17e Jaarg. No. 16. Zaterdag I Juni 1901. Nieuws- en Advertentieblad oo voor Zeeuwse h -Vlaanderen» F. DIELËMAN, AXEL. Landbouw en Veeteelt. FEUILLETON. Huiienland. COURANT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. A B 0 N N E M E N T S PR U S per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent voor België 70 cent. Afzonderl. nurnm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER Advertentien van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar olaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE nren. WANNEER MAAIEN 1 Zouden wij te veel beweren, wanneer wij zeggen, dat het meerendeel onzer veehouders bii de voedering van hun vee meer waarde hecht aan de hoeveelheid, de groote massa, dan aan de kwaliteit van het voeder Een feit is het zeker, dat zeer velen hunner eerst recht vol daan zijn, als de dieren zich goed rond, soms tot berstens toe hun genoegen hebben gegeten, 'tls duidelijk dat het denzulken mangelt aan juiste denkbeel den omtrent de voederkwestie. Daaraan is het ook toe te schrijven, dat over het algemeen te laat met het maaien van gras en klaver een begin wordt gemaakt. Voor al. wanneer het voorjaar ongunstig is geweest en de hooilanden zich in Juni- maand nog voordeelig laten aanzien, is menige boer geneigd het maaien van de eene week tot de andere uit te stellen. Eerst moet er, naar hij zegt, nog wat meer ondergras komen. Zoo blijft hij wachten, tot het bloeien is afgeloopen en het zaad in de plulmeïf zich gaat vormen. Dan, ja, is de hooimassa grooter, doch de hoedanigheid van den oogst laat veel te wenschen over het vee heeft er meer van noodig, om verzadigd te geraken, en de hooivoorraad is dan ook dikwijls eer verbruikt dan die van den buurman die 2, 3 weken vroeger maaide, een kleinere hoeveelheid oogstte, maar daar van ook minder behoefde te voederen om zijn dieren te verzadigen en in goeden staat te houden. In zijn hooi zat »pit", het was malsch en werd met graagte »Zoo, advokaatje," klonk het antwoord, >weet je wat je nu doet vraag eens aan je viindje, of hij eens hier wil komen, hooren blijf jij dan maar een beetje boven." »Best papa!" Ze was pas weg of Van Willigen zei, »'t is toch een engel van een kind »Ja," hernam mevrouw, »en er moet in Bondt zeker meer zitten dan wij denken, want Louize heeft, zoo jong als ze is, haar hoofd en hart wel op de rechte plaats en ze is dan zeer met hem ingenomen." Boudewijn kwam binnen. »Wel, heertje, ga eens een oogenblik zitten. Hoe zou je er over denken, om eens op eigen kamers te gaan wonen Die vraag viel den jongeling als koud water op het lijf, niet zoo zeer omdat hij het als een ongeluk zou beschouwen, want zijne lust tot het beoefenen der letter kunde was steeds aangewakkerden wanneer hij verzen van buiten leerde en hij reciteerde die met luider stemme voor den spiegel, dan had hij niet zelden ge merkt, dat hij de huisgenooten daarmeê hinderde en had zelfs Van Willigen hem wel eens gevraagd of hij daar niet wat veel tijd aan gaf, hetgeen hem zeer bin- dat van den eerste was daar entegen taai, minder verteerbaar en had wellicht niet meer voedingwaarde dan 't stroo van granen. Hoe is dit te verklaren, hooren we een belangstellende vragen. Zie hier. De voedingswaarde eener plaat hangt in de eerste plaats af van de daarin voorkomende eiwitstoffen zetmeelachtig stof fen en '«we<. Vooral de eerste zijn voor de voeding van zeer groote beteekenis. Al deze stoffen vinden we bij een nog jonge plant door al haar deelen, door stengels en bladeren, verspreid. Dit is echter niet meer het geval, als het bloeien voorbij is, wanneer het zaad zich vormt of reeds is gerjjpt Nauwelijks toch is de plant uitgebloeid, of er heeft van genoemde bestanddeelen een beweging of verplaatsing plaats naar die plantendeelen, welker bestemming is te zorgen voor de ontwikkeling en 't eerste onderhoud van een volgende generatie, dus naar de knollen, wortelstokken, enz of, als bij de grassen en klavers, naar het zaad. Terwijl dus hoe ouder de plant wordt, de voederwaarde van stengels en bladeren gaandeweg vermindert worden de zaden steeds rijker aan eiwit- en andere stoffen Van die zaden komt echter al bitter weinig in de maag der staldieren terecht, daar het meesre er van bij het hooien en omwerken verloren gaat Doch er is meer. De voedende kracht van het laat gemaaide gras ondergaat nog door een andere oorzaak verandering. Men weet, dat de plant is opgebouwd uit cellen, welker wanden bestaan uit celstof Deze celstof, in jong gras en klaver grootendeels verteerbaar, wordt lang zamerhand door andere stoffen omkorst, derlijk wasterwijl, wanneer hij alleen woonde, hij even als Willemsen precies kon handelen zoo als hij wildemaar de gewichtige vraag kwam hem zoo onver hoeds op het lijf vallen, daar was zoo veel aan verbonden wat hem stuitte, het denk beeld om Van Willigen en diens vrouw, alsmede de lieve kleine vertrouweling te verlaten, dat hij sprakeloos staan bleef niet wist wat te antwoorden. Welnu?" vroeg Van Willigen, »zou je er veel tegen hebben »Ik weet niet mijnheer, maar ik zou er wel tegen opzien. Ik kon u somtijds nog eens om raad vragen, maar dan heb ik ook zoo niemand," en een traan blonk in zijn oog. »Maar jongenlief," antwoordde de make laar, »je gaat niet naar het andere eindje der wereld, je begrijpt toch wel, dat je altijd hulp bij mij en mijn vrouw zult vinden, niet waar en je zult me ook altijd plezier doen, als je me eens komt opzoeken. Maar toen ik met je vader sprak, heb ik hem beloofd een vent van je te maken, en hoewel je nu al een heel ander meosch bont, aan toen je hier pas kwaamt, zal ik wel nooit heelemaal slagen, als je maar altijd kunt zeilen op het kom pas van een ander. Daarom moet, je eens op eigen beenen staan. Zie je er nu nog wat erg tegen op, dan zullen wt nog wai wachten, maar ik zou het ie voor je eigen best, niet aanraden »Ja, mijnheer, ik geloof, dat ik daD de celwanden verharden, de hoeveelheid ruwe Celstof neemt derhalve toe en daar mede de verteerbaarheid der plant af. De houtige, saplooze stengels zijn ook minder smakelijk, terwijl van de hard geworden bladeren bij het hooien meer verloren gaat. Om eenig denkbeeld te geven van het vorlies, dat men door laat maaien kan beloopen, zij het volgende medegedeeld. Hooi van roode klaver be vatte op de 100 deelen, toen zij zeer jong was, bijna 22 deelen eiwitstoffen, den 13en Juni bijna 14 deelen, den 23en Juni iets meer dan 11 deelende kleinste helft was dus naar de zaden verhuisd. Daaren tegen was de hoeveelheid ruwe celstof met ongeveer één derde vermeerderd de ruim 24 procent was gestegen tot ruim 32 procent. Trouwens, iedere veehouder, die jaarlijks veel heeft te maaien, heeft kunnen opmerken, hoe het hooi, dat het laatst wordt verbruikt het eerst ge maaide dus het beste is: de dieren zijn er eer van verzadigd, geven niettemin meer melk, en de mest is weeker. „Maar bij laat maaien verkrijgt men toch meer ondergras," zegt wellicht iemand, die nog niet overtuigd is, „en dat geeft toch malsch en voedzaam hooi Deels ja, voorzoo vei het bestaat uit laat aan den groei gekomen planten, maar deze zfjn nog te jong om te worden gemaaid en geven een' hooioogst van meer waarde bij de 2e snede. Anderdeels evenwel bestaat het ondergras uit de uitloopers van de reeds bloeiende grasplanten en deze uitloopers moeten dus bij de zaad vorming ook hun aandeel in de daarvoor noodige eiwit- en andere stoffen afstaan. Waaneer maaien luidt de vraag boven maar bet best zal doen, met uw raad op te volgen. »Maar, Boudewijn," zei mevrouw, »je begrijpt toch wel, dat je ons nooit te veel waart, dat moet je vooral niet denken, hooralles wat we doen is omdat we het wezenlijk beter voor je vinden." Na over en weêr praten werd besloten, dat Bondt over eene maand op eigen kamers zou logeeren. >Om je nu te toonen, mijn vriend," sprak Van Willigen, »dat ik je altijd als een vader wil op zijde staan, moet ik je wel op het hart drukken, dat je een ver keerden weg hebt ingeslagen. Je maakt tegenwoordig van dingen, die als bjjzaken hare waaide kunnen hebben, hoofdzaken, ten koste van datgene wat altijd hoofdzaak bjj je wezen moest, het kantoor. Wie zich niet met hart en ziel op zijne zaken toe legt, wordt nooit een goed koopman, en ik wou toch niet gaarne dat je veronge lukte. Daarbij is het bovenal aan te bevelen, om den patroon, zoo geen achting, althans eerbied te betoonen, en hem in alles te dienen, hem voor te wezen, naar zijne oogen te kijken wat bij begeert, altijd qui vive te zijn, en te zorgen, dat de ware plichtsbetrachting niet lijdt onder de fraaie theoriën die over godsvrucht en deugd in de verzen worden bezongen. Zie je iets van den patroon, dat niet goed is, bedek het met de mantel der liefde en wees trouw in alle3. Ik heb tot mijn spijt gemerkt dat hij niet meer zoo groot met dit artikel geplaatst, En het antwoord daarop isliefst in 't begin van den bloei. Bij gunstig weer moet het niet tot den vollen bloei worden uitgesteld. Nog vroeger dus voor den bloei, te maaien, zou ver keerd zjjnde oogst zou te weinig op leveren en tamelijk arm zijn aan zetmeel en celstof. Een vroege maaiing is nog in andere opzichten voordeeligmen heeft daardoor grootere kans op een flinke hoe veelheid etgroen, waarvan de opbrengst alsdan minderafhankelijk is van de weer gesteldheid in den nazomer. De vroegrijpe onkruiden worden in hun ontwikkeling gestuit en dientengevolge verhinderd zich door zaadstrooiing te vermenigvuldigen. Bij goed weer en overigens gunstige om standigheden handelt men dwaas door met het maaien te wachten tot Juli, al is deze maand ook van ouds hooimaand geheeten. C. B. De toestand in de Kaapkolonie is voor de Engelschen heel ongunstig. Dit wordt bevestigd door een telegram van een correspondent van de »Times«, die op het gerucht van Pretoria naar Cradock ging, om zieh op de hoogte te stellen. Hij seint, dat het optreden van Kruitzinger. Scheepers en Malan in de laatste veertien dagen een zeer ernstig karakter heeft aangenomen. Kruit zinger is naar den Vrijstaat geweest, heeft daar met De Wet gesproken en is loen naar de Kaapkolonie teruggekeerd. Na meer of minder vruchtelooze pogin: gen om het kleine commando van Schee pers te verdrijven uit het district Graaff je is, dan vroegerhij heeft me zelfs eens verweten, dat je door mij daar gekomen waart, dat mag nu wel in een vlaag van humeur geweest zijn, en hoe het ook zij, hij is oud genoeg om uit zijne eigen oogen te kijken, en ik heb hem niets op de mouw gespeld. Bedenk dat je op kantoor zijt geplaatst, niet om op de daden van den patroon te letten en die te veroor- deelen, maar om zijn bevelen te volgen en gebruik te maken van zijne uitgebreide handelskennis. Verleden zomer heeft de heer Van Meenen gezegd je naar Artis mee te zullen nemen, daar is nieis van gekomen, dat speet me, dat was een bewijs, dat hij niet meer aan je dacht. Ik beu nu ook lid geworden, on dus kan ik je wel raeê nemen, en als je lust hebt ga je Zondag maar met mij, maar ik wou liever dat Van Meenen je daar gebracht had. Bedenk, dat je van hem tegenwoordig tienmaal meer afhaDgt dan van mij, en maak je onmisbaar, dat is de beste wensch, die ik je geven kan." Deze redevoering had eene zonderlinge uitwerking op Bondt. In alles zijn plicht doeD, dat ging goedmaar Van Meenen, dien hij minachtte, eerbied te coonen, dat mocht nietzich onmisbaar maken, was mooi gezegd, maar moeieljjk gedaan in iemands oogen te peilen wat hjj wilde, was letterlijk onmogelijk. Hij begreep, dat Van Willigen hem uit wezenlijke vriend schap een goeden raad gegeven had, die

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1901 | | pagina 1