i A-46. Zaterdag 13 September 1902. I8e Jaai'iT. Nieuws- e ii Advertentieblad voor Zeeuwse li -Vlaand er en. F. DIELEMAA, AXEL. AAN ONZE LEZERS! Het Geïll. Zondagsblad FEUILLETON. De verdwenen Erfgenaam. Buitenland. ÏLSCHE Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor Bei.oxë 70 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters wordeH naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Wij hebben het genoegen den lezers van liet Geïllustreerd Zondagsblad hetwelk wekelijks als premie bij onze Cou rant, tegen uiterst billijken prijs wordt ge leverd - mede te deelen, dat in het eerst verschijnend nummer zal worden opgenomen het begin van een uit vele vervolgen bestaande, getiteld EEN VREESELIJK GEHEIM Dit belangwekkend verhaal is hoogst boeiend en fraai geïlustreerd met tal van gravures. HEN, die nog met op deze Illustratie welke week aan week bij onze Courant wordt itzorgd, hebben ingeteekend, wekken wij op zulks te doenopdat men dien grooten en onderhoudend, geschreven Roman van den aanvang af kan volgen. kost slechts de luttele prijs van 37l/2 cent per 3 mnd. (fr. per post 45 cent) en munt uit door degelijkheid van inhoud en aan trekkelijkheid van vorm door fraaie gra vures en met zorg gekozen, belangwek kende verhalen. Wie bij de Courant dus geregeld het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD verlangt te ontvangen, gelieve dit tijdig te melden. DE UITGEVER. Met zulke zware knodsslagen van het verstand en de logica had mevrouw Von Mansdorf beden den laatsten weerstand barer dochter gebroken, en Adelheid bad gezwegen. Zij had er zich aan onder worpen het offer der omstandigheden te worden, maar het bepaald voorgevoel, dat het nog een grooter offer, dan dat harer liefde, het offer van haar leven betrof, dat zij sterven zou vóór Uffeln's vrouw ge worden te zijn, en met bet gevoel, dat biefin haio redding van iets zeer schrik kelijks lag, was het verlaDgen in haar ontstaan, dat deze redding er reeds mocht wezen en de dood haar verlost had. Zoo zat zij nu in onuitsprekelijke droefheid verzonken zwijgend naast hare moeder zij kampte tegen het losbreken barer tranen, en om ze te bedwingen riep zij al haar wilskracht op zy wilde toch voor deze vreemde menschen niet toonen hoe ongelukkig zij was, en haar vader mocht zulks niet zien, hij mocht ni^t vermoeden boe 't haar pijnigde, en afe ze daaraan stierf, dan zou hij tenminste niet aan haar 6raf staan zich verwijten, en door verdriet so berouw zijn levensdagen verbitterd doorbrengendat mocht hij nu noch ooit, so haa vast daarop gerichte wil hield zij staande. Woensdag zijn de Boerengeneraals \«eer uit Engeland naar hier teruggekomen en naar men meldt onverrichterzake. Den 20 Augustus hadden de generaals aan Chamberlain gevraagd een conferentie te houden met het doel om een quaestie van het hoogste belang te bespreken. Cham berlain stond een onderhoud toe, doch vroeg om bij voorbaat te weten, welke onderwerpen zij wenschten te bespreken, ten einde in staat te zijn daarover zonder uitstel te oordeelen. De generaals ant woordden, dat de voornaamste onder wei' pen wareneen verzoek om volledige amnestie voor alle 3ritsche onderdanen die aan den oorlog deelnamen gratie voor alle veroordeelden die wegens gedurende den oorlog verrichte daden waren gestraft een jaarlykscbe ondersteuning of een vol doende toelage voor het onderhoud van weduwen en weezen en van verminkte burgersgelijkstelling van de Hollandsche en de Eogelsche taal op de scholen en voor de Rechtbanken geljjke rechten met de Britten voor de Burgers die de vredes voorwaarden hebben aanvaard, met inbe grip van onmiddellijke terugzending der Burgers en loslating der krijgsgevangenen de herbenoeming of schadeloosstelling der ambtenaren van de vroegere Republieken schadeloosstelling voor alie verliezen die aan den oorlog zijn te wijten herstel van de eigenaren der geconfiaceerde boeven in hun bbzit; betaling van de door de Repu blieken wettig aangegane schulden, met inbegrip van die gedurende den oorlog beperking van de voorgenomen annexatie van grondgebied bij Natalverlenging van De aankondiging door. mevrouw Von Mansdorf gedaan riep bij allen natuurlijk de levendigste g6lukwenscben op. iEen voortreffelijke mededeeiing, welke gij ons doet, mevrouw,* riep de opperhout vester, j»en zeker is er sinds jaren geen paar geweest, dat zoo goed voor elkander geschikt en gepast was »Inderdaad, opperhoutvester,* zei de heer Von Mansdorf, >'t is een verloving, die reeds daarom de ouders verheugen moet, wijl zij hun het zeldzaam geluk schenkt, hun dochter, hun hartelyk geliefd kind niet uit hol ouderlijk huis te zien gaan, het niet te moeten overlaten a^n een haar vreemde wereld Voorwaar, het beste van deze verlo ving,* sprak met groote koelheid advocaat Plumer. Hij r.ara daarbij den waeraoe- digen blik niet waar, dien Adelheid, lang zaam de oogen opslaande, hem toewierp. Dat hij, de naaste verwant van haar be minde, haar verloving zoo droog en ko 1- bloedig kon goedkeuren, kwam haar als verraad voor, en 't was haar als ware zij nu door allen in de wereld verlaten. Drinken wij dan,* riep nu de heer Faustelmaun, zijn glas grijpend de'heer Von Uffeln, die zich den geheelen avond zwijgend en stil had gehouden, had met wijs beleid even de glazen weder gevuld »Jrinken wij op de gezondheid van bet jonge bruidspaar en de familie.* De mannen stondeu bij Faustelmann's voorstel op en grepen de glazen, en de den termijn van betaling van de schulden der Burgers aan de Regeeringen der beide Republieken en verzekering aan de Bur gers van de voorrechteu van art. 10 der voorwaarden van overgave. De generaals vroegen verder dat de eed van trouw niet zou worden afge dwongen of opgelegd. Chamberlain antwoordde dat het aan tal en de aard der voorstellen hem vèr- baasde. Hij bracht den generaals in her innering do voorwaarden, te Vereenigmg toegestaan, die uit een oogpunt van edel- moedigheid zonder voorbeeld waren ic de geschiedenis. De voorstellen der gene raals waren geheel nieuw en in menig opzicht in strijd met het onderteekend verdrag. Het was niet in overeenstem ming met zijn plicht om over zoodanige voorstellen een bespreking te voeren. Chamberlain zeide dat hij verplicht was huü duidelijk te maken, dat hij geen macht had om de beraadslaging te her openen over wat reeds was vastgesteld. Botha antwoordde, dat de vredesvoor waarden dan Boeren waren voorgelegd met de keuze om die in haar geheel aan te nemen of te verwerpen. Zij namen die aan om verder bloed vei gieten te voorkomen, maar zij waren besloten om zoo gauw als het mogelijk was meerdere mildheid te bepleiten. Zij vertrouwden op de verzekering van Milner en Kit chener, dat zij, wanneer zy de voorwaar den aannamen, niet zouden belet wor den om als onderdanen des Konings diens overweging in te roepen voor alle zaken die in het nadeel zouden zijn van de ooderdanen der nieuwe koloDiëu. De generaais merkten vervolgens op opperhoutvester riep met heldere en volle basstem luid „Leve het bruidspaarOp de gezondheid van mijnheer Von Uffeln en freule Adel heid Moge baider geluk zoo groot eu ongestoord zijn, als 't in dit aardscbe, door zoovele wisselvalligheden bedreigd leven mogelijk is, zoo duurzaam als wij allen 't hun hartelijk toewonschen 1" „God geve het," sprak met van aan doening bevende stem de beer Von Mans dorf, wien spoedig bij zulke op zijn ge moed werkende aanleidingen de tranen in de oogen kwamen en .lie ze met zijn zakdoek moest afdrogen vóór hij zijn vol glas met dat van zijn aanstaandea schoon zoon kon lat an kliakea, „God geve het „Mijnebeeren," antwoordde de heer Von Uffeln, nadat allen met hem geklonken hadden, „om op zulke hartelijke wenschen te antwoorden en uit te drukken hoe dankbaar ik er voor ben, daartoe ban ik, helaas, een te slecht redenaar. Ik „Wacht een oogenblik onderbrak hem mevrouw Von Mansdorf, de hand uitste kend en die licht op zijn arm leggend, „er komt iemand." Uffeln zweeg en zag op. Ook de blikkeu der anderen wendden zich naar da vreemde gestalte, die juist op zulk een ongeschikt oogenblik door de poort over het zandpad haastig naderde en regelrecht op het ge zelschap in den torenhoek toetrad. »Wie is dat?* vroeg de heer Von Mans dorf misnoegd, „wie maar wat deert dat Milner en Kitchener beloofd hadden vertoogen te zullen indieDen ten gunste van amnestie. Botha zeide nog, dat de generaals Chamberlain niet nadeiden om hem het recht te vragen, een nieuwe over eenkomst in plaats van de oude te stellen, maar om als onderdanen van den KoniDg voor goedertierenheid en rechtvaardigheid een eerlijk gehoor te vinden. In zijn antwoord betreurt Chamberlain het, dat de generaals niet de vooi waarde aangenomen hebben om niet op de over eenkomst van Vereeniging terug te komen. Daarop schreef Botha, dat zij zich aan die voorwaarde onderwierpen, en bet offi cieels onderhoud volgde. Chamberlain verwelkomde de generaals in den vorm. Botna ontkende, dat er aan de zijde der generaals eenig voornemen bestond om de voorwaarden van onderwerping te ver anderen. Chamberlain antwoordde Botha, dac de krijgsraad-commissie met alle vonnissen, waarvan de gevangenisstraffen nog niet afgeloopen waren, zou onderzoeken maar alleen een nieuw onderzoek zou openen voor de gevallen, die revisie behoeven, in andere gevallen zou zy de vraag over wegen of een geüeele of gedeeltelijke am nestie aanbevolen kon worden. Botha zeide, dat hij teleurgesteld was over het uitblijven van de amnestie bij gelegenheid van de kroning, aangezien Kitchener beloofd had een dergelijke aan beveling aan de regeering te doen. Chamberlain zeide, dat er in de stukken, die de regeering ter hand waren gekomen, daarvan geen gewag is gemaakt. Hij zou zich niet mengen in edelmoedige plannen u, mijDheer Von Uffeln kent ge hem Die uitroep werd teweeggebracht door deze omstandigheidhet volle glas van mijnheer Von Uffeln daalde trillend zoo plotseling, dat de wijn over de tafel stroomde. Even zoo plotseling overtrok een vale, doodscbe bleekheid zijn gezicht, de vreemde naderde toen, een lichte bui ging makende en vervolgens met een zonderlingen blik van onder de breede, half gesloten oogleden, als onderzoekend het gezelschap in oogenschouw nemende. Dat gözelsohap staarde nog altoos op de vreemde gestalte, die zoo ontzagwekkend met een hoogmoedigen glimlach op da lippen voor dan klimopboog van den toren- hoek stond, helder beschenen door den laatsten op de voorgebouwen liggendea zonneglans. Alleen mevrouw Von Mans dorf had, door den uitroep van haarman afgeleid, haar oogen op Uffeln gericht en zag verschrikt, d it deze, schier onmachtig op zijn stoel ineengezonken voor zich staarde als zag hij een geestverschijning. „Uffeln, wordt ge ongesteld? Wat is 't, wat deert u, Uffeln vroeg zij luid. Het antwoord gaf de vreemde. Met bijzondere kalmte in den klank zijner slem zeide hij Wat mijnheer Von Uffeln deert? Hij ziet zijn dubbelganger.* IX. Prinses Elizabeth stond den volgenden dag in de nabijheid van het slot voor oou

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1902 | | pagina 1