Binnenland. Landbouw. soldaten, en heeft de regeering de rol van moordenaar gespeeld. Dat verklaart dus voldoende waarom ik dit woord uitsprak. Doch wat de minister-president gezegd heeft, dat zal het land nooit vergeten 1" Daarmee was het incident gesloten en werd de diskussie voortgezet over de her vorming van het gemeentelijk en 't provin ciaal kiesrecht. Ei spraken nog een paar liberalen en toen begon de rechterzijde om sluiting van het debat te roepen, waartegen van den 'anderen kant met kracht werd opge komen. Men verlaDgde, dat althans van de ministertafel de tegenpartij nog werd beantwoord, doch de minister verklaarde glimlachend, dat hij van het woord afzag. Met andere woorden een complot van meerderheid en regeering om het debat te smoren. BRUSSEL, 17 Maart. Een telegram uit Londen aan de „Petit Bleu"* zegt. dat zekere liberalen in Engeland rondloopen met het plan van een wapenstilstand in Zuid-Afrika, met vestiging van een Anglo- Boer vooiloopig gouvernement, dat gedu rende 13 maanden in functie zou zijn, waarna bij plebisciet in Vrijstaat en Transvaal zou worden beslist over de annexatie bij Engeland, de samenvoeging met Rhodesia en de inlijviDg bij het Britsche Keizerrijk als autonomie-koloniën. De Vrijstaat zou zijn onafhankelijkheid van voor den oorlog terugkrijgen. De „Petit Bleu" gelooft dat het plan niet den minsten kans heeft op succes De leeftyd der overledenen was bene den het jaar 1020, van 1—5 296, van 6 14 140, van 14-20 77, van 20-50 424, van 50 65 365, van 65 80 695 en van 80 jaar en daarboven 309. Onder de overledenen stierven er o. a. aan longtuberculose 223, kanker enz. 208, apoplexie, hersenverweeking 154, organische hartgebreken, 109, pneumonia 162, gastro-enteritis (hij kinderen bene den 2 jaar) 461. nephritis en Bvigbtsche ziekte 115, aangeboren zwakte en ge breken 171, ouderdoms-zwakte 203, an dere ziekten dan de ir. de tabel genoem de 160, onbekend 254. Naar men 7eroeemr, bestaat bij den minister van oorlog het voornemen, de miliciens van de lichting 1895 der onbereden korpsen dit jaar geheel ot gedeeltelijk voor herhalingsoefeningen onder de wapenen te roepen. Deze lich ting gaat het volgend jaar, op grood van art. 134 der mihtiewet 1901, over bij de landweer. M. Ct. - De Paus benoemde graaf Du Monceau en baron Van Voorst tot Voorst, leden der deputatie, die de gelukwenschen van H. M, de KoniDgin overbracht, resp. tor. ridder-grootkruis en ridder der Pius-orde. Uit een bij de St. Ct. gevoegde tabel van de geboorte en de sterfte in ons land in 1901 blijkt dat levend geboren werden 168.358 en levenloos aangegeven 7.298 kinderen en dat 89.909 personen overleden. Het getal levend geboren is belangrijk hooger geweest dan in 1900. De veitiou- didg was 32.3 tegen 31.5 op de 1000 inwoners, en dus hooger daD in de drie vorige jaren. Het aaDtal sterfgevallen was veel la ger dan in 1900, toen op elke 1000 in woners 17.8 overleden, een verhouding belangrijk ongunstiger dan in de vier vooi afgaande jaren toen zij van 16.9 tot 17.2 afwisselde. Ir. 1901 was de ver houding weder tot 17.2 per 1000 van de gemiddelde bevolking gedaald. In Zeeland met een bevolking van 217.329 inwoners, werden 7137 kinderen levend geboren en 321 levenloos aange geven, terwijl bovendien 3349 personeD overleden. Emily boog het hoofd, en zeide daarna, met veel moeite »lk had u iets te zeggen iets dat g(j nu wel uit mijn mond zoudt willen hooren. Wees zoo goed aan te nemen wat mijn man u aanbood. Het zal goed voor u zijn en ook voor Sir John en mijnheer Knowle. Gij zoudt veel van Sir John houden als gij hem kendet. Hij wist niets van betgeen tusschen u en mij voorviel tot voor korten tijd. En h(j is altijd zoo goed voor mij geweest.* >GoddankAls hij ook anders dau goed voor u geweest was. - Plotseling hield hij stil: Hij ontstelde door zijn eigen stem die zoo in tegenspraak was met de stilte der kamer en ook door den onverwachten indruk, die zjjne woor den blijkbaar op Emily maakten. »Ja,« voegde hij er bijna fluisterend bij, >ik ben er Sir John zeer dankbaar voor. Het spijt mij niet dat hij het weet. In tegendeel ik heb mevrouw Knowle zelf verzocht hem mede te deelen hoe arm wij zijD en wenscben te blijven, en dat ik! als hij m(j nog hetzelfde voorstel wil doeu, al wat in mijn vermogen is wil aanwenden om het te verdienen.* Wilt ge dat wilt ge dat, inderdaad riep zij in de handen klappend uit. Stenhouse wendde het gelaat af. »Het valt mij niet gemakkelijk, maar ik zou 't doen omdat gij het vraagt dm uwentwille!* »NeeD, doe het voor u zelf,* zeide OVER IIB\ BOUWGROND H. Spraken we de vorige maal van den ondergrond en de reservelaag, thans zullen we het hebben over den eigenleken bou v- grond, over de boutolaag. De samenstelling van deze bouwlaag is voor den plantengi oei en dus ook voor den boer van het grootste gewicht. We willen hier nog niet spreken over alle stoffen, die in een vruchtbaren grond voorkomen slechts over eenige voor name bestanddeelen, over het geraamte van den grond zullen we voorloopig handelen. Reeds een oppervlakkige beschouwing van den bouwgrond leert ons, dat deze niet is één enkelvoudige stof, maar een mengsel van verschillende stoffen. Met het bloote oog kan men gemakkelijk overblijfselen van planten, steentjes, schelpen enz. waarnemen. De meeste van laatstgenoemde dingen kan men uit den grond verwijderen, door de aarde eerst met de hand goed fijn te maken en ze daarna te zeven (Ziften.) Hiertoe gebruikt men een koperen grondzeet met mazen van 5 m. M. wijdte. Wat door deze mazen gaat, noemt men fijnaarde. De deeltjes waaruit deze fijnaarde bestaat, zijn echter nog niet even grootals men ze in eenigszins vochtigen toestand tusschen de vingers wry ft, kan men voelen, dat er grovere en fijnere deeltjes in voorkomen. Deze d 'elen van den grond kan men beter opmerken, wanneer men fijn verdeelden grond in een glas water goed omroert; dan zakken de aardere deelen het eerst naar beneden, terwijl de lichlere in het water bljjven zweven. Als men daarna het troebele water t, zjjn de fijnere en grovere deelen van den grond daardoor gescheiden. De grofste deeltjes van den grord bestaan hoofdzakelijk uit zand en stukjes schelpen de fijnste uil klei; daar tusschen komen, wat de grootte betreft, voor organische deeltjes, d w. r. bijkans geheel verteerde overbijjfseb-n van planten,'(humus) ijzerverbindingen, koolzure kalk en magnesia In hoofdzaak kannen e zeggen Het geraamte van een goeden bouwgrond bestaat uit: 1. Zand2. Klei Kalk en 4 Humus. Geen van deze vier toffen kan gemist worden daardoor wordt de grond of onvruchtbaar, of onbewerkbaar, of beide. Laten wij de lpden van dit geraamte wat nader beschouwen 1. ZandZand is in hoofdzaak niets anders, dan een verbinding, van het element silicium met het element uurstof. Men noemt zand ook wel kiezelzuur. Het zand van onze bouwgronden is afkom stig van gesteenten. Hoe dit hierheen gevoerd is, zullen we thans niet bespreken ten deele berust, wat men hiervan zegt op onderstellingen, die door sommige geleerden worden bestreden. Het voornaamste voor een boer is, dat het zand er is, niet hoe het er gekomen is. Volkomen zuiver zand bestaat geheel uit kiezelzuur, dit is onop- losbaat d. w. z. het smelt niet in water. Wanneer we nu weten, dat planten alleen maar door opgeloste stoff-n kunnen worden gevoed, dan zal het ons duidelijk zijn, dat zand als zoodanig niet door de plant kan worden opgenomen en óók, dat een zuivere zandgrond geheel onvruchtbaar moet zjjn. Doet het zand dau niets in den grond? Zeker, het zand verricht zelfs een grooten dienst, ja, kan ganschelyk niet gemist worden in den grond. Een zuivere kleigrond zou niet te bewerken zijn en veel te veel water vasthouden. Zoodra echter de klei met zand vermengd is, is de grond veel meer handelbaar en de vochtigheidstoestand beter geregeld. Ook de humus speelt hierbij natuurljjk een rol. Van hoe groot belang het vermogen van den bouwgrond is, om het water niet te veel vast te houden en evenmin te vlug te laten doorzakken, hopen we later nog wel te zien. Dit kannen we ei nog van zeggen zuivere klei houdt veel ater vast zuivere humus ook zand houdt einig water vastzijn nn deze drie stoffen in een gepaste verhouding met elkander vermengd, dan heeft men een grond die zich gunstig onderscheidt en wat betreft vochtig heid en wat betrelt gemakkelijkheid van bewerking. 2. Klei. Zuivere klei is een ver- biuding van kiezelzuur met aluinaarde. Klei Emily plechtig. »Doe het om in de wereld vooruit te komen.* Denk eens na 1 Op een leeftijd van twintig ot dertig jaar werk in overvloed, g"ld om mede te werken en invloed bij allendoe het zoowel in uw belang als dal van de uwen. Nu kunt ge komen tot datgene wat ik mij altijd voorgesteld hebeen werk zaam, gelukkig, nuttig leven al is het dan ook niet aan mijne zijde, ja zelfs al zal ik het nooit aanschouwen, want ik ga spoedig stetven, John weet ge dat?" H(j kon dit niet tegenspreken, doch beproefde het ook niet. Wel bewoog hij even de lippen maar geen geluid kon hij geven. »Ja, ik sterf, binnen weinige oogen blikken, of misschien eenige weken en ga daarheen, waar ik volkomen gelukkig zijn zal gelukkiger dan ik bier ooit kor wezen. Voor ik stierf wilde ik U echter eervol de waarheid mededeelen Heeft zij het U reeds v.ertel 1?» voegde zij er op mevrouw Kuowle wijzende bij. »Ja,« mompelde b(j, zonder verdere verklaring te vragen. De eene een echtgenoot, de andere eene vrouw - met den schim van haren over ledenen vader tusscher. hen het was bijna ondragelijk. Doch het verleden was onherroepelijk vooi bij hot tegenwoordige slechts vrede. »Nu, vaarwel, God zegene U,« zeide Emily zacht. »Groet Uwe viouw van tufi. Weet zij iets van mij Neen ik heb haar nooit ovei U sproken. Zoo! ja, dat moet ge doen zooals ge't beste vindt. Nog iets ik weet dat ik vergeten heb u iets te zeggen - wat was bet. mevrouw Knowle! ach mijn hoofd! Toe, mevrouw Knowle, wilt ge me helpen zeide zij op zulk een onvasten toon en met zuik een gebroken blik, dat men haar maar te goed kon aanzien hoe snel de zmdlooper haar levens afliep. Ja, nu weet ik het, het was, U dit te geven,* hernam zij, een kostbaren diamanten broche onder haar kussen te voorscbijD halendeen U te verzoeken als ge ooit een »eigen dochter* krijgt, haar dien uit mijn naam te geven. En misschien als Uw vrouw er niets tegen had, zoudt ge haar wel Emily willen noemen Niemand antwoordde; zelfs mevrouw Knowle niet. Stenhouse bleef over haar zitten, stijf als een standbeeld en staarde haar aan alsof het zijn vurigst verlangen was die laatste overblijfselen van kracht en schoonheid levend of dood met zich te voeren. Ten laatste strekte hij de hand uit nam de broche uit de hare aan, kuste beide en nam toen afscheid. Wordt vervolgd.) komt, evenals zand, van gesteenten, die verweerd en uiteengevallen zijn. Het is natuurlijk soms van belang, te weten, hoeveel klei in een bepaalden grond voorkomt. Op de Proefstations kan men dan ook grond laten onderzoeken op klei- en zandgehalte. Hiertoe maakt men gebruik van het feit, dat klei en zand, in water gebracht, ge makkelijk van elkander zijn te scheiden. Zand toch zakt eerder in water dan klei. Het behandelen van grond met water, ten einde het klei- en zandgehalte daarvan te kennen, noemt men slibbeneD de methode van onderzoek de slibmethode. Op de Proef stations gebruikt men daartoe een nogal ingewikkeld toestel. Een gemakkelijk toestel ook door een eenvoudig menschenkind te gebruiken, is de siibcylindtr van Kühn. Dit is een glas van 28 c.M. hoogte en 8^2 c.M. wjjdte op ongeveer 6 c M. van den bodem is een opening, die door een kurk kan gesloten worden. Om den grond met dit toe- I stelletje te onderzoeken, neemt 1 men 50 gram luchtdroge aarde, die zoo goed mogelijk wordt L fijn gemaakt. Om den grond nog meer los te maken, kookt men hem een hall uur in water. De gekookte aarde brengt men in het glas en giet daarin ver volgens water. Daarna roert men het mengsel flink om en iaat het een minuut of 10 rustig staan. De zwaardere deelen, het zand, zakken dan naar beneden. Nu trekt men de kurk er uit en laat het bovenste, troebele water afloopen. In dat wegloopende water bevinden zich de kleinste, zwevende kleideelige, terwjjl de zaadkorrels beneden in het glas bijjven liggen. In éên I eer ia de zaak echter niet klaar men giet het glas nogmaals vol, roert weer. laat rustig staan, trekt den kurk er af en laat weer het troebele water afloopen. Men herhaalt de handeling zóó dikwijls, tot het boveustaande water vol komen helder bljjtt. Wat dan onder in het glas bljjft, is de hoeveelheid zand, die in het monstergrond voorkwam. Men droogt en weegt dit en kent dan het zandgehalte. Het weggeloopen en opgevangeu water ver dampt men; dan bljjft de klei achter. Even wel, zuivere klei is dit nog nietei zit ook fijne humns in. Door de klei te gloeien gaat de humus er uit en houdt men meer zuivere klei over. Men ziet, het onderzoek van den grond op klei- en zandgehalte is wel niet bepaald lastig, maar toch nogal omslachtig. Een andere methode, dan de slibmethode kent men echter nog niet. L. F. Suikerbeet-contracten. Al de bietenver bouwers van 't land, eveneens die uit bet IVe en Ve district van ZeelaDd z(jn zeer veel verschuldigd aan den Bond van Watervliet en omstreken. Deze heeft het bewijs geleverd, dat Eendracht Macht maakt. Misbruik makend van den lagen suiker prijs, lag het in het voornemen van de Union Sucrière om de landbouwers dit jaar eens duchtig af te zetten. Zij had buiten den waard, dat is buiten de Eendracht van Watervliet en omstreken gerekend. Het vorige jaar was de prijs der bieten frs. 21,50 met voorschot, zonder eenige andere lasten. Dit jaar werd geboden frs 18,75 per 1000 KG. zonder voorschot en op de vol gende voorwaarden 15 centen per 1000 KG. minder of 5°/0 interest van het voor schot zaad te betalen a frs. 1,— per Kilo (in massa gekocht, kost het frs. 0,95) voor 7°/0 tarra, 1% bij voor grond, en l°/0 voor waterverlies12°/0 tarra, 2°/0 bij voor grond en l°/0 waterverlies l5°/3 tarra. '0 lo b(j voor grond en 1% water verlies hei IV. bij voor grondverlies is nu slechts uitgevonden. Het veranderen van 15% tarra in 16®/», 16% in 18, 18 in 22 enz, kan men niet beter vergelijken als bij gewone flesschen- t rekker ij Maai er is nog meer. Als de beeten in 1901, niet op tijd geleverd werden, had de boer een boete van een gulden (opmerking verdient dat de boete in guldens berekend wordt of-

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1902 | | pagina 2