Binnenland. Landbouw. (iemengd Nieuws. De »Hollander" verDam dat de gezond heidstoestand van den Minister Van Ascb van Wijck er niet op vooruitgaat. Zelfs loopt, volgens dat blad, het gerucht, dat de heer Van Asch van Wijck zijn ontslag zal moeten nemen, daar zijn gestel niet bestand blijkt tegen de zware eischen, die het beheer van het departe ment van koloniën stelt aan een werkzaam man als hij. Ons werd daarentegen verzekerd dat de toestand van den Minister niet verergert en de hoop niet uitsluit dat hij na eenige maanden van absolute rust, zijn arbeid zal kunnen hervatten. Het plan zou dan ook bestaan om voor- loopig een interim voor het Ministerie van Koloniën in te stellen, om na een maand of vier definitief te bepalen wat de toe stand dan zou vorderen. Intusschen verneemt men nader van andere zijde, dat het verzoek om ontslag van den Minister reeds bij H. M. de Ko ningin ingekomen en in handen van den Ministerraad is gesteld om advies. VolgeDS een nader bericht is er van een definitief terugtrekken van jbr mr. T. A. J. van Asch van Wijck als minis ter van koloniën vooralsnog geen sprake. Zijn gezondheidstoestand vergt zulk een maatregel niet. Vod. Bij Kon. besluit is de Minister van Oorlog, de gep luitenant-generaal J. W. Bergansius, adjudant in buitengewonen dienst van Hare Majesteit de Koningin, tijdelijk belast met de waarneming van het beheer van het Departement van Koloniën, ter vervanging van den Minister jhr. mr. T. A J. Van Asch van Wijck, die door ziekte in de waarneming van zijn betrekking wordt verhinderd. (St. Ct.) De Nederlandsche Regeering heeft afgezien van andere aanspraken ten einde te kunnen aanvaarden een door de Britsche regeering aangeboden som van 37500 pond sterling als schadevergoeding voor uit Zuid-Afrika gezette Nederlanders. H. M de Koningin heeft een commissie benoemd tot onderzoek der aanspraken, te weten de heeren Rahusen, lid der eerste kamer voorzitter, den Beer Poortu- gael, lid van den Raad van State. Laman Trap, raadsheer in den Hoogen Raad der Nederlanden, Kolkman en L v. Asch v. Wijck leden der tweede Kamer, P Bee- laerts v. Blokland G. J. Thzn., secretaris. treurig miskend was. Dit is zeker, bij liet geen testament na, en zijne papieren verkeerden in groote verwarring, zooals hij dien morgen zijne woning verlaten had, om er slechts als een lyk terug te keeren. Met plechtige kalmte doorzocht zijn dochter dit alles, opende brief op brief, las er niet meer van dan juist genoeg was om den inhoud te weten en verbrandde ze dan of legde hen terzijde. Een menigte papieren vernietigde zij terstond, daar zij zelfs niet wilde dat haren echtgenoot deze in handen kreeg. Nog altijd was zij zwak en zenuwachtig, hoewel hare gezondheid in de laatste maanden iels verbeterd was. Lusteloos legde zij de brieven over zaken terzijde, tot ze er eensklaps een ontwaarde die over familieaangelegenheden handelde. Haar vader on Stenhouse hadden een scherpe correspondentie gevoerden dit was waaischijnlijk een van die brieven. Geen enkele had zij er ooit van onder de oogen gekregenbij toeval had zy slechts een bericht opgevangen dat deze verzonden en ontvahgen waren. Aarzelend nam zij den blief op; bezag de envelop en bemerkte dat deze niet, als de overige blieven van hem, naar de firma in Liver pool was geadresseerd doch wel aan zijn privé adres, Queen Annestraat Londen. De datum van het poststempel deed haar huiveren want het was een week na haar een-en-twintigsten verjaardag. Hij had dus toch geschreven. Ik moet het lezen! Ik moet en wil 1« zeidezij tot zich zelf, en plotseling aan dat »ik wil,« waarin zij in baar gebeele leven Men leest in het Ned. Landb. Weekbl. van 8 Februari het volgende zeer belangrijke stukje, met welks inhoud wjj, zoo schrjjft onze landbouwmedewerker, ons volkomen vereenigen. De suikerfabrikanten en de landbouw. Dezer dagen is door de Vereeniging van Beetwortelsuikerjabrikanten in Nederland een circulaire alom verspreid en gericht aan het Nederlandsch Landbouw Comitéaan de landbouw maatschappijen en hareatdeelingen de Vereeniging Schuttevaer, den Bond van Bietenverbouwers, de betrokken Kaniers van Koophandel, de algeraeene werkliedenver- eenigingen en veidere belanghebbenden. Wjj hebben aan het verzoek tot opname van het stuk in dit weekblad geen gevolg kunnen geven, omdat het blykeus zijn inhoud meer een sensatiebericht is dan wel een adres. Van argumenten toch, toegelicht met behoorlijke ejjfers, is daarin geen spoor te vinden. Uit het stuk blykt niet anders, dan dat, evenals over een zestal jaren, de fabrikanten den landbouw weer eens noodig hebben als voermiddel voor de motieven, om hun bloei te bevorderen. Het schrikbeeld van de beweerde kunst matige overproductie, in tegenstelling van de natuurlijke overproductie, wot dl alleen genoemd, maar niet toegelicht. Er wordt riet bewezen dat de fabrikanten, gesteund door de in Nederland by de wet vastgestelde premie, geen middel zouden kunnen bedenken om ook thans nog met bescheiden vooideel te kunnen werken zonder den landbouw een bietenprjjs te be talen, die schaarschte van bieten zou uit sluiten, ook al ware de totale hoeveelheid niet in overeenstemming met d« suiker consumptie. Wy meener. dus een waarschuwend woord te moeten doen hooreu om de g -uile bewe ringen niet klakkeloos aan te nemen en te meenen dat de Maatschappij haast te gronde zou gaan, wanneer het doel van den bond der suikerfabrikanten niet, of althans niet geheel werd bereikt. Men versta ons echter wel. Wy zouden de laatste 1 zijn om te ont kennen dat de belangen van den landbouw en de suikerfabrikanten behooren saan: te gaan, maar de geschiedenis van 1896 is nog te versch om reeds nu vergeten te wanen, dat de bond van fabrikanten in gebreke is gebleven te helpen doen wat mondeling en schriltelyk was toegezegd. zooveel gebrek had gehad, voldoende, opende zij den brief. Was het goed of slecht van haar Helaas ik, weet het niet, doch volgens mijn inzien is 't beter de treurigste waarheid voor oogen te heb ben, dan het geheele leven te slijten in voortdurende onzekerheid en onrust. De brief luidde als volgt >Mijnheer Hoewel wy, nu twee jaren geleden, ciet op de vriendschappelijkste wijze van elkander scheidden, wend ik my nu tot U, als tot een man van eer, en de vader van het meisje, dat ik toep. en nog altijd my tot vrouw wilde hebben. Volgens Uw verlangen heb ik alle gemeenschap met uw dochter afge broken tot zij meerderjarig werd, wat een week geleden geschiedde. Dien dag en zes volgende dagen ben ik aan Uw huis geweest, om haar en U te spreken, en om U verlof te vragen onze verlooving te vernieuwen of beter gezegd te voltooien, want deze is van mijne zijde nooit ver broken, doch ik werd niet toegelaten. Niets kan ik omtrent haar te weten komen. Ik heb baar geschreven ik heb getracht haar le ontmoeten alles te vergeefs. Nu kies ik de eenige nog overgebleven weg om U te schrijven, mijnheer. Gij moogi niet op mij gesteld zijn, gij weet ook niets op my te zeggen. Gij zijt vader. Ik smeek U, om harentwil want zij Demiude mjj eens ons geluk niet Eene herhaling van hetgeen na 1896 is voorgekomen dient in het belang van den landbouw te worden vermeden. Wjj verwijzen voorloopig naar twee adressen aan de Staten-Weneraal van Haart 1896 a. dat van de Vereeniging van beetwortelsuiker- fabrikanten in Nederland, waarvan het slot luidde „Zij geeft daarom bij voorbaat volkomen adhaesie aan al wat de Landbouw aan Uwe Hooge Vergadering zal vragen, tot instandhouding en bevordering van de belangen van de beetwortel- cultuur. b. dat van het Nederlandsch Landbouw-Comité speciaal deze zinsnede „Ten einde de premie meer aan den landbouw ten goede te doen komen, is het zeer wenschelijk, dat in de wet eene bepaling wordt opgenomen, behelzende de instelling eener commissie zooals ook in België in overweging genomen wordt benoemd door Z.Exc. den minister van financiën. De instelling dezer commissie is voor den land bouw van groot belang. Thans wordt de landbouw geheel uitgesloten bij de bespreking zijner belangen, dit zal anders worden, de stem van den landbouwer zal worden gehoord. Deze commissie zou moeten bestaan uit drie landbouwers, uit drie beetwortelsuikerfabrikanten en een van wege de Regeering te benoemen ambtenaar. De voordracht voor de landbouwers zon aan den minister kannen worden gedaan door het Nederlandsch Landbouw-Comitévoor de beetwortel suikerfabrikanten door de vereeniging dier fabri kanten" (M. Ct.) AXEL, den 18 Februari 1904. Terwijl vrijdagavond het huisgezin in de kerk was, heeft een dief zich door het opschuiven van een raam toegang tot de woning verschaft van W. C. de Jonge, aan de Kaaiwal alhier. Een kast je werd opengebroken en daaruit eenig geld, men zegt ruim vijf gulden, meege nomen, waaronder het spaarpotje van het zoontje. De politie begon dadelijk te onderzoe ken. doch tot op dit oogenblik zonder gunstig resultaat. Gisteren had ten huize van den heer P Koole alhier, ten overstaan van de notarissen Dregrnans te Axel en Van der Moer en de Rid Ier te Ter Neuzen de veiling plaats van de zoogenaamde Axelscha Vlakte, ten behoeve van de erven W. Dekker. Kooper werd de heer F. Dekker Wz. voor ƒ205.— per 44 a. 56 ca. De jacht op houisnippen wordt ge sloten ingaande 1 Maart, die op waterwild 1 April en die op watersnippen 16 Apiil, terwijl de visscherij zal gesloten zyn van 16 Maart: met kruisnet en hengel tot 15 April, met sleepnet tot 31 Mei en met overige vischtuigen tot 15 Mei. Met ingang van 1 Maart e. k. is benoemd tot postbode te Dreischor A. de Vries te Hontenisse. Voor de tijdelijke waarneming van het vacante ontvangkantoor der directe belastingen enz. te Hontenisse is tegen 1 Maart aangewezen de heer J. Broeder, surnumerair bij dat dienstvak te Middel burg. In de Zaterdag te 's-Gravenhage ge houden algemeene vergadering van het Koninklyk Instituut vooi de taal-, land en volkenkunde van Ned. Indië is o. a. tot lid benoemd de heer P. F. Fruytier te Hontenisse. in den weg te staan. Ik heb niet den minsten twijfel of zij is mij trouw gebleven. Wees zoo goed te melden waar zy zich bevindt en wanneer ik haai kan ontmoeten. Uw Dienstwillige John Stenhouse.* Hierbij was een klein briefje ingesloten, blijkbaar in haast geschreven Mijnheel 1 Ik zal met Uwe verklaringen ge noegen nemen en wensch Uwe doch ter ieder geluk dat de weield haar kan schenken. Zij noch gij zullen ooit meer lastig gevallen wor den door Uw Gehoorzamen Dienaar John Stenhouse.c i Wordt vervolgd.) Voor de rijkskeuring van hengsten, die Donderdag te Hulst plaats had, waren aangegeven 24, werden voorgebracht 18 en goedgekeurd 13 paarden. De anti revolutionnaire kiesvereeni. giug te Ter Neuzen, stelde voor de raads. verkiezing candidaat den heer D. E, Wolfert Voor het examen in de nuttige handwerken zijn o a geslaagd te 's-Gra- venbage mej. R, L Bosschem van West- dorpe. en K. M. E Scheffelaar Klots van Sluiskil. Eenigen tjid geleden werd in het Linnaeuspark te Amsterdam een verpleeg ster in een woning dood gevonden. Een dergelijk geval heeft zich thans by een andere familie in dat park voorgedaan. De dienstbode werd bewusteloos gevonden en is overleden De zuster van de vrouw des huizes, die zich met de verpleging van het meisje wilde belasten, werd ook bewus teloos. Di. Heyermans, die ter hulp werd ge roepen en die ook de verpleegster had be handeld, kreeg vermoeden dat er vergiftiging door gas plaats had gehad. Een onderzoek- vanwege de justitie werd gelast, waarby het vermoeden van dr. Heyermans zekerheid werd. De justitie heeft daarop sluiting gelast der gasfabriek, die het licht levert aan de huizen in bet Linnaeuspark en in Water graafsmeer, en den veldwachters werd gelast de bewoners aan te zeggen dat zij voor loopig geen gas kunnen branden. De fabriek, waarvan hier sprake is, levert watergas, dat bereid wordt door stoom over gloeiende kolen te drijven en door het hooge gehalte aan kooloxyde zeer giftig is. Te Teiborg doet zich bij een meisje van 15 jaar een geval van nona voor. Sedert zoowat 4 we ken vei valt het kind des avonds in een zoo vasten slaap, dat geen dei huis- genooten haar kan doen ontwaken en zy dan ook eiken morgen door den dokter door raiddel van electriciteit gewekt moet worden. Eenmaal wakker zjjnde, moet het meisje direct wandelen of thuis in beweging blijven, want zoodra ze op een stoel plaats neemt, slaapt ze onmiddellijk weder in. Eens bracht ze drie dagen en drie nachten aaneen sla pende door. Te Den Post zyn op een nacht tusschen 1 en 2 uur drie personen gemas kerd de woning van H. Halkema 'binnen gedrongen. Door den ouden man een re volver voor te houden hadden ze hem ge dwongen zich stil te houden. Ze maakten zich meester van 10 in geld en van verschillende gouden en zilveren voorwerpen. Een Grapje! In zyn kroniek in de Stemmen van waarheid en vrede (Febr.-afl.) vertelt dr. Bronsveld, by bet bespreken van de brieven aan Cd. Busken Huet van E. J. Potgieter, de volgende persoon]yke her innering Busken Huet hebben wy nooit ontmoet, maar ik ben zeer bevriend geweest met mannen en vrouwen, die veel van hem hiel den. Toen ik in 1868 te Haarlem kwam, werd nog zeer druk over hem gesproken. By zyn schoonmoeder legde ik meer dan eens een bezoek af en van zyn getrouwe volgelingen zag ik er telkens onder mijn gehoor. Hij kon zoo vriendelijk zijn. Een bejaarde dame uit Haarlem had een optrekje gehuurd te BloemeDdaal dicht by Zorgvliet, de bescheiden woning van Huet. Daar ontdekt zij, toen zy er den eersten Dacht logeeren zou. dat zy ver zuimd had een nachtlicht mee te nemen uit de stad, en in den donker kon zij niet slapen. Ofschoon zij zeer rechtzinnig was, hield zy toch van Huet, en liet vriendelijk vragen, of zyn vrouw haar aan een nacht licht helpen kon. Met de grootste welwil lendheid werd aan het verzoek voldaan. Den anderen morgen kwam Huet voorbjj, om naar Haarlem te gaan, naar 't bureau van de Opr. Haarlemmer, en riep tot de dame, die in haar tuin stond »Nu hebt gij toch ook eens uw licht by my opge stoken." Het gevatte antwoord luidde: »Zeker, maar het was maar een nachtlichtje." Beiden hadden plezier in 't geval.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1902 | | pagina 2