17e Jaarg.
i\o. 29.
Woensdag 17 Juli 1901.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAfl,
AXEL.
Buitenland.
FEUILLETON.
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 70 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER - UITGEVER
Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters wordei
naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Er broeit weer wat in Engeland, natuur
lijk iets humaans, van dat nieuwe humane,
door de Britten in het begin van deze
nieuwe twintigste eeuw uitgevonden, om
voorgoed den stempel af te drukken op
den nieuwen tijd.
De „Times" spreekbuis van Rothschild
in Beurszaken, gesubsidieerd door Rhodes
hetzii in den vorm van aandeelen of op
een andere manier, verder orgaan van de
Engelsche openbare meening en daarmee
draaibord of windwijzer, de groote „Times"
heeft een merkwaardig artikel, waarin de
Boeren eerst hoog worden geprezen, en
dan gezegd dat er wel zijn, die een
strenger optreden tegen de Boeren wen-
schelijk achten, maar dat zij, „Times"
daar niet voor is de Eugelschen moeten
zoo humaan blijven als zij tot nog toe
geweest zijn in dezen oorlog dan komen
zij er toch wel, en aan zullen de Boeren
straks als de oorlog gedaan is, hun mede-
Britsche onderdanen omhelzen wegens
hun lievigheid.
Aanleiding tot dit artikel, waarin iets
ligt van „moral insanity", gaf de bewering
dat bij net gevecht bij Vlakfontein
hetzelfde dat zoo ongelukkig afliep voor de
Engelschen door de Boereü geschoten
werd op gewonde Engelschen. Die zaak is
ook ter spiake gebracht in het Lagerhuis
waar de Minister van Oorlog, Brodick, een
telegram van Kitchener voorlas, waarin
werd meegedeeld, dat volgens getuigenis
van luitenant Hearn van de Imperial
Yeomanry en zeven soldaten, dit feit is
bevestigd.
Wij kunnen natuurlijk het feit zelf niet
46)
DE ARME LOÜIZE.
De grootste schaduwzijde van de las
tertaal van Yon Herlingen was deze, dat
Boud Diet de minste kans zag om bij
Spilman weer een wit voetje te krijgen,
althar-s in den beginne. Hij kreeg daar
door meer en meer behoefte iemand in
vertrouwen te nemen, om eens teweteD
wat nu te doen. Ondertusschen kon hij
niemand daartoe vinden. Willemsen had
volstrekt geen doorzicht genoeg, die was
alleen goed om pret mee te maken. De
Vrieze en Van Hoen waren te weten
schappelijke menschen om hen met zoo
iets lastig te valleD, Van Willigen stond
niet genoeg gelijk met hem hij begreep
dat als die hem een raad gaf, hij ver
plicht zou zijn die op te volgen. Jochems
daarentegen met wien hij tegenwoordig
zeer goed was, was vooi zulke zaken
natuurlijk veel te dom. Eensklaps kwam
hem Louize in de gedachteZe was nu
van een kind, een meisje gewordeD, ze
kon hem wellicht begrijpen en ze had
zooveel vriendschap voor hem, dat ze hem
zek9r zou behulpzaam zijn om Theodora
van tijd tot tijd te kunnen zien.
Hjj aarzelde wel, 't was zoo'n vreemde
geheel beoordeelen. Wij stellen 't ook na
al hetgeen er van de humaniteit der Boe
ren geen Engelsche humaniteit
bekend is geworden, mogelijk, dat er in
de hitte van het gevecht geschoten is op
gewonden Blijven alle Boeren mensch na
de wreedheden, door de Engelschen be
gaan En verderkomt het niet dikwijls
voor dat gewonden op den vijand schieten,
zoolang zij kunnen, en daarom met goed
recht gerekend worden tot de combattan
ten? Getuigen, vooral in zulk een groot
getal zijn altijd verdacht want een schot
is het werk van een oogenblik en wie
onder de strijders staat bij een overval
als te Vlakfontein bedaard als toeschou
wer alles op te nemen
Maar al gelden al deze bezwaren niet,
ook dan nog is het de vraag of men voor
de daad van een Boer, bij wien de
niet onverklaarbare wraak geen grenzen
meer kende, de Boeren over 't geheel
aansprakelijk kan stellen. De Engelsche
lanciers maakten in 't begin van den oor
log de Boerengewonden af, algemeen en
uit liefhebberij. Onlangs werden twee
parlementairen van de Boeren doodgescho
ten omdat de Engelsche officier niet met
rebellen wilde spreken. De officier is voor
den krijgsraad gebracht, maar niemand
die de Engelsche officieren in het algemeen
daarvoor aansprakelijk zal stellen.
Niet onwaarschijnlijk dat van de zaak
van Vlakfontein in Engeland zooveel be
weging en veel onredelijke beweging wordt
gemaakt, omdat zij geëxploiteerd moet
worden voor het plan. dat men hier en
daar reeds vrij duidelijk ziet doorscheme
ren, om straks wanneer men in de najaars
zitting weer voor het Parlement komt,
houding om met een meisje te praten over
de liefde die men eene andere toedraagt,
maar ze hadden immers altijd als broer
en zuster samen verkeerd.
't Mag wel aan hare jeugd, en aan het
zomers naar buiten gaan toegeschreven
worden, dat Louize nog nooit iets bespeurd
had van Bouds genegenheid voor Theodora.
Ze wist, ja, dat bij haar een aardig meisje
vond, maar verder ook niet.
Van Willigen daarentegen had het al
zeer vroeg bemerkt, en was juist van plan
geweest Boudewijn ernstig voor te houden,
dat hij zulke dingen nog eenige jaren uit
zijn hoofd moest zetten, toen Bondt aan
kwam met het voorstel om aandeelen te
werven voor Van Meenen en toen dit
met gunstigen uitslag bekroond was, ja
Spilman zelfs voor drieduizend gulden
geieekend had, vond hij er minder kwaad
in en liet hem begaan.
Boud kwam dan eene visite maken bij
Van Williger., welke begon met hem a
part te roepentoen vioeg hjj hem of
er wat van aaD was, dat hij eene zekere
betrekking met een meisje had aange
knoopt wonende in de Goudsbloemstraat.
Met een oprecht gezicht zei Boud neen
waarachtig niet mijnheer.*
„Nu je behoeft er niet om te vloeken
ik heb je nog nooit op een leugen betrapt
't Is maar dat je wel moet weteD, dat
als je soms eens idee mocht krijgen, op
een meisje uit je stad, »je zulke dingen
erg in den weg staan,* (de glimlach be
te kunnen zeggen de oorlog'is uitalles
wat zich niet onderworpen heeft, wordt
vogelvrij verklaard, behandeld als bandiet
of struikroover, want de oorlog is uit
Zoo iets zou inderdaad de kroon zijn
op het Engelsche werk, maar 't is de
vraag, of zulk een nieuwe schending van
het recht niet meer in het nadeel van de
Engelschen zal zijn dan van de Boeren.
Worden door de Engelschen geen gevan
genen meer gemaakt, dan zijn de Boeren
wel verplicht dit te volgen.
Kitchener seint nu ook van het ge
vecht van Methuen bij Zeerust. Heel
erg ziet dat gevecht er echter niet uit
en ook niet heel juist. Wanneer hebben
de Engelschen met twee gewonden drie
Boeren gedood en 48 gevangen. Dat is
immers te mal. Die gevangenen zullen
wel oude menschen geweest zijn,
die naar een kamp gedreven moesten
worden.
Meer heeft het gespannen bij een ge
vecht bij Houtkop in de Kaapkolonie.
De aanval van de Boeren werd wel af
geslagen, maar deze veroverden toch een
kanon gelukkig was het slechts een
„oud zevenponders schroefkanon." Men
begrijpt de rest.
Het telegram uit Zeerust over Methu
en's verrichtingen op 3 dezer vermeldt
nog, dat de gemeenschap per post en te
legraaf nog altijd verbroken is. De nieuwe
magistraat heeft zijn ambt aanvaard,
maar het district was nog zeer onrustig
en verscheiden colonnes trokken in den
omtrek rond.
Wij wezen herhaalde malen op de zot
heden in de Engelsche oorlogsberichten.
Kitchener blijkt er ook niet veel vertrou-
wees Boud, dat Van Willigen meer wist
dan hij zei), „maar wanneer je me zegt
dat er niets van aan is dan geioof ik je.«
„Neen mijnheer, en ik wil u graag
uitleggen
»Och neen, daar heb ik geen tijd toe,
en dat hoeft ook Diet, je woord is me
genoeg, ik weet heel goed, hoe licht iemand
aan een slechten naam kan komeD. Maar
ik kan het dan gerust tegenspreken, tegen
iedereen
»Ja wel, mijnheer."
Met een opgeruimd gelaat kwam Boud
weêr in de huiskamer, waar Louize alleen
zat haar mama was uit.
»Louize, het doet me recht veel plezier
dat ik je eens alleen zie."
»Zoo, Boudewijn, had je me iets te
zeggen
>Ja, beste meid, maar je moet me
beloven dat je het voor je zult houden."
»Daar kunt ge toch Diet aan twijfelen,
niet waar en ze zag hem zoo allerliefst,
gul, engelachtig aan, dat zij hem te zuiver,
te boven menscheltjk voorkwam, om over
dergelijke zaken te spreken, 't Ging hem
althans niet gemakkelijk af. Eindelijk
begon hij op eene vrjj linksche manier.
»Weet dan, beste meid, dat ik bemin."
Louize keek op haar werk en bloosde
sterk, haar vingers beefdeD, ze sprak geen
woord. Boud meende Diet anders dan dat
de enkele gedachte aan liefde bij zulk oen
meisje, een dergelijk gevoel moest op
wekken.
wen in te stellen. De Minister van Oor
log Brodrick had hem nog eens geseind
over de »vorgissing« van Reuter over
het gevecht bij Warmbad en of er niets
tegen zulke dingen te doen was. Kitche
ner seinde terug „Ik geloof, dat het geen
kwaad zou kunnen als gij bekend liet
maken, dat wij op geenerlei manier ver
antwoordelijk zijn voor de juistheid van
de berichten der correspondenten. Er
worden uit verschillende streken een aan
tal telegrammen verzonden, die die ope
raties niet benadeelen, doch geheel on
juist en misleidend zijn.* Een waar
woord, ook dikwijls van de telegrammen
van Kitchener zelf. Of gaan die ook door
de handen van den censor?
Pest. Het aantal pestgevallen in de
week tot 6 Juli bedroegSchiereiland
van Kaapstad 3, Port Elizabeth 5, elders
1aantal sterfgevallen 3, 0 en 1. Onder
de militairen 1 geval. Het besmette
gebied heeft zich niet uitgebreid.
LONDEN, 14 Juli. Een telegram van
Kitchener uit Pretoria van gisteren meldt:
In de Kaapkolonie verbrandde Schee
pers de openbare gebouwen te Murrays-
burg en enkele hoeven in den omtrek.
Twee colonnes hebben Zeerust bereikt;
zij stuitten op eenigen tegenstand en
maakten enkele gevangenen. Onze ver
liezen zijn een officier gedood, 3 officie
ren en 25 man gewond.
Onze colonnes zijn te Heilbron aange
komen uit het oosten tijdens de marsch
heeft Broadwood's brigade Reitz verrast
waarbij de broeder van President Steyn
en andere Boeren gevangen genomen
»Ik heb je tot mijn vertrouwde genomen,
omdat je mjjn vriendinnetje zijt, en ik
weet dat niemand me beter zou kunnen
helpen
't Was pijnlijk, eene onbeschrijfelijke
angst maakte zich van haar meester.
„Ik heb eene vurige liefde opgevat voor
Theodora Spilman."
Een dopdeljjk bleek verspreidde zich
over het gelaat van Louize de naald ont
viel hare hand.
„Groote God riep Bondt, „wat heb
ik gedaandaar hij eensklaps alios
Dit bracht het lieve meisje tot bezin
ning, zij begreep dat het geen pas gaf,
van haren hartstocht te doen blaken en
een purpemlos deed de witheid verdwij
nen, maar met de vreeselijkste krachts
inspanning, dreef zij ook dien terug en
antwoordde kalm
„Boudewijn je bent tot mij gekomen
als tot eene zuster en dat is lief van je,
je hebt op me gerekend, en je hebt ge-
lyk gehad, ik zal je bijstaan in alles, dat
beloof ik je,« ze reikte hem de hand.
Het kil klamme van die vingeren deed
bij Bondt het bloed verstijven. Hij wilde
nóg een woord spreken, maar ze was
reeds da kamer uitgevlogen.
Toen Bondt alleen was, sloeg hij zich
tegen het voorhoofd en riep in vertwijfe
ling uit„O mijn God, wat heb ik ge
daan, wat heb ik gedaan, ik heb een
engel ramzalig gemaakt.*