E
ül?
lï VER1MN3.
No. 61. Woensdag 5 November 11)02. !8e .Liiii'n.
Nieuws- en Advertentie
^aËÉfijgi
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
blad
F. DIFLEMAA,
Buitenland.
FEUILLETON.
a
1 COLIHVr.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 70 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE nren.
In een Engelscb blad komt een artikel
voor van geueraal Botha, waarin hij de
bedelreis verdedigt en zegt, dat deze vol
strekt niet in strijd is met de vredesbe-
palingen, zelfs geen enkele poging om op
eeoig verzet tegen de vredesbepalingen
terug te komen. Botha betuigt de op
rechtheid der Boeren, die Kitchener en
andere generaals gewis zullen erkennen.
De Boeren gaven hun woord zich over
te geven zij hebben zich overgegeven en
daarmee de Engelsche schatkist millioenen
ponden bespaard. Zij hebben er niet over
gedacht te trachten het vredestractaat
gewijzigd te krijgen. Maar daarmede
krijgt de Britscbe natie niet het recht
bitteren nood en diepe ellende ongelenigd
te laten. Engeland denkt er ook niet
over van dit recht gebruik te maken de
bulp aan Russische boeren en beroofde
Martiniquers bewezen, getuigt het tegen
deel. Hij gelooft, dat het Britsche volk
edelmoedig van aanleg en neiging is, hij
gelooft dit nog, trots al het misverstand,
dat in de laatste maanden gerezen is. Zij
kwamen niet om het tractaat gewijzigd
te krijgen doch om onmiddellijke hulp te
ontvangen. Want de nood is zóo groot,
dat er niet gewacht kan worden. Alleeo
als de hulp spoedig verleend wordt, kan
ze goed doen. Hoeven, vee, werktuigen,
alles» en alles is weg, vrouwen en kin
deren kwijnen en sterke mannen staan
er by, machteloos de vreeselijke ellende
aanstarend. De gevoelens, die het aan
schouwen daarvan wekt, verscheuren
iemands hart En een man, die zijn vader,
zonen en broeders gesneuveld weet, moge
Ophoudende tot zijne dochter te spre
ken, wendde hij zich tot zijne mo9der.
»Dit schoone meisje dat ge ziet, moeder,
die, schoon genoeg is om andere verdien
ste dan hare sehoonheid te ontberen, is
ook een geleerde. Ik heb haar doen stu-
deeien wel te verstaan, niet als een jon
gen, maar meer dan vrouwen gewoonlijk
studeeren. Zij heeft al haar diploma's.»
»Dat wil zeggen, grootmoeder, viel He
lena hem glimlachend in de rede, »dat ik
in een bewaarschool voor kleine kinderen
direktrice kon zijn of airektrice van een
school voor lager ondeiwijs, of wel on
derwijzeres.»
»Ik hoop,» hernam mijnbeer Margue-
ritte, dat zjj dat alles niet zal behoeven
maar indien ik plotseling kwam te vallen^
zou zij niet verloren zijn. Zij heeft een
broodwinning.»
Dat is het voornaamste, zei de tante
plechtig, wanneer men »kan« winnen,
wint men, dat is de natuurwet.»
„Daaiby Helena een huwelijks
uitzet
»Zoozei de tante.
•Hare schoonheid, Indien verstand voor
den man de gave bij uitoemenddeii is, is
eerlijk beproeven in vrede te leven met
den man, die ze neervelde in den krijg J
doch meer dan zulk pogen ban hij niet.
De Boeren beproeven het. Maar wie zegt,
dat hij meer zou kunnen, verder zou
kunnen gaan, is een huiGhelaar. De gene
raals kwamen in Engeland, hopende, dat
de nood welsprekend genoeg zou wezen,
om edelmoedigheid te wekken, doch wer
den droevig teleurgesteld. Zij zijn geen
financiers en het artikel omtrent de 3
millioen p. s. en de ieening was hun niet
duidelijk. Zij vroegen meer lichtdoch
bun werd gezegd, dat de financieele quaes-
tie niet mocht heropend worden, Zij be
treurden die beslissing en maakten er uil
0", dat het niet zou baten hulp te vragen
van Engeland, dat Engeland's edelmoedig
heid beperkt zou bljjven binnen de for-
raeelo verplichtingen door het tractaat
omschreven. Toen gaven zij hun bekend
manifest uit, dat hun in Engeland zoo
kwalijk is genomen, hoewel geheel ten
onrechte. Zij wenschen wrijving te voor
komen, niet haar te bevorderen doch
ellende in vredestijd geleden ariefl een
edeldenkeud volk dieper dan ellende door
oorlog veroorzaakt.
Wij willen het vredestractaat eerlijk
nalevendoch menschen zijn menschen
en geen engelenen het moet de Brit
sche Regeering toch veel waard zijn niet
passieve, doch actieve medewerking van
de Boeren te krijgen. Verzekert zij zich
zulke medewerking door den bitteren
nood ginds te lenigen, dan zal zij geen
leger van 100.000 man noodig hebben,
om er de rust te handhaven. Het geld,
dat noodig is bedraagt veel meer, de hoe
ven, die verbrand zijn, zijn veel talrijker
schoonheid die gave voor de vrouw. Hoe
hoog: klimt niet een man. die zich onder
scheidt door intelligentie, naar welke hoe-
ge posten kan een vrouw, uitstekend van
schoonheid niet streven?»
•Ge rekent op een goed huwelijk zei
de tante.
„Daar reken ik niet op, maar ik zeg dat
een goed huweljjk mogelijk zou zijn voor
Helena, zoo zij er een doen wilde, ik zeg
zelfs dat zij slechts behoeft te willen,»
Helena antwoordde nietmaar een glim
lach gleed over haar gezicht, welks uit
drukking duidelijk zeide dat zij volstrekt
niet de overdreven illuziën van haar va
der deelde en niet geloofde dat haai wil
voldoende zou zijn om zulk een fraai hu
welijk te bewerken.
•Onderstel niet,» hernam mijnheer Mar-
gueritte, »dat ik in zulk een goed huwe
lijk mijner dochter mijn eerzucht stel't is
integendeel waar dat verre van zulk een
huwelijk te zoeken, ik het zou vermijden
indien het zich aanbood, want ik geloof
niet dat men het geluk in de hoogte vindt.
Daar is men aan te veel gevaren bloot
gesteld en wat ik boven alles voor mijne
doc iter wil is geluk, en dat zij haar nian
bemint en zij door hem bemind wordt, zij
innig te zamen verbonden leven, geen an
dere wenschen, geen andere vreugde heb
bende dan elkander wederzijds gelukkig
te miken. Overigens, wil ia nu we op
dat onderwerp zijn, u niet verzwijgen, dat
ofschoon nog niets bepaald is, ik den man
dan iemand in Engeland, dan velen in
Zuid-Afrika weten, veel meer, dan waar
voor tot nu toe hulp in het vooruitzicht
is gesteld. Dat geld, die hulp te krijgen
spoedig te krjjgen, was het doel hunner
reis, De generaals hielden zich op bet
vasteland buiten alle politiek. Zij waren
veel voorzichtiger dan menig geboren Brit
zich waarschijnlijk zou hebben uitgelaten
zij kwamen om de liefdadigheid iu te
roepen, en bepaalden zich tot dat doel.
De Britten zijn over het karakter der
Boeren gebrekkig ingelichtze weten niet
hoe ze hen moeten behandelen. IJs en
koud water zjjn in wezen éen, toch zijn
ze onderworpen aan gansch verschillende
wetten. Een der groote grieven is, dat
de Boeren nog niet uit de kampen kun
nen, of niet geholpen worden om weer
te beginnen met hun werk. Zij zwerven
nu in de steden rond en hun belang in
het land is nihil.
Ten slotte pleit Botha voor den terug
keer der gedelegeerden. Dit was beloofd
bij het sluiten van den vrede en er is
geen reden om die belofte te breken al
len vatten het tractaat zoo op, dat die
terugkeer niet verhinderd zou worden.
Wat de rebellen betreft, het bloed kruipt
waar bet niet gaan kan en deze rebellen
zijn niet gewone opstandelingen ze voch
ten met en voor hun broeders, Laat Ea-
geland doen wat de Boerenregeering deed
na den Jameson-raid, zachtmoedig en
grootmoedig wezen. Laat het handelen
naar de zoo geliefde Britsche traditie, om
edelmoedig te zijn jegens een dapperen vy-
and .Edelmoedige politiek is altijd de beste
ze is liet hier meer dan ooitzij zal be
werken, dat Zuid Afrika, evenals Canada
op het oog heb. die haar hot geluk geven
moet het welk ik voor haar wil.
»Is 't iemand van hiei vroeg de tan
te levendig, haar nieuwsgierigheid niet
kunnende bedwingen.
»Ik zeg u,dat nog niets bepaald isen
zelfs is de zaak zoo weinig gevorderd, dat
ik er niet over spreken kan er beslaat
een plan, dat is alleszoodra bet eenige
vastheid krijgt, zult gij, tante, een der
eersten zijn, die er mede bekend gemaakt
wordt."
Ondanks haar begeerte er meer van te
vernemen, moest tante Toutcba zich hiei-
rnede tevreden te stellen. Van tafel op
staande, wilde zij Helena ondervragen
maar deze hield zich aan hetgeen haar va
der had gezegd.
»Ten minste zal het weldra zijn vroeg
de tante.
»Hoe wilt ge dat ik zeggen zal wanneer
daar ik niet eens weet cf bet gebeuren
zal.»
Het oogenblik om ie vertrekken was
gekomen. De tante verzocht dat men Co
cotte zou voorspannen. Na vervolgens be
loofd te hebben niets te zuller, vergeten
van hetgeen zij aan haar neef moest le
veren, steeg zij in haar char-a-banc, en
haar zweep latende klappen, doch zonder
da merrie te raken, reed zij dravend weg
Toen de poort weder gesloten was, na
derde vrouw Margueritte haar zoon met
een zekere verlegenheid, wdke mr. Mar-
guenlteniet zag, maar die Helena opmerkte-
deed, leert waardeeren, vergeven en ten
sloite vergeten.»
Men ziet, op zulk een artikel kunnen
ook de Jingo's geen vat hebben en de
„Timesc en de »G)obec zullen zich in
wonderlijke bochten moeten wringen om
de Boeren uit te kunnen schelden.
Men herinnert zich. dat er in het Kaap-
sche Parlement op aandringen der Afri-
kaanders een commissie benoemd werd,
om een onderzoek in te stellen naar de
beschuldigingen tegen den Afrikaander-
bond in verband met den oorlog. Deze
commissie heeft een rapport uitgebracht,
waarin zijn verklaart niet in staat te
zijn de beschuldigen te onderzoeken en
verzoekt ontheven te worden van haar op
dracht De Kaapsche correspondent van
de „Manch. Guardian» verneemt, dat de
commissie den Jirekteur van de »Argus«
en ds. Moffatt heeft gehoordbeiden ble
ven echter in gebreke bewijzen voor hun
beschuldigingen te leveren. De commissie
nam daarop genoemde conclusie mat vier
Jingo- tegen drie Afrikaanderstemmen
aan. De loden van den bond zijn veront
waardigd over de tactiek, welke hun stre
ven om een volledig onderzoek te verkrij
gen, te niet dobt.
De rondgaande hoven in de Kaapkolonie
hebben eenige Kaffers, die tijdens den
oorlog door de Eagelscbon als verkenners
werden gebruikt, tot lijfstraffen en ge
vangenis veroordeeld wegens aanrandin
gen van vrouwen van Hollandscbe kolo
nisten.
In de otficieele »Londen Gazette" staat
een lange lijst van rid ierordon en bevor
deringen van wege jen Zuid-Afrikaan-
schen oorlog. Iedereen weet, hoe de oor-
Verlangt ge iets grootmoeder vroeg
zjj
Ik zou mijn zoon willen spreken,»
antwoordde zij, Helena wilde zich verwij
deren, maar de grootmoedei weerhield haar.
»Ik wil in uw tegenwoordigheid spre
ken, mijn dochter, wat ik te zeggen heb
betreft uwe tante, mijn jongen, en de le-
verantiën welke zij u doen moet. Ge moet
oppassen
Wees gerust, da prijzen zullen die van
den dag zijn.»
»'t Zijn niet aileon de prijzen, waarvan
ik wil spreken.»
•Ik zal ook op de kwaliteit letten,»
Er is ook nog... Zij aarzelde een
oogenblik om zien hoen ziende „er is
ook de hoeveelheid Ik zeg u dat, weet
ge, niet om haar tebeklidden; m lar het
zou niet welgedaan van mij zijn, u niet
te waarschuwen
Arm moedertje,» zeide hij, »gij zoo
kiesch en eerlijk, hoeveel hebt ge moeten
lijden bij haar
,,'g Is het eigen belang, weet ge, dat
haar verstau 1 bmevelt, anders zou zij
geen ondeugende vrouw zijnmaai als
het haar belang geldt bestaat er uiets
meer voor haargeen ouders, kinderen,
noch goede God F
Welnu, ik zrl op mijn hoede zijn en
zoo handelen dat ook ik tiaar leeds den
eersten dag bewjjs, ik mijn belangen in
acht neem en ze weet te verdedigen. Ge
zult mij helpen