(Je ry der Mogendheden, voor rupd vleesch de 6e. voor schapenvleesch na Argentina en Australië de le, voor varkensvleesch overtreft onze invoer die van alle landen. Die betrekkelijk gunstige toestand, die nog veel gunstiger kon zijn, daar wat ligging betreft we in de allerbeste positie verkeeren, loopt groot gevaar nu zooveel ondeugdelijk vleesch wordt ingevoerd en hier op den uitvoer geen toezicht bestaat. In zijn toelichting verklaarde inleider, dat Nederlanders de leelgke eigenschap hebben om hun afnemers wat in de handen te stoppeD, ook vleesch In Enge land heeft vleesch uit Nederland reeds den naam onzeker te zijn, spreker waar schuwt er toch voor te zorgen dat 't niet nog erger wordt en als we doorgaan met te weigeren om toezicht te houden, dan is binnen afzienbaren tgd de Engelsche markt voor Nederland verloren. Bij goede controle daarentegen kan onze uitvoer nog belangrijk toenemen door onze zeer gunstige ligging. Aan 't debat werd deelgenomen door de heeren L. Koopman (Zierikzee), C. Van Oeveren (Nieuwerkerk-Zeeland) en Har- togh (Barneveld) De laatste gaf eenige mededeeling over het onderzoek ingesteld door de Geldersch Overijselsche Maat schappij van landbouw. Toen was nl gebleken, dat wel is waar in 674 gemeen ten van ons land voorschriften betreffen de vleeschkeuring zijn uitgevaardigd, maar dat in 3-35 hiervan allleen bij zg nood- slachten wordt gekeurd in 102 gemeenten wordt alles aan keuring onderworpen, doch eigenlyk is maar in 15 gemeenten de toestand zooals deze behoort te zijn. iNamens hel Bestuur werd voorgesteld een conclusie en wel deze, uitsprekende de wenschelijkheid eener goede vleesch keuring by export, waarop zal worden aangedrongen bij de Regeering. Deze conclusie werd met groote meer derheid aangenomen. Dr. A. J Swaving, directeur van het Rijks-landb -proefstation te Goes, bepleitte de wenschelijkheid van meer uniforme bepalingen in de aan bestedingsvoor waar den der coöperatieve landbouwvereeni- gingen. Dit vraagpunt lokte geen bijzondere besprekingen uit Daarna werd door den heer Rinkes Borger (Den Haag) ingeleidWat is de werking der nieuwe boterwet? Dankbaar erkennend, dat ook door deze wettelijke regeling de toestand in den handel belangrijk verbeterd is. kan men toch nog niet berusten. Want ook nu nog gaan de knoeierijen voort, zooals in t bijzonder door eenige procedures in 't licht is gesteld. De ervaring heeft geleerd, t en betooverenden blik En wie was die iooveios, dio u zulk een blik toewien> »Dez> tooveres was een eenvoudige Bpaansebe non in een pij van ruwe brui ne wolzL) wierp mg dien toe, om hulp smee- k-end en v0l doodsangst, toen een mijner kameiaden, terwijl zij uit haar brandend Klooster vluchtte, haar er in terug wierp. Door dti vlammen aan^Hgreoen, wierp ze een blu op inij, mvtr zj Was niet meer te led len. waot tusschen haar en mij stortte een brandende massa steen en balken neder. »0 riep de prinses standhoudend. »Ia het waar wat ge verhaalt »'t Is de waarheid, dame. Ik zou niet wéten, waarom ik u, welke ik niet ken en misschien niet zai wederzien, leugens zou vertellen.* „En 't arme schepsel verbrandde?* „Ja. vei brandde met een half dozijn harer zusters. Ik kon niets ter harer red ding doen. Het eenige wat ik deed, was, mijn pistool te nemen en rayn kameraad die zoo kanibaalsch gehandeld had de hersenpan te verbrijzelen, »GodGod riep de prinses geheel ontsteld „Maar," zeide zij, zich herstel lend, »ben ik niet dwaas daarom ie or>t- roer-n, /oo dat alles waar was, zou tt ge h-t niet aan den eersten dec beaten wildvreemden persoon vei halen, dien «e hier ontmoet.* Wordt vervolgd.) dat jn de wet een gevaarlijke leemte is Ontstaan door de aanneming indertijd van het amendement-Van Gilse Erkend dient te worden, dat jammer genoeg onze weten schap niet in staat is om te allen tijde boter vermengd met vreemde vetten te onderkennen van natuurboter. Wel is in verreweg 't overwegend aantal onderzoe kingen de uitslag zonder eenigen twijfel, maar enkele malen staan de resultaten niet zoo vast. Spreker stelde vooi de volgende conclusie De werking der nieuwe boterwet is gunstig voor de boternijver- heid en handel De ervaring heeft echter geleerd, dat ter wille van een blijvend gunst igen invloed de bepalingen der wet rekening moeten houden met gewijzigde omstandigheden en met leemten, die door de oudervinding voor d-m dag komen en op grond van een en ander is herziening der wet in den boven aangegeven geest dringend noodig Na een zeer warm en opgewekt, af en toe ook wel eens verward debat werd deze conclusie aaugenomen. Namens de Ned Kamer van Koophandel te Londen leidde mr. Roosegaarde Bis schop het vraagpunt in Is het mogelijk door Rijkscontrole in Nederland op de bereiding van boter en margarine te ge raken tot een oplossing der moeilijkheden, die thans de Nederlandsche boterhandei ondervindt bij den invoer van Nederland sche boter in het buitenland? De uit voerige toelichting van het praeadvies werd gevolgd door een even uitvoerig debat, te uitgebreid om 't hier in deze kolommen op te nemen en deze hoogst belangrijke zaak voldoende tot haar recht te doen komen. De voorzitter stelde voor speciaal de aandacht der Regeering te vestigen op deze zaak, op de inleiding en op de ge volgde discussie Aldus werd besloten Door den voorzitter werd de wensch uitgesproken, dat ook in de toekomst de Ned Kamer van Koophandel haar aan dacht zal willen schenken aan de belangen van den Ned landbouw. Voor heden werd daarop net congres gesloten en een avond tochtje per tram naar Brouwershaven, gevolgd door een gezellig samenzijn in Schuddebeurs. het geliefkoosd uitspan ningsoord der inwoners van Zierikzee, zal dezen dag besluiten Op de tweede congresvergadering be sprak allereerst de heer Berkoens (uit Eindhoven) de boerenleenbanken. Opmer kelijk is het hoe vooral in den Iaatsten tijd de bemoeiingen der boerenleenban ken meer omvangrijk worden, de balans van de centrale bank te Utrecht, is het viervoud, die var. de centrale bank te Eindhoven het drievoud van een jaar te voren. Een eigenaardig verschijnsel doet zich nog hierbij voor en wel dat de in lagen zoover overtreffen het bedrag der uitgeleende gelden. Moet daarom een boerenleenbank als overtollige weelde worden beschouwd Voorzeker niet, want eerstens is ze op ,de dorpen vaak de eenige spaarbank (be halve de post) en in de tweede plaats komen de landbouwers er eerst na veel aarzelen toe om bij de bank geld ter leen te vragen een zekere schroom weer houdt ze om hun buren en vakgenooten te mengen in bun geldelijke aangelegen heden Toch zijn de leenbanken hoogst nattig In dien geest werd een conclusie gesteld en aangenomen Het tweede vraagpunt werd ingeleid door den heer mr C J. Sickesz (Lochem). De omvang en de oorzaken van het toenemend gebrek aan arbeidskrachten bij den landbouw was 't onderwerp van diens voordracht. Als vaststaand consta teerde inleider dat zoowel hier als in andere landen de bevolking wegvloeit van het platteland naar de steden. De tijd der malaise is gelukkig vrijwel voorbij, nieuwe banen zgn geopend voor de ont wikkeling van het bedrijf, de boeren hebben geleerd hun handen uit de mouw te steken Maar nu dreigt een andere kwaal, nl. de onmogelijkheid om den grond behoorlijk te bewerken b(j gebrek aan voldoende arbeidskrachten.' Hoezeer dat gebrek elders is toonde Carl Jentsch reeds in 1899 aan in zijn »Agrarcrisis" en iu frankrijk gaf de senator Darbot voor zijn I land gelijks mededeelingen. Tot voor korten tijd was de omvang dér kwaal hier te lande nog geheel onbekend maar geiukkig hebben in den Iaatsten tijd wetenschappelijke mannen ook voor ons land nauwgezet onderzocht. Spreker wijst op bijdragen vau de heeren dr. G. W Brumsma («Sociaal Weekblad") en K Reyne (Vragen des Tijds"). In tegenspraak met laatstvermelde acht spreker wel degelijk een ontvolking van het platte land aanwezig en de vraag rijst of de reden hiervan is de lust om het meer afwisselend leven der steden mede te leven, dan wel de geringe verdiensten op het platteland. Spreker concludeert ten slotte dat 't wenschelijk is om den geheelen omvang der ontvolking van het platteland te onder zoeken. Daartoe richte dit congres een verzoek tot de Regeering die naar sprekers oordeel niet ongeneigd zai zijn om dat onderzoek te doen instellen. Over deze inleiding ontspon zich een warm debat, waarin het eigenlijke voor stel van den inleider niet werd bestreden, maar men reeds begon te debateeren over de oorzaken der vermindering van de bevolking op het platteland. Na repliek van den heer Sickesz wordt diens onbestreden conclusie met alge meene stemnjen aangenomen. De heer L. J. M. Koert (Middelbui g) leidde in de vraag of door het Rijk ge- subsideerde voederproeven in de gewone boerderijen wenschelijk zflu. Spreker meent van ja en stelt in dien geest een con clusie voor. De heer F. B. Löbnis (Den Haag) ver klaart dat in dien geest reeds wordt ge handeld en nog meer gehandeld zal wor- den. De mleider trekt nu zijn conclusie in. Na de pauze werd door den heer G A. Vorsterman van Oyen (te Aarden^ burg) ingeleid punt X der agendaHoe dient het landbouwonderwijs in zijn vol len omvang geregeld te worden Sprek r gaf verschillende wenken waarvan de voornaamste dat de winterscholen zich meer dienden aan te sluiten bij de cur sussen en meer een gevolg op deze zou den zijn. Een interessant debat ontspon zich, waaraan deelnamen de heeren P. Van Hoek (inspecteur vb. landbouwon- derwys te 's Gravenhage) en mr. C. J. Sickesz. Ten slotte werd een conclusie gesteld en aangenomen vragende om voort te gaan op den ingeslagen weg en net onderwijs steeds meer te brengen on- aer het hereik der landbouwers Het volgend en laatste punt .Ier agen da werd met een kort woord ingeleid door den heer H. M. Har tog (Barneveld) inleider bepaalde zich er toe Je verschil lende oordeelvellingen saam te vatten die achtereenvolgens waren uitgesproken over de vraagIs een vertegenwoordiging van den landbouw nuttig en wenschelijk? aoo ja, welke is de meest wenscbelijke organisatie J De heer A. Van Namen (Zwijndrecbt) erkent dat door het landbouwcomué en de lindbouwmaatscbappgen veel goeds is tot stand gebracht. Maar een wettelijke regeling onibreekt en de kleine landbou wers hebben geen gelegenheid zich uit te spreken. Door en uit de landbouwers zelf gekozen od officieel erkend en geregeld zal de invloed veel grooter zijn. De heer K. C. De Boer (Assendelft) erkent de wenschelgkheid dat de land b uw zich hierover uitspreke. Geen en kele organisatie is daartoe zoo geroepen als liet congres, Gioot gevaar ontstaat, dat öf de land bouw den Staat óf de Staat den laudoouw zai overheerschen. Spreker vreeat ook ten zeerste de wording eener zelfstandige agrariërsparty die ons staatkundig leven za: bederven. Hij stelt een andere con clus-e, en wel dezeHet congres over- wegende, dat voor een samenwerking van landbouw en regeering een weltelgke ingeliug van de landbouwvertegenwoo;di- gmg oDnoodig is, gaat ovei tot de orde van den dag. De heeren C. Van Oeveren (Nieuwer- kerk en mr. Sickesz bestrgden deze motie. De laatste brengt in herinnering dal lier haaldeiijk ^vrafjgij |8 om eey weiteiltk geregpMb landt) nnvvertegenwoordiging.1 Door d kleine landbouwers te raadplegen houdt men rekening met de praktijk. De land bouwmaatschappijen zijn dikwijls te omvangrijk en vooreen belangrijk deel saam gesteld uit dilettant-landbouwers. Baron Collot d'E-cury (Hontenisse) is bepaalo i.-gen een gekozen vertegenwoor- i igmg. De politiek zal er binnendringen en a les bede, ven. Ook 't geheel offi deel Karakter is een b zwaar. nnJl6 ,h9!,r S, C" Knrieweg (Den Haag) ontkent 1 u de landbou v zoo dringend om een wettelijke vertegenwoordiging viaagt. Als secretaris der Holl. Mij. van Landbouw zendt hij aan de 9000 leden telkens vraaglijsten met verzoek om wen- scben kenbaar le maken, doch nooit is hem kenbaar gemaakt dat men een derge- J organisatie verlangt. En nu de rege9. nng zulk een staf van bekwame ambte naren heeft gevormd is ze volkomen over bodig ook. De heer mr Hennequin (Aardenburg) spreekt zich uit in denzeifden geest. Hij wijst er op, dat de landbouwersin de Zeeuwsche Landbouw-Maatscbappy i betaling eener kleine contributie gelegenheid hebban hun stem uit te bren gen en hnnne grieven te bespreken. Hil Do°BoerCh 330 d6 he016n Hart0g De heer De Giancy (Vucht) motiveert zijn stern, voor de motie De Boer. Hoewel daarmee niet geheel meegaande wenscht hg toch geenszins een organisatie die door verkiezing wordt verkregen en waar de politiek het vakbelang zal overheerschen. Na repliek van de heeren Van Naaraen i De Boer wordt de motie van laatst genoemde met gioote meerderheid aan genomen. h ?^agnDda was hiermee afgehandeld en het 54e Congres werd door den voorzitter met een welsprekend slotwoord gesloten, orin 06n £Bze^!80n disch, waaraan ruim -UU personen deelcamen en een avond- eest in Par klust keerden verscheidene gasten uit andere deelen des lands den volgenden morgen huiswaarts, met zich diagende de herinnering aan een boogst- belangi ijk congres en aan gezellige dagen op Schouwen doorgebracht. (Vad.) - Enting tegen vlekziekte. Volgens het verslag van den gemeente-veearts Th. Bosma, te Wommels, omtrent de in het vorige jaar in de prov. Friesland ver kregen resultaten met de inenting, vol gens de methode-Lorenz, tegen de vlek ziekte zgn in dat jaar door 16 veeart sen 4135 varkens geënt, waarvan 34 ge- storven zijn. Het getal zieke varkens dat mot serum behandeld werd, bedroeg 205 waarvan 79 zijn gestorven De 657 met serum behandelde van vlektziekte ver dachte varkens, die met zieke in aan raking waren geweest, bleven alle gezond. Wegens deze gunstige uitkomsten, worden dit jaar de entingen op nog rui mer schaal voortgezet Woensdag 2 Juli a. s-, des voor middags te lli/2 "uur, zal in een der lokalen van „de Prins van Oranje" te Goes, eene openbare vergadering gehouden worden van de afdeeling Zeeland der ver- eeniging „Het Nederlandsch Rundvee- Stamboek In behandeling zullen komen de vol gende punten 1. Notulen. 2. Rapport van het verhandelde op de Algemeene Vergadering te Nijmegen. 3. Begrooting 1903 4. Benoeming der Commissie tot het nazien der rekening over 1902. 5. Benoeming 3 bestuursleden tenge volge der periodieke aftreding op 31 Decera- ren Lvan de heeren K-J- A. G. Baron Collot d Escuiy, L. J. Dorst en C. J. Hocke Hoogenboom. Benoeming van een Commissaris van het hoofdbestuur tengevolge der periodieke aftreding op 31 December e. k van den heer M. Kostense 7 Rapport der stierenkeuringen, ge houden in Maart 1902. Wijzigingen der artt. 1, 4 en 12 van het Provinciale reglement op de stierenkeuringen.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1902 | | pagina 2