Zuid-lfrika. zijn een aantal photographieën genomen 6D reeds kwamen vele bezoeken. Zola was 2 April 1840 te Parijs ge boren. Hij was de zoon van een Itali- aanscb ingenieur en zou in dön boekhandel opgeleid wordeD. Doch reeds vroeg trok het de aandacht, dat bij beter schrijver dan boekhandelaar kon worden. Hij heeft zich dan ook door het schrijven van ver schillende beroemde boekwerken een on- sterfelgken naam bezorgd. I)E BOERENGENERAALS IN OME PROVINCIE. Zoowel van Goes als van omliggende gemeenten waren Dinsdagavond een me nigte nieuwsgierigen naar het station ge gaan, om de generaals zoo niet te zien, (wegens den donkeren avond) huu toch te verwelkomen. Omstreeks half elf wer den de generaals namens de commissie ontvangen door dhr. J. M, Kakebeeke. Toen daarna de generaals naar hunne rijtuigen gingen, werden ze overluide toe- gejuigd, waai bij de dapperen met de hoeden terugwuifden. Stapvoets reden ze naai' het Hotel Zoutkeetwaar de secreta rissen der generaals moesten iogeerer.. Daar het publiek echter wist, dat de generaals daarvoor bij den heer Kakebeeke moesten wezen, bleven ze, hoe laat het ook worden zou, daar wacbteD. De beer Botha kwam voor bet raam en spiak de menigte toe. H(j dankte de Goessenaren voor de hartelijke ontvangst. „Waar het nu te laat is om elkandei goed te zien zeide de heer Botha - en ik vermoeid ben en, op zjjn borst wij zende het mij hier eenigszins pijn doet. hoop ik dat morgen de gelegenheid zal bestaan elkander weer van aangezicht tot aangezicht te zien om nadei met elkan der te spreken en verder kennis te ma ken." Het volk was opgewonden en begon nog liederen te zingen, waarop de heer E. v._d. Bosch aanmaande dit niet te doen en uiteen te gaan. Men zweeg toen maar wachtte toch om bij het afrijden der generaals nogmaals een hoera aan te hefieu. Woensdagmorgen was de gemeente in vlaggentooi. Reeds vroeg in den morgen heeischle er groote drukte op straat. Te negen uren ving de plechtigheid in de kerk aan. Het gebouw was zoo goed als gebeel gevuld. De generaals werden daar aangesproken dooi de heeren Donner en Van Lelyveld, waarop De La Rey naar voren trad en zei Mijnbeer de voorzitter! Ik hoopdatuen de gemeente mij zullen kunnen volgen in het Afrikaansch. Dank dat gij ons in de gelegenheid stelt elkaar van aange zicht tot aangezicht te zien- Dank vooi wat gij voor ons deedt, met ons mede- loefdet, mot ons gevoeldet, maar nu is de strijd voleindigd en volstieden Nie mand kan beseften hoe er gestreden is. De gansche wereld dacht dat dit kleine volk in twee maanden ten onder zou zijn, maar met Gods hand beeft het lang volgehouden. Men hoopt na dien strgd in Gods kracht 70ort te gaan. Nederland ligt ons na aan hbt harte door bloed on afstamming. Rachel beween le haie kin deren, zeide de dominé, wij beweenen ook onze kinderen en vrouwen, die zoo veel leden in dien gruweiijken en eerloo- ven als geneesmiddel aan zijne zieken voorschrijft of ten laatste als honorarium voor zijn geneeskundige diensten den patient zelf vordert.* ,,'t Is inderdaad,* riep de docter schert send, »in de geneeskundige praktik niet voorzien, maar ook niet verboden. En, wat geneesmiddelen betref', daar deze zicb altoos nauwkeurig naar bet bijzonder geval moeten richten, en hel geval alleen door den arts beooideeld kan worden, zoo zult ge mevrouw,* de docter voegde er dat met bid lenden blik en weeke stem bij „hem in zijn geneesmethode niet storen en haar v.oren willen (Wurdt vervolgd.) zen strijd. De beschaafde wereld spreekt wee uit over de ten onderbrenging dor twee republieken, maar wij willen stil berusten en alles in Gods hand stel len. Het land hal een zestigjarigen bloei en thans is het door onteigening, verdel ging en verbranding der hoeven verre verwoestvooral de mishandeling der vrouwen en kinderen was eeu gruwel. God geve bulp Botha kon niet nalaten ook nog eeni- go woorden te spreken om dank te bren gen voor de sympathie van bet volk van Nederland voor het medeleven in den krijg. Hij wees er op dat door de Engelscbe soldaten en kaffers het eten werd wegge nomen. De kaflers deden nog het meest kwaad. Op zijn plaats werden 56 men- schen vermoord, kinderen en vrouwen ontvoerd. Men moest deo oorlog beëin digen, er wis geen redding meer, want 40.000 menschen waren gesneuveld en gewond. Thans moeten zg werken, strij den en bidden dat ons volk uit den el lendepoel gered wordt en die tgd zal wel weer komen. Eeu langdurig applaus volgde op het gesprokene. De heer J. M. Kakebeeke sprak een woord van dank aan het kerkbestuur, de sprekers eu vooral de generaals en hoopte dat de collecte aan de deur en rondgang in de gemeente flinke bate mogen afwerpen voor het geteisterde volk Tot slot werd Psalm 134 3 staande gezongen. Bg den rondrit warden door het zoon tje van den heer Wilton van Reden, een vroegeron Transvaler, in de Wijngaard straat den generaals bouquetten aange boden. Bij het veitrek der geueraals aan hel station werden nog eenige toespra ken gehouden en deden zeer velen hen uitgeleide. De muziekgezelschappen Euphonia en Hosanna speelden op het perron beurte lings onze volksliederen, tot de trein vertrok en op don bepaalden tgd met de generaals te Middelburg arriveerde. Ook dair stond een ontzaggelijke me nigte aan het station. Op het plein vóór h«t station waren verschillende vereeui- gingen, die als eerewacbt fungeerden, met hunne vaandels opgesteld, terwgl in da stad vaq elk huis bijna de vlag wap perde. Op het perion werden den generaals, toen zo ua ar d wachtzaal gingen, door allo daar aanwezigen toegejuicht. In de wachtzaal werden dr leden van het voor malig Middalbuigsch Dames-Comité en de commissie van ontvangst aan de generaals voorgesteld, waarna de eeiste begroetiDg plaats had door Mej. Maiie Berdenis van Berlekom, secretaresse van genoemd co mité. Toaa da generaals daarna naar buiten gingen, klonk hat van de sobutteig- muziek en v»n alle aanwezigen: Gegroetgegroet, gij, heldenstoet Uw hooge moed in 't HoUandsch bloed Ons hart met jvbel vulde Het was treffend, zoo'n massa dat lied te hooren zingen en speten. Daarop werd de stoet gevormd, terwgl da muziek het oude Wilhelmus liet hooren. In het eerste rijtuig zaten een viertal leden v in het Middelburgsch Dames-Comité. In het tweede rgtuig nam Botha, ver gezeld van twee leden van het ontvangst comité, plaats en in het daaropvolgend rijtuig De la Rey, vergezeld van twee leden van genoemd comité. In de vol- g -nde rijtuigen zaten de secretarissen der generaals eu eenige comité-leden. Met langzamen tred ging het laDgs da menschen mUi en, nu en dan door luide boera's begroei. Op de Markt gekomen begaf men zich, terwgl weer de muziek kl >nk, naar het stadhuis, waar de offici eels begroeiing plaats bad door Burge meester er. Wethouders met de Raads leden. Ze werden daar toegesproken door jhr. inr. L. Schorer, burgemeester en eere- voorz-tter van het comité van ontvangst. Hij heiinneide aan den vreesehjken worstelstrijd door het volk dar voorma lige republieken gestreden, aan het leed dat er js geleden, aaa den moed eu zelf opoffering die is getoond, zoo door het volk van Transvaal en den Vrijstaat als door zijne aanvoerders. De burgemeester betuigde daarna de vreugde van de bevolking dezer stad er over dat de generaals naar Middelburg hebben willen komen, en sloot met den wenscti, dat de toont der generaals mocbt beantwoordeu aan hunne verwachting. Hierna nam generaal Botha het woord. Hij begon met te zeggen dat zijn borst slecht was en bij moeilijk spreken kon. maar toch niet wilde nalaten nam6iis zijn volk hartelijk dank te zeggen voor de vriendelijk) wijze, waarop hg en zijn makker zjjn ontvangen. Hij herinnerde aan den tijd van kom- mei en zorg die reeds is doorgemaakt, en ook aan de ellende die nog in Zuid- Afrika wordt geleden door het arme volk wiens onafhankelijkheid is ingeboet. Het deed den generaals goed hier zul ke warme harten en zoo groot enthousi asme voor de Boeren van Zuid-Afrika te ontmoeten. H(j legde verder de verzekering af dat de taak van de leidslieden is het volk van de voormalige republieken vooruit te brengen, op te beffen. Daarvoor is steun, gruote steun noodig want de tgdeD, waarin het volkverkeeit zgn duister en moeilgk. Maar waar er zooveel hulp en sympa thie betoond wordt, is er een licht in die duisternis. Daarna sprak de generaal nog de leden vau het Dames-comité toe, welke hij bart- grondigen dank bracht voor al wat door haar is gedaan. Ten slotte werden door deu burge meester de leden van den raad den gas ten voorgesteld, bood men hun vervol gens den edrewlja aan en onderhielden de generaals zich nog eenigen tijd met de aanwezigen. Toen werden de rijtuigen w;er beste gen en begaven de generaals met bet comité zicb naar het Grand Hotel Verse- put. waar de lunch zou worden gebruikt. Na afloop vao de lunch te half drie begaven de generaals zich naar de Nieu- wekerk. Bij hun binnentreden werden deze be groet met de zegenbede uit Psalm 134 3 Toen zjj gezeten waren, hield de heer dr. L. Wagenaar op het platform een rede tot hen. In treffende zinnen schilderde spreker allereerst het medelijden, waarmee we neerzien op de lieve kindaren, die in de moordkampen opgesloten, bij duizenden voor da oogen hunner moeders van gebrek en ellende zijn vergaanop de ouden* van dagen, die daar zoeken om het graf van zoon bij zoon op de macnen, die na jaren ballingschap of worstelstrijd eindelijk wederkeerden mar de plek hun ner welvaart, maar waar nu alles hen aangrijnst, verwoest en verdelgd, zoodat er nergens rund of ooi is. Hij wees op de vreugde, die er zou hebben gebeerscht, als door dat helden bloed de victorie was gekochtals door die heete, bittere tranen da onafhankelijk heid verworven was. Spi. bracht in ue herinnering, hoe ons land was vrijgekocht. Na verder afzonderlijk Botha en De La Reij te hebben toegesproken, sprak hij zflu leedwezen uit over de afwezigheid van Da Wet. Hg had deze o. m. geschre ven, dat de Zeeuwen hem een dag van zielsverkwikking zouden bezorgen, als bij komen durfde. Iu den brief hierop van De Wet ont vangen, lasspr. het volgende: »Uwe woor den hebben mij zeer getroffen. En toch is het mij onmogelijk om aan den wensch van het Zeeuwsche volk gehonr te geven. Ik heb hel zeer betreurd, d it ik niet met mijne collega's kon meegaan op hun reis door Nederland, maar de dokter heeft het streng verboden. Ook nu nog gevoel ik me niet zoo danig wel om over te komen.* Daarna bracbt spr. namens De Wet dank en heilgroet over aan het Zeeuwsche volk, waarna hij met een slotwoord allen uituoodigde om te zingen van Psalm 42 vers 2 en 5. Na dezen tusscbanzang trai Botha als spreker op, die bet ua da prachtige rede van dr. Wagenaar een moeilgke taak achtte, zich voor zijn hoorders duidelijk uit te drukken, ofschoon hem niets te zwaar is, waar het de belangen van zijn volk gnldt. Dankend voor de vele wel- daden, die ze de laatste 3 jaren hebben ondervonden van de Nederlanders, tracht te spr. een flauwe voorstelling te geven, van d9 smart waarmee ze hunne zelfstan digheid prijs gaven en zulk een vrede moesten sluiten. In den breede wees spr, op de noodzakelijkheid, die hen daartoe dwong, door te zeggeu, dat alle verbinding van de strijdende Boeren met de buiten wereld was afgesneden en invoer zelfs van het allernoodigste onmogelijk was, Ammunitie, kleeding, schoeisel, kortom al wat noodig was om in de behoeften der commando's te voorzien, was in han den van den vijand. Ondanks dit alles ontmoedigde dit bun Diet. De zegen des Heeren hield hen staande. In korte trek ken wees spr, verder op het igden der vrouwen en kinderen in de kampen, waar deze met den dood voor oogen nog brieven schreven om hunoe mannen en vaders aan te moedigen. Toen echter eindelijk ook nog de Kaffers zich tegen her. keerden werd het hun te benauwd. Van de 20.000 strijdbaren waren slechts 12000 overgebleven, welk getal door de invallen der Kaffers sterk verminderde. Dat alles saamgenomen, deed hen tot den vrede besluiten, hoe hard het ook na al die opoffering viel. Thans moet het zich zooveel mogelijk uit die eilendo oprichten waarvoor in de eerste plaats geld noofig is. En daarvoor zija ze naar Europage komen, teneinde het verarmde volk ts steunen. Met een woord van dank in't bijzonder voor die hem omringden en bet ontvangst-comité sloot de heer Botha zgn rede, waarop een luid applaus volgde, Hierna trad dhr N. M. de Ligt als spreker op. Een korte beschrijving van de belang stelling waarmee hier de handelingen van de Boeten werd nagegaan, hoe men bier hoopte op overwinningen, en in het eind teleurgesteld werd. en zich moest neer leggen bij het de mensch wikt, God be schikt, ziedaar In hoofdtrekken de rede van laatsgen. sprdie den Boeren een gift aanbood van de bewoners van Zui delijk en Westelijk Zeeland voor hetOt nerale Boerenhulpfonds, een gave van 10.000, waarop eeD daverend applaus volgde. Daarna st9lde spreker voor samen te bidden en God zijn zogen voor ben af te vragen. Vervolgens zong meD Gezang96 waarvan de vier laatste regels (eenigszins gewijzigd), staande. Hiermede was de bijeenkomst geëin digd en verlieten alien het kerkgebouw. De stoet trok van daar naar de Coucert- zaal, dia ook stampvol was. Voor de zang begon werd een kort woord gesproken door dhr. A. W. Bs. van Bprlekom, voorz. der zangvareenigini Tot Oefening en Uitspanning. Twee num mers werden uitgevoerd door genoemde vereeniging, begeleid door een orkest van de Vereeniging voor Instrumentale mxuvk een kinderkoor en orgelspel. Hierna trad De La Reij op, die de ver zekering gaf, dat er in Z.-A. duizenden dankbare barteD zijn, voor hetgeen ia Nederland ten hunnen behoeve gedaan. Eon en ander uit den oorlog werd op gehelderd o. a. ook de reden waarom hij Mdthuen had vrggelaten. Zijn eigeo opinie, dat zelfs geen gewond officier zon worden vastgehouden, had hem hiertoe bewogen. Hij kwam op tegen den laster dat Kruger geld zou hebben verduisterd en sloot met een dankzegging voor ds gave in de kerk ontvangen. Na laogdo- rige toejuichingen, werden nog eenige nummers tan beste gegeven en werd door dhr. Snijders het woord gevoerd. Spreker achtte het overbodig oa het ge hoorde nog te trachten meer de gemoe deren te doen treffen. Doch waar het comité hem heeft ver zocht een woord te spreken, wilde bjj zich niet aan die taak onttrekken. Spr. wil niet alleen hulde brengen aan hen, die bier zijndie hier niet zyo el hier niet kunnen zija, niet alleen eel

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1902 | | pagina 2