No. 15. Zaterdag 25 Mei 1901. !7e «faarö Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse h- Vlaand ere ik F. DIELEMAN, AXEL. Ituiienlaml FEUILLETON. Biimenlaiiri. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent voor België 70 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters wordet naar nlaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk tot Dinsdag-en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Dinsdagavond verschijnt de AXELSCHE COURANT niet. van MAANDAG 27 tot en met DONDERDAG 30 MEI 1901. Men bericht, dat De Wet in de Kaap kolonie is gekomen. Het is een Ecgelsch bericht en voorzichtigheid is dus aan te raden. Maar het kan heel goed zijn De Engelschen hebben het altijd voorgesteld, dat de Boeren en vroeger en nu alleen naar de Kaapkolonie trekken, omdat zij het in den Vrijstaat niet konden uithou den van den honger. Dat is een van de vele leugens, onhandig genoeg aangebracht om niet achter de waarheid te komen Als iemand grof liegt, zit er gewoonlijk iets achterzoo ook hier. Tusschen de regels van de kolosale oveiwinningen van de Engelschen in de Kaapkolonie leest men zeer duidelijk, dat het aantal rebellen zooals zij doorgaans genoemd worden d. w. z. Afrikaanders die zich bij de Boeren hebben aangesloten, in den laatsteu tijd zeer is toegenomen. Dat zou ook niet te verwonderen zijn na de behandeling of beter mishandeling van de Afrikaanders en de schandelijke taal door de kranten van Rhodes gevoerd. Hier toch wordt dat de Afrikaanderbond moet „Ja maar dat kan op een dag moeilijk gaan ol hij zou de kerk moeten verzui men en d..t wilt bjj niet en hij wil aau zijn patroon met vragen om een Zater dag vrü te hebben „En waarom niet „Omdat een van zijn confraters, ik ge loof een zekere Willernsen. daar hij nog al dikwijls van spreekt, het laatst ook eens aan Van Meenen gevraagd heeft, maar er met een beelen laDgen neus af is gekomen en toen heelt Buudewijn ge zegd dat hij zich daar nooit aan wagen zou. Het moet dan ook als niet viien- 'deiijk geweest zijn, wat Van Meenen gezegd heelt. „Maar dat is toch geen reden om niet vragen of hij naar zijn vader mag gaan Op een anderen tijd is de man misschien eens wat beter gemutst. Van Meenen is een knap koopman maai toeb ook een erge kwast, dat's waar, dal heb ik ais makelaar ook wel eens ondervonden. Maar die jongen is gek om ziph nu te verbeelden dat hij geen dag uit de kerk mag bljjven om zijn ouden vader op te zoeken. Daar komt Louisa aan, die moet ons eens meer vertellen. Wel kind lief, zeg me eens, waarom spreekt Boud worden opgeheven, het Hollandsch op de scholen afgeschaft in kort datgene gedaan wat strekken moet de Hollanders uit te roeien in Zuid-Afrikaais de Kaapsche Regeering dat niet doet"? moet de Kaap ook maar tot kroonkolonie worden ver. klaard en de Rijksregeering bet doen Is het niet natuurlijk, dat de Afrikaander op die wijs tot vertwijfeling wordt ge dreven De Afrikaander kranten mogen niet meer verschijnen, de Hollandsche pers is dood gemaakt en wij krijgen dus geen inlichtingen over het ware van den toe stand. Daarom heeft te meer waarde wat Je zeer gewaardeerde correspondent van de Zwolsche Courant schrijft uit Kaap stad. Na den spot gedreven te hebben met de Engelsche cijfers vangedoode en gevangen Boeren meldt hij over den toestand in de Kaapkolonie „Men is ons herhaaldelijk komen ver zekeren, dat zeer weinige Kaapkolonisten zich bij de republikeinen aansluiten. Deze bewering wordt echter gelogenstraft door het feit, dat men nu heeft goed gedacht strengere maatregelen te nemen tegen, degenen, die de wapens opnemen voor de republikeinen Op 12 April was tijd verstreken binnen welken politieke misdaden gestraft zouden worden onder de speciale wet. verleden jaar door het Kaapsche Parlement gepasseerd. Dadelijk werd door de Regeering aangekondigd dat politieke misdadigers ua dien datum betrapt, onder de gewone wet vervolgd zouden worden, de strafbepalingen die ook de doodstraf insluiten. Die kennis geving is nu vervangen door een andere van Kitchener ten effecte dat in het ver- er nooit eens van, om naar Gmenewal is gaan. Dat is toch wel heel onnatuur lyk en bewijst niet veel gevoel.* „Och papa, dat moet u niet z»ggen, maar ik geloof dat die mijnheer Van Muonen geen liet mensch is.« „Nu ja, maar dal die mm misschien, daar hij veel aan zijn hoofd heeft, wat Jiiflig kan wezen, is nog geen i eden om niet eens te vragen een dag naar zijn vatler te mogen gaan. 't Is toch altijd zgr. vader." „Ja maar papa. 3oud kan niet verdra- g it zip! p.troon Ugen hem vloekt* „Mm. dit mo*t een jougmensch vei- di a_ li. „J O i i B .»é"3aegi dat hij het mis schien wel verdragen zou als die mijn heer Van Meenen zelf niet zoo'n, ja ik durf het eigenlijk niet zeggen, wat by zegt het ook alleen als hij driftig is, ik mag het, ook niet vertellen, maar u vraagt er nu naar.* „Nu spreekt maar vrij op,« zei mama „Niet zoo'n ellendeling was u moet er niet over spreken, want u hebt er zelf naar geviaagd.* „Neen Louise,* hernam Van Willigen, „maar zie je nu weer, vrouw, altijd van die hooge ideën, die ze in hunne letter kundige gezelschappen opdoen, van zijn patroon mets te willen hooien, omdat hij misschien het een en ander vernomen heeft wat hem niet bevalt. Van Meenen is zeker alles behalve zocder gebreken, volg alle Britsche onderdanen, die de Boeren steunen, zonder omslag voor de krijgshoven terecht zullen staan en bij veroordeeling bloot staan aan de streng ste straffen. Er is geen district der kolonie, waar de krijgswet van kracht is, waar de plaat selijke gevangenissen niet stampvol zijn van Afrikaanders, van de respectabelsten in den lande, velen waarvan hoewel reeds maanden lang achter slot, nog nooit in verhoor zijn geweest en niet weten waar van zij beschuldigd staan. Honderden zijn opgesloten op de veel omvattende aanklacht van hoogverraad Op de beuzelachtigste verklaringen van naturellen worden mannen van aanzien in de gevangenis gestopt en daar gehou den zoolang het deu militairen behaagt. „Te Graaff Reinett hebben de militai ren de woning vau den heer Te Water vader van den oud-Minister dr. Te Water letterlijk onderste boven gekeerd, onder het voorwendsel, dat zij zochten naar aldaar verborgen wapens. Vloeren werden opengerukt, de tuin omgegraven en zoo werd alles in puin gelaten. De heer Te Water moest alles op eigen kosten doen herstellen. Natuurlijk werden er geen wapens gevonden, omdat ze nooit daar verborgen waren. Dergelijke dingen heb ben ook aan de Paarl plaats gehad en dit alles moet .natuurlijk samenwerken om den band tusschen 'Afrikaanders en Engelschen nauwer aan te halen.* Als men zulke dingen leest, begrijpt men, dat De Wet weer naar de Kaap kolonie is; het terrein is daar meer be reid dan vroeger voor een algemeenen opstand door de Engelschen zelf. maar wat kan hem dat schelen, hij is daar om zijn plicht te doen, om zich verdienstelijk te maken, en of zijn patroon moreel is of niet dat gaat hem ni6ts aan,* „Maar lieve, dat die dingen, die van dien heer bekend zijn, zoo'n impressie op hem maken, kan ik me toch wel be grijpen.* »JZoo zijn de vrouwen altijd Maar als ik van mijn principalen geen geld wou verdienen, ol begreep niets van hen te moeten verdragen, als ze zich niet allen voorbeeldig gedroegen, dan kwam ik er' waarachtig niet. Is hij dan zoo vlekkeloos? "n wie weet wat hij nog worden kan Wat zijn dat toch voor overdreven denk beelden Om b. v. niet voor een dag uit de kerk te willen blijven, als hy een bezoek zou kunnen brengen aan een vadei die bem zoo lief heeft, en met zijn eene been in het graf staat." >Neen papa, daar moet u nu niet van sprekeD," zei Louize, »want weet u waar om Boud dat niet doen wil omdat hij zeker weet, dat de dominé dat zelf niet zou goedkeuren, want hij wou wat graag, maar zyn vader beeft altijl gezegd, dat men eerst onzen lieven Heer en dan de inenschon moet dienen, en hij heeft my dikwyis gezegd, dat bij naar GroeDewal gaan zou, en zijn kantoor en keik en alles zou laten loopen als zijn vader ziek was, maar eer nietu moest eens weten boe graag bij zijn vader wou zien." Wordt vervolgd.) Hoe ellendig de toestand te Kaapstad is blijkt uit de mededeeling vau gezeg den correspondent over de gevolgen van de pest, De builenpest, zoo schrijft hij, neemt nog steeds in hevigheid toe en veroorzaakt een heeleu uittocht vau in woners naar Europa. Allen die het maar eenigszins schikken kannen pakken huD reiskoffers en vertrekken per eerste stoom boot. De aanvraag om passage is zoo groot, dat men reeds weken te voren plaats moet bespreken als men niet te leurgesteld wil worden. Het lijkt veel op het verlaten door de ratten van het zinkend schip, maar in dit geval zijn het ongelukkig de ratten, die achterblijven. Konden wij maar van hen ontslagen raken, het zou met de bestrijdin.; van de pest veel gemakkelijker gaan. De pest verspreidt zich al verder onder de militai ren, is reeds zoover binnenslands dat te Mafeking een geval van pest is voorge komen. De lijder was 'n soldaat. In een vorig schrijven liet ik mijn vermoeden doorschemeren, dat de plaag reeds wijd onder de Britsche troepen verspreid was. Deze dagen kwam mij het volgende ter ooreu, dat mijn vermoeden versterkt Een sergeant van den geneeskundigen dienst, pas van Pretoria alhier teruggekeerd. Was in een der kampen in de uabijheid vau Kaapstad, toen een der soldaten verwijderd moest worden, daar hij verklaard werd aan de pest te lijden. De sergeant ging eens den pestlijder zien. Na hem gade slagen te hebben, merkte hij bedaard tegen een makker op: »Dat is builenpest? Te Pretoria noemen wij het ingewandskoorts. Aan de „Central News" wordt uit Pretoria geseind, dat een Boerenraacht, thans tot vierduizend man aangegroeid, met drie kanonnen, het bergachtige ter rein bij Botha's pas in de Drakenbergea bezet houdt. Begint de aftocht, vraagt een Belgisch blad, bij het overnemen van het bericht in de „Daily Express*, volgens hetwelk in de wandelgangen van het Lagerhuis het gerucht liep, dat Kitchener gedreigd had, al zijn posities, hooger dan Pretoria gelegen, te ontruimen, iudien het gouver nement hem geen verdere versterkingen zond. Nog een merkwaardig bericht uit Kaap stad van 16 Mei„Meu meldt uit ver schillende plaatsen bloedige gevechten, die geleverd moeten zijn tusschen de geregelde en de koloniale troepen van het Engelsche leger. Deze botsingen zijn grootendeels te wijten aan de Engelsche officieren die, daar zij van adel zijn en doortrokken met kaste-vooroordeelen, de officieren van de koloniale troepen 'met minachting behandelen. De onderlinge twisten nemen zulk een ernstig karakter aan, dat zelfs de koppigste chauvinisten dientengevolge naar het einde van den oorlog gaan verlangen Overdreven wellicht, maar niet zonder grondmen kan 't zich wel voorstellen hoe dit is. De heer Gleichman heelt het volgende schrijven gericht tot de laden der Tweede Kamer

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1901 | | pagina 1