No. 55. Woensdag 16 October 1001. I7e Jaarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeen wsch-Vlaanderen. F. DlELfiMAN, AXEL. Buitenland. FEUILLETON. P 0 V E RIN A. Landbouw en Veeteelt, Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. A B N N E M E N T S PR IJ S per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent voor België 70 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worde* naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Het was Zaterdag twee jaar geleden, dat de Transvaalsche en Vrijstaatsche burgers de grens overtrokken en op En- gelsch gebied den strijd begonnen voor hun onafhankelijkheid. Maanden achtereen had men onderhandelingen gevoerd over de wijze waarop aan den eisch der uit- landers om meer politieke rechten zou worden voldaan en telkens als er wat was toegegeven door de Boerenregeering te recht beducht vooreen plotseling instroo ming van een groot aantal vreemde ele menten in het politieke leven van de republiek, kwamen Milner en Chamberlain weer met andere twistpunten, eischten zij volle erkenning van Engelands souve- réiniteit, weigerden zij arbitrage. Het was een strijd tusschen het opdrin gend industrialisme, de geldmacht der goudmijnbezitters aan de eene zijde, te8en het conservatieve bestuur van een land- bouwend en veeteelend volk, welks handel pas in de eerste ontluiking was en dat zich nog afkeerig gevoelde van het inter nationaal industrialisme. Er kwam bij botsing van kapitalistische belangen tus schen den kliek der mijneigenaars die lage dynamietprijzen en lage spoorwegvrachten verlangde, en de regeeringskliek die bij het monopolie der dynamietfabricage en van het spoorwegvervoer belang hadden Maar boven dit alles deden zich de beproefde vrijheidszucht en onafhankelijk- heidsgevoel van een stevig ras gelden, dat zijn karakter in den langen strijd tegen een vijandige omgeving vrij zuiver had bewaard. Twaalf duizend man onder generaal White stonden in Natal, en zij werden voldoende geacht om de ongeregelde troep Boeren hun stoutheid te doen verleeren Men weet hoe het liep. Bij Dundee werden de Engelschen teruggeworpen, en zij bor gen zich in Ladysmith Joubert legerde zich om de stad, nadat hij de gelegenheid had laten voorbijgaan generaal Yule, die in verwarring terugtrok met heel zijn leger te vernietigen. Aan de Westgrens trok Cronjé om Kim- berley zijn commando's samen. Noorde lijker werd Mafeking opgesloten, in het Zuiden werd de Oranjerivier overgetrokken en de strijd in de Kaapkolonie overge bracht. Te Londen zag men in dat het ernst begon te worden, en Sir Redvers Buller werd aan het hoofd gesteld van een leger macht van bijna 100 000 man. Het resultaat was droevig voor de En gelschen De schrikkelijke nederlagen bij de Toegela in Natal,.bij Stormberg inde Kaapkolonie, bij Magersfontein ten Westen volgden. Engeland zag zijn zaak verloren als het niet een laatste poging tot uiterste krachtsinspanning deed. Het zond Roberts met 200.000 man tegen de 35000 man Boeren af Niet als een dolle gelijk Buller bij de Tugela noch als een domme gelijk Me thuen bij de Modderrivier,?ging hij recht op de linie der Boeren in, maar hij trachtte Cronjé om te trekken en zoo in den open Vrijstaat vrij terrein te krijgen Het lukte, Cronjé's terugtocht werd tot staan gebracht en na de bekende heroïke ver dediging volgde de overgaaf bij Paardekop Dat was de eerste zware klap. Na Bloemfontein zagen Johannesburg en Pretoria de Engelsche troepen binnen trekken, Ladysmith. Kimberley werden opgegeven en Botha kon de Delagoalijn niet houden, week stap voor stap tot ook Komatipoort in handen van den vij and viel en de weg naar zee voorgoed was afgesneden. Heel in het noorden der republiek, in het Lijdenburgsche. nog later in het Zout- pansche district trokken de krachtigste commando's met de rbgeering zich terug nadat Kruger in Europa hulp of althans een schuilplaats was gaan zoeken. Maar De Wet verschijnt in den rug der Engelsche legerkolonnes Hij is overal en nergens, overrompeld regimenten, neemt kanonnen, plundert treinen bezet stadjes verovert kanonnen, trekt de Kaapkolonie binnen zal tienmaal worden gevat en ontsnapt telken keer. En met en naast hem strijdt de kranige President Steijn, vormen zich aanvoerders bij dozijnen, meest jonge mannen, vroeger onbekend of aan ander werk gewend. Kitchener ten einde raad vraagt vredes onderhandelingen, die afspringen op Botha weigering om de eischen van onafhanke lijkheid prijs te geven Dan begint de praktijk van het beestachtig geweld. Het land wordt schoongeveegd, vee geroofd, graan vernield, hoeven worden verbrand uit alle streken der republieken vrouwen en kinderen bij tienduizenden saamgepakt in de kampen. En nu na twee jaar De republieken niet onderworpen, in naam alleen tot Engelsch gebied ver klaard, en Yiljoen in het noorden, De la Rey in het westen geduchte tegen standers Natal met een nieuwen inval bedreigd door de hoofdmacht onder Botha zelf; de Vrijstaat waarschijnlijk het ter rein voor De Wet van wien men sinds lang niets hoordeheel de Kaapkolonie in opstand of broeiend op verzetde krijgswet tot in Kaapstad afgekondigd honderden millioenen schats en meer dan vijf en zeventig,, duizend menschen- levens opgeofferd voor niets. Zoo gaat Engeland het jaar in. Geeft het mee toe, dan is er kans dat het nog niet het laatste zal zijn van deze bloedige worsteling waarbij de wereld toekijkt als een hoon op haar beschaving. De gezanten te Peking zullen een bijeenkomst houden om te overleggen wat te doen nu Prins Tsjing aandringt op het overbrengen van de Europeesche handelshuizen te Peking naar een van de verdragshavens. Er zal niet veel aan te doen zijn Tijdens de vredesonderhande lingen wilde de Amerikaansche gezant Conger er een eisch van maken, dat Peking voor den buitenlandschen handel geopend zou worden en de meeste gezanten waren het met hem eens, maar de Russische gezant bleef zich sterk verzetten en er kon geen eenstemmigheid verkregen worden. 12» Zie zoo nu is de kennis gemaakt, zei'de de kolenbrander. „En thans, bam bina, zult gtf het middagmaal met ons deelen.* Het was een koninklijk maal;giauwe erwten en schapenkaas. Daarna vulde Neri zijne zakken met hazelnoten, die Rosina tusschen hare witte tanden kraakte en hij nam haar mede naar den hoogslen top van den heuvel. Daar ontrolde zich een prachtig panorama voor de vei baasde oogen van het jonge meisje. Aan deD eenen kant de groene vallei met hare bebouwde akkers, hare zilveren beekjes en de oude stad, omgeven van groen, bezaaid met torenspitsen, „die door de ondergaande zou purper en rosé gekleurd werden op den achtergrond de schitte rende sneeuw der Apennijnen en de pur peren heuvels van Modena, waarvan de Serchio zich als een lang, breed lint ne- derstortte; aan den anderen kant, de groote sombere vlakte van Pisa, grootsch en streng, en daarachter de uitgestrekte zee, waai in de vurige zonneschijf zich ging dompelen. Nedergezeten in het gras bleef Rosina stil en onbewegelijk. Zij gevoelde zich gedrukt en ontroerd. In deze ongeculti veerde natuur was nog geen'enkelen in druk der wiide poëzie door gewoonte ver zwakt of verstompt Een nieuw instinct trilde in haar gemoed en gaf aan al de voorwerpen, die haar omringden, eene schoonheid en beteekenis, die zij er vroe ger niet in gezien bad. In dit oogenblik echter vergat zij Neri en beschouwde den horizon. Neri had alleen oogen voor haar. »Zing, liefste! zeide hij. Zij gehoorzaamde onmiddellijk. »Gij zingt als de nachtegaal. Hoort gi wel, dat hij u van uit den pijnboom ant woordt zeide de jonkman »En ziet gij de glimwormen wel in het hooge gras? Eén voor één beginnen zij te lichten hernam zij. Beiden zwegen. Hoort gij de stilte? fluisterde Rosina. O Neri, gij zijt gelukkig hier te kunnen wonen Daar omlaag in de vlakte zijn veel te veel menschen, veel te veel ge- druiscb men stikt er. Gij zjjt gelukkig hier te wonen. »Het staat slechts aan u, dat geluk te deelen. 31ijf bij mij.* »Niets liever dan dat, zeide zij naïef maar gij bebt geene moeder, geene zuster de pastoor zou net niet willen heoben, dat ik in een huis woon, waar enkel mannen zijn.* »Als gij mijn vrouw wordt, hoeft de pastoor niets te zeggen.* Zij zag hem aan, alsof dit een geheel nieuw denkbeeld voor haar was. »Uwe vrouw? zeide zij.'tIs waar ook, daaraan heb ik nog niet gedacht.* „Gij bemint mij toch „O ja, ik heb u zeer lief en vooral, mijn arme Neri, als ik u zoo alleen zie te midden van al de anderen.* „Ik zal nimmer meer alleen zyn, carina als gij hier bij mij komt wonen, en daar gij zoo zeer de eenzaamheid bemiGt, zult gij hier zeer gelukkig zijn,* Rosina zuchtte. - O ja, heel gelukkig alleen te zijn met u. Maar zeide Neri na een oogenblik zwijgens, om te trouwen heeft men geld noodig, ten eerste moet men den pastoor betalen en dan en dan daar zijn nog zoovele andere onkosten. Ik bezit geen cent. Maar gij, die bij zulke rijke lieden woont, gij moet uw best doen om geld te krijgen.* ,Hoe moet ik dat doen?* vroeg het jonge meisje. ,,Wel heel eenvoudig er hun om viagen.* „Dat zou ik niet durven. Giuditta is toch al zoo goed voor mij!* „Reden te meer, als gij or ten minste niet meer van houdt het van haar weg te nemen „OhNeri ,Wel, als gij dan geen geld wilt vra gen en als gij het ook niet weguemeD BEMESTING VAN WINTERGRANEN. II. Een enkel voorbeeld willen we Dog geven ten bewijze, dat Thomasphosphaat, kalizouten en Chilisalpeter met voordeel wilt, dan moet gij maar werken om geld te verdienen, anders zie ik er niets op.« „Werken Maai ik weet niets te doen en dan, als men werkt, moet men stil in een kamer blijven en daar houd ik niet van, ik stik zelfs bij de Strega. Ik gevoel mij geheel ongelukkig als men 's avonds t'huis moet blijven. Neri maakte een gebaar van spijtig heid. Hoe moeten wij dan doen zeide hy ongeduldig. „Luister Neri, zeide het jonge meisje ik heb een geheim, een groot geheim, dat ik u wil mededeelen. Als ik wilde, zou ik i ijs kunnen worden, zou ik zoo veel geld hebben als ik verlang en mij kunnen kleeden als eene groote dame maar ik wil niet en ik moet; bot ook niet willen.* „Wat wil dal zeggen? Dat begrijp ik niet; „Ik ook niet,niet geheel. Het schijnt dat ik rijk zou kunnen worden, alleen maar door te zingen en ik weet volstrekt nibt boe dat gaat.* „Is men ooit rjjk geworden door te zingen zeide Neri met een gebaar van verachtelijk medelijden. Wie heeft u dat gezegd?* „Een Kapucijner, padre Romano.* „Ahdan is het zeker ook wel waar, maar hoe legt men het dan aan?* „Ik weet het niet en ik wil het ook niet welen, want de eerwaaide padre heeft mij gezegd, dat, als ik voor geld giBg

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1901 | | pagina 1