Landbouw.
vm.
-
de stiijd kon wat. de Boeren betreft nog
geruimen tijd woiden voortgezet, maar
dat zagen ze zelf wel in, zonder er toch
kans kwam, dat zij zouden overwinnen
of Engeland den stiijd opgeven. Daarom
was her wijs beleid om toe te geven op
een oogenblik, dat de Engelschen bereid
waren veol toe te staan de onmogelijk
heid, om naderhand amnestie te krygen
voor de Kaapsche rebellen, zal zwaar ge
wogen hobben.
Ook aan de Theems begint men lang
zamerband wat na te denken en de
verbioedering wat scheef aan t6 zien
Zoo mei kt »de Globe* op: We weten
uit smartelijke ondervinding welk een
taai on hardnekkig ras de Boeren zyn en
tydens de inlyviug van Transvaal in 1877
zei men ook, dat de belanghebbenden zoo
tevreden waren. Toch, laat het blad ei
op volgen, afgezien van alle overdrijving
laat alles zich tot dusver zeer goed aan
zien. Maar spannen zal bet wanneer de
krijgsgevangenen wederkomen. De mees
ten hunner zijn sedert lang van den gang
van zaken onkundig geweestzy hebben
geen ondervinding genad van de meedoo
gonlooze macht, Jie eindelijk het hard
nekkig verzet hunner landslieden deed
zwichten en ze zullen eenigen lijd be
hoeven om te leeren berusten in het ver
lies hunner hooggeloofdeonafhankelijkheid.
In éen ding echter zullen allen het eens
zijn, in verbittering tegen bet vasteland
van Europa, dat tot voibouden aanspoor
de, toen bet lang wist, dat dit hopeloos
was. Voor het overige zyn zelfs de be
faamde nationale verkenners en de overi
ge Boeren op goeden voet, zegt men.
Dat Vasteland, ja, dat zal den Engolscben
niet zoo spoedig uit de verbeelding gaan,
maar nu dat vasteland nog aansprakelijk
te stellen voor de voortzetting van den
oorlog, daal voor moot men aan Erigelsche
verstandsverbijstering lijden.
Rationeelst dan de »Globe« redeneert
de >Times« over de verbroedering. De
verstandhouding tusschen de ingekomen
Boeien en de Engelschen, zegt tiet blad
blijft overal zeer hartelijk. Het is of
oude vrieDden elkander terugzien, nadat
zij door allerlei wederwaardigheden van
elkander gescbeiden zijn geweest. Tydens
de achttien laatste maanden hebben beide
volken eikander persoonlijk leeren kennen
op een wyze, zeer verschillende van die
in bet begin van den oorlog, toen elk in
den ander slechts een vijand zag. Het
gebeurt ook niet zelden, dat een Engelsch
officier en een Boeren-kommandant op
vriendschappelijke wijze over de laatste
krijgsverrichtingen sprekendan wordt
de vraag behandeld, of de Boerenaanvoei-
»Natuurlijk niet. Ze had veel reden om
het geheim te houden. Neen, vader, kijk
niet zoo angstigik zal niet ondoordacht
handelen noch haar aan baar woord hou
den, ik zou 't niet kunnen al wilde ik.
Ik nam zeif de last op my en ik zal
hem dragen als een manmaar lees
den brief
Beste echtgenoot! (echtgenoot
was uitgekrapt en Mijnheer* in de
plaats gezet).—
Als ik zoo vry raag zijn bet t9
zeggen, kom dan dadelijk naar huis.
üw vader kwijnt weg van verlangen
en niets kan hem opbeuren dan uw
komst. Ik neem deze gelegenheid
waar om u te zeggen, wat ik reeds
lang geleden had moeten zeggen, dat
daar ons huwelijk zoo ongelukkig
blijkt te zyn, ik niet langer een last
voor u wil wezen en zoodra gij op
de pastory zijt zal ik haar verlaten.
Uw vader zegt dat er voor getrouw
de menschen gelegenheid bestaat om
van elkander te scheiden, waarna zy
weer kunnen hertrouwen. Als gy
dat wenscht, doe het danik zal
niet tegenwerken. Had ik vroeger
alles ingezien zoo als nu, of had ik
uw vader gekend, dan zouden wij
nooit getrouwd zijn.
Ik olyf
Uw gehoorzame vrouw
Charlotte Garland*
der heeft kunnen ontsnappen dank
een gelukkigen samenloop van omstandig
heden, ot omdat do Engelschman onvol
doende maatregelen had genomen. Soms
moet er een scheidsrechter aan ie pas
komen. Miar, bet zou niet verstandig
zijn te veel te bouwen op den tegenwoor
digen toestand de sympathie, die men
eikander nu betoont, is het gevolg van
eene reactie, die niets verrassends heeft
na de buitengewone ontberingen van den
veldtocht.
Na den oorlogsdruk van twee en een
balt' jaar, moest de vrede zulk een gevoel
van veriuiming geven, dat de antipathie
tegen de Engelschen voor 't oogenblik
geheel op den achtergrond tiad.
Enkeie bepalingen van de krijgswet in
de Kaapkolonie zijn verzacht. Opgeheven
is de bapaliug, dat slechts van negen tot
vijl uur zaken mogen worden gedaan,
z lodat winkels eti kantoren ook 's avonds
geopend zijn.
Over den Bouwgrond.
Donkere gronden nemen meer warmte
op, dan lichte gronden, zeiden we. We
trachtten dit te verklaren uit het feit,
dat er zijn lichte en donkere warmte
stralen donkere gronden nemen beide,
lichte gronden nemen slechts de donkere
warmtestralen op. Heel nauwkeurig is
dit wel niet, maar 't is toch voldoende,
om ons eenig begrip omtrent de verwar
ming van den grond te geven. Overigens
heeft men wat de verwarming van den
grond in verband met de kleur betreft
meer dan eens proeven genomen. Men
bestrooide een deel grond met roetzwart
en vlak daarnaast een ander deel met een
witte stof, b.v. fijne kalk. Bij deze proeven
heeft men altijd gevonden, dat de donkere
grond warmer was, dan de lichte. Trou
wens dit is niet alleen bij den grond,
maar ook bij alle andere stoffen en voor
werpen op te merken. Als er naast
elkander b.v. een zwartgeteerde en een
wit of geel geverfde schutting staan, dan
zal men, wanneer beide door de zon even-
lang beschenen zijn, steeds bemerken, dat
de zwarte schutting veei warmer is, dan
de witte. Als men in den winter een
zwarte stof over de sneeuw strooit, dan
is die sneeuw veel eerder gesmolten, dan
de niet bestrooide. In de heete gewesten
draagt men witte kleederenook de
stoombooten geeft men er dikwijls een
witte kleurin beide gevallen natuurlijk
»Arme, beste ziel,* zeide de dominé
taeder.
»U wist er niets van
»Zeker niet. Ze beeft bet voor my ver
borgen bet eenigtt wat ze verzweeg
zoolang ze bij mij is Wat beeft ze ge
leden vóór zij dien brief kon schrijven,
die arme, geduldige, liefhebbende ziel.*
Liefhebbende
>Ja, begrijp je dat niet. Ze houdt zoo
veel van je dat zij liever baar liefde ver
bergt dan aanspraak op de uwe maakt
»En ze wil scheiden
„Zy wil je je vrijheid teruggeven. Zy
denkt alleen aan jou en misschien een
beetje aan mij. Zij is de onbaatzuchtig-
ste viouwdie ik ooit kende behalve een.
Ze beeit al dien tyd hot geheim verbor
gen en mij telkens je thuiskomst voor-
liegeld en dan de wanhopige ge
dachte dat zij )e zou verliezen zoodra je
thuis kwam! Myn arm dochtertjeI"
Keitb keek veibaasd op.
»Ja, zy is myn dochter en dat zal ze
altijd blyven. Hoe jij ook tegenover je
vrouw handelt, ik weet wat mijn plicht
is tegenover myn dochter."
Wat bedoelt u vader
»Ik bedoel dat. hoewel ik baar in huis
nam uit plichtsgevoel, zy er nu de groot
ste zegen is, en ze zal mijn huis alleen
verlaten voor dat van jou. Ik ztl je al
les vertellen
Nauwelijks had de oude man alias ge-
gd of de tuindeur werd geopend.
met de bedoeling om de lichtgevende
warmtestralen terug te kaatsen en dus
minder warmte op te nemen. Iemand
had eens een ijskelder, waarin in den
zomer het ijs niet bewaard kon blijven
het smolt langzaam weg Toen hij echter
aan den muur van dien kelder een witte
kleur gaf (aan den buitenkant, natuurlijk
bleef het ijs ook in t heetst van den
zomer onveranderd. Mij dunkt dit is al
een zeer goed bewijs, dat in het algemeen
een donker gekleurd voorwerp in denzelf
den tijd meer zonnewarmte opneemt, dan
een ding. dat licht van kleur is.
Wie nu uit wat we in het voorgaande
zeiden de gevolgtrekking maken zou, dat
donkere gronden altijd warmer moeten
en zullen zijn dan lichte, zou zich zeer
vergissen. Het zou me dan ook niet ver
wonderen, dat meer dan één opmerkzaam
lezer reeds gedacht of gezegd heeft»de
man, die deze dingen schrijft, moest eens
op een heeten zomerdag op zijn bloote
voeten over een lichten grond, over een
zandgrond, loopen hij zou dan wel gewaar
worden, of een lichtgekleurde grond ook
warm kan zijn." Inderdaad, hij zou dan
zeer warme voeten krijgenOnze zand
gronden kunnen zeer heet worden en wie
wel eens »op zijn bloote voeten" gewan
deld heeft door wit duinzand, waarop de
Julizon scheen, die heeft dat duinzand
niet warm, maar zelfs heet genoemd. Ook
het zand der woestijnen kan verbazend
heet worden. Toch - al zijn al deze
opmerkingen volkomen juist is daarmee
niet geoordeeld over wat we hierboven
omtrent de warmte van den grond zeiden
Het is hiermee, als met zoovele dingen
en we zouden zeggen, voornamelijk
met zoovele dingen in 't bedrijf van den
landbouwer daar zijn dikwijls omstan
digheden, die bewerken, dat de uitkomst
geheel anders is, dan men volgens den
regel verwachten zou. Voor vele verschijn
selen is niet maar ééne, doch zijn dikwijls
vele oorzaken En zoo is het ook hier.
De warmte van den grond is niet alléén
afhankelijk van de kleur. Die warmte is
ook afhankelijk van nog andere omstandig
heden. Men spreekt b.v. van het uitstralend
vermogen van den grond. Men bedoelt
daarmede, dat de grond ook warmte
afgeeft, uitstraalt. Allen hebben we waar
schijnlijk wel eens gehoord* of gelezen,
dat het in de bovenste luchtlagen ver
bazend koud kan zijn. Luchtreizigers en
beklimmers van hooge bergen hebben dit
dikwijls ondervonden. Oppervlakkig be
schouwd zouden we zeggen het moet
boven in de lucht warmer zijn, dan beneden
want daar is men korter bij de zon en
»Vadar, is dat mijn vrouw vroeg
Keith opspringend.
„Ja
Beiden keken in angstige verwachting
naar Charlotte die langzaam naderbij
kwam. Zonder op te kijken was zij tot
aan de veranda geloopen en stond nu op
eens voor beide mannen.
Zij herkende hora onmiddellijk maar
had zelfbeheersching genoeg om geen scène
te maken. Zij viel niet tlauw noch gilde
maar tegen een pilaar van de veranda
geleund keek ze hem zwijgend en doods
»Charlotte," zeide de dominé haar by
haar kleed naar zich toe trekkend, je
hebt gelijk gehad. Hij is thuis gekomen.*
Lotiy,"zeide Keith op een zachten en
nederigen toon sprekend. „Beste Lotly.
heb je geen enkel woord voor je echtge
noot
Ze zag naar hem op en poogde haar
vonnis op zyn gezicht te lezen.
»Lotty, vergeef meik ben je echtgenoot.
Hy sloot haar in zijn armon en wee-
nend legde zij haar hoofd op zijn borst.
Keitb hpchtte zich aan zijn vrouw zoo-
j zijn vader bad voorzien. Dag aan dag
werd zijn liefde grooter en inniger. Het
is niet noodig over de liefdedie Char
lotte haar echtgenoot toedioeg te spreken
ze was van die soort die altijd geluk
verspreidt.
En de oude man, de gpede vader
immers »kort bij 't vuur warmt 't bei
Nu is het waar, dat de afstand van de
aarde tot zelfs zeer hooge luchtlagen
niets beteekent tegenover den afstand van
de aarde tot de zon het eindje, dat een
luchtreiziger of een bergbeklimmer. »kor-
ter bij 't vuur is," dan een gewoon aard
bewoner, kunnen we dus veilig buiten
beschouwing laten. Maar het feit blijft
toch boven in de lucht is het koud. Een
hagelbui iD den zomer kan ons dit ook
bewijzen. Hoe is dit verschijnsel nu te
verklaren Op eenvoudige wijze zóó De
zon zendt hare warmtestralen door de
lucht heen naar de aarde. De lucht zelf
wordt daarbij niet noemenswaard ver
warmd Aide warmte van de zonnestralen
valt dus de aarde ten deel Maar de aarde
geeft een deel van die warmte terug aan
de onderste luchtlagen. Zóó komt het
dus, dat de lucht beneden warm, soms
zelfs heet is. en dat in de hoogere sferen
de koude heerscht. De grond straalt
dus warmte uit. geeft warmte aan de
lucht. Geven nu alle gronden evenveel
warmte aan de lucht, stralen zij evenveel
uit Neen. het uitstralend vermogen van
-verschillende gronden is niet eender.
Donkere gronden stralen meer warmte
uit, dan lichte gronden Ziehier de uit
komst van een proef, strekkende om deze
zaak te onderzoekenIemand nam van
elk der hieronder vermelde grondsoorten
een gelijke hoeveelheid. Ze waren alle
verwarmd tot op 60 gradeti en hij liet ze
alle afkoelen (in lucht van 16 graden) tot
op 20 graden de temperatuur van elk
monster daalde dus 40 graden. Als nu
alle gronden evenveel warmte uitstraalden,
zou die afkoeling ook in denzelfden tijd
geschied zijn maar de uitkomst was
Zeer licht gekleurd zand koelde af in 3 u. 27 m-
Licht gekleurde klei 2 u. tl m-
Donkere zuivere klei 2 u. 19 m.
Donkere humusgrond 2 u. 16 m.
Zeer donkere l u. 43 m-
Aldus werd door deze proef bewezen,
dat een donkere grond spoediger afkoelt
en derhalve meer warmte uitstraalt en
dus verliest, dan een lichte grond.
L. F.
AXEL, den 17 Juni 1902.
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag
is weder een rund van den landbouwer
Moes onder deze gemeente uit de weide
gestolen Evenals dit bij het andere plaats
had, is men zoo gelukkig geweest het
dier op te sporen, zoodat de rechtmatige
eigenaar het weer in zijn bezit heeft
Voor de heden alhier gehouden
keuring waren aangegeven 24-merriënen
10 hengsten, waarvan werden vertoond
16 merriën en 7 .hengsten4 merriën
werden ingeschreven in het Nederl. Paar
denstamboek.
In de heden gehouden vergadering
van den Buthpolder werd als dijkgraaf
benoemd de heer L. de Feijter en tot
plaatsvervangend dijkgraaf de heer D. van
Dixhoorn. Voorts werd aan den tegen-
woordigen ontvanger-griffier notaris P.
Dregmans op zijn gedaan verzoek eervol
ontslag verleend en in zyne plaats be
noemd de heer J. A. Dregmans candidaat-
notaris alhier.
Door de geneeskundige staatscom
missie is Zaterdag j 1. om. bevorderd tot
arts de heer P. M Fruijtier. geboren te
Honteuisse.
Hij leefde nog ruim tien jaar en zag
al de kindergezichtjes die hij in zijn droom
had gezien. Keith's oudste dochtertje was
de lieveling van Grootpapa.
Na twee dagen ziekte was hy gestor
ven zacht, kalm en zonder pijn. Meteen
gelukkigen glimlach was hij voor altijd
ngeslapen, een gelukkigen glimlach h(j
de gedachte dat de lange scheiding ge
ëindigd was en hy aan de zijde van zijn
vrouw, zyn Mary zou slapeu.
EINDE.