Jaarlijksche Veemarkt, No. 54. Zaterdag 12 October 1001. I7e Jaarg. Gemeenteraad. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch -Vlaanderen. F. DIELEMAN, MAANDAG FEUILLETON. P 0 V E RIH A. Buitenland. axelsciie COLIÏAMT. Djt Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdayavond. A B 0 N N E M E N T S PR IJ S per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor B rlgiï 70 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER AXEL. Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 oent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worde* naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. De BURGEMEESTER der gemeente Axel maakt bekend, dat Openbare Ver gadering van den Gemeenteraad is belegd tegen Dinsdag den 15 October 1901, des voormiddags te 93/4 ure, ten Raadhuize alhier, ter behandeling van het voorstel waarover in de vorige vergadering de stemmen hebben gestaakt. Axel, den 11 October 1901. De Burgemeester voornoemd, D. J. OGGEL. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Axel, maken bij dezen bekend, dat de in deze gemeente dit jaar zal gehouden worden op den 28 OCTOBER aanstaande. Burgemeester en Wethouders voornoemd, D- J. OGGEL, Burgemeester J. A. VAN VESSEM, Secretaris. Achter de menigte, die zich verdrong om haar te hooren zingen, was Rosina Neri gewaar gewordenhij was altijd stil en alleen, iedereen scheen hem te mijden. Waarom hield hij zich zoo achter - af Zij stond op het punt het hem te gaan vragen, maar zij vreesde hem te mishagen. Den volgenden Zondag ging zy naar de bron, op het uur dat zij wist, dat Neri er zijn zou, Hij wachtte haar reeds. „Kom, riep bij haar uit de verte toe. Ik wil u mede nemen naar boven, bij mijn vader.* Zij wilde niets liever en volgde hem zonder te aarzelen. Begeleid door Fido en zich als kinderen bij da band houdende beklommen zij de stijle hoogte, begroeid met mos, waartusscbeD hier en daar or chis met hunne gevlekte bladeren en zonderlinge bloemen uitstaken. Zij gingen door het dorp Pouzzoles, schilderachtig ge legen op de glooiing van den heuvel, tegen welks donkergroen de vierkante toren afsteekt, bedekt met kapperstruiken met hare blauwachtige bloemen. Vervolgens liepen zij onder de kastanjeboomen, die hunne lange gegaufreerde bladeren be gonnen te ontplooien. Het gras begon Nieuws van het oorlogsterrein is er al weer niet. De bladen melden een gewone waschlijst van Kitchener. De Jingo's mogen zich daaraan vergasten, overal elders wordt de draak er mee gestoken. Even laf zy n de berichten in de Engelsche kranten, maar misschien kunnen zij het niet helpen, omdat de censor er in ge schrapt heeft alles wat eenige waarde heeft voor de beoordeeling van den toe stand. Toch verontschuldigt dit niet alles men merkt dezelfde blindheid op, welke de Regeering voorwendt bij haar leugen achtige voorstellingen. Een staaltje. Men leest in een der correspondenties uit Pre toria. „De laatste hier ontvangen berichten over De la Rey's aanval op het kamp van kolonel Kekewich te Moedwil doen zien, dat de Boeren spijt hebben over den aan val. Deze was voor hen een rampspoedige mislukking. Hun doel was voorraden te krijgen, maar dit werd volkomen verijdeld en zij leden zware verliezen. De mannen van kolonel Kekewich streden heldhaftig, voornamelijk de Derby's en de Schotsche ruiterij." Maar van de eigenlijke toedracht van het gevecht weten wij na Kitchener's duister telegram nog altijd niets. In hetzelfde telegram lezen wij, dat onder de Boeren te Pretoria „de bijna ongeloofelijke zekerheid heerscht, dat zij ten slotte zullen winnen." Dat heeft de censor zeker vergeten te schrappen. De Boeren zullen daar wel hun reden voor hebbenzij zijn niet dom. Het Ministerie van Oorlog heeft weer een verslag gepubliceerd van de verliezen sedert het begin van den oorlog tot en schaarsch te worden, de grond nam een roode tint aan, en de hooge pynboomen met hunne naakte tronken namen de plaats in der kastanjbboomen. Hier en daar werd bun somber groen vei levendigd door een bouquet van mirten of groepjes van haagappeiboomen en toen verscheen weer het korte, dichte gras, versierd en vervroolijkt door groote gouds bloemen en zwaardleliën. Dicht bij een dier struiken verhief zich eene schilder achtige ruïne, schier geheel bedekt met klimop en wilde meelbloemen. Het waren de bijna vormelooze overblijfselen van een dier oude torens, die oudtijds de kleine Luccaansche republiek tegen den indrin genden vijand verdedigden. Dergelijke, min of meer vei waarloosde ruïnen be vinden zich op bijna al de heuveltoppen in den omtrek. Zij verstrekken bijna aan niemand anders eene schuilplaats, dan aan uilen en vleermuizen. Deze ruïne was echter door behulp van eenige takken en planken tot eene tamelijk bewoonbare hut gemaakt. Het was wat Neri heel deftig het huis zijns vaders noemde. De koien- brandei had er voor twintig jaren zijn intrek genomen. In plaats van vensters waren er slechts gaten, van eene zoldering of eene deui was geene sprake. Waartoe zou deze ook gediend hebben By wien zou het denkbeeld opkomen om hem bet bezit dezer hut te betwisten Hij leefde er - God weet hoe. De duivel wis bet ook wel, want er go- met de maand September. De verliezen bedragen 75 562 officieren en manschap pen, waarvan 17 472 in"gevecht sneuvel den of aan bekomen wonden overleden De overigen werden als invaliden naar Engeland teruggezonden. Van hen stierven nog 432, werden 3774 als ongeschikt uit den dienst ontslagen en liggen er 803 nog in het hospitaal. De verliezen in deze maand September alleen bedragen 98 offi cieren en 2710 manschappen, het af doend bewijs van de kracht, waarmee de Boeren na den winter den oorlog hervat hebben. De Daily News* bespreekt dit ver slag in een artikel met het opschrift: De bloedbelasting en merkt o. a. op Duizenden mannen zyn in twee jaren gedood, omdat de Britsche Regeering in den zomer van 1899 weigerde een ver gelijk te sluiten ten aanzien van het kiesrecht in Transvaal. Er zijn meer dappere soldaten ter dood gebracht dan het cijfer van alle uitlanders bedroeg, waarvoor men toen in de bres zeide te springen. En behalve die dooden zijn er driemaal zoovelen ziek naar huis ge zonden. Wie is in staat te zeggen, hoe veel tranen en ellende in die getallen besloten liggen De bloem van onze jongelingschap, wier krachten wij op vele andere velden noodig hebben en die wel licht eens geroepen zal worden om te strijden ter verdediging van ons eigen land nu verkwijnt zij ver weg in Afrika alleen omdat er Staatslieden zijn, die niet weten te vergeven. Die mannen sterven, omdat onze Staatslieden onbe kwaam zijn. Zij boeten met hun bloed voor de fouten van anderen. Zij moeten ten offer vallen voor de vergissingen van degenen, die hen vleien, terwijl zij hen ten ondergang drijven. Hebben wij dan geen plichten jegens die mannen Keurt Engeland het goed, dat zijn kinderen aldus door onverstand ten ondergaan Een blik naar achteren op die verspilde menschenlevens, die als een hoop dorre bladeren ter zyde zijn geschoven, behoorde de natie tot kalmte en inzicht te brengen en haar langs eeni- gen weg tot vrede te voeren. De Belgische Kamer kwam Woens dag in buitengewone zitting bijeen ter behandeling van de legerwet. De Sade- leer presideerde maar er werd gezegd, dat hij met November bepaald weg wil. De socialisten vroegen onmiddellijke be handeling van de interpellatie over de kolenwerkstaking. in welk geval zij wel licht haar konden doen eindigen. Het verzoek werd geweigerd en de behande ling der interpellatie bepaald op Dinsdag a. s Over de legerhervorming voerden eeni ge heeren het woord. Toen de Kamer uiteenging waren nog 42 sprekers inge schreven. Men denkt dat het eind zal zijn, dat er aan den tegenstanders der wet rechts nog enkele concessies zullen worden gedaan ten opzichte van den diensttijd en het cijfer der lichting en het ontwerp daarna zai worden aange nomen door de geheele rechterzijde tegen de linker. - Lord Roberts heeft aan teruggekeerde soldaten wat medailles uitgereikt, ver klaarde daarbij te willen dat de oorlog schiedde geen misdrijf in het land, die men nit>t te recht of te onrecht op zijn rekening schoof, geroofde kippen geplun derde wijngaarden, door list en bedrog opgeraapte kastanjes, en zelfs een of twee nachtelijke aanvallen op slecht bewaakte villas werden hem achtereenvolgens te laste gelegd. Ziju zoon, dien men immer op strooperijen betrapte, deelde in doze slechte reputatie. Alle jonge lieden van de omliggende doipen vermeden hem in gezelschap van Neri gezien te worden naaide iemand eene beiisping van den pastoor op den hals. Rosina wist hier niets van, en vroeg ht>m gausch naïef, terwijl zij hem met hare groote, ODSCbul- dige oogen aanzag: Waarom houdt gij u toch altijd achter af on waarom zijt gij altyd alleen, te midden van al die jonge lui, die te samen praten en lachen?* »Zy haten mij allen, zeide de jonkman trotsch. Zij weten dat ik armer beD dan zij, en daarom verachten zij mij. Maar ik blijf hun hierin niets schuldig, voegde by er met waardigheid bij.* Rosina bleef een oogenbiik peinzen, toen zeide zy >Dat verwondert mij. Ik ben ook arm, armer dan gij, maar niemand veracht mij »Dat komt omdat gij nooit gebedeld hebt, zeide Neri.* »Toch welik heb wel eens op den weg gebedeld. Daar steekt geene schande in, daar toch alle eerwaardige monniken het zelfde doen.* Neri maakte een gebaar van verheven minachting. »Wij, mijn vader en ik, zyn veel te trotsch om te bedelen. Als wij iets noodig hebben, nemen wij het.* Rosina zag hem aan met eene soort van eerbiedige verbazing. Wat hij daar zeide was zeker zeer schoon, en zeer edel. Zou hij anders zulk een voorkomen van be- leedigde waardigheid hebben aangenomen? Toen Neri Rosina de hut van den ko lenbrander wilde doen binnengaan, wei gerde Fido haar te volgen. Hy bleef met een somber, wantrouwend geknor aan de deur staan. De koleubrander zat te rooken bij zyn wijnrankenvuur, waarboven een koffie ketel hing te koken. Het was een bejaard man, mager en dor als een fret, met zware wenkbrouwen en hoekig gezicht. „Wat is dat voor een meisje, dat g\j daar mede brengt? Waar komt zij van daan vroeg hij knorrig. „Uit het huis van de Strega van Vico- pelago,* zeide Neri op veelbeteekenden toon. Het gelaat van den kolenbrander ver helderde zich. Oriep hij te vreden. Kom binnen bimba miakom, en rust wat uit. En is die groote hond ook van u? Hij moet zeker het buis bewaken. Neri knipte met de oogen. „Bravo, mijn jongenUwe schoon*

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1901 | | pagina 1