No. 23.
Woensdag 25 1902.
18'
«fuarg.
N i e ii w s- en Advertentieblad
oor Zeeuwscli-Vlaanderen
F. Dl EL fill AA,
Voorbereidend Militair Onderricht.
Buitenland.
FEUlLLETOiY.
DE VERDWENEN ERFGENAAM.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor Bei.BiË 70 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
AXEL.
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
De BURGEMEESTER van Axel brengt
onder de aandacht van de jongelieden van
16 tot 24-jarigen leeftijd in deze gemeente,
die in den aanstaanden wintei wenschen
deel te nemen aan hot voorbereidend
militair onderricht, dat zij zich daartoe
vóór 1 JULI a. s. moeten aanmelden ter
Gemeente-Secretarie, des vooi middags van
9 tot 12 uren en des namiddags van 2
tot 4 uren, alwaar nadeie inlichtingen
zijn te hekomen.
Axel, den 16 Juni 1902.
De burgemeester voornoemd,
D. J. OGGEL.
Volgens »Het Vad." zou Kitchener
Maandag te Kaapstad scheep gegaan zijn
naar Londen en dat feit wordt opnieuw
met Engelsche overdrijving voorgesteld
als een bewijs, dat het goed gaat in Zuid-
Afiika boven verwacnting. Kitchener,
heet het verder, heeft zijn taak geheel
vervuld, nu begint die van Milner. En
deze heeft, naar een telegram uit Pretoria
bericht, den eed als gouverneur van Trans
vaal afgelegd. Hij heeft altijd verlangd
dicht bij het goud te zijn, hem evenzeer
ingeschapen als Chamberlain de liefde voor
aandeelen. De leden van den Uitvoerenden
Raad en van den Wetgevenden Raad zijn
benoemd en beide lichamen ontvingen
hue instructies van den gouverneur. Wan
neer de Engelschen nu zoover zijn, dat
zjj de afsluiting van Zuid-Afrika van de
De boer zuchtte. »Ja, piinses, dat is
de vraag,* zeide bij. »Tot vrije menschen 1
Het komt er slechts op aan, hoe de vrij
heid er uitziet. Alle vrijheid is niet een
der. Voor u in 't slot is 't vrijheid, wan
neer uw vader weder de regeerende vorst
wordt als voorheen en soldaten houdt,
als voorheen, boe klein de troep ook zijn
moge, en dat al de raadsheeren en kler
ken van voorheen weder voor den dag
komen en de oude belasting-registers en
boeken weder geldeD, waarin de Ijjf- en
heereDdiensten met voorspan, en de wacht
en leengelden, welke ieder pachter en
iedere boer verstrekken moet - jaar in
jaar uit geschreven staaiï. Dat is uwe
vrijheid. Maar zij is reeds lang ten einde
6n thans heeft de Franschman de vrij
heid, om onze zonen voor zijne oorlogen
en de laatste grosschen uit onzen zak
voor zijne belastingen te nemen.
♦Indien de geallieerden dat alles kun
nen afschaffen, zal ik God danken maar
Idu viaag ik, of dan ook eens de vrij
beid voor de boeren zal komen - en
schoon ik denk dat daarvoor de tijd ge
komen is, vertrouw ik er toch niet op.
Want zoo nu de oude afpersingen en
knevelarijen op nieuw weder beginnen
bewoonde wereld opheffen, zullen wij ook
vernemen, hoe het aanvankelijk gaat
onder net nieuwe regime. Wy zeggen dat
niet, omdat wij het ergste vreezen, integen
deel, voor zoover het ons mogelijk is te
oordeelen, zal het vrij wel schikken de
gegevens zyn er voor om dat te voronder
stellen. Daar de overgave der republi
keinsche strijders is afgeloopen, komt er
verder geen nieuws. Eerst wanneer de
censuur is opgeheven en kranten vrij ge
schreven en brieven vrij verzonden kun-
nen worden, zullen wij nog wel een en
ander hoeren over bet verleden en het
beden, dat ons belang inboezemt.
De Engelsche kranten zijn buitendien
geheel en onverdeeld gewijd aan Je kro
ning, zoodat zij ongeveer voor niets anders
aandacht hebben. Ons boezemt die kroning
weinig of' geen belaDg in.
Officieel wordt nog altijd niets van
Edwards ziekte meegedeeld, wat op ge
voelige gestellen zeer noodlottig werkt. Een
weinig bedarend in dat opzicht heeft de
verklaring van Z. M. particulieren secre
taris gewerkt, dat er niets aan is van de
loopende praatjes en de Koning vandaag
70lgens program naar Londen komt. Maar
waarom wordt dit dan niet gepubliceerd
op de plaatsen waar het behoort, of zijn
de officieele bladen te hoog om voor het
volk iets te zeggen
Van deduizeDdeD en duizenden nieuws
gierigen zullen zooals gewoonlijk slechts
enkele weinigen iets gezien hebben. Zij,
die niets gezien hebben, kunneo dan fan-
taseeren alles wat zij willen Yan de eigen
lijke kroning zal betrekkelijk heel weinig
te zien zijn, ook al is men in de kerk,
daar de kruisgalerij het altaar van het
moesten, dan wil ik iiever dat de bijl
tegen een dezer oude eikenstammen klin-
ke en den dood van den pachter dezer
hoeve aankondigt."
Toen de pachter van Jochmaring dit
krachtig protest tegen de gelukzalighe
den van den goeden ouden tijd uitge
sproken had, stond hij op.
►Nu wil ik gaan om u het geld te
halen.* zeide hij. >Drie honderd thaler,
't Is alles wat ik bespaard heb, wat de
slechte tijd mij overgelaten heeft, en gij
zult het krygen, opdat ge u niet te ver
geefs tot deD pachter Jochmaring gewend
zoudt hebben.*
Ik dank u, pachter," betuigde de prin
ses»de jager zal u morg9n een schuld
bekentenis brengen.*
Dat boeft niet tusscben den vorsten
den pachter Jochmaring.* hernam de boer
en ging bet buis binnen.
Spoedig daarop kwam bij, uit de zij
deur van het lage huis tredend, terug
een kleinen bundel in de hand dragend. Een
bejaarde vrouw kwam met hem uit het
huis en bleef op korten afstand van de
prinses staan aan wie de boer zijn klei
nen schat overhandigde, weikan zij aan
nam en den pachter de hand reikte.
„Ik dank u hartelijk, Jochmaring."
»Geen, dank, doorluchtigheid Liat uw
dienstbode het dragen, want het is zwaar.*
De dienstbode nam den buidel en leg
de hein op haar armdaarop nam de
prinses met haar den terugweg aan.
schip der kerk afscheidt. Maar een menscb
weet 'zich altij.l te helpen, en ieder, die
in de keik geweest is, zal natuurlijk stof
en stijf voldouden, dat hy alles gezien
neeft. En als iemand het zelf gelooft, komt
het in de praktijk vrijwel op hetzelfde neer.
Wanne r de kroningsfeeston voorby zijn,
zal de politiek haar schaie trachten in
te balen en komt in de eerste plaats aan
de orde de vergadeiing van de koloniale
piemiers over de aansluiting aan het
moederland. Het ideaal der imperialisten
is natuurlyk, dat alles een geheel moet
worden. Dat zal ook wel in het plan liggen
van Chamberlain, die de »Times" gebruikt,
om propaganda te maken voor dat denk
beeld. Zoolang men aan het praten en
schrijven blijft, lijkt dat alles heel mooi
en heel grootscb, maar de werkelijkheid
zal wel menig punt omverblazen.
Het brandendste punt in deze quaes
tie is de Kaapkolonie. Zal de constitutie
daar blijven bestaan, of zal men er voor 'n
genoegzaam aantal jaren een kroonkolo
nie van maken, om de Afrikaanders eerst
te drillen en te kwellen tot zij goede
Engelschen worden
Men weet, dat de Kaapsche premier
Gordon Sprigg te Londen zich krachtig
verklaard heeft voor het behoud van de
grondwet. Hij heeft steun gevonden in
den Australischen premier Barton. Deze
heeft zich reeds uitgelaten, dat het oogen-
blik voor een vast geformuleerde fede
ratie van bet Britsche koloniale Rijk nog
niet gekomen was. Het was mogelijk dat
later de wensch naar een vast verbond
veld won, maar op dit oogenblik bestaat
er vrees, dat het meer nadeel dan nut
zal stichten, wanneer men te ver gaat
't Was natuurlijk dat zij zich op dien
terugweg in geen spraakzame stemming
bevond, daar zij een, voor haar maat
schappelijke positie zeer demoedige, bood
schap had moeten doen. Op haar fraai kinder
lijk voorhoofd lag een zorgvolle uitdruk
king, om den kleinen mond een bittere
trek De ellende van het vaderland en
Je ontstane, voor de oogen der wereld
zorgvuldig geheim gehouden verlegeuhe
den van het vadeilijke huis moesten zwaar
op haar jeugdig hart liggen. Zij wist, dat zij
ter wille van haar, door zorg bedrukten,
vader en voor haar bedreigden broeder
de grievende boodschap gedaan had
en met deze gedachte wapende zich baar
kleine irotscheid.
Zij volgde met hare dienstbode, nadat
zij de, met een hordenheining omgeven
tuin verlaten had, een voetpad, dat baar
spoedig in de koele schaduw vaD een
bosch bracht.
't Was bijzonder stil in het bosch want
het seizoen, waarin het luid gekweel der
vogels hot woud bezielt, was voorby, en
lat do herfst naderde, zulks bewezen de
gele bladeren en de doppen der beuken-
noLeu. De prinses sloeg weinig acht op
het natuurtooneel dat haar omgat met
vluggen tred snelde zij voorwaarts, som
wijlen een enkel woord met haar bege
leidster wisselend die, de slip van haar
zwarten omslagdoek tot bedekking op
haar last gelegd hebbend, haar op het
voetpad volgde.
in deze richting. Hij verklaarde verder
voornemens te zijn bepaald aan te drin
gen op voorkeur voor de koloniën bij de
leveringen voor het leger en de marine
en hield zich verzekerd dat de Britsche
Regeering wel geneigd was aan dezen
wensch der koloniën zooveel mogelijk te
gemoet te komen. Over het al of niet ge-
wenschte van een bevoorrecht tarief voor
de koloniëu liet Barton zich niet uit. Hij
vreesde voor maatregelen van verweer
van andere zijden en zou eerst deze be
langrijke aaDgelegDnheid van alie zijden
beschouwen, voordat hij zich nader uit
sprak.
Op oen feestmaal van de Zuid-Afrikaan-
sclie Vereeniging zeide Barton nog, dat
het gevaailijk is, wanneer eens vrije in
stellingen aan het volk zijn geschonken,
die weder op te heffen, al was het maar
voor een dag.
De Franschen in Canada hebben een
meeting gehouden te Drummondville;
waariu besloten werd. aan den premier
Laurier, die thans voor de Kroningsplech
tigheid te Londen vertoeft, te seinen, dat
de Fransche Canadeezen protesteeren te
gen imperialistische staatkunde, die de
autonomie van Canada bedreigt, sd tegen
de opdrijving van de militaire uitgaven,
daar waar het geld zoo dringend noodig
is voor de ontwikkeling en de beschaving
van het Rijk en de koloniën. Een sterke
Australische groep heeft zich daarby aan
gesloten.
Dat is geen koren op den molen van
Chamberlain en het zou ons niet verwon
deren, dat de werkelijkheid de heete
hoofden der imperialisten straks wel wat
zal afkoelen.
Plotseling bij een kromming van den
weg hield zij stand.
^Marianne," zeide zij verschrikt, „kent
gij dien man
Zij zag voor zich een mannelijke gestal
te, die op den ongeveer honderd schreden
van haar staanden draaiboom leunde,
welke hier de grens aanwees, waar het
bosch van den pachter Jocbmaiing ein
digde en de vorstelijke wouden een be
gin namen.
Hoe zou ik hem kennen, 't is een
vreemdeling,* antwoordde evenzoo ver
schrikt de dienstmaagd der prinses.
„Hemel? wat te Jood Wü zijn
met ons geld hier geheel onbeschermd en
alleen
Wat kan hij van ons geld weten
zei Marianne, de slip van haar doek dichter
over den buidel trekkend.
,,'t Is waar maai ik beet toch aan
al mijn leden, 'i Is dwaas van mij. Wat
kan ons op klaarlichten dag gebeuren
Moed vattend ging de jonge dame ver
dei Marianne iets dichter achter haar.
De vreemde stond daar, alsot hij baar
met zyn doordringenden blik doorboren
wilde en op baar nadering wachtte. Hy
was hoog van gestalte, had een bruin
verweerd gelaat en een, destyds door
burgers nog niet gedragen snorbaard
zijn kleediog was overigens die van een
deftig man en vertoonde een zekere net
heid en nieuwmodische snede, wat trou
wens het meest diende om de ongerust-