u Ij Öi Ij II Ui UUUH/Ii, No. M. Zaterdag 6 September 1902. 18e Jaarg. Nieuws- en A d verte ntiebla d voor Zeeuwsch -Vlaanderen. F. DIELEMAN, Ilnitenland. FfiOlLLUTO S. De verdwenen Erfgenaam. Dit Blad verschjjnt eiken Dinsdag- en Vrijdag-avond. ABONNEMENTSPRIJS: per 8 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 70 cent. Afzondert. numm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER AXEL. Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk tot Dinsdag- en Vrydagnamiddag TWEE uren. ENGELAND EN DE BOEKEN. Aan sommige dingen zou men zeggen, dat er in Engeland een zekere reactie ontstaat op den Zuid-Afrikaanschen oorlog. De meer ontwikkelden hebben nooit van dien oorlog gehouden, omdat men maar il te goed wist in welke kringen hij W6rd voorbereid en met welk doel. Men zon dezen ontwikkelden kunnen verwijten, dat zij niet intijds krachtiger geprotesteerd hebben tegen een schandelijke onderne ming, die voor altijd een vlSS werpt op Engeland, die als roest in zal vreten. Maai de ontwikkelden elders hadden hei wel licht ook niet gedaan zg zijn niet gewoon zich in het marktgeschreeuw te mengen, wetend, dat men daar toch voor geen reden vatbaar is en antwoordt met hot gooien van vuil. Engeland is niet het eenige land, waar veel is, dat een denkend menscb walgt en waartegen nu eenmaal Diets is te doen. Wat de reactie bij het groote publiek naugaat, kan men wijzen op den scherpen toon, waarop de »Times" sprak over de slechte wijze, waarop de oorlog was voor bereid. Het groote blad erkende ongeveer, dat Engeland op den rand van den af grond was geweest en alleen door Gods geoade - dat was geen peisiflage, maar wel gemeend was gered van een sma delijke nederlaag Nog merkwaardiger is wat voorviel op het congres dei ambacbtsvereenigingen te LoDden. Er werd daar voorgesteld een motie ter eere van den pas gekroonden KoDing. Een felicitatie met den afgeloopen «Gezocht - ik heb mijn leven lang loiet anders gedaan dan ze te zoeken maar waarschijnlijk niet op een goede manier. Ik ben steeds eer. soort van droemer geweest en leefde in rustige ver wachting, ais een kind dat een feest tegbn- ziet. Waartoe dienden de wolken boven mij, zoo daaruit mei ter recbtertijd voor mij het geluk moest nedervallen Maar tot ou is 't mg niet uit de wolken toe gevallen. Niets anders is mij toegevallen dan het geluk, 't welk droomers heböen so dal zij heelhuids doorkomen, terwijl anderen er den nek bij breken. Ik ben nooit verwond geworden, en schrijf zulks aan de omstandigheid toe, dat ik in een gevecht telkens in een wonderlijken toe stand geraakte, waoneer alles wat mij nagaf en om mij gebburde, mij een droom scbeon, en iK aan eenig gevaar voor mg volstrekt niet dacht.* »Eo zoo hebt ge ook hier geleefd en niet gedacht aan het schrikkelijk gevaar, \dit u boven het hoofd hangt.* Hij zag haar glimlachend, met poinzan- foo blik aan en zei vervolgens »Beiisp mij daarom niet, prinses Eliza beth! Sinds ik u onlangs in gindsch bosch ontmoette, heb ik aan iets anders, iets oorlog mocht natuurlijk daarin niet ont breken. Er werd gesproken van «een der merkwaaidigste oorlogen van den Dieuwen tijd." Het lid Ward stelde voor bij «merk waardigste" te voegen «en onrechtvaar digste." In zgn toelichting zeide de heer Ward, dat het nu wel duidelijk was, dat de veldtocht in ZuiJ-Afrika nooit op goede gronden gerechtvaardigd was. Niets onder de zon werd duurzaam beslist wat onrecht matig wordt beslist en vroeg of laat zullen dergelijke problemen, als gedurende de laatste jaren onder de oogon werden ge zien, moeten geregeld worden, en dit in dringender vorm dan onlangs. Niet te rechtvaardigen was het uitdelgen van twee onafhankelijke Staten, terwi)l de bewering, dat de oorlog niet om grondgebied of goud ondernomen werd, nadrukkelijk onwaar was gebleken. Er werd over het amendement van Ward vrij wat gezegd, maar ten slotte werd het onder groot gejuich aangenomen door gedelegeerden, vertegenwoordigend 591.000 stemmen. Tegen waren 814.000 stemmen. Nu de oorlog uit is en de gruwelen die daarmede gepaard giugen meer en meer aan h9i licht komen, zullen de En- gelschen dan toch ook zeker eens een beetje het onrechtvaardige daarvan in gaan zien. Het ware te wenschen. Nauw kunnen we ons een voorstelling maken van den toestand, van de ellénde, waarin de Hollanders verkoeren. De ge vangenen komen terug, de concentratie kampen loope» leeg; men zoekt zijn oude woonplaats weer op en vindt niets dan een woestenij. Niet alleen de huizen beleis gedacht, aan iets, dat mij trouwens zeer veel te peinzen eu te ovei wegen gegeven heeft, zoodat ik onmogelijk nog aan iets anders denken kon. Nu, word niet boos, dat een gewoon sterveling u zoo iets zegt. Ge wilt, ik zal van hier gaan voor altoos welnu een vertrekkende vergeeft men immers, als hij bekent hoe hij te moede is.* «Maar men vergeeft niet iemand.» ber- pam prinses Elizabeth, eerst bleek nu rood wordend, «die zegt wat hem invalt zonder aan het gewicht zijner woorden te denken.* «Doe iK dat?* «Ja, dal deel ge,« antwoordde Je prin ses schier heftig, «en even zoo onbezonnen en onbedachtzaam als toen ge u licht zinnig Uffeln's naam toeëigendet. Nu spreekt ge mij van dingen, welke geen eerlijk jongman een meis,e kan zeggen zender haar rust daardoor te storen. Moet ge niet erkennen dat. dit een slechte be looning is voor de deelneming, welke ik u betoond heb en de oprechtheid er vad Tnaus vóór ge vei trekt, spreekt ge mij van gevoelens, van gedachten die, zoo ik ze voor waar hield, toch eenigen indruk op .mij iniken moesten. Ei zou deze indruk, als ge weg zijt en nooit meer terugkomt, mij gelukkiger kunnen maken Ge zijt gewetenloos Hij zag haar verrast en verwon leid aan. «Gewetenloos? Hierin kondt ge gelijk hebben. Ik zal in de liefde, vrees ik, even zoo gedachteloos en onbekommerd om verbrand, maar ook de boomen omgehakt. Kanibaalsche wreedheid heeft hier huis gehouden. Nu, de Boeren zijn van geen kleiu ge ruchtje vervaard; ze hebben handen om te werken, en geduld en volharding. Maar hier is dit nog niet genoeg. Le vensmiddelen zijn ongeveer niet te krijgen, de oogst moet nog groeien. Materialen om het huis op te bouwen zijn er niet de spoorwegen voeren geen bouwmateri alen aan. Waarom? Er is eigens grove onbevoegdheiden domheid, zegt de „Bloem fontein Post*. Er is gebrek aan trekdie ren. Do paarden en ossen, die de mili taire overheid afstaat, zijn zoo vermagerd, dat ze zoo goed als onbruikbaar zijn. Ook heeft men de paarden en ossen, die de militairen na het sluiten van den vrede niet meer noodig hadden, op de markt gebracht, waar speculanten ze opkochten voor ongeveer geen geld en deze willen ze nu alleen voor zeer duren prgs ver- koopen. Volgens de „Transvaal Leader" wordt de directe schade door den oorlog aan do Boeren berokkend op 80 millioen p. s. geschatde Engelsche berekening is 30 millioen p. s., maar men weet het - volgens de vredesvoorwaarden geven de Engelschen slechts 3 millioen terug, waar van naar Engelsche traditie nog vrijwat aan den strijkstok zal blijven hangen, voor er wat van komt in de handen der Boeien. Een nieuw gevaar voor den Boer is de vreemde veeziekte, die in Rbodesië is uitgebroken, en de droes, door Engelsche militaire paarden in Zuid-Afrika ingevoerd en nu op vele plaatsen heerscheud. gewetenswroeging voorwaarts gaan, als in een veldslag onbekommerd om de kogels. Ben ik daarom een slecht mensch Gelooft ge dat Ik weet het niet, alleen weet ik, dat ik ben zooals de goede God mij laat opgroeien, en dat er weinig aan mg verandeid zou kunnen worden. Ver geef mij daarom ook dan, zoo ik de woorden, welke ik gezegd heb en gij ge wetenloos vindt, niet hei roepen kan. Sinds ik u gezien heb zal mijn leven slechts door ééue gedachte beheerscht worden, en dat zal ook later niet anders zgn, nooit anders! Wat gaat het u aan? Uw rust zal ih. daardoor niet meêuemen.* De prinses zag op haar schoot neder. Zij was iets bleeker geworden er schit terde iets in hare oo§en. Plotseling lichtte zij het hoofd op, zag hem met een zon derling sprekenden, maar zeer vluchtigen, zeer snellen blik aan, reikte hem even zoo vluchtig de hand, en zeide «Wijl ge niet ophoudt hiervan to spre ken, moet ik heengaan. Ik houd u bij uw woord, dat ge van hier op reis zult gaan. Adieu, God zij met u Tegelijkertijd was zij opgestaan, en vóór hij dan druk harer hand hid kunnen be antwoorden, was zij reeds drie schreden voor hem op weg naar de h9g van oen tuin, om haar kamenier te wenken, met wie zij. na eenige afscheidswoorden tot de pachtersvrouw, den terugweg nare in de richting van het bosch, dat haar na weinige minuten ontving en voor de blik- Reuter bericht uit Bloemfontein, dat men in Oranje Vrijstaat reeds te beschik ken heeft over 3962 kolonisten die 1371000 p. s. bezitten voor den aankoop en in richting van hoeven. Reeds is aan 130 kolonisten land toegewezen. De Transvaalsche uitvoer heeft over het eerste halfjaar bedragen 2.852,052; de gouduitvoer alleen bedroeg 2790090 p.s. PORTUGAL. De „Kölnische Zeitung" wonscht dat de Duitsche Regeering een gebied ten Noorden van Koeneue van Portugal koopt met inbegrip van Poit Alexandre, om een goede haven te verkrijgen voor het Noordelijke gedeelte van Duitsch Zuid- west-Atrika. Nu, met geld kan men bij Portugal alles doenanders ware het niet zoo kruiperig tegenover Engeland. Dit brengt ons op een nieuw Portu- geesch schandaal. Twee- gioote brouwe rijen zouden in schikkingen getreden zijn met ambtenaren tot ontduiking van de verhoogde rechten en op die wijze drie vierde millioeu gulden aan de schatkist onttrokken hebben. De Regeering nam de twee directeuren in hechtenis, maar wil hen weer vrij laten ter wille van de ambtenaren, die zij anders mede zou moe ten vervolgen. Er zoa ook een raadsheer der Kroon bij betrokken zijn, die sedert lang de lieden voor geld aan betrekkin gen moet geholpen hebben. De republi- keinsche bladen verzekeren voorts, dat men aan de Portugeesche universiteit slechts van invloedrijke familie behoeft te zijn, om schitterende examens af te ken van den haar volgende verborg. Deze zag haar lang met een zonderlingen, onder de half gesloten oogleden merkwaardige uitdrukking van mijmering toonenden blik na. «En thans,* fluisterde hij ua een pauze voor zich, «thans nu deze edele als goud zuivere natuur mij met de naïeve oprecht heid van haai groot hart zulk een beken tenis ge laan heeft, zou ik heengaan Nu van hier vertrekken Ja, gaan wil ik, maar met waarheen zij mij zendt!* Lang staarde hij op den grond, stamp voette vervolgens, terwijl hij toornig een paar woorden mompelde, en trad op het hek toe om aan geue zijde der rivier te verdwijnen. De namiddagzon was inmiddels meer en meer gedaald en naderde den horizont. Op de hofstede van Wilstorp flikkerden haar laatste stralen, voordat zij verdwenen achter de boomkruinen van het omliggend bosch en de daken der voorgebouwen met de donkere klimopbladeren, welker ranken omhoog kronkel Ion tegen de torentjes die het fraaie plaatsje daartusschen van voren afsloten. In dit bekoorlgk verborgen boekje zat ook om de groote steenon tafel, heden weder het huisgezin vereenigd met dezelfde huisvrienden, welke wij daar vroeger aan troffen den notaris en den opperhout vester. Ook mijnheer Faustelmann ontbrak niet; hij zit voorn i, met den rug naar het woonhuis gekeerd, terwijl op den achtergrond mgnheer Voa Uffeln naast

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1902 | | pagina 1