4
li
i\o. 25.
Woensdag 2 1002.
I8e Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch -V laanderen.
F. DIELEMAA,
Buitenland.
feeilleton.
DE VERDWENEN ERFGENAAM.
Dit Blad verschuilt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent
voor België 70 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
Advertentiën van ltot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE nren.
De toestand van Koning Edward blijft
zeer gunstig en de kranten beginnen over
de kroning in den herfst te praten, alsof
dit reeds een uitgemaakte zaak was.
Zoover is men echter nog niethet ver
loop is tot heden gunstig en daarmee
komt er hoop, maar zekerheid voor mor
gen is er niet. Het is een gevaarlijke
operatie, vooral bij iemand, die over de
zestig is en juist niet tot de meest ge-
conserveerden behoort. Men kan er niet
in zien en weet dus niet, of alles ver
wijderd is, wat verwijderd had moeten
worden. De mogelijkheid van nieuwe
ontsteking blijft vooreerst bestaan, maar
het kan nog lang duren voor men daar
van de gevolgen bemerkt. Voorloopig is
het al veel waard, dat bet gaat zooals
het gaat. Bij den eersten schrik is weer
niet weinig overdrijving geweest en maak
te men uit 's Konings vroeger leven con
clusies, die gebleken zijn te eenenmale
onjuist te wezen. Wat Koning Edward
thans te beurt gevallen is, kan, zooais
men wel eens zegt den beste gebeuren.
Het lijden van Edward boezemt over
het geheel in Europa meer sympathie in
dan men verwacht zou hebben, omdat
men op het vasteland den Koning be
schouwt als den voornaamsten bewerker
van den vrede in Zuid-Afrika en zich
overtuigd houdt, dat hij al het mogelijke
zal doen, om het den Boeren in hun
nieuwe positie zoo aangenaam mogelijk
te maken
Thans vernemen we nog. dat het met
Koning Edward uiterlijk goed blijft gaan
de patiënt is verbed, en het eenige, waar-
De vreemde schreed een poos zwijgend
naast haarplotseling zeide hij
Zoudt ga niet gelooven, dat, wanneer
men lang in de grootste eenzaamheid ge
leefd heelt, men zich ten laatste door den
drang naar spraakzaamheid voelt mee
gesleept om dingen, welke men beter
zou doen te verzwijgen, aan een men-
schelijk wezen te verhalen, waarvoor men
sympathie gevoelt?"
»Zoo ge mijne geschiedenis niet ge
looft," voer bij vervolgens na een poos
voort," des te beter. Denk dat ik u iets
verteld heb, om u op den weg te amu
seeren Is dat de Margaretha-linde Ik
wil eigenlijk niet naar Stockbeim, slechts
tot aan de Margaretha linde."
»Nog niet „antwoordde de prinses, «de
boom staat iets verder beneden. Ge
wilt me due amuseeren? Verheelt ge u
daartoe een bijzonder aangenaam onder
werp gekozen te hebben
»Ben ik u hiermee onaangenaam ge
weest?* vroeg hij.
»Moest ge 't niet zijn, door zulke ver
schrikkelijke geschiedenissen te verhalen
«Daar ik ze beleven moest, kunt ge ze
wel hooren.*
„Wanneer ik nu echter eerlang weder
over men nog altijd niet gerust is, is de
wond, die van tijd tot tijd pijnlijk is, of
althans hinderlijk. Ook dat heet wel min
der te worden, maar voor hem die zich
door den optimistischen toon van de bul
letins niet laat opwinden, blijft dit een
bedenkelijk teeken. Het teeken van ge
zondheid van het iichaam of een deel
daarvaü is, dat men het niet gevoelt. En
zoolang de Koning de wond voelt is die
niet genezen. Hoeveel tijd er nog moet
verloopon, voor men in dat opzicht ze
kerheid heeft, kan niemand zeggen.
De zaken gaan intusscheu in Engeland
weer haar gang en men raakt aan het
uitstel van de kroning gewoon. Die met
dat uitstel geld verloren, moeten zien het
op een andere wijze terug te verdienen
er is niets anders aan te doen. Ook den
dood van Koning Edward heeft men reeds
overwogen en daarbij tot de slotsom ge
komen, dat die voor de zaken niet veel
hinderen zal. daar de troonopvolger, de
Prins van Wales, gereed staat hem op
te volgen en deze een goeden naam heeft
en zeer populair is buitendien.
In Zuid-Afrika is de censuur nog altijd
niet opgeheven en daardoor weten wij
nog volstrekt niets van de stemming
onder de Boeren na den vrede. Want dat
men op de Engelsche berichten niet geheel
kan afgaan, weet men bij ervaring. Zou
het volhouden der censuur soms een tee
ken zijn. dat er dingen gebeuren, die niet
gepubliceerd mogen worden Wij weten
het niet Soms zou men geneigd zijn
zoo iets tusschen de regels te lezen. Zoo
bv waar vermeld wordt, dat generaal
Botha een bezoek bracht aan de krijgs
gevangenen in het kamp bij Pretoria hij
maande hen den eed van trouw aan .de
nieuwe Regeering af te leggen-; veertig
mannen gaven aan de vermaning gehoor,
deden den eed en werden terstond in
vrijheid gesteld. Of en hoeveel er waren,
die den eed niet aflegden, wordt niet
bleek en met van verveling verslapte
wezenstrekken de naargeestige stemmen
van den wind om onzen ouden slottoren
hoor blazen wanneer ik mij dan nog
verbeeld den hartverscheurenden kreet
der in de vlammeu geworpen non boven
het weeklagen van den storm te hooren
mij haar verschrikten blik voorstel, mij
hare, door den vreeselijksten angst strak
starende oogen schilderen moet -
„Wat - gij In uw slottoren Zijt
ge dan
«Ziedaar de Margaretha linde. Wat moet
ge daar? Hebt ge daar een samenkomst.
Op die onbegroeide plek moet eertijds
een heks verbrand zijn. Weet ge dat ge
mij met uw vuurgeschiedenis op zonder
linge combinatiën brengt? Vaarwel!'
«Maar," sprak hij schielijk, toen zij,
om verder te gaan, zich van hem afwend
de; „ik bid u, wie zijt ge?«
«Een der ongelukkige betooverdo prin
sessen, van wie ge met zoo'n aandoen
lijke en weemoedige deelneming gespro
ken hebt. Ik ben de prinses Elizabeth
von Idar.«
«Onmogelijk - gij -« riep bij, doch op
zulk een bedaardeD toon en zoo weinig
verrast voorkomen, dat, zoo prinses von
Idar dit moment gekozen had, om het
genoegen te hebben hem geheel ontsteld
en verbluft te zien, zij zich volkomen te
leurgesteld zag.
«Waarachtig,* voer hij voort, „t zou
dwaas van mij zjjn u verschooning te
De Engelsche kranten, die vroeger met
echte wilde taal het verbranden en ver
woesten van hot land hebben toegejuicht,
beginnen nu te klagen, dat de gevolgen
er van zich thans duchtig doen gevoelen.
Voor het oogenblik. dus leest men, leven
de Boeren meerendeels in de steden of
in den omtrek er van, daai bijna al hun
hoeven verbrand of verwoest zijn. On
danks de pogingen van de Engelsche
overheid, is de ellende vrij groot en zal
zij ongetwijfeld voortduren tot men de
burgers terug zal kunnen zenden met het
noodige geld, om hun huizen weer op te
bouwen en hun kudden te hernieuwen,
wat waarschijnlijk tamelijk lang zal duren.
Zoo Christelijk hebben do Engelschen
huis gehouden, dezelfde Engelschen. die
Zondag in groote statie naar de groote
kerken gingen, om genezing te vragen
van hun zieken Koning. Ja, het gaat raar
in de wereld.
De koloniale troepen keeren reeds naar
hun landen terug Zaterdag zijn uit Durban
1400 Australiërs en 1500 Canadeezen
vertrokken 2 Juli gaan nog 2000 Cana
deezen weg.
In de Kaapkolonie zijn de imperialisten
nog altijd druk aan het werk voor de
schorsing dei grondwet. De afgetreden
Minister Smartt hield weer een rede te
Port Elizabeth, waarbtf niet weinig op de
Afrikaanders werd afgegeven. Smart ver
zekerde. dat de loyale Hollanders vroegen
houd ons om Godswil de politieke woel
geesten van het lijf en behoed ons voor
de dwingelandij van de hollandsche kerk.
Kitchener heeft bedankt vooreen «plech
tige" ontvangst te Southampton. Wat
voor hem pleit.
Gedurende den Zuid-Afrikaanschen oor
log was het een Britschen officier niet
vergund ontslag te vragen Nu de oorlog
over is komen een groot aantal aanvragen
om ontslag tegelijk in. Men raamt hun
totaal op 1200, onder wie zeer veel
cavalerie-officieren zijn.
De vlag van de 2e Iersche brigade
van het Boerenleger is de vorige week
aangeboden aan den ourgemeester van
Kingston-on-Thames. door een pas uit
Zuid-Afrika teruggekeerd soldaat. De tra
gische omstandigheden waaronder deze
vlag gevonden werd, doen een boel van
de leelijke dingen vergeten die er van de
Iersche brigade verteld zijn.
v De vlag vertoont de Transvaalsche
kleuren, en draagt den naam van de brigade
benevens de woorden in 't Engelsch «Voor
vrijheid" en «Denk aan '98," doelende
op den Ierschen opstand van 1798. Zij
werd gevonden, gewikkeld om het lijk
van een van de leden van het Iersche
korps op het veld, kort na een gevecht.
Aan de vlag was een blad uit een bijbel
vastgespeld, waarop met bloed de woorden
stonden «Zendt dezen vlag naar Dublin,
en bidt voor Je ziel van Patrik Mooney.
Vaarwel." In den vlag genaaid vond men
een ouderwetsche kogel en een stuk papier
waarop deze kogel werd genomen uit het
lijk van een Ierschen patriot die stierf voor
zijn land in 1798, genaamd Patrik O'More.
vragen, dooi luchtigheid. Wat ik gezegd
heb is zoo weinig van toepassing op uw
stralende, bloeiende jeugd, op uw frisscben
levensmoed, die in uwe oogen vlamt, dat
ik er geen woord over behJef te zoggen.
Gij, prinses Elizabeth 1 Ik heb van u ge
hoord. Ge zijt het juweel van uw huis,
de goede genius er in, de Egeria van
den vorst, de lieveling van allen, zelfs
van den pachter Jochmaring. Inderdaad,
de pachter Jochmaring, wiens koel en wijs
overleggend gemoed het ergste wat iemand
overkomen kan, hierin ziet, wanneer hjj
iets op aarde te hoog schat deze in
gekankerde realistische boer dweept voor
uhij dweept zoo voor u, dat hij bij mij
een wezenlijk verlangen opgewekt heeft
u eens, ware het slechts van verre te
ontmoeten. En nu vind ik u hier hier
waar men toch gewoonlijk slechts prin
sessen uit tooververtellingen verwachten
mag, in het dichtste van het bo3Ch en
den tijd, gedurende welken ik aan uw
zijde mocht gaan, heb ik doorgebracht
om
De prinses onderbrak dit, met bijzon
dere bedaardheid en ongedwongen godaan,
compliment,
„Hoe kent ge den pachter Jochmaring
toch zoo nauwkeurigwie zijt ge vroeg
zij op een toon, waarvan de strengheid
als een vermaning klonk.
„Wie ik ben? Ik ben,die ik ben. Zoo
staat het in den bijbel. Is u dat voldoen-
de? Neen? Ge wilt den naam weten,
die mij houdt, wien ik behoor, zooals
Jochmaring zijn ouden eiken behoort?
Goed, ik wil u mijn naamkaartje geven,
wijl ik u daarmede zeer veel geven kan.*
►Zeer veel Is die naam dan zoo be
roemd of voornaam viel zij hem spot
tend in de rede.
Neen, niets van dat alles. Maar ik
geef u met dit naamkaartje een groot
bewijs van mijn onvoorwaardelijk ver
trouwen."
Hij had zijn zakboekje genomen en
overhandigde de prinses het daaruit ge
nomen naamkaartje.
«Zulks te kunnen,* voer hij voort,
«verheugt mij. Niemand mag dit naam
kaartje zien niemand hier mijn naam
weten. '1 Zou mijn leven in gevaar
brengen.*
«O hoe kan dat mogelijk zijn
«Dat ik het u gezegd heb, doorluch
tigheid, is voldoende, niet waar hei nam
h|j ernstig.
»'t Is voldoende.* antwoordde zij, den
strak op haar rustenden blik ontmoetend.
- Ik zal u zekerlijk niet verraden, als
het zoo is en nu adieu vaarwel
Met een lichte hoofdbuiging en een
glimlach, die scheen te kennen te geven,
dat deze ontmoeting toch een meer
vroolijken dan ernstigen indruk achterliet,
nam zij afscheid van hemen schreed ver
der.
De vreemde begaf zich, langzaam
voortgaande, onder den grooten oudea