BEKENDMAKING.
TWEE HUWELIJKEN.
[\o. 98.
Zaterdag 8 Maart 1902.
17e Jaarg.
toelating van Kinderen
JN i e ii w s- en Advertentieblad
voor Zeeuwse h- Vlaanderen.
F. IHELEMAA,
AXEL.
Buitenland.
FEUILLETON.
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag-- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor Belgiï 70 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worde»
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Axel maken bekend, dat op Donderdag
den 13 Maart 1902, des voormiddags
ten 9 ure, ten raadhuize gelegenheid zal
worden gegeven tot
op de openbare lagere school
Hiervoor komen in aanmerking alle
kinderen die geboren zijn in 1896. Verder
worden belanghebbenden er op gewezen,
dat de toelating slechts éénmaal per
jaar plaats beeft.
Axel, den 4 Maart 1902.
m Wethouders voornoemd
D. J. OGGEL.
J. A. VAN VESSEM.
Het oude kinderachtige spelletje begint
weer. Nu lord Kitchener, ondanks zijn 33
kolonnes, De Wet niet heeft kunnen
pakken, moet de dappere Vrijstater ten
minste gewond wezen. Met dergelijke
flauwe praatjes stelt men kinderen tevre
den. En dit praatje moet een pleister
wezen op twee Britsche wonden, de eerste
veroorzaakt door de gevangenneming van
Von Donop's convooi, de tweede geslagen
door de teleurstelling van het mislukken
van Kitcheners prachtig overlegd plan.
Over dat convooi zijn de Engelsche
bladen nog erg slecht te spreken en de
Langzamerhand werd het echter duide
lijk dat het tweede huwelijk van Sir John
niet langer zou duren dan het eerste, dat
door de meesten geheel vergeten was, en
velen hadden medelijden met hem zoowel
als met zijne zwakke kwijnende vrouw,
zonder eigenlijk te weten waarom.
Al de Liverpoolsche geneesheeien, zelfs
vele Londenscbe verschenen bij mevrouw
Bowerbank zonder haar te kunnen helpen,
ja zelfs zonder te weten te komen wat
eigenlijk bare kwaal was. De een noemde
het zwakte de andere gebrek aan levens
sappen, weer een ander verval van krach
ten doch niemand wist de oorzaak er
van, uitgenomen mevrouw Knowle.
Als die goede ziel bij haar man zat, die
reeds ouq begon te worden, en van tijd
tot tijd ook door zijn rumatbisme, onge
makkelijk, doch nog altijd »Goedbloed<
in persoon bleef, zelde ze dikwijls »Och
die arme Emilyals die twee vereenigd
waren geworden, en don strijd des levens
samen hadden kunnen strijden zoo als
wij wat zouden ze gelukkig geweest zijn.
Haar man hield niet van dergelijke
treurige bespiegelingenglimlachte dan
en viel bij de herhaalde behandeling van
meest overtuigde Jingo's zien zeer goed
in, dat de moreele iuvloed dezer over
winning. vooral in dit stadium van den
oorlog, op de Boeren belangrijk zal zijn.
Dat zij, als de »Standard". nog gelegen
heid vinden om hulde te brengen aan het
veldheerstalent van De la Rey, bewijst
wel, dat er toch eenige kentering komt in
de publieke opinie in Engeland. Want
bladen als de »Times" en de «Standard'
zijn gewend zoo snel met de publieke
opinie rekening te houden en te draaien,
dat zij het air kunnen aannemen, die te
leiden.
Kitchener heeft ook weder het een en
ander gemeld van de heldendaden van
den grooten French in de Kaapkolonie.
French seinde, dat de verspreide groepen
Boeren uit het N. O. der kolonie ten Z
van Steijnsburg zijn gekomen, na de grens
te zijn overgestoken. Het commando van
Malan, dat de vorige week over de Weste
lijke linie was teruggeworpen, thans ten
Z. van Hannover stond en dat de andere
commando's gaandeweg naar het Noorden
werden gedreven. Dit is weder een typisch.
Britsche voorstelling van zaken. Men weet,
dat deze commando's vrijwel de baas zijn
in het Westen, dat zij er. volgens Britsche
berichten, zelfs een soort van nieuwe
Republiek hebben gevestigd, waaruit zij
zooals ongeveer een maand geleden, van
tijd tot tijd binnen de Britsche liniën
dringen om een paar klappen uit te
deelen. En als men ziet, dat Kitchener
Britstown aangeeft als de grens van de
tegenwoordige actie der Boeren ii, de
Kaapkolonie, dan blijkt daaruit enkel, dat
zij het gebied, waarin zij de baas zijn,
nog wat hebben vergroot.
ditzelfde onderwerp gewoonlijk in slaap.
Mevrouw Knowle kon maar niet be
grijpen hoe Stenbouse met zijn vrouwen
di ie kinderen van zulk een geriug inkomen
kon levenook scheen hij geheel met
zijn vroegere vrienden te breken. Op de
vele brieven die ze hem schreef ontving
ze altijd zeer korte, onvoldoende ant
woorden, waaruit zij niets wijzer werd en
waarin hij naar niets vroeg, dat zij hem
gaarne wilde vertellen.
»En nu is het arme kiDd reeds half
dood 1 En hij weet er nog niets van Ic
klaagde zij dikwijls. Waarop haar man,
met zijn eigenaardige kalmte steeds vroeg:
»Wat zou hij er bij winnen, als hij
het wel wist
Emily vernam er niets van, en mevr.
Knowle hield het zorgvuldig voor haar
verborgen, hoe hard John Stenhouse moest
werken voor zyne vrouw en drie honge
rige kinderen die hij uit medelijden en
plichtgevoel aangenomen had. En ook, hoe
treurig de stemming steeds moest zijn
van iemaDd als John Stenbouse die, als
hij eenmaal liefde voor een meisje had
opgevat, haar niet kon vergeten tot zijn
dood. Dezulken zijn zeldzaam doch zij
zijn er en Stenhouse behoorde onder hen.
Zijn geheim bleef dus zorgvuldig ver
borgen en of zijn huwelijk gelukkig was
of niet, hy werkte maar steeds geduldig,
onvermoeid voor zijne vrouw en voor de
kinderen, die wel niet de zyne waren,
doch die hij onder zijne hoede genomen
Nu zal het weer op De la Rey los
moeten gaan. We zullen dan een nieuwe
groote «concentratie*' beleven, met dit
gevolg, dat Kitchener den Vrijstaat en een
deel van Transvaal van troepen zal moe
ten ontblooten waardoor De Wet en
Botha weder de handen vrijer krijgen
Meer en meer blijkt bovendien, dat er
in dezen oorlog allerlei nalatigheden zijn
gepleegd, niet het minst ten aanzien der
remonte. Om den te dier zake opgestoken
storm een beetje te kalmeeren heeft de
Engelsche Regeering een blue-book open
baar gemaakt Het bevat de telegrammen,
gewisseld tusschen het Departement van
Oorlog en lord Kitchener, van 6 Juni 1899
tot Januari 1902. Uit de stukken blijkt,
dat lord Kitchener klaagde over de hoe
danigheid der paarden, die niet in staat
zijn de vermoeienissen van den veldtocht
te doorstaan. Hij zeide, dat hij moest
voortgaan maandelijks zendingen te vra
gen en verlangde er zelfs 2000 meer per
maand. Het Ministerie antwoordde, dat
er nu 241 000 paarden in Zuid-Afrika zijn
en dat het niet kon voortgaan met 10
A 12.000 paarden per maand te zenden,
die binnen eenige dagen buiten dienst zijn.
De „Daily News" zegt van bevoegde per
sonen te weten, dat de paarden, die in
Zuid Afrika ingevoerd worden, gemiddeld
slechts 6 weken leven. De „Daily Mail
zegtHet blauwboek bewijst, dat, in
plaats van te voorzien en voor de toe
komst te werken, het Ministerie van Oor
log de grootste nalatigheid aan den dag
heeft gelegd.
De Naprzod te Krakau (Rusland) is
door een ooggetuige in staat gesteld
had. Al zijne oude bekenden ontvlood
h(j, zelfs mynheer en mevrouw Knowle,
vroeger zoo aan hem gehecht 1 moesten
hem wel zyns weegs laten gaan.
De eenige, die met groote volharding
de kennis mot hem aanhield was John
Bowerbank. Of deze ook tot dat soort
menschen behoorde, die een eenmaal op
gevatte genegenheid niet gemakkelijk
kunnen onderdrukkenof wel dat hij
eenige andere onbekende reden daarvoor
b9zat; zeker was het dat het hoofd der
firma zyn vroegeren klerk niet uit het
oog verloor, en toen mijnheer Knowle
beweerde dat het in 't belang der zaak
wenschelijk was dat een bekwaam jong
firmant in de zaak zou worden opgenomen,
en daardoor van zelf de vraag opkwam
wie deze gewichtige betrekking zou moe
ten bekleeden, stelde Sir John terstond
voorStenbouse.
Edward Knowle stond verbaasd, ver
stomdontsteld stieek by zich de handen
door 't haar.
»Zoo zoo! Mij dunkt ge moest me
toestaan daarover eens met myne vrouw
te spreken.*
»Nu,« hervatte de ander die terstond
van de gelegenheid gebruik maakte, »dat
zou geen kwaad doenintegendeel, ik
geloof zelfs dat hel in dit geval zyn goede
zyde zou hebben.*
«Waarom
«Wel,* begon de andere eenigzinsaar
zelend «als iemand een deelgenoot in zijn
bizonderheden mede te deelen over de
jongste troebelen te Kiew, De studenten
waren er zeer opgewonden door nieuwe
krulmaatregelen, de arbeiderspartij besloot
met hun te demonstreeren. Op 18 Febr.
's middags tegen 1 uur zag men bij het
stadhuis een roode vlag waarom heen zich
dadelijk een massa arbeiders en studenten
groepeerden. Dadelijk begon een wilde
strijd. De politie te paard en te voet sloeg
met de zweep en de stok op het publiek
los De student Wolshi werd op slag
doodgeranseld, anderen vielen zwaar ge
wond, vrouwen werden onbarmhartig
gestriemd, het publiek weerde zich ver
woed en een politieman werd gedood
De roode vlag wappeide op verschei
dene plaatsen, doch werd afgerukt. Bij
de universiteit kwamen de militairen aan-
loopen Het gelukte hun een groepje
studenten en arbeiders in een hoek te
dringen en toen begon een schrikkelijke
ranselpartij. Een deel der betoogers werden
in de gevangenis gesleept. Ook op andere
plaatsen bij den schouwburg lukte het
den kozakken het publiek en de menigte
te dry ven, en er dan de zweep over te
leggen.
Toch weerklonken tot den avond de
revolutionnaire lieden op de straat. De
opwinding is zeer groot Men verwachtte
19 Febr. en 1 Maart nieuwe betoogingen.
Ook naar andere plaatsen is het over
gewaaid
Londen, 6 Maart. De «Standard"
verneemt dat 4 dezer Steyn en De Wet
de Natal-spoorweglijn zijn overgetrokken
en volgens berichten in het district
Utrecht met Botha een samenkomst
hebben.
WASHINGTON, 5 Maast. - In een
onderhoud, dat de Boeren-delegatie heeft
gehad met Hay beklaagden de eerstge-
zaak neemt, die gehuwd is, brengt deze
natuurlijk zyn vrouw mede, en zou het
dan naar mijn inzien goed zijn voor de
verhouding tusschen de dames als deze
eerst geraadpleegd werden. Wil ik mijn
vrouw verzoeken, er eens met mevrouw
Bowerbank over te spreken
«Als zij zulks doen wildoch ik vind
het groote onzin om dergelijke onder ge
schikte omstandigheden te rangschikken
onder zaken doen. Ik kan het nut daar
van niet inzien. Als ge 't goed vindt
ieder oogenblik dat we verloren laten gaan
veroorzaakt vertraging - zal ik hem van'
avond nog schrijven en het aanbod doen.*
Dit geschiedde en werd onmiddellijk
afgeslagen, zonder opgave van eenige
reden.
Sir John was uit 't veld geslagen. Het
antwoord, per telegram ontvangen, was
zoo kortaf, dat hy zich nogmaals de moeite
gaf zijn voorstel te herhalen, in vriende
lijker woorden, om hem de voordeelen er
van op te sommen, zoodat hij meeude
dat niemand zoo ibts zou kunnen afwij
zen. En toch ontving hij per keerende
post een nieuwe weigering.
«De man schijnt krankzinnig,* zeide
Sir John tot zijn compagnon.
■Misschien was het korte antwoord.
Wordt vervolgd.)