i
I
No. 53.
Woensdag 8 October 1902.
18e Jaarg.
U HJ kj
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
F. DIELEMAA,
AXEL.
Buitenland.
FEUILLETON.
De verdwenen Erfgenaam.
Dit Blad verschpnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent
voor België 70 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER - UITGEVER
Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 oent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Aüvertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
De Engelsche kranten hebben het druk
over de voor de Boeren te sluiten leening
waarvan dezen wel te verstaan, zelf de
rente zullen moeten betalen, te beginnen
na twee jaar.
Wanneer men hierbij in aanmerking
neemt, dat niet slechts onderscheidene En
gelsche persorganen, maar dat ook lord
Milner in hoogst eigen persoon zich heeft
uitgelaten, dat men van den financieelen
toestand der Boeren gebruik moest trach
ton te maken om hun ten bate van Engel
sche kolonisatie hun landerijen te ontfutse
len, is het dan wonder, dat nu de drie
generaals een beroep doen op de beschaaf
de wereld? En zou het geen schande zjjn
als die# beschaafde wereld (waartoe ook
Nederland zich rekeDt) doof bleef voor
dien oproep
Zooals we reeds vroeger zeiden, zullen
de Bóeren-generaals zich ook tot Duitsch-
land wenden en in 't bijzonder tot den
Duitschen Keizer. Dat de Engelschen hier
mee niet erg ingenomen zijn, blijkt wel
uit hetgeen de Engelscbe pers ervan zegt.
Indien de generaals het gehoor hebben
aangevraagd, moet bet verzoek afgewezen
worden, roept de Globe, en hee.t daaren
tegen bp den Keizer den wensch bestaan,
om de generaals in gehoor te ontvangen,
dan behoort de uitnoodiging terstond inge
trokken te worden. Het gehoor mag in
geen geval doorgaande Engelschen zou
den het als een onvriendelijkheid en een
gevaar voor de goede betrekkingen tusscben
Engeland en Duitschlaud opvatten.
Het Engelsche volk is volkomen bereid
wil de Times ons wijsmaken, het beroep
Mevrouw Von Mansdorf zuchtte.
»,t Is voorwaar mijn eigoo schuld dat
ik de patient deze ziekte heb veroorzaakt.
Ik zal mij er derhalve niet tegen ver
zetten mogen dat de docler ze geneest-.*
Zij reikte bem langzaam en een weinig
weerstrevend de hand, welke hp niette
min levendig en verheugd aan zijn lip
pen bracht. Nog des avonds laat kwam
het ekwipage van den, van de prefec
tuur terugkeerenden vorst voor het huis
Wilstorp aandoch vader en dochter
stegen niet uit, wijl ze zeer vermoeid
waren de vorst liet mijnheer Von Mans
dorf naar buiten roepen, en hij en prin
ses Elizabeth deelden bem spoedig de
hoofdzaak mede van hetgeen hem te zeg
gen was. Het was Faustelmar.ns dood
vonnis, dat door deze mededeelingen be
zegeld werd. De heer Von Mansdoif raak
te buiten zich zeiven van toorn en zwoer
hoog en laag, dat hij den kerel geen dag
langer in zijn dienst wilde houden. Wat
echter mijnheel Von Uffeln betreft, van
dezen wist hij niet het minste te zeggen.
Mijnbeer Von Uffeln was gisterenavond
laat gebleven en na omtrent zich zeiven
alle wenschenswaardige inlichtingen ge
geven te hebben, heengegaan en had zich
van de generaals zoo mild mogelijk te be
antwoorden, vooral wanneer het ook de
Engelsche slachtoffers van dan oorlog op
neemt, maar zeker is het Engelscbe volk
niet genegen tot het Boerenloods bjj te
dragen, wanneer het blijkt, dat de generaals
bedektelijk een politieken veldtocht tegen
Engeland willen voeren of toelateD, teneinde
de inlijving van de Boerenstaten weer on
gedaan te maken. In dat geval zal het
Engelsche volk weinig geven, terwijl de
Engelsche regeering maatregelen zou nemen
om een dergelijke onduldbare propaganda
te fnuiken.
Een Duitsch blad de Reiehsbote tracht
de Engelschen het bezoek goed te praten
door te z«ggeD: Waarom zou men zich in
Duitschiand tegenover deze vaderland lie-
vende mannen vbd eer, wier oorspionkelijke
krjjgskunst sedert jaren door de geheele
weield bewonderd is, teruggetrokken too.
nen Onze Keizer ontvangt en begroet
zoo menigen man van beteekenis, waarom
zou hp niet deze roemrijke mannen ont
vangen, nadat hp indertijd Cecil Rhodes
ontvangen had. De ontvangst van Presi
dent Kruger heeft men indertijd daarom
geweigerd, omdat men voorop zette, dat
men gedurende den oorlog de onzijdigheid
moest bewaren en men den Boeren geen
hulp kon bieden. Nu is de oorlog ten
einde en de generaals hebben met Engeland
vrede gesloten en vragen om vrijwillige
liefdegaven tot leniging van den vreeselij-
ken nood van hun volk. Zou men dit
dezen mannen, die nu Engelsche onderdanen
zpn even goed als de Indiërs, voor wie
men ook indertijd inzamelingen heeft ge
houden, euvel duiden
Ieder weet, dat het, laten we zeggen
den geheelen dag door niet meer laten
zien. Men moest er derhalve van afzien
hem dadelijk te waarschuwen, en de vorst
en zijne dochter snelden naar Idai,om
na den vetmoeienden tocht rust te ge
nieten.
In prinses Elizabeth was op nieuw de
ongerustheid ontstaan wegens den won
derlijken man, die heden weder geheel
verdwenen was. Toen zij in het slot te
Idar aangekomen en in hare kamer was,
wierp zij de waarschuwing, welke zij
hem zenden wilde, haastig mt>t eenige
woorden op hot papier en wilde ze den
pachter Jocbmaring zenden, om ze hem
te doen geworden Maar gereed om het
billet te vei zenden, aarzelde zij en kon
er niet toe komen want zond zij het
hem, dan zou hij nog vóór de dag aan
brak de vlucht nemen. Zij zag hem dan
wellicht nooit weder en bij deze ge
dachte brak al haar moed, dien zij des
morgens voor haar vader bad betoond, al
bet heldhaftige der verzaking, al de macht
van het verstand, waaronder zij zicbge-
bogen had. Ook had immers alles een
andere wending genomen, nu bleek het,
dat deze man met recht zijn naam droeg
hij was geen avonturier meergeen wij
de kloof lag meer tusschen hem en haar.
En zoo besloot zij het moedig te vra
gen hom nog eens tegen te treden en
moest er dan gescheiden worden, niet
eerder van hem te scheiden, dan na vol
komen inlichting verkregen te hebben
niet geheel overeenkomstig de waai heidis
weigering om Kruger te ontvangon toe te
schrpvpn aan neutraliteit. Braken Loubet
en Koningin Wilhelmina de onzpdigbeid
En waarom dan niet de Zwarte Adelaar
zoo aan Roberts als aaD Botha verleend?
Het is echter nog niet vast of de
neraals den Duitschen Keizer wel spreken
zullen.
Het schijnt nog al over wat schijven te
moeten loopen eer het zoo ver is.
Over den weg, dien zp zullen af te leggen
hebbeD, alvorens tot den keizer te kunnen
worden toegelaten, is in het Berliner la-
geblatt een en ander medegedeeld.
In de eerste plaats wordt opgemerkt dat
een Keizerlijk hof in Duitschiand niet be
staat, alleen een Koninklijk Pruisisch hof.
Voor dit hof zijn de Boerengeneraals
vreemdelingen en wel Engelsche onderda-
nen. Het hofgebruik wil, dat elke vreem
deling, die een audiëntie bij een Vorst ver
langt, bp de betrokken hofdignitarissen
moet worden ingeleid door zpn gezant. Tot
d^zen heeft hg zich te wenden, om een
audiëntie aan te vragen, tegen diens zin
wordt zp nooit, of althans zoo goed als
nooit verleend. Zoo verkreeg in 1892 Bis
marck bp Keizer Franz Joseph Diet de ge
vraagde audiëntie, omdat de Duitsche ge
zant deze voor ongewenscht had verklaard.
In het onderhavig geval behooren dus de
generaals zich te wenden tot den Brilschen
gezant te Berljjn, die voor hen een audiën
tie moet aanvragen. Verklaart deze zich
togen de ontvangst, dan krijgen zij naar
alle waarschijnlijkheid de eventueel gevraag
de audiëntie nietheeft deze geen bezwaar
legen hun verzoek, dan brengt hij het
over en hangt de inwilliging nog slechts
nopens de beweeggronden zijner hande
ling en houding, waarin nog zooveel raad
selachtigs was. En daarover nadenkend,
inwendig diep bewogen maar ook met het
vast vertrouwen dat zij hem de afscheids-
hand zou kunnen reiken zonder hem te
verraden en vreeselijk daaroij lijdend,
ging zij den volgenden mot gen naar de
hofstede van den pachterde pachter
moest hem uit zijn schuilhoek halen en
tol haar brengen. Zij wilde haastig deze
wandeling doen, nog voor haar vader uit
zijne vertrekken kwam.
Niemand zou er iets van vernemen. Na
een kort gesprek met hem wilde, zp te-
ïugkeeren.
Maar zij zou dengene dien zij zocht
eerder zien dan zij vermoedde.
Toen zij. met baar getrouwe Marianne,
door het bosch ging het was èen door
een fijnen nevel omsluierden morgen, in
bet bosch heerschle een doodsche stilte
en aan de punten van hel varenkruid
hingen kleine droppels saamgevloeide voch
tigheid, terwijl de boomkruinen heteene
vei dorde blad na bet andere, als groote
gele vlinders neder fladderden, toen
zij nu door dit bosch ging, dat bedeu zulk
een herfstachtig aanzien had, hoorde zij
voetstappen die haar naderden, en zag zp
bij de naaste kiomming van het voet
pad Uffeln haar tegemoetkomen. Bij den
draaiboom, waar zij hem het eerst ge
zien had, ontmoetten zij elkander.
Uk dank u, prinses,* sprak hij, >dat
van den Keizer of juister van den Koning af.
Worden ze niet ontvangen, dan volgt
daarnit dus volstrekt niet, gelpk enkele
heethoofdige bladen gelieven te beweren,
dat de Keizer hen niet ontvangen wil. Wor
den ze wel ontvangen dan hebben de Lon-
densche bladen nog niet het recht daar
voor den Keizer verantwoordelijk te stellen.
Tot zoover de heer Von Stradomtz. Het
relaas ziet er deftig genoeg uit, om waar
te kunnen zijn. Wanneer het inderdaad
juist is, dan bjjjkt daaruit feu duidelijkste
dat een eventueele ontvangst van de Boe
rengeneraals door den Keizer, tenzij deze
hen had laten roepen, niet zou kunnen ge
schieden zonder voorkennis van de Engel
sche Regeering. Wenscht deze de audiën
tie niet, een wenk van den gezant te Ber
lpn is dan voldoende om te beletten dat de
generaals komen.
RUSLAND.
Toen de Tsaar dezer dagen in zpn
tuin te Tsarkoe Selo wandelde wilde hjj
een paar rozen hebben en riep een tuin
knecht. Deze was enkele meters vaD hem
verwijderd, to«n plotseling een schot weer
klonk en een kogel den knecht aan het
hoofd trof; de man viel doodelijk gewond
ter aarde. Van alle kaDten snelden politie
dienaren toe en nu bleek dat de waak
zaamheid van den Tsaar oorzaak was van
het treurig geval. Het is nl. eiken onbe
kende verboden den Keizer dichter dan op
tien meters afstand te naderen. De Tsaar
zelf wist dat niet en stelde, door den tuin
man te roepen, hem aan het moordend vuur
zpner bewakers bloot. De Tsaar was zeer
ontsteld door het gebeurde.
ge mij op mijn pad tegemoet komtop
dezen weg behoef ik ook een weinig uw
tegemoetkomipg.*
»Ik begrijp u niet,* hernam zij, hem
verwonderd aanziende„wie ter wereld
zegt u toch dat ik voornemens was u
tegemoet te gaan ?u
„Dat gij het voornemens waart, be
weer ik niet. Maar ge komt mij toch zeg
gen, dat ge gisteren mijnentwege den
langen rit naar de stad gedaan hebt
gij en mijnheer uw vader
»Hoe weet ge dat
„Ik heb het van den pachter vernomen
dat ge in grooten haast daarheen ver
trokken waart, en ik wa& aanmatigend
genoeg om te gelooven zulks niet ge
schiedde voor mijn dubbelganger, die men
gevangen heeft genomenik weet niet
waarom, want een verspieder is de?o ar
me drommel evenmin als ikmaar ge
gingt op weg, ongerust er over dat men
mij gevat kon hebben."
•Ge weet alles hoor ik," viel de prin
ses bem in de rede; >nu, ik loochen bet
nietik sprak met mijp vader, en deze
ging in het belang der zaak van het
vaderland tot de kleine reis over, om u
door zijn invloed bij den prefekt te red
den. Wij waren zeer verwonder! u niet
in den gevangene te herkennen, maar
vernamen ook, dat ge u ten spoedigste
redden moest, om met hetzeifde lot te
ondergaan.*
>Mp redden Maar ik ben immers geen