IJ LI No. 14L Woensdag 22 Mei 1901. I7e Jaarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch -Vlaanderen. F. DIELEMAfl, AXEL. Landbouw en Veeteelt. FEUILLETON. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 8 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worde» naar ulaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk tot Dinsdag-en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Diepe Grondbewerking. (Slot.) Onkruid- vernietiging. Ook wanneer men niet van den ploeg gebruik kan maken, kan het tweevoren het bewerken van den grond tot dubbele diepte worden toegepast. Het twee steek diep spitten dient echter zoodanig te geschieden, dat de bovenste steefc boven de onderste steek onder blijftanders toch zou de minst vruchtbare aarde boven komen. Geen wonder dat zij, die het tweevoren averechts toepasten, daarmeê bedrogen uitkwamen en door de ongunstige uit komsten geheel werden afgeschrikt. Men gaat bij het tweevoren aldus te werk. Van de eerste greppel legt men de aarde van den eersten steek aan de buitenzijde op den kant en laat ze daar liggen, tot men aan het einde van den tuin gekomen is, om er de laatste greppel meê te vullen. De tweede steek wordt eenvoudig omge keerd en blijft dus op de plaats. De greppel wordt daarna gevuld met den eersten steek uit den 2e greppel Zoo gaat men voort tot het einde, telkens den ondersten steek omkeerende en op de plaats latende, en daarna de greppel vullende met den eersten steek uit de volgende greppel. Op soortgelijke wijze is het mogeiijk om, waar een zeer diepe grondbewerking wenschelijk wordt geacht, drie-steek diep te spitten. Men neemt dan drie greppels tegelijk in bewerking. De bovenste en middelste steek van de le greppel komen aan de buitenzijde te liggen, den ondersten steek keert men om. Nu wordt de greppel gevuld met den Toen namelijk de man van mevionw Halm nog leefde, werden er reeds vele aanmerkingen gemaakt, dat Van Meenen op alle publieke plaatsen althans zoo dicht by mevrouw gezien werd, als mijn heer zelf en men meende dat dit opzijn minst genomen, ongepast was, alsmede dat wanneer mijnheer Van Meenen eene rijke oude vrouw getrouwd bad, geen mensch hem daartoe gedwongen had, terwijl mevrouw Halm, die bij uitnemend heid schoon was. ook volstrekt niet ge dwongen om den leelijken en ook niet zeer jongen, maar niet minder vermogeu- den Halm, als echtgenoot aan le nemen doen dat, daar de zaak nu eenmaal zoo was, het volstrekt niet te pas kwam, dat men het schoone vrouwtje altijd zag met den levendigen galanten koopman. Toen echter de oude heer dood was, werden de bezoeken bij de weduwe me- nigvuldiger, 't is waar, de overledene had door verkeerde speculaties zijn groot ver mogen verspeeld, en de viienden van Van Meenen beweerden overal, dat de hoop man slechts een belangloos vriend in nood was, maar- dit werd door weinigen zoo gaaf' aangenomen, te meer daar hij zeil een vrij talrijk hulsgezin had. middelsten steek uit de 2e en den bovensten steek uit de 8e greppel. De bovenste steek uit de 2e greppel komt natuurlijk eveneens aan de buitenzijde, om later de laatste greppel helpen te vullen. Menigeen zal er tegen opzien zulk een tijdroovende, schijnbaar omslachtige en kostbare bewerking uit te voeren. De omslag is echter veel minder dan-.hij te voren lijkt, terwijl men, wat de kosten en meerdere moeite betreft daarvoor in ruime mate door de oogsten schadeloos wordt gesteld. Dikwijls zal de uitkomst de verwachting verre overtreffen. Opgrond van eigen en anderer ervaring durven we een herhaling van het tweevoren, om de zes, zeven jaar, een ieder aanbevelen. De waarde van zijn' grond zal er belangrijk door worden verhoogd Volgens H. K. Schneider neemt de waarde van den grond met 8c/0 toe voor iedere 21/2 centimeter, die de voor meer dan 2 decimeter of palm diep is, terwijl diezelfde waarde voor elke 2V2 c.M. beneden de 2 d.M. met 15 a 20° j afneemt. Wie dus de bouwvoor van zijn' tuin of akker verdiept van 20 centimeter of palm tot b. v. 28 cMzal daardoor de waarde van zijn grond met 25°,'0 of één vierde doen toenemen. Ieder begrijpt, dat deze cijfers een betrekkelijke waarde hebben en volstrekt niet als geldende onder alle omstandigheden genomen mogen worden. Toch kan gerust iedere landbouwer of tuinbezitter hierin een opwekking vinden om eens met een diepe grondbewerking een proef te nemen. Als een der voordeelen van zulk een bewerking noemden we ookde betere Spoedig werd een zekere notaris Van 't Zand doodelijk veiliefd op het weeuwtje en zij scheen hem ook gaarne te zien, doch eensklaps kwam de notaris nooit meer ten haien huize, en niemand wist doch iedereen giste waarom. De bezoeken van Van Meenen werden steeds menig- vuldiger, zijne vrouw, geen katje om zen der handschoenen aan te vatten, toonde op de ondubbelzinnigste wijze, dat zij alles bemerkte, en maakte den koopman in zijn huis het leven zoo moede, dat hij er wel uit moest, en waar zou hij anders troost vindeu, dan bij het weeuwtje De huiskrakeelen bleven ook op het kantoor niet verborgen, evenmin als de oorzaak Jaartoe. Zette de patroon 's avonds den hoed op, dan riepen de bedienden: „wil len wij mevrouw gaan troosien „Van Meenen is een vader van weeuwen en weezen,c (mevrouw Halm namelijk, had ook een dochtertje) enz. Dan werd er braaf gelachen en de glossen waren oneindig, maar meestal lachte Boud niet mede, want iemand, die eene vrouw trouwen kon om het geld, en haar naderhand verstooten, dat was in zijne oogen het gruwelijkste dat men zich kon denken. Hij wa» daarom zelfs verheugd, dat de intimiteit tusschenVan Meenen en hem niet meer bestond, ja dat de koopman hem aan zijn lot over liet, want hij wist zeer wel, dat hem niet passen zoude een onbescheiden woord tot hem te spreken, die God boven hem vernietiging van het onkruid. We mogen niet nalaten in dit verband mede te deelen, wat daaromtrent door „Rosenberg Lipins- kig in zijn werk „der praktische Ackerbou" wordt gezegd. Deze keurt daarin ten zeerste af de behandeling der stoppelvelden, waarbij de grond herhaaldelijk en ook diep wordt geploe|d. De structuur van den grond (dat isde samenhang der gronddeeltjes) wordt, daardoor, volge&s zijn oordeel, niet beter de aarde wordt min of meer poedervormig. Rust acht hij noodig voor den bouwgrond om in vruchtoaren toestand te komen, daar men de dampkringslucht gelegenheid moet geven om op den bodem in te werken en daarin de gewenschte scheikundige omzettingen te doen plaats hebben. Meer toch dan het ploegen eggen is het zegt Rosenberg-Lipinskigde invloed der dampkringslucht, welke den bodem in geschikten staat moet brengen. Zal die invloed niet gestoord worden, dan is 'daarvoor, evenals voor het rijzen van 't deeg, na vermenging met gist, rust noodig. Is het land door onkruid (kweek) veront reinigd, dan begint ook hij met een opper vlakkige bewerking, ongeveer 4 c. M. diep roet den schilploeg, een' ploeg met 3 scharren, waarmee 7 a 8 cM breed en 1 6 a 3.9 c. M diep geploegd wordthier door worden de onkruidwortels afgesneden en verdrogen. Loopen de in den grond gebieveue weer uit, dan gaat hij den groei daarvan tegen door herhaald eggen af, als dit niet baat, door bewerking, na 3 a 4 weken, met een' cultivator tot een diepte van slechts 2 5 7,8 c. M. Vormt zich na een' plasregen een korst, dan laat hij zoodra mogelijk opnieuw eggen. Aldus gesteld had. maar hij gevoelde, dat het hem onmogelijk wezen zoude ten allen tijde tegenover dezen man te zwijgen. En toch het was „dom«, niet waar lezers dat hij zich niet aansloot aan hem, van wien h(j nu zooveel verwachten moest Hoe zou h(j ooit vooruit komen, als hij zijn patroon tot vijand had V Maar aan al deze zaken dacht bij niet, hij voelde achting of minachting, hij was oprecht als de duiven de listigheid der slangen ontbrak hem Hij deed zijn werk zoo gobd als hij het kon, maar heel goed kon hij het niet, de energie om zich zeiven te dwingen, het beter te doen dan hij kon, bezat hij niet, Want die had hij moeten verkrijgen of door ingenomenheid met zijne werkzaamheden, en die kon men bij den kinderlijken gevoelsmensen niet verwachten, of door ingenomenheid met zjjn patróón, en fie was geheel en al te niet, ja maakte allengs plaats voor diepe verachting. OP ETGEN BEENEN STAAN. Reeds geruimen tijd was alzoo ver- stieken, en wanneer men den huiseüj- ken omgang van Boud vergeleek met die van vroeger dan moest men wel tot het besluit komen dat hij veel was vooruit gegaan. De lieve ongekunstelde, vrij be schaafde toon, ,die hij Van Willigen heerechte was daarvan de voorname zaak terwijl wanneer hij weder in droefgeestige dweeperijen verzonk, niemand meer in verkrijgt hij een goede structuur, de in den grond voorkomende wortels zijn groo- tendeels verteerd, de grond wordt los en „gaar'' Op deze oppervlakkige bewerking volgt het ploegen op de volle diepte vóór het zaaien geschiedt dit eerst in 't voor jaar, dan blijkt het land ongeëgd, op de ruwe vurg zoogenaamd, tot dien tijd liggen. Vooral voor de vernietiging van kweek of het puingras acht Rozenberg-Li- pinshig de door hem gevolgde methode doeltreffend Door hem genomen proeven toonden aan, dat de kweekwortels, wan neer ze slechts eenige malen worden afge stoken, te gronde gaan, terwijl zijn be wering, dat door het ploegen de kweek en andere wortelstokken vaak te veel worden verdeeld, ons niet ongegrond voor komt. In elk geval achten wij ziin met hode de overweging door onze landbouwers ten volle waard. Een aankondiging van het onlangs bij den Uitgever F. P. d'Huy te Middelburg verschenen werkje „Kennis van den grond" sluit zich bij bovenstaand artikel volkomen aan. 't Is door den schrijver, den heer A. de Smidt, geschreven voor leerlingen aan wintercursussen in landbouwkunde en we achten het daarvoor alleszins geschikt. Het werkje houdt rekening met de eischen, welke aan zoodanige leerlingen mogen worden gesteld, gelijk te verwachten was, daar de schrijver zelf met het onderwijs aan meer dan één cursus is belast, 't Gebruik van het werkje bespaart veel tijd, daar het 't voor de leerlingen afmattende dicteeren on noodig maakt. Achter in het boekje vindt men over elk der negen hoofdstukken een reeks vragen, met be staat was hem daarvan te genezen, dan Louise die, met haar lief gevoelig karakter met hare duizende petits soins en aller liefste manieren, het geschiktst was hem te doen gevoelen dat godsdienst eu deugd volstrekt de goede vormen niet behoeven uit te sluiten. Den makelaar ontging het iutussehen niet, dat de Vriendschap tusschen Louise en Boude wijn steeds hechter werd en hij zeide dairomtot zijne vrouw: „Lieve Mina ik geloof dat we bast deden als we Boudawijn niet meer bij ons aan huis bieldon." „Hoe zoo? hij hindert mij niet." „Neen mij even min, maar hebt ge niet gezien hoe lief hij onze Louise vindt." „Och kom Van Willigen, je maakt me aan 't lachen. Louise is nog een kind.« „Toegestemd, maar Boud niet meer/ en de tijd komt dat zy ook geen kind meer wezen zal." „Nu dan zal het tijd genoeg zijn." „Neen dan kon het te laat z(jn, althans het zou le voorzien zijn dat zoo de vriend schap niet in liefde overging, die vriend schap in al hare kracht zei blijven be staan, en reken dan eens tot welkelieve praatjes dit aanleiding zou kunnen geven en hoe het te verhinderen Zeggen dat twee menschen, tüe zoo vele jaren gemeenzaam samen h6bben omgegaan in eens eene respectueuse dis tantie zullen in acht uetnen?

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1901 | | pagina 1