DE VEELEiDIK. Woensdag 26 November 1902. 18e «laarg1. i\o. 67. Nieuws- en Advertentieblad voor Zee li wsc h - V I a a ii d ere n. F. DIELEM Ai\j AXEL. Buitenland. F E CI L li E T 0 Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 70 cent. Afzondert. numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER Ad ver ten tien van 1 tot 4 regels 25 oent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. De stemming van de Hollanders in Zuid-Afrika, inzonderheid in de Kaapko lonie, is niet van dien aard als men wen- schen zou, wanneer men aanneemt, dat het in de gegeven omstandigheden het beste is zich te schikken in het onver mijdelijke. Dat merkt men weer aan een bericht uit Piquetberg. volgens het welk een predikant, zekeren Vlok, die een-on-twintig jaar de gemeente heeft ge- dien J, is afgezet, omdat hy in den oorlog zich schuldig heeft gemaakt aan loyauteit tegenover de Engeischan. Het kerkbestuur was van oordeel, dat zoo iemand niet predikant kan blijven. Om den man goedschiks weg te krijgen heeit men wat geld gegeven, 1000 p. s. in eens en 150 p. jaarlijks. De dominee hield nog een afscheidsrede, waarin hij zich beklaagde weggestuurd te worden. Men meent dat Vlok tydens den oorlog waarschijnlijk door zijn houding ergernis heeft gegeven en in dat geval heeft hy verdiend loon. Het is hier een geval als mei de nationale verkenners of veri aders. Wanneer iemand, den oorlog tegen Enge land afkeurend, zich neutraal houdt, dan kan men dat verkeerd achten, maar heeft daarom geen recht hem steeoen na te wer pen. Het geval wordt anders, wanneer iemand zijn bloedbroeders afvalt, party trekt voor de Engelschen en direkt of indiiekt hulp biedt. Zulke dingen zijn niet geoorloofd het zjjn abnormale ver Sohijnselen of de drijfveer van een vuil winstbejag met de hoop van de Engelschen meer voordeel te trekken. Zulke mer,- ecben wor len overal in den ban gedaan 13) IX. Omstreeks een uur later kwam Radou en Helena, die zich geplaatst had aan bet venster van baars vaders slaapka mer om op hem te letten, zag hein op de binnenplaats verschijnen. Hij was fraai gehandschoend, even nauwkeurig en net in zijn kleeding als altoos-, en zonder overijling trad hij voorwaarts, zorgende te zien waar hij zijn voeten op den slij- kerigen grond zette, uit vrees zich ie bekladden. Zonder iets te zeggen, verliet zij haas tig de kamer om hem te gemoet te gaan, want zij wilde h6m alleen spreken vóór dat hij haar vader zag, en hem eenige aanbevelingen doen. Men had Radou het salon binnenge voerd, en daar zij haastig binnentrad, verraste zij hem voor den spiegel waar in hij zich bekeek en zoo goed mogelijk zj)n krullende haarlokken in orde bracht. Hy voelde geen verlegenheid, maar keerde zich volkomen rustig om. »Ik zou mijnhe r uw vader hebben willen bezoeken, indien ik met gevreesd bad lastig te zijn," zeide hij. Het ver blydt mij dat hij er aan gedacht heeft en men heeft het den Engelschen met recht kwalijk genomen, dat zij zulke men- schen zich tot vrienden maakten. Wan neer men zoo iets doet, houdt men zelf op karakter te hebben Zouden de En gelschen zelf niet verachtelijk neerzien op een Engelschman, die met den vyand heult? Toch is bet geval van dominee Vlok zoo heel vreemd niet. Onder de Hollan ders in Zuid-Afrika waren er niet weini gen, die sinds lang Engelschgezind waren. In d»n huiselijken kring werd daar rneer Engelsch gesproken en Hollandsch werd de taal, die men bezigde in het verkeer met het dienstbaar peisoneel. Engelsch ging daar door voor meor be schaafd. In den regel lette men daar niet veel opde wereld is breed en groot gouoeg om ieder zijn eigen weg te laten gaan. De oorlog echter bracht scheid'ng, de Engelschgezindheid werd het Schibbo- leth en men kan aannemen, dat verre weg het grootste deel van hen, die En gelsche sympathieën hadden, bekeerd war den. Niet zoozeer nog om den oorlog zelf. dan wel door de wijze, waarop hij door de Engelschen gevoerd werd. Men kent al de gruwelen, die er gepleegd zijn, niet alleen door d9 gewone soldaten, maar ook door of op last van officieren. Wan neei Engelsche officieren Avondmaalszil ver stelen en in hun koffer meepakken, dan moet d6 Engelschgezindheid van de op groote beschaving beluste Hollanders wel een zwaren knak gekregen hebben. In een aan de »Haarl. Ct." meege- daellen brief van een Transvaalsch pre dikant do. 23 Oct. wordt het aantal door den oorlog tot weezen geworden kindeieo mij te doen roepen. Hoe is het met hem »Zeer slecht." »Ach God Ik wilde u spreken en u waarschuwen opdat ge niet door verbazing en ontroe ring te toonen hem zoudt verontrusten. Boven alles heeft de geneesheer rust aanbevolen.» „Maar wat zegt de geneesheei »Hij vindt den toestand zeer ernstig." »Hebt ge hem alleen gesproken »Ja.« „Is hij volkomen oprecht jegens u ge weest." „Ik geloof het.» Ge weet, mejuffrouw, welke gevoelens van achting en genegenheid ik mijnheer uw vader toedraag. Zie dus in mijn aan drang niets dan belangstelling hij zocht een bijwoord een smartelijke, innige belangstelling. De toestand is niet wanhopend, nietwaar >0 I neen „'t Is. een hartzieke.» »Een aanval er van.» »Zoo »Kent ge die ziekte »Ze is ei nstig, inderdaad zeer ernstig Maar niet bepaald doodolijk, niet waar Nu was zij 't, die in haar angst on dervroeg vermits Radou die ziekte ken de, zou hij haar kunnen zeggen, wat doc tor Graux haar misschien verzwegen had. »0 neen,» antwoordde Radou, tenmin ste ik geloof het niet- Ik heb degenees in Transvaal in afwachting van nauw keurige opgaven op ongeveer twaalfdui zend geschat. Eer, eerste weesinrichting is le Langlaagte opgericht, waartoe grond en gebouwen moesten worden aangekocht voor geld, opgenomen tegen 6 pCt. tot een b drag van 3000 p. s. Daar is slechts plaats voor 75 en er was reeds aanzoek voor over de honderd. Te Pietersburg is tot gelijk doel een stuk grond ten ge schenke gngeven, waarop tijdelijke gebou wen werden opgericht en men zich voorts met tenten behelpen zou. Een stuk grond met gebouwen voor vyftig weezen was te koop voor vijftien of zestienhonderd pond, maar het geld ontbrak. KOU EN ZIEKEN. Onder dit opschrift geeft de Londensche con espondent van Het Vad. een aardig schetsje, waaraan wij het volgende ont leenen De Londenaars kijken met bedenkelijke gezichten naar de lucht en laten zich door hun courant wetenschappelijk vooi lichten, dat het koud is en er een stevige, venij uige Noordooster slaat. Op kou of tegen kou ziju we hier niet iugericht. Daar hebben we vooreerst onze kamers. De kamerdeuren hebben geen dorpels, er is geer, afscheiding tusscheu deo vloer der gang en dien der kamer, zoodat de lucht daar ongehinderd doorspeelt. Kachels kennen wij hier niet, overal zyn open haarden en de luchtstroom van on der de deur stuift lustig de kamer door, doet onze voeten be viiezen en vliegt dan den schoorsteen in. Zoo'n haardvuur is kunde niet bestudeerd, zooals ge weet slechts over hetgeen men weet kan men spreken.» Indien Helena op ditoogenbiik instaat ware geweest op te merken, zou zij ge zien bebbeu dat zoo Radou niet sprak, zulks niet was omdat hij niets wist, maar veeleer omdat hij integendeel ved wist. Het was niet Radon dien zij aanzag, maar haar vader, dien zij voor haar oogen had aan hein dacht zij, voor hem was zij naar beneden gegaan om zooveel mo gelijk voor te bereiden wat gezegd zoo worden in dit onderhoud, hetwelk zy ze kerlijk verhinderd had, indieu zij deze veranlwoordelykheid op zich had durven nemen. Voorwaar, het was een kiesche, neteli ge zaakmaar de omstandigheden wa ren zoodanig, dat zij mets andeis in het oog moesten houden dan het tebeieiken doel en met de aan te wenden middelen. Als het leven van haar vader op het spel stond kon zjj zich niet door wat het ook zij laten weerhouden hij voor alles, nij alleen. Daar ge met doze vn aselyke ziekie bekend zijt,« zeide zij beraden en Radon in het gezicht ziend -, »weet ge ook, ni-i waar, dat voor zieken alle oorz tak v m ontevredenheid en aandoening moet vei- meden woruen Daarom ben ik u tege moet gegaan.» Hy aanschouwde haar, alsof hij haai wel zeer gezellig om bij te zitten koeke loeren of dergelijke inspannenden arbeid te verrichten, doch er behoort heel wat toezicht en overleg toe om noch te veel noch te weinig warmte te hebben. Ver der zijn onze vensters ter halver hoogte in tweeën gedeeld, de bovenhelft kan zakken, de benedenhelft naar boven ge schoven. Dat geeft ook al weer drie ge legenheden om frisscJie lucht toe te leten. Dat is alles misschien heel gezond, doch bij felle kou is het geen onvermengd genot :n zoo'n kamer stil te zitten. Wij zijn niet op felle kou ingericht. Onze vrouwen en meisjes gaan dengan- schen winter door naar diner of theater of beide in avondtoilet, blootshoofds, of noogstens met een licht kanten doekje over het hoofd. Zoo zitten ze in open hansoms, boven op omnibussen, of wan delen over straat. Dat ze daarbij niet verkouden worden, is alleen te verklaren uit het feit, dat het hier meestal niet zoo heel erg koud wordt en een man zelden dikker kleeding uoodig heeft dan een de mi-sai son. Men zie ook sommige onzer winkels boekwinkels, viscnwinkels, fruitwinkels, slagerswinkels en nog enkele andere heb ben hun gansche voorspui open. Ze heb ben er meestal zelf geen ruit in en slui ten 's avonds onkel met de rolblinden. Feitelijk staan do winkelier en zijn per soneel den geheelen dag, vaak blootshoofds in de open lucht. En al die inenschen wordt daar nu op eens deze felle kou op het lijf gegooid, waarin onze bemicnelijüe vriendinde in fluenza zich natuurlijk buitengemeen ver- Deugt. niet begreep. Ziende dat bij haar niet voorthielp, voer zij voort »Ora u te vragen, te verzoeken mijn vader niet tegen te spreken, niet met hem te redetwisten, en zelfs wanneer hij u eenig voorstel mocht doen, dat u niet be haagde, hem ingevolge zijn begeerte te antwoorden.» ,Maar, mejuffrouw 't Is de gril van een kranke, welke men moet bevredigen het betrett onaan genaamheden te vermijden, dat alleen en niets anderswees verzekerd dat ik mij andeis met veroorloofd zou hebben u een dergelijk verzoek te doen.» Nu was het zijn beun haar aan te zien, zientbaar pogende te begrijpen wat er ondei die woorden lag. Maar daar hij haar ni9t begreep, vroeg hij »En welk voorstel wil mijnheer uw va- dei mij doen Hij zelf zal het u verklaren, wijl hij u daarom heeft doen roepenwat het ook zij, ik verzoek, u over dit voorstel Diet te bekommeren, noch over uw ant woord, dat u slechts jegens een zieke zal verbinden.» Oordeeloude dat zij au genoeg had ge zegd, overigens niet in staitermeer van te zeggen, verzocht zij Radou haar te volgen. Mijn vader kon over mijn wegblijven ongerust wezen." Zij trad het eerst in de kamer. »Mijnheer Radou!»

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1902 | | pagina 1