AXEuuuuu
No. 24.
Zaterdag 28 Juni 1002.
18e «luarg.
Nieuws- en Advertentieblad
3>\ I °o
voor Zeeuwse li-V I a a 11 d e r e ik
F. DIELEMAfl,
Buitenland.
FEUIIiliETOS.
DE VERDWENEN ERFGENAAM.
Landbouw.
Dit Blad verschjjnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 eent; franco per post 60 cent
voor België 70 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot, Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Als eeo loopend vuurtje verspreidde
zich Dinsdag te Londen het bericht, dat
de Koning ernstig ziek was en dienten
gevolge de kroning uitgesteld werd.
Te zeggen, dat deze tijding geheel on
verwacht kwam, ware de waarheid te kort
d06n, meent 't "Vad.
Immers het publiek was beslist van
oordeel, dat Koning Eduard veel zieker
moest wezen, dan officieel was verteld.
Maar dat neemt niet weg, dat het volk
bet tragische voelt van het lot, dat den
Koning treft, wien de kroon dreigt te ont
gaan op het moment, dat hy de handen
daarnaar uitstrekt. En met de nieuws
gierigheid van een volk, dat van de moeder'
borst af met de krant is grootgebracht,
loopt het publiek nu te hoop voor de dag-
btadbureaux in Fleetstreet en in de buurt
van Buckingham Palace wachtend op de
berichten, die van tijd tot tijd zullen be
kend gemaakt worden.
Dat de toestand des Konings ernstig is,
zal wel duidelijk zyn uit de medische
bijzonderheden, die telegrammen meldden
en olficieole berichten bevestigen. Ver
moedelijk is de operatie noodig geworden
door de middelen, die, met alle geweld,
op 's Konings eigen verzoek, zijn aange
wen 1, om hem in staat te stellen zoo
spoedig mogelijk de uitgeschreven plechtig
heden bij te wonen. Nu is alles wat
officieel geregeld was uitgesteld, tot wan
neer is niet te zeggen. Want de vier
lyfartsen des Konings, die hem geopereerd
bebben, spreken van het wegnemen van
een groot abces en in het eerste bulletin
was sprake van perforaties der weefsels.
»Ge moet u dus, daar we denzelfden
weg gaan, mijne begeleiding laten wel
gevallen, had hij baar gezegd.
Daar zij zweeg, vroeg hij, steeds naast
baar voortgaande
»Wien behooren deze zeer fraaie boo-
men
„Ik begrijp u niet,* antwoordde zij.
»Ik bedoel, wie is de ongelukkige ge
lukkige, wien deze uitgebreide bosschen
als eigenaar vasthouden en hem dwingen
zich te plagen met ze tegen houtdieven
en wildstroopers te beschermen
»Ha meent ge 't zoo antwoordde
glimlachend de prinses.
»Nu ja, zoo meen ik hetDe raensch
behoort veel meer aan de voorwerpen,
dan de voorwerpen aan den mensch be
hooien. Vindt ge 't niet bespottelijk, dat
wanneer een zwak, gebrekkig menschen-
kind door het woud of over het veld gaat,
bij gelooft dat alles hem behoort. Even
als of de rups, die over een eikenblad
kruipt zou zeggenDeze boom behoort
mij. De Arabieren hebben een spreek
woord „Als de haan kraait, gelooft hij
dat de zon om zijuentwil opgaat.* Bos
sohen, velden, bezittingen, dat alles staal
«og na duizenden jai en in denzeltden toe-
Gesteld dus al, dat Koning Edward er van
opkomt, wat ernstig woi dt betwijfeld door
een deel van het publiek, dan zal zyn
genezing toch nog al wat tijd vorderen
In de omgeving des Konings was er
sinds eenigen tyd vrees voor iets ergs,
omdat men zag, dat het niet goed ging
met den Koning. Ook d% geneesheeren
vertrouwden den toestand niet, maar
hoopten, dat Z. M bet met de kroning
nog wel zou uithouden. Dinsdagmorgen
werden de vermoadeus dat de ziekte van
zwaren aard was versterkt, de Koning
bleef echter vast voornemens om de kro
ning te doen doorgaan, al moest ik er bij
neervallen, zeide hij Men overtuigde hem
ecbtei, dat voor het gevaar van zijn ster
ven alle andere overwegingen moesten
wijken. Lord Lister en sir Thomas Smith
werden ontboden en kort na twaalf uur
werd de operatie verricht door sir Franc.
Treves. Toen de Koning uit zijn ver
dooving ontwaakte was zijn eerste woord
George, waarop de Kroonprins enkele
oogenbliuken bij ham werd gelaten. Kort
daarop werden ook 's Konings kleinkin
deren by hem gelaten. De Koningin bleef
den geheelen middag en avond bij den
Koning.
LONDEN, 26 Juni. Bet bulletin van
half 11 luidt: De Koning had een beteren
nachten genoot wat verkwikkenden slaap.
De toestaud is in alle opzichten verbeterd,
de organische toestand geheel gunstig,
ook de staat van de wond is bevredigend.
MADRID, 26 Juni. Een geweldige ont
ploffing had hedenochtend plaats in een
kruithuis van het militaire kampteCara-
stand, terwijl de mensch, om te bestaan
er aan geboeid en gekluisterd was, zoo-
als de rups aan haar eikenblad.*
„Wat komt er dat op aan,* antwoord
de de prinses, „de mensch blijft toch
meester over zijn eigendom, schoon hij
sterven moet, na hem komt de zoon,
de familie
„Om op dezelfde wijze gekluisterd
te zijn. Deze wouden behooren ge hebt
me daaromtrent geen inlichting gegeven -
waarschijnlijk den vorst van Idar; kunt
ge loochenen, dat bij eeu arm man is,
die door het bezit van zijn nietig steed-
je, aan zijn onbewoonbaar voorvaderlijk
slot, met de yskoude, tochtige gangen en
onaangename, slecht verlichte vertrekken
met de breede, ongezonde waterplassen
als grachten er omheen, gekluisterd is,
en duizenden banden hem met veel ver
driet en weinig genoegen aan zulk eeu
bezittiDg boeien, waaraau hij behoort en
die hem niet loslaat. Verplaatst u in den
toestand van zulk een benijden landeigo
naar. Stel u voor hoe hij op donkere
regendagen in een der diepe, in de oude
muren van het slot gebroken venster
nissen slaat, naar de loodkleurige lucht
staart en in zijn oor de droefgeestige
woudstemmen hoort blazenMeent ge
dat zulk een mensch geen hart. geen ver
langen naar een licht, schoon en zonnig
verschiet zou hebban. Maar zijn slot, zijn
bosschen, zijn weiden, zyn turfveenen,
zijn schaapkuddon, zijn borooktu pacht-
bancbel, bij Madrid. Het gebouw stortte
ineen en onder het puin werden vele
slachtoffers bedolven.
54ste Landhuislioudkundig Congres.
De verg. van het congres werd Dinsdag
druk bezocht en door den voorzitter,
burgemeester Vermeys, geopend met een
welsprekend woord waarbij in herinnering
werd gebracht dat Zierikzee voor de
tweede maal het congres ontving (ook in
1874 was Zierikzee gastvrouw en werd
de wensch uitgesproken dat ook nu door
overleg en vriendschappelijke bespreking
goede vruchten verkregen zouden worden
voor den Nationalen Landbouw. Spreker
schetste de vreugde van het Nederlandsche
volk over het herstel der Koningin en
uitte den wensch aan H. M. in liet
buitenland den groet en den heilwensch
van het congres over te brengen. Daartoe
werd besloten Nog werd meegedeeld dat
het aantal vaste leden 321 en het aantal
buitengewone leden 256 bedraagtdat de
Minister van Waterstaat, de directeur-
generaal van Landbouw en de inspecteur
van Landbouw het congres zullen bijwo
nen en dat de Minister van Binnenland-
sche Zaken en de Commissaris der Ko
ningin in Zeeland door ambtsbezigheden
verhinderd zijn te komen.
Op 't Congres werd na de opening
door den voorzitter het eerste -'raagpuut
ingeleid door den heer J. de Koning (Hil
versum). Dit vraagpunt luiddeWelke
waarde hebben tegenwoordig de verschil
hoeven hebben hem en laten hem niet los.
En bij hem in de andere venster nissen
zitten bleeke gestalten met van aanhou
dende verveling verslapte wezenstrekken
met blauwe kringen om de flauwe oogen
zijn drie of vier ongehuwde dochters, die
do werklooze handen boven nutteloos
borduur- en knoopwerk in haar schoot
gbvouwen houden. Ook z(j zien tot de
loodkleurige lucht op, wi>r wolken het
verschiet omhullen, zooals de hopeloos
heid van haar leven bare toekomst in
het grijs hultook zij luisteren naar het
treuiig jammergehuil vau den wind. Ge
looft ge dat in dez9 arme meisjes ook
niet het verlangen naar leven en geluk,
naar glans en liefde, naai een vrij aan-
zyn onder vrije menschenzielen klopt?
Gelooft ge dat deze arme, opgeslotene
wezens ook niet gtarne even zoo lustig,
moedwillig en vroolijk uit de oogen zou
den zien als in dit oogenblik ge met uw
schitterende oogappels doet, lieve freule ?u
De piinses had, aanvankelijk een wei
nig verbleekend, zich zeer genegen ge
voeld over deze rede van den wonderlij
ken filozoof aan hare zijde verstoord te
wordenmaar vervolgens begon zij er
vermaak in te. vinden en, bij de recbt-
streeksche persoonlijke wending zijner pre
dikatie, barstte zij in vroolijken lach uit.
Hoe,* zeide hy, »lacht ge om deze
arme wezens, die in hun oud kasteel op
gesloten zijn, wijl zij er aan behooren, wijl
het bezit zo tusscheu ziju ijzorou stangen
lende motoren voor den landbouw. Inleider
zeide niet te zullen spreken over beweeg
kracht die men elders weet te verkrijgen,
maar die hier ontbreekt door natuurlijke
oorzaken, zooals opgevangen zonnewarm
te (in Californië toegepast) en electriciteit
opgewekt door stroomend water.
Hier te lande heeft men de keus t usschen
motoren voortbewogen door wind, stoom,
gas, benzine of electriciteit. Windmotoren
worden herhaaldelijk aanbevolen, maar
een bezwaar is dat een winddruk noodig
is vau 4-7 M. in de seconde. 200 a 250
dagen per jaar wordt dit hier verkregen,
doch veelal maar enkele uren daags,
zoodat een groot deel van't jaar de wind-
motoren onbruikbaar zijn. De voor- en
nadeelen der andere ging spreker na en
concludeerde, dat in 't klein en gemiddeld
landbouwbedrijf de stoomlocomobiel 't
best voldoet, voor groote bedrijven of voor
eenige bedrijven gezamenlijk zijn elec-
trische motoren te verkiezen.
Enkele vragen werden gesteld door de
heeren mr. A. C. v. Daalen (Bennekom),
H. M. Hartog (Barneveld) en Jos. van der
Have (Frederiksoord), welke vragen de
inleider beantwoordde.
Het tweede vraagpunt, nl. de nood
zakelijkheid van toezicht op den vleesch-
uitvoer. werd ingeleid door mr. v. Roose-
gaarde Bisschop, secretaris der Ned. Kamer
van Koophandel te Londen.
Uit 't gedrukt praeadvies stippen we
aan, dat in 1901 uit Nederland in Enge
land werd ingevoerd voor bijna 3 millioen
pond sterling aan vleesch. spek enz. Bij
den reusachtigen invoer in Engeland neemt
ons land een belangrijk aandeel. Wat
betreft invoer van spek zijn we de 5e in
vastgeklemd houdt. Ge moest slechts eens
-zulk een ongelukkig, noch voor de we
reld, noch op zichzelf nuttig prinsessen
leven leiden slechts een jaar lang.*
De prinses lachte andermaal en wend
de zich vervolgens tot hare begeleidster om.
Marianne zag er zeer ontsteld uit, maar
glimlachte toch.
Waar hebt ge zulke prinsessen be
studeerd, als ik vragen mag?* zei nu
de joDge dame.
Ik ben reeds in menige hut en in
menig vorstelijk huis geweest,* hernam
de vreemde einstig.
»En,« viel de prinses hem in de rede,
hebt ge by het bezoeken van een dier
vorstelyke huizen u niet bewogen gevoeld
een dezer van verlangen smachtende zie
len uit haar gevangenscahp te verlossen
en in de vrijheid met u mee te nemen
»Neen,« zei de vreemde, pijnlys. glim
lachend,want ik zelf ben niet vrjj.«
»Niet vry verloofd voer de^prinses
voort die geloofde met dezen zonderlin
gen man nu reeds volkomen op den toon
van scherts en spotternij te kunnen spre
ken.
.Verloofd? Neen. Maar mijn hart is
gevangen, het ligt in den toover van een
enkelen blik, die mij eens geroerd heeft
en mij nu met vlammend schrift diep in
de ziel geschreven staat.*
»0, dat luidt bovenmate romantisch,*
riep de prinses, »een enkele blik, die de
macht hoeft gehad u te binden wolk