(icmengd Nieuws.
Kaapkolonie zich uitbreidt en 7000 op
standelingen zich bij de Boeren gevoegd
hebben. Als het maar waar was
Uit de verliezenlijstTe Egyifontein
(Gelegenfontein in het district Burgers
dorp, zijn den 29en April een majoor en
9 man gewond bij Bethlehem zijn op 28
April 5 man gewond te Langzeekoegat
zijn op 29 April 3 man gesneuveld en een
gewond bij Zuurfontein zijn op 27 April
2 man gesneuveld en een gewond enz.
Het is een geluk voor het Britsche
leger, dat het ook mannen telt, die tegen
over den laster ten aanzien der Boeren
verkondigd, hun eerlijke opinie durven
zeggen.
Zoo schrijft majoor Pine-Cofijn aan de
„Bloemfontein Post," dat hij gelezen heeft
over het sneuvelen van Philip Botha en
van diens goedhartigheid een staaltje wil
meedeelen. „In een gevecht, waarbij een
mijner ondergeschikte officieren sneuvelde,
deed hij mij weten, hoezeer hij den dood
van een zoo dapper officier betreurde. De
burgeis van zijn commando zonden een
krans om op het graf van dien officier te
worden nedergelegd. Ik kan slechts uiting
geven aan het leedwezen waarmede ik
den dood van dien edelmoedigen en loyalen
tegenstander heb vernomen en ik hoop
dat zijn beide zonen, die gewond werden,
herstellen zullen."
Deze brief is de daad van een eerlijk
man
De pest verbreidt zich bedenkelijk
in Zuid-Afrika. Een soldaat te Aliwal-
Noord is aangetast en een gevai kwam
te Mafeking al voor.
Over het algemeen moet ellende en
ziekte in het Engelsche leger hand over
hand toenemen, de hospitalen liggen
overvol.
Een rapport is gepubliceerd van
Charmanne, den Belgischen consul-gene
raal te Durban. Hij schat de blanke
bevolking van de toekomstige Zuid-Afri-
kaansche federatie d. i. de Kaapkolonie,
Transvaal, Vrijstaat, Natal, Rhodesie,
Basutoland en Bechuanaland op 825.000
zielen, waarvan 393.400 Engelschen en
431.600 Hollanders.
De beide Boerenstaten hebben 302.250
inwoners, waarvan 158.000 Hollanders
(Boeren) en 144.250 Engelschen.
Charmanne meent, dat herstel van den
vrede onder Britsch gezag belangrijke
vooruitgang zal brengen in handel en
nijverheid.
Het staat slecht met de groote
kanaalplannen van keizer Wilhelm. De
jonkers van den Pruisischen Landdag
willen ze nog niet slikken zelfs nu hun
graanrechten, in het uitzicht zijn gesteld.
De keizer heeft nu de zitting laten
sluitenen.de andere rijksgetrouwen naar
huis gezonden. Er gaan allerlei geruchten,
dat een aantal ministers en in de eerste
plaats Von Miquel zullen tuimelen onder
de uitbarsting der keizerlijke nijdigheid
Den Landdag te ontbinden heeft de keizer
zeker niet aangedurfd.
LONDEN, 6 Mei. Kitchener seinde
gisteren uit Pietoria Sedert mijn laatste
DE KEERZIJDE DER MEDAILLE VAN HET
KANTOORLEVEN.
Nog steeds vervuld met de velerlei ge
dachten van den anderen dag, stond Boud
od met een zwaar hoofd. Aan het ontbijt
gekomen, zaten daar mynheer en mevrouw
Van Willigen en de drie kinderen reeds
op hem te wachten. Mevrouw had een
bijbel voor zich liggen. Zoo was dan toch
dat boek uit de huishouding van Van
Willigen niet gebannen.
»Wel, goede morgen, myc vriend, myn
vrouw wilde juist beginnen een kapittel
uit den bijbel te lezen, ga zittenzei
de makelaar.
Mevrouw las met eene heldere lieve slem
een paar hoofdstukken.
Het scheen dus, dat mevrouw meer om
d"ii bijbel gaf dan mynheer, of zou men
het voor de kinderen doen maar Gods
woord is toch het boek voor allen
Wordt vervolgd.)
telegram hebben de kolonnes gerappor
teerd, dat vier Boeren sneuvelden, 5
werden gewond, 118 gevangen genomen
dat 30 zich overgavendat 106.000
patronen voor klein geweer en 120 wagens
werden buitgemaakt.
JOHANNESBURG, 3 Mei. - Gedurende
de jongste maand hebben de Boeren zich
geconcentreerd bij Hartebeestfontein (ten
N.-W. van Klerksdorp) en hun strijdmacht
aldaar telt nu tusschen 4000 en 5000
man De la Rey voert er bevel. De
Boeren houden op de heuvels een sterke
stelling bezet.
Babington is met hen in aanraking ge
weest. maar zijn strydmacht was niet
sterk genoeg om tot den aanval over te
gaan. Versterkingen worden gezonden
en nu Methuen en generaal Rawlinson
op Hartebeestfontein aanrukken, schijnt
een slag op handen. Men acht het on
mogelijk, dat de Boeren hun stelling
zullen kunnen behouden, daar in de
jongste gevechten hun geheele artillerie
buit is gemaakt.
AXEL, ilen 7 Mei 1901.
Verleden Vrydag des namiddags om
3 u. 56 m. werd uit 'sGravenhage een
telegram aan ons adres verzonden vai
den volgenden inhoudMet vt>rwerping
van alle overige amendementen heeft de
Kamer met 45 tegen 44 stemmen aan
genomen amendement Den Hertog cum
suis om bijzondere toelagen van 50 gul
den toe t.e staan aan gehuwde onderwijzers.
Wegens storing op de telegraaflijn ont
vingen we dit bericht eerst Zaterdagoch
tend per post uit Terneuzen, dus kon
het onmogelijk in het nummer van Vl ij
dagavond, waarvoor het eigenlijk bestemd
was, worden opgenomen. Daar andere
bladen het bericht wel bevatten, schijnt
de storing in den telefoon te zijn geweest
Naar men ons meedeelt komt zoo iets
vaak voor, het is dus wenschelijk dat bet
ding zoo spoedig mogelijk door een tele
graaf wordt vervangen En wanneer men
dan toch aan het verbeteren gaat, dan
ware het praktischer het telegraafkantoor
op meer geschikte uren open te stellen,
wat zeer ten gerieve van het publiek
zou zijn.
Ook is het een ongehoord feit, dat op
een tamelijk druk kantoor post en tele
graaf door één ambtenaar moet bediend
worden. Is dit nu zuinigheid, onwetend
heid of onwil? In ieder geval, een on
houdbare toestand is het zeker.
Waarlijk, het oieuwe postkantoor heeft
alles behalve verbetering gebracht. En
wanneer men niet meer personeel aan
stelt en de kantooruren niet verandert,
zal de verbetering ook niet komen.
Met ingang van 1 dezer zijn in
Zeeland bevorderd de volgende kommie-
zen bij 's rijks belastingen L C. Adri
aansen te Vlissingen (siad) tot kommies
le klasse, A. P. M. M ij te Ter Neuzen
tot kommies 2e k! sse; en V. A. van
Aerde te Aardenburg, R. de Boer te Eede,
J. van Soest te Vlissingen (haven,) C. Bunt
te Aaidenburg, J. W. H. Hogervoist te
Hulst, C L. Vervaeck, te Zuiddorpe en
F. van Hurck te Zuiddorpe, allen tot
kommies derde klasse. M. Ct.
De kommies-ontvanger van het
grenskantoor 2e cat. te Clirge, G. J.
Schuur, is als zoodanig benoemd te de
Poppe (Overysel.)
- No 103 der St. Ct. bevat o.m de
gewijzigde Statuten van de Eerste Neder-
landsche Coöperatieve beetwortelsuiker
fabriek te Sas van Gent.
Te Zierikzee is tot lid der Prov.
Staten gekozen de heer C. J. Hocke
Hoogenboom (lib.) met 1078 stemmen.
De heer C J. Boogerd (antir.) verkreeg
976 stemmen.
Men verzekert, dat het nieuwe feit
dat door den wegens den moord van het
knaapje Boogaard veroordeelden De Jongb
zal worden bijgebracht om tot herziening
van het veroordeelend arrest te geraken,
hierin moet bestaan dat niet hy den moord
heeft gepleegd, doch een ander persoon,
dien de veroordeelde wegens de betrekking
waai in bedoelde persoon tot zijn zuster
stond riet wilde verraden. Thans echter,
nu die zuster sinds jaren overleden is, zou
de aanleiding verdwenen zijn om langer
het stilzwijgen te bewaren. In verband
hiermede wordt herinnerd dat De Jongh,
bij de behandeling zijner zaak aanvankelijk
hreft volgehouden onschuldig te zijn,doch
ook na zijn bekentenis heeft doen door
schemeren, dat er o mstandigheden waren
die hem dwongen de volledige waarheid
te verzwjjgen. Vad.
Ook een drenkeling't Was op de
Noordmolenslooteene volksbuurt in
Schiedam
Muizen dat ze hadden, muizen neen,
maar, niet om te gelooven. Twee, drie in
een nacht 1
't Was een der vorige avonden, juist
toen vader en moeder in het bed wilden
stappen, toen een geritsel gehoord werd,
een gepiep frr.de klap van de val
sloeg dicht.
»Moeder 'n muis! We hebben er weer
een 1 En vader, zoo in z'n onderbeenbe-
kleeding er uit naar den waterkant om
het beestje te verdrinken.
»Zie je, dan kan-ie vannacht nog eens
dienen de val
Met den val onder den arm, de man 't
huis uit.
En net is hy bezig de gevangen muis
te executeeren in de gracht, of daar komt
een kennis, die naar de branderij gaat,
hem achterop.
»Nog zoo laat op vader !c En 't ver
haal van de gevangen muis en een praatje
over 't koüe weer, is de discussie.
„Ga even mee, om den hoek, 'n happie
nemen in de branderij.*
En vader, zooals-ie zeilt en reilt, mee
naar de branderij om 'n happie.
Intnsschen in huis zat moeder in angst.
En ze ging eens kyken waar vader bleef.
En buiten gekomen ziet ze de muizen
val aan den kant staan van vader
geen spoor
„Och God, hij is verdronken me
man En 't luide geschreeuw jaagt de
heele buurt 't huis uit, bij elkaar aan den
waterkant.
Een dreg wordt gehaald, en gevischt,
gebalkt, in 't Schtedamsche zwarte water.
Intnsschen komt vader op z'n gemak
uit de brandery hij veegt met den rug
van z'n breede hand z'n mond af en spoedt
zich naar huis „he, wat zou dat
wezen, daar die hoop menschen aan den
waterkant
En hij dringt zich in 't gedrang en kijkt,
en tuurt met de anderen, in 't water naar
't gedreg.
Maar na verloop van tijd als er niets
belangrijks gevischt wordt, vraagt bij aan
z'n buurman, wat er aan 't handje is.
„Een man verdronken,* dat wil de
buurman zeggen, maar 't woord besterft
hem op de lippen
„Ho staat hier gilt hy
Tableau
En de denkeling van niets wetende, ziet
z'n vrouw opeens in tranen uitbarsten en
hem om den hals vliegen. De dreg werd
opgeborgen en de buren gingen weer naar
bed.
Een dezer dagen, ongeveer te 5 uur
toen het on weder voorbij was, daalde uit
een helderen hemel een vuurbol neer nabij
de buitenplaats Nijenheiin te Zeist. [Merk
waardig is dat hoewel deze vuurbol rake
lings langs een grooten boom de aarde
bereikte, deze boom niets geleden beeft,
terwijl broeiramen, die op eenigen afstand
stonden, werden verbrijzeld en menschen,
welke vrij ver van den boom verwyderd
waren ter aarde werden geworpen en eenige
oogenblikken bewusteloos waren. Onder
den boom zyn slechts eenige gaten te be
speuren, die veel geljjkenis met rnollen-
gangen hebben.
Slaapziekte Na veertien dagen ge
slapen te hebben, is te Osch een vijftien
jarige jongen overleden.
Enkele dagen geleden werd een tim
merman, die de verkeeide gewoonte had
altjjd een potlood in den mond te houder
dat potlood, terwyl bij werkzaam was aan
hnizen te Dordrecht, bjj het toesteken van
een plank, geheel in de keel geduwd.
Door middel van geneeskundige hulp
werd het voorweip met veel moeite ver
wijderd.
Uit het hoek van Dreyfus. Een van
de meest belangwekkende bladzijden uil
dit werk is zeker die, waar Dreyfus be
schrijft hoe de ee.ste tijding van den om
keer tot hem kwam
Maandag 5 Juni 1899 kwam de bewa
ker t- halfeen haastig in myn hut en
stelde mij het volgend briefje ter hand
„Wees zoo goed kapitein Dreyfus onmid
dellijk in kennis te stellen van de beschik
king op het cassatieverzoek door hem ge
daan, luidende als volgt„Het hof vernie
tigt het vonnis, den 22 December 1894
tegen Alfred Dreyfus gewezen en brengt
den beschuldigde voor den krygsraad te
Rennes etc. etc.
Gelast dat dit arrest zal worden gedrukt
en ingeschreven in het register van den
krygsraad die hem veroordeelde krachtens
dit arrest houdt kapitein Dreyfus op on
derworpen te zijn aan het reglement van
deportatie, wordt hersteld in zijn rang en
is weder gerechtigd de uniform te dragen.
Doet de gevangenschap ophouden en de
militaire bewakers van het Duivelseiland
terugkeeien; doet tegelijkertijd het toezicht
overgaan op de brigade gendarmerie.
De kruiser sSfax" vertrekt Zaterdag van
Fort de France met de bestemming om den
beschuldigde naar Frankrijk over te brengen.
Deel aan kapitein Dreyfus deze beslissing
en het vertrek van de »Sfax" mede."
Ik was bovenmate verheugd Ik zou dus
eindelijk van dit oord van kwelling, waaraan
ik vij1 jaar was vastgekluisterd, het marte
laarschap duldend ter wille van de mijnen
en mijzelf, ontsnappen. Het morgenrood van
het recht begon dus voor rnjj aan te breken.
Na deze beschikking van het hof. meende
ik, zou alles terechtkomen en gold het nog
slei hts een formaliteit.
Van myn geschiedenis weet ik niets. Ik
was er in gebleven tot 1894 bij het eenig
bewijsstuk, het bordereau, bij het vonnis
van den eersten krijgsraad, bjj de verschrik
kelijke executieparade ik geloofde aan de
goede trouw van generaal Boisdeffre, ik
geloofde aan het staatshoofd Félix Faure,
beiden dorstend naar gerechtigheid en waar
heid. Daarna is er een sluier voor mijn
oogen gekomen, die dagelyks meer eo meer
ondoordringbaar werd de weinige feiten,
die ik in den loop der laatste maanden
vernomen had, waren my onbegrijpelijk
gebleven. Ik had den naam Esterhazy
vernomen, de oneerlijkheid van luitenant
kolonel Henry en zijn zelfmoord den held-
haftigen luitenant-kolonel Picquart kende
ik slechts door dienstbetrekking. De glorie
volle strijd, door eenige groote geesten
aangebonden, was my geheel onbekend.
In het arrest van het hof had ik gels
zen dat mijn onschuld erkend was, en dat
de krygsraad, waarvoor ik zou verse ijnen
slechts de eervolle taak wachtte, een ver
schrikkelijke gerechtelijke dwaling te her
stellen.
In dienzelfden namiddag van 5 Juni liet
ik bet volgende telegram aan myn vrouw
zenden
„Myn hart en ziel zijn bij u, de kinde
ren en allen. Vertrek Vrydag. Ik verbeid met
onuitsprekelijke vreugde het hoogst ge
lukkig oogenblik, om u in myn armen te
drukken. Duizend kussen."
Het verder volgend verhaal van de reis
en de aankomst in Frankrijk is op eenige
kleine uitzonderingen na, reeds destijds zoo
uitvoerig door alle bladen bekend gemaakt,
dat hetgeen Dreyfus er in zijn brochure
van zegt, alleen zijn waarde ontleent aan
de door hem zelf gedane mededeelingen.
Op den 3den Juli 1899 deed mr Demange
aan Dreyfus het uitvoerig verhaal van
l'Affaire zooals die in Frankryk verloopen
was. »Ik luisterde met hjjgende spanning
en langzamerhand kon ik in myn geest de
keten der gebeurtenissen in de dramatische
geschiedenis samenstellen. De heer Labori
vulde dit eerste mij medegedeelde overzicht
aan. Ik vernam het lange relaas der mis
drijven, der scburkeryen, der euveldaden,
begaan om myn onschuld te gronde te
richten. Ik vernam ook daden van helden
moed, de uiterste inspanning beproefd door