49. Woensdag 24 September 1902. 18' N i e u w 8- en Advertentieblad voor Z e e u w s c li - V I a a n dereiu F. DIELEMAV, AXEL. Bnitenland. FEUILLETON. De verdwenen Erfgenaam. I<>. t# - i C0UIC4 Dit Blad versckgnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 8 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 70 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER Adyertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3 2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlpk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. KOXIXGIN Tl Vit IE HEXRIETTE. f Nog tamelijk onverwacht, hoewel men baar in gestadig levensgevaar wist, is Vrijdagavond te zeven uur, 35 minuten Marie Henrietta, Koningin der Belgen, te Spa overleden. Sedert vele jaren was zij lijdend en in den laatsten tijd kwa- men bij herhaling zwakteaanvallen voor. die het ergste deden vreezen, maar waar van H. M. toch telkens, weder opkwam Zelfs Donderdag ontving zij nog bezoeken Toen H. M. Vrijdagavond aan tafel zat en een lichten maaltyd gebruikte, voelde ze zich plotseling ongesteld en verloor bet bewustzijn. Onmiddellijk werd een gëneeslieer ontboden, toen deze kwam was de vorstin echter reeds bezweken aan een acute hartcrisis. Baron Goffinat en barones Fierland wa ren bij de Koningin en seinden onmiddel lijk aan den Koniog te Bagnères Luchon en aan de oveiige leden van het Vorste lijk Huis, van wie niemand aanwezig was. Zoodra het bericht van het overladen bekend werd, liep een groote menigtb Voor het paleis te hoop, die de gebeur tenis hesprak. De Brusseische bladen zijn met een rouwrand verschenen, en wijden lange treffende artikelen aan de Koningin. Koningin Marie Heniiette was bemind bij haar volk en wij bieden den Belgen in deze oogönblhken van nationale rouw de betuiging van leedwezen aan met den slag die de bevriende natie he6tt getroffen. Marie Henrietta, Oostenryksch aartsher- i De prefekt haalde de schouders op. Ver volgens schelde hy en toen de lakei ver scheen zeide hij >Men moet den gevangene die in mijo schrijfkamer wacht, hier binnenvoeren, maar bewaakt." De binnentredende was niemand anders dan Ulrich Gerhard Von Ufleln, de man met de lamme hand, de verloofde van freule Von Mansdorf. 't Is een andere, dan van wien wij spre ken, riep de vorst verwonderd »'t is im mers De vorst hield den naam Uflelndien bij noemen wilde teiug, om den gevan gene niet te coinpromitteeren. >Wat verbaast u derwijze riep de pre fekt, »verwachttet ge dan iemand an dere te zien »Ioderdaad,< zei de vorst en Elizabeth voegde er haastig by »Een geheel anderen dezen man ken ik niet en weet niets van hem. De gevangene naderde bescheiden, be leefd en rustig en zeide »Ga kent en weet niets van mij door- lucutigheid, maar er zou mij onuitspre kelijk veel aan gelegen zijn, zoo go mij keudet en over mij met freule Adelheid togio, huwde in 1858, op den 22n Aug. den hertog van Brabant, later Koniog Leopold II. Zij was toen op een dag na 17 jaren oud. Uit dit huwelijk zijn drie dochters ge boren: Louise, prinses van Coburg; Ste phanie, weduwe van aartshertog Rudolf van Oostenrijk, thans gravin Lonyay en prinses Clementine. Te zeggen, dat de Koningin aan haar dochters veel genoegen heeft beleefd, ware overdreven, hoewel de jongste veel bij haar was sedert den tijd, dat blijkbaar tusschen de Koningin en haar gemaal eeD verwijdering is ontstaan. De sympathie van het Belgische volk voor de Koningin mag wel voor een deel worden verklaard uit haar huiselijke om standigheden en uit de mindere sympathie die dientengevolge den Koning wordt toe gedragen. Men is haar min of meer gaan beschouwen als een martelares. Marie Henrietta was een streng geloo- vige vrouw, goedhartig ondanks een koel masker. Zij leefde met het volk mede, zooveel haar allengs zwakker geworden gezondheid gedoogde. Daarom is het Belgische volk diep ge troffen door haar dood. In den Muntschouwburg te Brussel werd Vrijdagavond de voorstelling van Hamlet na het begin der derde acte ge staakt. Thans zijn de familieleden van het Belgische Koningshuis alle teruggekeerd. Eergisteren kwam de Koning uit Luchon terug, waarna de voornaamste maatregelen omtrent de begrafenis genomen zijn. In plechtigen stoet is het lijk gisteren naar Laeken vervoerd, waarbij geen enkel vertegenwoordiger der Mogendheden voor Von Mansdorf spreken wildet. Ik heb mij jegens freule Adelheid Von Mansdorf aan iets schuldig gemaakt, dat zich niet recht vaardigen laat, maar dat ik met eenige toegevendheid door haar beoordeeld wil de zien en zoo ge mij hooren en met uw goed hart met haar spreken wilt, zal zij mij zachter beoordeelen. Wilt ge mij hooien ?c Prinses Elizabeth was nog altijd niet hersteld van haar verrassing, maar met een gevoel van onuitsprekelijke gerust stelling ademhalend, hernam zy »0 zeker wil ik, zeker 1 spreek slechts »Wilt ge mij een gesprek met de prin ses vergunnen wendde zich de jonge man biddend tot den prefekt. Deze fronsde de wenkbrauwen doch toen de piinses hem ook vragend aan zag, antwoordde hij „Een geheim gesprek Ik kan u slechts in mijne tegenwooidigbeid ver gunnen elkaar mededeelingen te doen. Ik wil 't u veroorloven. Deel dus haar door luchtigheid mede, wat ge haar te zeggen hebtGe moogt- u in die vensternis be geven, maar wees kort Elizabeth begaf zich in de met zwaie draperiën behangen nis van het laatste venster der groote zaal. De vorst en de prefekt gingen inmiddels naast elkander terwijl de gendarm aan de deur stond. „Wien hebt ge eigenlijk verwacht hier te zien, doorluchtigheid vroeg de pre fect deu vorst. kwam. Het stoffelijk overschot der Ko ningin werd vergezeld door den Koning, Prins Albert, Prinses Clementine, de mi nisters en de generaals. De officiëele rouw is bepaald op 6 mnd. dus tot 19 Maart, maar de hofrouw zal een jaar en drie weken duren. De Koning heeft verklaard, dat hy Don derdag na de begrafenis weer naar Luchon zou vertrekken. Een droevig geval deed zich voor bij de ontmoeting van Koning Leopold en zyn dochter prinses Stephanie, gravin De Lonyay, die sedert 1899 niet in Spa was geweest. Sedert ze gehuwd is met den graaf De Lonyay leefde ze met haar va der in onmin Ze werd Zaterdag door haar zuster Clementine op treffende wyze ontvangen. Toen de koning Zondag in de kapel kwa.n, moet Prinses Stephanie, in die kapel hebben zitten bidden, waarop de Koning verlangde, dat ze zou heengaau, alvorens hij binnenkwam, Prinses Clemen tine ging haar zuster halen. Onmiddellijk na het heengaan van Ste phanie ging de Koning de kapel binnen met Clementine en bad daar gedurende 25 minuten vervolgens ging hij heen en gaf bevel, dat het publiek zou worden toegelaten om voor de lykkist te defileeren. De Koning zeide, dat hij den stap van gravin Lonyay niet afkeurde, maar dat hiermede de familiequaestie niet was ver- d wenen. Gisteion is prinses Stephanie naar Brus sel vertrokken. Het gerucht van den twist tusschen den Koning en Prinses Siephame verbreidde zich daar snel, eo by aankomst van ddn trein stond er een ontzaglijke menigte aan het station. Toen »Om het u oprecht te zeggen," ant woordde de vorst, »ik weet het zelf niet. Toen mijne dochter van my de inhech tenisneming van een verspieder of zende ling der geallieerden vernam, werd zij door schrik overweldigd, daar zij geloof de dat men uit misverstand au verkeer de achterdocht iemand had kunnen in hecjjt6nis nemen, dien zij bemint en, voegde de vorst er aarzelend by, »die zich uit vrees voor mijn misnoegen ver bergt Wiens ontdekking en onschadelyk- making wij derhalve ook geheel aan u kunnen overlaten, doorluchtigheid," ant woordde de prefect met een droevigen glimlach. »Ik ben volstrekt niet vervuld van deu ijver om het geial der offers te vermeerdereu van onzen tegenwoordigen politieken toestand, die ons trouwens dwingt onverbiddellijk te zijn, indien een vijand in onze handen valt. Wij hebben al te veel vyanden." »En wat zal met dien jongen man ge schieden vroeg de vorst. >Ik zal hem naar de vesting W,.. zenden, om aldaar voor deu kiygsraad terecht te staan. Daar hij bekent, en als het bevestigd wordt, dat hij in Spanje als Fransch officier gediend heeft zal men hem hoogst waarschijnlijk fusileeren. X. «Mijn tijd is te beperkt, doorluchtig heid, om u mededeelingüu te doen, welke de Prinses uit den wagon stapte, boog iedereen met ontblooten hoofde; er werd herhaaldelijk geroepenLeve Prinses StephanieI Leve gravin Lonyay! Buiten het station begon het gejuich opnieuw toen de Prinses in een landauer stapte. Men zegt, dat Stephanie naar Honga rije vertrokken is en dat haar echtgenoot niet naar Brussel zal komen. DE BOEREX IX ANTWERPEN. Ook in Antwerpen zyn de Boerengene raals met buitengewone geestdrift ont vangen. Als vorsten werden ze ontvangen, begroet en toegejuicht. Niettegenstaande krachtige maatregelen genomen waren om op het perron waar de trein zou stilhouden, alleen de comité leden en de pers toe te laten, stormde het volk toch de wachtkamer binnen, en drong verder door, zoodat het comité 50 meters van het compartement, waaiinze zaten, verwijderd moest blijven. Zoodra de Boeren aankwamen was het leven van belang. Na ontelbare kreten als »Leve de Boeren" geuit te hebben klonk het eensklaps »Kent gij dat volk, enz. Eerst toen het comité bij den wagon was gekomen om de generaals welkom te heeten, weid het, misschien uit eerbied, omdat ze toch wilden, dat de generaals zouden verstaan, wat hun werd toege- wenscht, eenigszius stil. Toen de stoet einlelijk na zeer veel moeite gevormd was, word deze omringd door sterk politie-eskorte, dat evenwel nog niet altijd voldoende bleek te zijn, om het volk in bedwang te houden, zoodat de politie verscheidene keeren den sabel moest trekken. ik uit den grond van mijn hart hoop, dat Adelheid Von Mansdorf ze verneme opdat zij beter van my denken moge, dan ik van alle anderen verwachten kan zoo was inmiddels de man, die met Eli zabeth in de vensternls gegaan was, tot de prinses beginnen to spreken. >Ik moet dus,* voer hij voort, »in weinige woorden samenvatten, wat my, zoo ik hoop een verzoenende gedachtenis by haar verwer ven zal, zoo u met uwe goedhartigheid de tolk mijner verklaring in zijn wik. Eerstens om daarmede mijn on bewimpelde belijdenis te beginnen wat ik te Wilstorp van mijn leven en mijne afkomst gezegd heb, is alleszins waaris heet echter niet Uffaln, maar Falstner en ben de zoon van een burgerman. Dan heer Von UffelD, wiens naam ik mijjaan- matigde, heb ik vroeger slechts eens ge zien, en dat was in Spauje in een kof fiehuis te Saragossa. Ik zat met eenige kameraden van mijn regiment aan een tafeltje. Dicht daarbij, aan een grootere tafel, had een gioep officieren van een ander regiment, dat tot onze divisie be hoorde, plaats genomenachter mij zat iemand, wien ik door mijne kameraads Uffeln hoorde noemen ik werd daardoor opmerkzaam, wijl ik van dm naam af leidde dat h;j een Duitscber was. Zoo kwam het dat ik naar de aan de nabu rige tafel gevoerde gesprekken luisterde en vernam, dat myn Duitscbe iandgouoot aan zijne vrienden verhaalde, eau baat

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1902 | | pagina 1