Binnenland.
gebied der beide republieken, met afbran
ding van plaatsen en dorpen, vernieling
van alle middelen van bestaan en uit
putting van alle hulpbronnen, noodig voor
het onderhoud onzer families, het bestaan
onzer legermachten en het voortzetten
van den oorlog.
2 Dat het plaatsen onzer gevangen
families in de concentratiekampen geleid
heelt tot een ongehoorden toestand van
lijden en ziekte, zoodat in betrekkelijk
korten tijd ongevéer 20.000 onzer dier
baren aldaar gestorven zijn, en het af
grijselijk vooruitzicht ontstaan is, dat bij
voortzetting van den oorlog ons gansche
geslacht op die wijze zal kunnen uitster
ven.
3. Dat de Kafferstammen buiten en
binnen de grenzen van het grondgebied
der beide republieken meest alle gewa
pend zijn en deelnemen in den strijd tegen
ons en door het plegen van moorden en
het aanrichten van allerlei gruweldaden
een onbestaanbaren toestand in vele dis
tricten der beide republieken veroorzaken,
zooals nog onlangs gebeurd is in het dis
trict Vrijheid, alwaar 56 burgers op gru
welijke wijze bij dezelfde gelegenheid vei-
moord en verminkt werden.
4. Dat door proclamaties van den vij
and, waaraan.hij reeds begonnen is uit
voering te geven, de nog vechtende bur
gers bedreigd worden met het verlies van
al hun los en vast eigendom, en dus met
totalen stoffelijken ondergang.
5. Dat het door de omstandigheden van
den krijg vooi ons reeds lang onmoge
lijk is geworden de vele duizenden krijgs
gevangenen, door onze krijgsmachten ge
nomen aan te houden en dat wij dus
betrekkelijk weinig schade aan de Brit-
sche legermachten kunnen toebrengen,
terwijl de burgers, die gevangen geno
men worden, door de Britsche legermach
ten buitenslands gezonden worden, en
dat na het woeden van den oorlog voor
bijna drie jaren er slechts een gering
gedeelte overblijft van de strijdmachten,
waarmede wij den oorlog zijn begonnen.
6. Dat dit strijdend overblijfsel, het
welk maar eene kleine mindeiheid van
ons geheele volk vormt, te vechten heeft
tegen een overweldigende overmacht des
vijands, en bovendien in een feitelijken
toestand van hongersnood en ontbering
van noodzakelijke levensbehoeften ver
keert en dat, niettegenstaande het aan
wenden onzer uiterste pogingen en het
opofferen van alles wat ons lief en dier
baar was, wij niet redelijkerwijze op een
eventueele overwinning kunnen uitzien.
Deze vergadering is dus van meening
dat er geen redelijke grond is te ver-
»Ja mijnheer, zaken van zeer veel ge
wicht.
De heer Paustelman zeide dat met een
zeer treurigen en doffen klank zijner steeds
half gesmoord spraakorgaan, terwijl de
blik, dien hij daarbij op zijn meester
wierp, zulk een droefgeestige uitdrukking
had, dat al de aanwezigen, die nog on
der den indruk der verhaalde akelige ge
schiedenis waren, zich door een onwil-
lekeurigen angst, voor de onbekende din
gen overweldigd gevoelden toen de breu-
ger er van, mijnheer Faustelman, in de
zen argloozen menschenkriug trad, als
het veriichamelijkt noodlot.
»Nu, wat is er dan vroeg de heer
Von Mansdorf, »wat is er gebeurd?"
De heer Faustelman zag zwijgend met
zijne waterblauwe oogen bem en vervol
gens de vrouw des huizes aan en zei-
de dof en hol en met zonderling wee
moedige stem.
„Mijnheer Ulrich Gerhard is hier by
is aangekomen
»Groote God riep de dame des hui
zes verbieekend en van haar stoel over
eind spriugend.
»Ufieln hier,* zei de heer des hui
zes, „levend", in levende lijve hier? En
dat zegt ge mij met zulk een aanspre
kersgezicht
„Hamel, welk een geluk! stamelde
freule Adelheid, buiten adem van ont
roering.
»Hjj is hier," hernam myubeer Fau-
wachten. dat door het voortzetten van
den oorlog het volk zijn rechten zal blij
ven behouden, en beschouwt dat onder
deze omstandigheden het volk niet ge
rechtvaardigd is met den oorlog voort te
gaan, daar zulks alleen kan strekken tot
den maatschappelijken en stoffelijken on
dergang niet alleen van ons, maar ook
van ons nageslacht.
Gedrongen door bovenstaands omstan
digheden en beweegredenen draagt deze
vergadering beide Regeeringen op het
voorstel van Zr. Ms. Regeering aan te
nemen, en namens het volk der beide
Republieken te onderteekenen.
Deze vergadering van afgevaardigden
drukt haar vertrouwen uit, dat de toe
standen thans in het leven geroepen door
de aanneming van het voorstel van Zr.
Ms Regeering spoedig op die wijze moge
verbeterd worden, dat ons volk daardoor
zal geraken tot het genieten van die voor
rechten, waarop het op grond niet alleen
van zijn verleden, maar ook van zijn op
offeringen in dezen oorlog, rechtmatig aan
spraak meent te kunnen maken.
Deze vergadering heeft met groot ge
noegen kennis genomen van het besluit
van Zr. Ms. Regeering om een groote
mate van amnestie toe te kennen aan
die Britsche onderdanen, die de wapens
aan onzen kant hebben opgenomen en
aan wie wij door banden van bloed en
eer verbondon zijn, en drukt den wensch
uit, dat het Z M moge behagen deze
amnestie nog verder uit te breiden.
Dit stuk zal nu wel in geheel Europa
gepubliceerd worden en steeds blijven een
schandpaal van Engeland. Om geheel en
al te kunnen oordeelen zouden wij ook
de besprekingen moeten kennen, die tus-
schen de Boerengedelegeerden en Kitche
ner en Milner hebben plaats gehad.
In de Fiansche Kamer zijn Vrijdag
de cleiicalen bijna uit hun vel gespron
gen en men had een zitting zoo lawaaie
rig als men in. lang niet heeft gehad.
De beeren wilden inlichting over af de
gesloten kloosterscholen, een gevolg van
de vereenigingswet. De heeren wilden
terstond antwoord en toen dit niet gege
ven werd, kwam er een belsch kabaal.
De Mmistei-president Combes hield zich
flink en zei, dat de wet zou worden uit
gevoerd, ondanks geschreeuw en gedreig.
De Kamer gat de regeering met meer
dan hondeid stemmen meerderheid gehjk.
De Regeeiing heeft een rondschrijven
gericht aan de prefecten, waarin dezen
wordt opgedragen de godsdienstige ir h-
tingen, die ten tijde van do afkondiging
van de wet Op de geestelijke vereenigiogen
stelmann de rentmeester, met een lich
ten hoofdknik op denzelfden toon, en niet
het minste ontroerd door de uitwerking
welke zijne mededeeling veroorzaakt had.
„Maar waar is by Waarom brengt ge
hem niet hier riep da heer Von Mans
dorf bevende van opgewondenheid.
„Hij is in mijn huis," hernam de rent
meester. »Hij kwam een kwartuur gele
den bij mij. Na de legitimatiepapieren,
welke hij mij voorlegde, ondei zocht te
hebben, verzocht ik hem zich met mij
tot u te begeven Dat weigerde hij echter.
Weigerde hij? Waarom?* riep de
dame des huizes, wier aanvankelijke
bleekheid tot een helder rood van blijd
schap overgegaan was.
Wijl hLj een zeer bescheiden, schier
blode heer schijnt te zijn." hernam do
rentmeester. „Hij is in het onwrikbaar
geloof gekomen, dat zijn verschijning bij
u een grooten scnrik moest veroorzaken."
»Hy I schrik veroorzaken riep de
heer Von Mansdorf. Waarachtig, Fau
stelman n, dan hebt ge hem met je gees-
tenzienerij aangestoken
»Schiik,« voer de rentmeester voort,
zonder zich aan deze persoonlijke aanmer.
kiüg zijns meesters te storen, »schrik,
ja, hij verschijnt toch om u de helft van
uw goed, dat ge nu reeds verscheidene
jaren alleen bezeten hebt, te ontnemen."
»Och wat hebt ge hem dan niet
gezegd, Faustelmann,* riep de heer Von
Mansdorf, »dat dit goed voor mij niet veel
geen autorisatie hadden en er sedert niet
om gevraagd hebben, mede te deelen,
dat hun een termijo van acht dagen wordt
toegestaan, om te vertrekken. Na het
verstrijken van dezen termijn moeten de
prefecten deze instellingen, welker aan
tal ongeveer 2000 bedraagt, sluiten.
In Je St. Ct. zijn opgenomen de statu
ten van de landbouwvereeniging Door
Eendracht Sterkte Terneuzen.
Zij stelt zich ten doel den bloei en
den vooruitgang van den Landbouw te be
vorderen.
Zij is opgericht voor een tijdvak van
29 jaren, en gevestigd te TerneuzeD.
Zij tracht overeenkomstig hate krach
ten dat doel te Dereiken doora. het ten
behoeve en voor rekening van de indivi-
duoele leden aankoopen of aanbesteden
van zaaizaden, kunstmestspeciën en vee
voeder b. het houden van voordrachten
over onderwerpen die het landbouwvak
betreffen.
Het verblijf van H. M. de Koningin
te Schaumburg heeft op haar gezondheid
een zeer guDstigen invloed gehad.
De noodige voorzichtigheid wordt ech
ter nog iü acht genomen.
H. M. de Koningin en PriDs Hen
drik hebben het plan Zaterdag 19 Juli
naar Het Loo terug te keeren.
H, M. de Koningin-Moeder zal van
Schaumburg rechtstreeks naar Soestdijk
vertrekken ten einde gedurende den zomer
daar verbluf te houden.
Alvorens het slot Schaumburg te
verlaten, zullen HH. MM. de Koninginnen
en Prins Hendrik aldaar dezer dagen een
bozoek ontvangen van de Hertogin van
Albany en haar dochter Alice, die van
Engeland naar Coburg terugkeeren.
In verband met het verlangen der
Koningin om haar verjaardag op MaanJag
te vieren, heeft de Minister van Binnen-
landsche Zaken ter voorkoming van mis
verstand er op gewezen, dat de openbare
eerbewijzen onder de feestviering begre
pen zijn.
Daar nu uit dien hoofde op 31 Aug.
noch parades, noch vlaggenvertoon op de
oorlogsschepen plaats zullen hebben, is
het gewenscht., dat ook het vlaggen van
de publieke gebouwen niet op Zondag maar
op Maandag plaats hebbe.
De Minister heeft in verband met een
en .ander de Commissarissen der Koningin
uitgeDoodigd de burgemeesters der gemeen
ten hiermede in kennis te stellen, ter
verdere uitvoering.
meer is dan een gesloten geldkist, waar
van men den sleutel niet beeft, en dat
hij juist de sleutel is, dien wij zoovee)
jaren lang gezocht hebben
»Dat heb ik hem wel degelijk gezegl
en daardoor waarschijnlijk gerust ge
steld, Evenwel heeft hij mij nadrukkelijk
verzocht hem eeist aan te dieDeD, vóór
hij persoonlijk vei schijnt, en zoo dien ik
hem u nu aan.«
„En ik wil geen Mansdorf heeten, zoo
ge ooit in uw leven iets beters en ver-
blijdender aangekondigd hebt, Faustel
mann," zei de heer des huizes; „maar
ga nu, spoed u en breng dezen scbuch-
teren en bloden mede-erfgenaam hier."
»lk wil mijnheer ülrich Gerhard Von
Uffeln halen," antwoordde de rentmeester
terwijl bij omkeerde en den weg insloeg
dien hy gekomen was.
Het gezelschap oogde hem met gespan
nen vei wacbtiDg na. Mevrouw Von Mans
dorf vouwde de banden samen en riep
»God zegene den dag, die ons eindelijk
dezen man brengt 1"
Maar de advokaat fluisterde „'t Is te
hopen dat deze mede erfgenaam geen vi
sioen van den geestenziener Faustelmann
III.
Deswege kon de ongeloovige advokaat
gelukkigerwijze zeer spoedig gerustge
steld zijn. Mijnheer Faustelmann bracht
den mede-erfgenaam, en niets was aan
AXEL, den 15 Juli 1902.
Hedenmorgen was alhier, vergezeld van
zijn adjudant Kapitein Van Haeften, de
Hoog Weled. Gestr. Heer Wupperman,
die de Brigade van Axel, Hulst en Sas
van Gent inspecteerde.
Zuiddorpe. Maandagavond kwam de
landbouwersknecht E. H. in staat van
dronkenschap met een hengst aan de
herberg van de Weduwe Leopeld Seghera
alhier (Oude Polder) en wilde met het
paard de gelagkamer binnengaan. Toen
hem zulks door de waardin verboden
werd en deze de deur der herberg sloot
sloeg hij-in zijn verbolgenheid alle rui
ten der herberg in, waardoor hij zich
zelf een paar erg bloedende handen be
zorgde. Toen hij zijn weg eindelijk ver
volgde, ontmoette hij twee personen,
waarvan hij er een zonder de minste
aanleiding bij de keel greep. Een paar
fietsrijders, die hij daarna ontmoette trok
de woesteling van het rijwiel af en wil
de herhaaldelijk met dezen aan het vech
ten gaan, tot eindelijk dezen laatsten hun
geduld verloren en hem voor zijn bal
dadigheid een welverdiende belooning
gaven. De hengst was tusschen al die
bedrijven alleen naar huis geloopen.
De tweede dag van het festival te
Hulst trof Zondag weder prachtig weer.
Er was heel wat meer volk op de been,
dan den eersten Zondag, het festival had
zijn gewoon beloop, er waren heel goede
muziekgezelschappen opgekomen, ook de
feestmarsch slaagde uitmuntend.
Door loting vieleD de premieën aan de
volgende gezelschappen ten deel
le premie 100 fr. aan de »Scheldegalra«
van Hansweert2e premie 75 fr. aan ck
Zangmaatschappij »Vrede onder ons* van
Stekene3e premie 50 fr. aan de Fan
fare van St. Pauwels en een premie van
25 fr. aan Zeeuwsch-Clinge, Graauw,
St. Gilles en Assenede.
Een schitterend vuurwerk was het
waardig slot van het welgeslaagde mu
ziekfeest.
Aan het R. K. Liefdehuis te Hulst is
door wijlen mej M A. J. de Koek wed. van
P. F. van der Zijpt een legaat geschon
ken van 100. vrij vaD successierechten
Gisteren werd te Hulst door de
Naamlooze Vennootschap stoomtram
Hulst-Walsoorden in het hotel De Graan-
beurs* aanbesteedbet bouwen van een
locomotief-remise, rijtuigen-remise, werk
plaats. enz op het emplacement van den
stoomtram te Hulst.
Het minst is daarvoor ingeschreven
door dhr. J. B. Snaps te St. Nicolaas voor
18830.45.
Bij de aan het gymnasium te Mid
delburg gehouden overgangsexamens is
o a bevorderd van de 2e naar de Be
klasse W. A. Dekker van Hontenisse.
hem te zien, dat Daar een visioen geleek,
't Was een man van misschien dertig
jaren oud, niet veel ouder, met blond
haar, een gezicht dat zeer weinig uit
drukte, en met eenigszins onvaste, be
deesd blikkende oogen. Hy was militair,
zeide hij, een ontslagen officiermaar in
zijn oogen was niet veel militairsen onder- j
Demands te zien.
Hij was ontslagen, wijl by, bij het le
ger in Spanje staande, aan de hand ver
wond was geworden in een gevecht. De
officier van gezondheid bad hem verkeerd
behandeld, tengevolge waarvan zijn recb-
terhand lam was gebleven hij kon wel
het gewricht, maar niet de vingers be
wegen. Hij was zeer jong in Franschen
krijgsdienst getreden, reeds kort na de
oprichtiog van het Rijnverbondbij had
zijne ouders die te Freiburg in BieisgaU
gewoond hadden, waar zijn vader syndi
cus van het domkapittel was geweest,
tijdeDS den veldtocht van 1809 verloren,
en toen was hy met een der regementen
van het Rijnvi ihond naar Spanje gezon
den, waar hij onbeschrijfelijke vermoeie
nissen geleden en alleilei nood en ODt-
beringen had moeten doorstaan.
Wordt vervolgd.)