat het slachtvee dadelijk mag binnenkomen en hei fokvee eene quarantaine van 10 11 dagen in de rijksstalleu aan de grenzen moet onder gaan Zij wenschen daarom, dat alle Ne derlandsche runderen, die na eene stren ge keuriDg gezond bevouden zijn, onmid dellijk in België zullen worden toegelaten, zooals dat geschiedde vöör 1896, toen niemand reden tot klagen had. Dieren, welke bij onderzoek ongezond bevonden zijn, worden gestald, zoo geheele genezing mogelijk is, of anders naar Nederland teruggezonden Op die wijze zou de gevreesde ziekte, mond- en klauwzeer meer tegengewerkt worden dan door de runderen uit de verschillende streken van Nederland 10 dagen op te sluiten in de qu>»rantainestal len, welke in België wel eens „de broei nesten van het mond- en klauwzeer" worden genoemd. Voorts zou men ter betere beteugelihg van de tuberculose het Nederlandsche vee kunnen kenmerken door eene ronde opening in het oor van 15 tot 20 milli meter doorsnee, welke nooit dichtgroeit. Op stal worden de dieren met gaatjes in het oor nu en dan van rijkswege in gespoten met tuberculine. Alle dieren, die clinisch aangedaan zijn worden afgemaakt, evenals zy, die rea- geeren bij die inspuiting. Op die wijze zouden de Nederlandsche koeien, die aan tuberculose mochten lijden, geen schade berokkenen aan den Belgi schen veestapel. Door deze wijze van invoer zou voor goed een einde gemaakt zijn aan dien heilloozen smokkelhandel in vee, waar door niet alleen honderden Nederlandsche koeien zonder de minste keuring en zonder betaling van invoerrechten in België komen, maar waardoor ook tal van menschen zedelijk en lichamelijk worden ten onder gebracht. Dan zouden diefstal, v«chtpa. tijen, drinkgelagen, ja zelfs moord aan de Nederlandsch-Belgiscbe grenzen zoo vaak niet voorkomen, en zouden heel wat ambtenaren en politie dienaren kunnen gemist worden. In een bijvoegsel tot de St-Cl is opgenomen een staat van de gevallen van besmettelijke veeziekten m Nederland- voorgekomen gedurende de maand Novem ber 1902. In die maand kwamen in het rijk voor 374 (28) gevallen van schurft 74 (13) van rotkreupel der schapen, 49 (31) van vlekziekte der varkens en 22 (22) van miltvuur In Zeeland kwamen voor 5 (2) geval len van vlekziekte en wel 4(l)teClinge en 1 (1) te Wolphaartsdijk. Te Utrecht is, onder voorzitterschap van den heer baron Collot d'Escury van Hontenisse, eene algemeene vergadering g-'houden van den Algemeenen Nederland- schen Zuivelbond. De vergadering ging mede met het standpunt van het bestuur om de zaak eener algemeene Nederlandsche botercon- tröle te steunen. De heer Collot d'Escury werd met al" gemeeue stemmen als voorzitter van den bond herkozen. (M Ct.) AXEL, den 19 December 1902. Hedenmiddag had de begrafenis plaats van den heer O. Z. Vrielink in leven onderwijzer aan de Openbare Lagere School alhier. In de stoet, die het lijk grafwaarts vergezelde, merkten we be halve eenige familiebetrekkingen en vrien den van den overledene ook op het hoofd en de onderwijzers der school, waaraan de overledene werkzaam geweest is en het bestuur der Zangvereeniging Excelsior waaraan hij gedurende ruim een jaar directeur geweest is. De lijkbar.» were op het kerkhof door twaalf leden der ver- eeniging gedragen. Aan de geopende groeve werd mede namens de collega's» van den gestorvene het woord gevoerd door het hoofd der school, den heer B. van Ruijven. Deze schetste in gevoelvolle woorden in korte trekken het leven van den afgestorvene. Hij herinnerde er aan, hoe dhr. Vrielink na heel wat moeite in de maand Mei van dit jaar een betrekking had weten machtig te worden Dat was de zege meende men na veel strijd. Maar de zege zou helaas kort vau duur zijn, want wat niemand toen vermoedde, waar toen zelfs niemand aan dacht, de vreeselijke ziekte had zich reeds meester gemaakt van het thans doode lichaam. Ziju werk was het ooze, zijn belangen waren de onzehij heeft gewerkt tot hij niet meer kon. hij heeft gedaan, wat zijn hand vond te doen. Spreker besloot met hun te danken voor hetgeen hij gedaan had in het belang van Axelsch jeugd en met hem een slaap zacht toe te wenschen. Dhr. J. Vrielink dankte de aanwezigen voor de eer aan den overledene bewezen. Namens de Zangvereeniging was op de kist gelegd een fraaie krans van zwarte hulsterbladen met paarse en witte rozen waartusschen kleine bloempjes. Op een zwart zijden lint leest menLaatste Hulde van Excelsior aan haar Directeur. In de ledenvergadering van Dinsdag avond was het heengaan van den bemin den directeur reeds door den voorzitter der vereeniging in warme bewoordingen herdacht. Tot secretarissen der gezondheids- commissiën in Zeeland zijn door den commissaris der Koningin benoomd te: Terneuzen J. van de Ree aldaar te Hulst Jos. van Waesberghe, aldaar. Heden slaagde voor Middelbaar Duitsch (A) de heer I Cransberg, Iz., te Haarlem, geb. te Axel. De lichting der militie vnn het jaar 1903 bedraagt 17.500, waarvan 12.300 manier volledige oefening en 5.200 man tot korte oefening znllen worden ingeljjfd. Van de ter volledige oefening in te Ijjven manschappen worden 515 man bestemd voor den dienst ter zee. Het aandeel der provincie Zeeland be draagt 754, naar 2032 ingeschrevenen. Van die 754 manschappen zullen 530 ter volledige en 224 tot korte oefening worden ingelgtd. Het aantal voor onze gemeente zal hoogstwaarschijnlijk 12 bedragen. Uitsluitelijk raadplegingen voor Keel-, Neus- en Oorziekten, den Maandag en Donderdag van 8 tot 11 uren, voormiddagt» te Sint Nicolaas (Waas) no 43 Statiestiaat no. 43. Op andere werkdagen en Zondagen raadplegingen te Lokeren (Waas) no. 34 Roomstraat no. 34. van 8 tot 10 uren voormiddag en van 1 tot 3 uren namiddag Specialist voor Keel-, Neus- en Oorziekten- Nog steeds duuri het onderzoek voort in zake de diefstallen in den jongsten tjjd gepleegd aan het Amsterdamsche postkan toor. Het verdwenen pakket inhoudende 125 goudstukken van 20 mark, is nog niet teruggevonden en ook de dader is nog niet bekend, De aangehoudene heeft bekend

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1902 | | pagina 2