No. 52.
Zaterdag 27 Juli 1901.
17e Jaar r.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwse h -Vlaanderen.
F. DIELEMAfl,
AXEL.
Buitenland.
FEUILLETON.
Landbouw.
Dit Blad verschjjnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 8 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent
voor België 70 cent. Afzonder!, numm. 5 ct.
DRUKKER - UITGEVER
Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 oent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worde»
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlp
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Er loopen droeve berichten over krijgs
bedrijven in de Kaapkolonie ze zijn van
ernstigen aard. Op eenigen afstand van
Beaufort-West, dus midden in de Kaap
kolonie heeft Scheepers een proviandtrein
aangehouden, alles daaiuit genomen wat
hem aanstond en de rest met den heelen
trein verbrand. Het militair geleide van
den trein schijnt niet groot geweest te
zijn en op den overval werd zoo weinig
gerekend door de Engelschen, dat er niet
eens een gepantserde trein in de nabijheid
was om den proviandtrein gezelschap te
houden. Er wordt nu, seint Kitchener,
een volledig onderzoek ingesteld, maar dat
helpt niet veel, gedane zaken hebben geen
keer. De Boeren hebben wel meer treinen
vermeesterd, maar niet op zulk een plaats.
Het tweede ongeluk had eveneens plaats
in het hart der Kaapkolonie, ongeveer op
dezelfde breedte, maar meest Oostwaarts.
Kolonel Crabbe werd bij Cradock door
Kritzinger aangevallen. Evenals de muil
ezels zaliger nagedachtenis sloegen nu de
paarden van de Engelschen op hol en al
vechtende moest Crabbe terugtrekken
Zuidelijk van Cradock. Het bergachtig
terrein hielp de Boeren. Wanneer Kit
chener nu aan het slot van dit tweede
ongeluk seint„onze verliezen waren
gering," dan is dit goed voor de ganzen.
De verlieslijst zal er ons naderhand wel
meer van vertellen.
Maar wij zijn er nog niet. Alle goede
dingen bestaan in drieën. Kitchener seint
er wel niets van, maar de Engelsche
kranten verklappen het. De Boeren heb
ben een krach tigen aanval gedaan op
„De hemel beware mij, neen zei Boud.
„Och 't is altijd een gekheid geweest
om van mij een dominé te willen maken
daar kom het op neer. Ik ben eer te
weinig nauwgezet voor of te veel, net
zoo als je het noemen wilt. Nu praat je
van mijn vader, ik zelf spiegel me al die
dingen dagelijks vooi, maar ik mag toch
de menschen geen rad voor de oogen
draaien, omdat ik een vader heb Jongen
ik zit er zoo in
„Maar wat wou je dan toch worden.
„Kunstschilder, man het scboone heeft
me altijd aangetrokken. Om je de waar
heid te zeggen, schilder ik tegenwoordig
al driemaal zoo veel als ik studeer. Ze
zeggen, dat ik talent heb en vader mag
eigenlijk wel dankbaar wezen dat ik schil
der, want daarmee betaal ik al de beeren
die ik niet naar Groenewal opzendt en
dat zegt wat.*
„Die vraag is zoo moeilik Karei, dat
ik wou dat je me er buiten gelaten had.
„Jongen ja, waarvoor heeft een mensch
anders broers, dan om raad van te krij
gen Je moogt wel blij wezen dat ik geen
geld van je kom leenen.*
»Hoor reis, wil je mijn raad volgen en
me meteen een ontzettend groot plezier
doen Stel het veranderen van je bestem-
Aberdeen. Aberdeen ligt Zuidwaarts van
Graaff Reinet en dat wijst op het verder
oprukken van de Boeren in de richting
van Kaapstad. Zulke dingen kunnen geen
plaats hebben, indien de opstand onder
de Afrikaanders niet aanmerkelijk is uit-
Ziehier wat de Engelsche kranten schrij
ven van het geval De Boeren in de
Kaapkolonie hebben een krachtigen aanval
gedaan op Aberdeen, ten Zuidwesten van
Graaff Reinet. Zaterdagavond begonnen
zij tegen elf uur het gevecht, uitstekend
verdekt opgesteld in een donga, Het vuur
dat zij op de stad richtten, had niet de
minste uitwerking, en toen een afdeeling
Britsche militie en de stadswacht onder
zwaar vuur tegen hen oprukten, trokken
zij overhaast terug. De Engelschen ver
loren hierbij slechts een gekwetste. Zon
dagnacht werd de aanval hervat, echter
met even gering succes. De Britsche
troepen trokken wederom uit en ver
spreidden de Boeren die do wijk namen
naar de bergen. Het Engelsche kleursel
is niet sterk genoeg om het gewicht van
het feit den aanval op Aberdeen
weg te nemen.
Wederom zijn negen Kaapsche rebellen
veroordeeld. Over vier hunner was de
doodstraf uitgesproken, die werd veranderd
in levenslangen dwangarbeid op de Ber
muda-eilanden. Een zeer geschikt middel
om den opstand in de Kaapkolonie uit te
breiden en de Afrikaanders, die de wapenen
hebben opgevat, te leeren liever zich dood
te vechten dan zich over te geven. Er
kon voor de ongelukkigen geen wreeder
straf worden uitgedacht dan zulk een
verandering van vonnis. De kogel ware
ming nog wat uittoen ik vader laatst
zag, was de man heel suf en oud geworden,
ik houd het voor mogelijk, dat hij het
niet heel lang meer maakt. Ik ben bang,
dat het zijn sterven zou verhaasten. Leel
in 's hemels Daam nog maar een beetje
zoo voort, we zullen den goeden man toch
niet lang meer houden.
Jongen, jongen, gaat hij zóó achteruit
dat spijt me waarachtig, ik kan er niet
aan denken hem te moeten verliezen 1
Maar propos, is het waar datje op een
blauwtje verliefd bent
»Een blauwtje? Neen de dochter van
een Oostersche, een meisje vol schoonheid,
bevalligheid en talenten.*
„Je bent een gek, om aan die dingen
te denken, dat's goed als je oud bent en
de jicht heeft, maar anders is er veel te
veel moois in de wereld, om je aan een
blok te leggen.*
„Nu ja, daaromtrent heb ik je geen
raad gevraagd.*
„Hoor eens, ik zag tegen de visite op
maar je bent me nog al meegevallen,
en je raad hoe beroerd op zien zelf is nog
het best wat ik doen kan, ik zal je reis
meer, zoo Zaterdag of Zondags komen
opzoeken.*
„Je zult mij plezier doen, maar kost
al weer geld.*
„Och neen 't is eigenlijk oeconomie,
want in Utrecht verteer ik nog meer. Je
moet bij mij ook eens komen
„Best maar je kunt me nu dienen met
in zulke gevallen een weldaad. Maar de
Engelschen begrijpen dat niet.
Volgens een Engelschen correspondent
te Bloemfontein bevinden President Steijn
en De Wet zich tusschen de Vaal en de
Rhenoster-rivieren bij Vredefort, meteen
commando, dat des nachts uiteengaat in
kleine groepen om den volgenden dag
elders weer samen te komen. De Boeren,
die nog in het veld zijn, zijn boven be
schrijving waakzaam In het Zuiden wordt
eene nieuwe algemeene beweging der
Boeren op touw gezet
Volgens een telegram uit Durban heeft
de Regeering van Natal bevel gegeven aan
de inwoners van het Tugela-grensgebied
hun woonplaatsen te verlaten, welke ver
woest zullen worden. De reden van dien
maatregel is, dat de Boerenafdeelingen,
die strooptochten in die streken onder
nemen, er voortaan een woestenij zullen
vinden.
Uit de verlieslijst2 officieren en 4 man
gewond bij Wagendrift 15 Juli, 15 man
gewond en 5 gevangen genomen, later
teruggekeerd, bij Zuurlaagte op 14 Juli
verder in verschillende gerechten 1 offi
cier en 3 man gesneuveld, 16 gewond.
Spanje heeft weer een Minister tan
Binnenlandsche Zaken, den heer Consalez.
Hij vertrok naar San Sebastian, waar het
Hof verblijf houdt, om den eed af te leg
gen. De premier Sagasta had met de Ka
mers nog de flnancieele wetten willen
behandelen, maar de voorzitter van de
Kamer en van den Senaat verklaarden
eenstemmig, dat dit onmogelijk was.
Denemarken heeft eindelijk een
Ministerie van de linkerzijde tot groot
een spoedig vertrek, ik moet naar bet
kantoor. Wanneer ga je weg?*
„Over een uur, want we hadden een
gloeiend leest in Utrecht. Adieu!*
Pas was Karei vertrokken, of de meid
kwam binnen.
Meheer daar is een juflrouw, die zegt
dat ze juffrouw Zuivel heet.*
Juffrouw Zuivel 1 de goede vrouw ik
moest haar laten loopen. Maar nu juist,
ik moet naar kantoor, en toch, het mensch
heeft dat heele end ik kan haai zoo
niet afschepen, laat er dan van komen
wat wi!zeg maar dat ze binnen komt.*
>Dag, juffrouw, ga zitten, hoe gaat het?*
»Zwakjes meheer, heel zwakjesmaar
wat doet het me plezier dat uwé een
goede gezondheid genietik heb uwé in
zoo langen tijd niet gezien, maar ik dacht
toch wel, dat uwé ons niet vergeten kon.
„Hoor eens, goede vrouw, je hebt nu
zeker wat te vragen, maar maak het als
je blieft kort, want ik moet naar kantoor.
„O als het u niet schikt, dan kom ik
wel op een anderen tijd."
„Neen juffrouw, je kunt immers nau
welijks loopen, maar vertel het maar kort?"
„Ja, daar is een timmermansknecht
weet uwé, die wou vrijen naar me dochter,
en daar wou ze eerst niet van weten
omdat ze mij niet verlate woutoen heeft
die jonge gezeid, dat hie bij mijn wou
komme woone tegen betaling, dan kon zij
meteen voor mij zorgen, dat's heel aardig
van 'em, maar nou spreke ze ook weêr
verdriet van den Koning, die altijd hoopte,
dat dit ongeluk hem bespaard zou blijven.
Minister-president tevens Buitenlandsche
Zaken, professor Deuntzer. Er zitten twee
heeren van 'n krant in Hörup Voor Koop
handel en Enevold Sörensen voor Binnen
landsche Zaken Minister van Financiën
is koopman Hage
Woensdagvoormiddag werd, onder voor
zitterschap van den heer K. J. A. G. Collot
d'Escury, in het logement de Korenbeurs
van S J. de Regt te Cortgene, de alge
meene vergadering gehouden van de aid.
»Zeeland" van het Nederlandsch Rundvee-
Stamboek.
We ontleenen aan de M. Ct, omtrent het
verhandelde, het volgende
De vergadering, die ook voor niet-leden
toegankelijk was, werd tamelijk druk be
zocht.
De voorzitter heette de aanwezigen wel
kom met eene toespraak, waarin bij ook
op harteljjke wijze herdacht wat het aftre
dend ministerie deed voor den landbouw
hoe het rekening hield met de landbouw
belangen. Hij sprak verder de hoop uit
dat het te verwachten nieuwe ministerie
ook de belangen der fokkerg zal bevorderen
door eene hoogere subsidie voor te dragen.
De begrooting voor 19Ö2 werd goedge
keurd in ontvang en uitgaaf op 2577.50.
Onder de ontvangsten is opgenomen
2000 provinciaal credietcontributie 325
leden a 1.50 487.50 vermoedelijk
goed slot rekening 1901 60 en rente
kasgeld 30.
Bij de uitgaven wordt voorgesteld 40
kwaad van 'em, en nou zou uwé me zoo'n
groote dienst kunne bewijze als uwé dat
ereis wou onderzoeken. Hier het uwé zijn
adres. Ik bin al by meheer Jochems
geweest, maar die durft het niet op 'em
te nemen, en die is dan ook niet zoo
compabel daarvoor."
„Neen, dat zal waar wezen, maar of
ik het doen kan
Hij was in een korten maar havigen
tweestrijd, hg dacht aan de belofte aan
Theodora gedaan, doch nu ook was het
hem duidelijk dat die belofte eene laf
heid was geweest en hij zei vast beslo
ten „nu ja vrouwtje ik gelóóf je, dat ik
het doen zal.*
„Asje blief meheei, dan zal ik over
veertien dagen de vrijheid neme nog eeDS
hier an te komme.*
„Ja, dag vrouwtje.* Hij was big, dat
ze bem dit vroeg, want dacht hij, dan
houd ik toch mijn belofte om er niet aan
huis te komen»Maar,« ging hij voort,
»wat is dat goeie mensch zwak, zal ze
over veertien dagen kunnen loopen, en
zoo ze het kan, mag ik het vergen Neen,
al moest ik Theodora verliezen, ik zal er
nu aan huis gaan Hij vloog weg, haalde
haar in, en zeide„je moet niet over
veertien dagen bij me komen hoor, want
ik bezoek je zoo gauw ik wat weet, dat
beloof ik je."
Duizendmaal dank, meheer!*
Bondt kwam neel laat op kantoor. Von
Herlings, die dacht aan de vroegere scène,