JE VERLEIDING. No. 68. Zaterdag 29 November 1902. 18e Jaarg. Semeenteraad. /i IJ U Uiill IJ Nieuws- e ii Advertentieblad i i i voor Zeeuwsch -Vlaanderen. F. OIËLEMAA, Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor Belsiï 70 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER AXEL. Adv-ertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent, voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjt tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. De BURGEMEESTER der gemeente Axel maakt bekend, dat Openbare Ver gadering van den Gemeenteraad is*belegd tegen Dinsdag den 2 December 1902 des voormiddags ten 93/4 ure, ten Raad huize alhier, ter behandeling der volgende zaken 1. Mededeeling ingekomen stukken 2. Verzoek tot wijziging van art. 1 van het Huishoudelijk Reglement voor de Commissie tot wering van schoolverzuim. 3. Verzoekschrift van den heer C. Dukwel, om zijne jaarwedde in overeenstemming ie brengen met art. 26 van de Wet op het Lager Onderwijs. 4. Wijzigen Gemeentebegrooting over 1902. 5. Alsvoren voor 1903 Axel, den 28 November 1902. De Burgemeester voornoemd, D. J. OGGEL. Buitenland. In het Engelsche Lagerhuis was deze week de Brusselsche suikei convectie aan de orde. De motie werd ingediend en de toetreding van de Regeering tot die conventie verdedigd door Minister Balfour. Hy zeide te vertrouwen, dat in de ko mende tien jaren de suikerprijs lager zou zyn dan in de laatste tien jaar Het pre miestelsel zou te eeniger tijd opgegeven worden, of anders zouden Duiiscbland P E Ui h h E T 01\. Middelerwijl had Radou mijnheer Mar- gueritte aandachtig en nauwkeurig, zon der te spreken in oogeoschouw genomen »Zoo ik, in den toestand waarin ik ben, u heb laten roepen,zei mijnheer Margueritte, „dan begrijpt ge, niet waar, dat zulks is omdat ik mij verloren voei. »Wat zegt ge, lieve mijnheer!...* Mijnheer Margueritte bief de hand oi om te beduiden dat hij niet onderbroken wilde worden. »Docter Graux zegt tenminste aan mij dat hij mij genezen zal. Ik geloof bet nietde mij getroffen slag is te hard geweest, mijn hartkwaal, moet zeer ern stig zijn. Zie mijn b\jgen, mijn kortade migheid, die mij zoo moeilijk doet spie beo dan daarbij, wat gij niet zietbet boud worden der uitersten mijner lede maten, de neiging tot onmacht, die zoo daoig is dat ik geloof elk oogenblik fliuw te zullen worddn, en ge zult begrijpen bjj moest een lange poos zwijgen om te ademen en ge zuit begrijpen dat ik my geen illuziën meer kan maken hoe zoet ze voor mij zijn zouden. Ikjbeu verloren!* Radou, die de eerste maal dit denk. en Oostenrijk de suprematie krijgen over hun mededingers, met dit gevolg, dat de suikerprijs veel hooger zou rijzen dan eenvoudig door het afschaffen der premies waarschijnlijk was. Met betrekking tot de positie van Rusland wees de Minister er op, dat bet grootste deel van de door Rusland uitgevoerde suiker gaat naar Aziatische landen. Als Rusland de oveiige suiker naar Europa wilde uitvoeren, dan was het veeleer te verwachten, dat het zich zou aansluiten bij de conventie, zoodat het suiker kou uitvoeren naar En geland, waar de prijzen hooger zijn. De economische bezwaren tegen het toetre den tot de conventie zijn ten allen tyde overdreven, en hebben nu bijna alle kracht verloren. Sir Harcourt diende de contramotie in, waarin gezegd werd dat het Huis weigert de conveutie goed te keuren en in het bijzonder bezwaar heeft tegen de strafbe palingen, welke in gevaar brengen de behandeling op den voet van meestbegun stiging. De invoering van equivaleerende rechten zal in vele gevallen noodlottig zijn voor de handelsverdragen. En de opzegging van deze verdragen is eert te nooge prijs. Minister Chamberlain, den spreker in de rede vallendDat hebben we ai ge daan, in twee gevallen tenminste. Des te erger. Minister Chamberlain Het beeft geen schade gedaan. Harcourt besloot met de verklaring, dat de conventie vol gevaren is en voor hen geen voordeelen oplevert. Bij de verdere behandeling van de mo tie vei klaarden eenige conservatieven zich tegen de conventie. beeld krachtig bestreden had, protesteer de wederom en nu nog krachtigerhet was onmogelijk. Men moest Graux gelooven, de kort ademigheid was Jicbt te verklaren, kort om alles wat iemand slechts kon aan voeren, om te o/ei tuigen, beproefde bij met vuur. Ofscnoon mjjnbeei Margueritte niet in staat was te zien wat er om zich been plaats had, maakte hij tccb deze opmer king 't Is de genegenheid, de vriendschap welke ge voor mij hebt, die u het denk beeld dat ik verloren ban als ongerijmd doet beschouwen ge zyt zooals mijne arme dochter, die de gedachte dat ik sterven zal, met wil toelaten. Geloof mij myn vriend, dat treft mij levendig en leze overeenstemming tusschen u en haar is mij aangenaammaar ongelukkig is het niet wat wij nopen, wat vrij willen dat zich verwezenlijkt in een geval als het mijne, en als ik zeg dat ik verloren ben, is het, omdat ik het voel. Gaan we du» tot de zaak over, waar voor ik u heb doen roepen »Zal u dat uiet vermoeien vroeg Ra dou we konden misschien wachten Mijnheer Margueiitte zrg hem aan. „Ik ben geheel de uwe, dat weet ge,« hernam Radou, »en als ge wilt, dan »Dan terstond. By uwe komst to Cou- dé, en toen we over do huwelijkskwestie Minister Chamberlain zeide met betrek king toe de uitgesproken vrees wat zou kunnen gebeuren als op Russische suiker strafbepalingen werden toegepast: Wij moeten ons fiscaal stelsel doorvoeren op onze eigen wijze. Dat zal onze staatkun de zijn, en we zullen ons in het minst niet storen aan wat vreemde lauden daar van denken' Wij zullen ons niet lat3n influenceeren door bedreigingen, uiige bracht door de oppositie in verband met wat tegenover ons zal worden gedaan door vreemde mogendheden, welke meer of minder rechtstreeks wordeu getroffen, als wij doen, wat wij het best achten voor de Britsche belangen. Chamberlain zette verder uiteen, dat de conventie overeenstemraig is met de beginselen van den vrijhandel en te rech ter tijd is gekomen. Frankrijk was juist verslagen in den concurrentiestrijd en Duitschland met Oostenrijk verkregen feitelijk een monopolie. Als de premies bleveu bestaan, zouden de prijzen stijgen tengevolge van dit monopolie. Da Minister eindigde met een beroep op het Huis, om in het belang van het landde conventie goed te keuren. De motie-Haicourt werd met 213 tegen 126 stemmen verworpen. De motie der Regeeriug werd daarna aangenomen. Na de suikerconveotie kwam nog even de Boarenzaak op het tapijt en wel bij de vraag, of het waar was, dat in de Kaapkolonie een Hollandsch predikant was afgezet, omdat njj in den oorlog »ioy- aal" was geweest. Wij hebben in ons vorig nummer die zaak meegedeeld. Chimberlain betreur de het gebeurde, en dit te meer omdat spraken, verzocht ik u te wachten om deze zaak te beslissen. We hadden toen al den tijd, morgen, misschien binnen wei nige dagen, zal ik niet meer zijn. Vóór mijn arme dochter te verlaten, wenschle ik haar leven verzekerd te zien Door aandoening overweldigd, ontging bem de steun, en zijn adem stokte. •Ik zal roepen,* "riep Radou, haastig opstaaDde. Maar mijnheer Margueritte wenkte hem te wichten, en na eenige oogenblikken hernam hij »Ik wilde haar leven verzekerd zien en daarom vraag ik u of uw bedoelingen oog altoos dezelfde zijn.* Maar »Er waren redenen om dit huwel^k te verdagen.* hernam mijnheer Mngueritte, »tbans z|jn er om het te verhaasten ge begrijpt ze, zonder dai ik ze u behoef te verklaien. Vóórdat gij mij antwoordt, wil ik er nog slechts een woord bijvoe gen om u mijn positie duidelijk te maken indien wy iwee jaren gewacht hadden, had ik mijn dochter eenig huwelijksuit zet kunnen geven, en u jaarlijks een som om daarbij te voegen. Als Helena nu trouwt zal zij niets bobben, evenmin latei want ik laat niets na." Met inspanning was bij tot zoover ge komen; uitgeput, hijgend zweeg hg. Verslagen, aarzelend bleef Radou ook tamelijk lang zwijgen. ze was uitgegaan van bet kerkbestuur. Ook over het boykotten van de loyalen d^aor de Afiikaaoders werd gesproken. Chamberlain geloofde, dat de berichten daaiover overdreven waren, maar hij zou een onderzoek instellen. Dat men zich in bet Engelsche Lager huis aan zulke dingen ergert, ligt in den aard der dingen, en bet is zeker een zaak, die in Eagelscbe koloniën ook heel vreemd klinkt, wat meer zegt het bewijs levert, dat de Boerenpartij wel overwon nen is door overmacht, maar toch altijd mg zoo van haar macht bewusL is, dat zij zulke dingen durft doen. Het schijnt eenter in het Engelsche brein niet op te komen, dat zulke dingen na de wijze, waarop de oorlog gevoerd is, ver klairbaar zijn en er in elk geval een geruime tijd zal moeten verstrijken, voor de oorlogswonden zoover genezen zijn dat men aan zulke dingen niet meer denkt'. Vergeten wordt ook in bet Lagerhuis, dat een mensch een raensch bljjfc en niet alles van een kant kan komen. Waar zgn de bewijzen van tegemoetkomiug v.m de Boeren dooi de Engelschen Donk eens aan het drijven der progressisten, die de constitutie wilden geschorst hebben om de Afrikaanders eens goed te negeren. Over bet geval van den predikant zelf hebben we nog geen nadere berichten. De vraag is, hoever ging zijn loyauteit, heett bij zich alleen neutraal gehoudeu, of werkte nlj ook voor de Engelschen Is het laatste het geval geweest, dan was de positie van dien predikant onmogelijk geworden io zijn gemeente. En dit laatste zal ook by het kerkbestuur wel den door slag gegeven hebben. »Zekeilijk," zeide hy eindelyk met neergeslagen oogen. »gevoel ik ook nu nog voor mejuffrouw Helena dezelfde ge voelens, welke ik drie maanden geleden gevoelde. Ge kunt niet o'ndeistellen dat ik veranderd ben. Maar zoo ik u zeide, dat ik bereid ben haar tot mijn vrouw *e nemen, zou ik erkennen, dat ik uw vrees deelterwijl ik integendeel ver heugd ben, dat ze geheel ongogrond is. Ik kan waarlijk zulk oen verantwoorde lijkheid niet op mij nemen. Ik zou hier door stellig uwe ziekte verergeren. Welaan, oprecht gesproken indien ik u antwoordde: „Ik ben bereid,* zoudt ge dan nog niet vaster gelooven, dat gij veiloren zyt Verstomd zag mijnheer Margueritte hem aan, zich vragende of hij niet onder den invloed eener zinsbegoocheling was, of bij werkelyk wezenlijk woorden hoorde, of Ridou waarlijk voor zyn oogen stond. Was 't mogelijk? En mot zijn rechtei- haud belastte, omklemde ny zyn linker handt Inmiddels was Radou opgestaan en hal op ziju horloge gekeken. »Het is het schooluur,* zeide hij ,„mor- geu kom ik u bezoeken, en als ge wilt, zullen we dan dit onderhoud voortzetten. Tot morgen Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1902 | | pagina 1