n
mhet
No. 89.
Zaterdag 16 Februari 1901.
I6e «faafg.
11 Bi
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwse h -Vlaanderen
F. DIELEMAN,
AXEL.
Buitenland.
FEUILLETON.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 cent; franco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters wordei
naar olaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Men gelooft zoo gaarne wat men hoopt.
Endaarom zijn de Engelschen vol van twee
dingen le. -dat Botha omsingeld is en
Kitchener hem een onherstelbaar verlies
zal toebrengen2e. dat De Wet die nu
da Kaapkolonie is binnengevallen, een prooi
zal worden van de vijf colonnes die hem
achtervolgen (Paget, Charles, Knox, Bruce
j Hamilton. Cradock en Plumer).
Nu zal het 't best zijn om niet al te
I ongerust te wezen over Botha en De
Wet. Beiden hebben voor heeter vuren
i gestaan en de laatste vooral heeft de
eigenschap om Engelsche generaals ach
ter zich te laten. Twee van de zeven
I colonnes schijnen de vervolging van De
I Wet immers reeds te hebben opgegeven.
Dat is dan ook wel noodig, want men
kan den Vrijstaat niet ontblooten.
Dat blijkt uit verschillende tijdingen.
Uit Craddoch wordt geseind, dat Vrij
dag bij een gevecht met de Boeren twee
man van de Zuid-Afrikaansche ruiterij
werden gedood, vijf gewond en vijftien
werden gevangen genomen.
De Britten hebben Ficksburg weder
bezet, maar de Boeren deden het Wepe
le ner en trekken ook weder naar Fouries-
I burg, hun voorraadschuur.
Om de Britsche kampen bij Kroonstad
I zwerven voortdurend kleine commando's
die evenwel niet aanvielen. Zij hebben
Leeuwkop bezet, een positie die Engel-
brechtsdrift, over de Vaalrivier bestrijkt
Er is- dus nog genoeg te doen voor de
Britten in den Vrijstaat.
Ook in Oostelijk Transvaal. Bij Middel
burg moet Maandag weder een trein
TWEE VBIENDINNEN.
Toen Warenveld vertrokken wa3, dacht
Mina eenigen tijd na over de weinige,
doch veel beteekenende woorden door
Eduard tot haar gesproken. Gaarne zoud6
zij haar harte openbn voor haar vader
doch hoe het aan te leggen Wel had zij
hem kinderlijk lief, maar wonder was het
toch niet, dat het lieve meisje moeielijk
kon besluiten een man over zulke teere
punten aan te spreken, die zoo weinig
kiesch in zijne woorden was. Meer dan
ooit voelde zij het gemis harer moeder,
en 't was of bet onbestemd gevoel van
vreugde in haar hai te plaats maakte vooi
droefgeestigheid. Ze peinsde en droomde,
dacht aan het verledene en het toekomende,
en, ofschoon geen ontevreden woord over
hare lippen kwam, het tegenwoordige was
niet rozenkleurig, want de rozen waren
verbleekt sinds de dood der lieve moeder.
Zoo zij iets meende te mogen hopen van
de toekomst, 't was als Eduaris beeld
haar voor den geest kwam en toch,
hoe kort kende zij den jongeling
Zij besloot eindelijk hare vriendin Suze
te bezoeken.
Toen zij bi) Schoonevelden binnentrad
gederailleerd zijn door een dynamiet
ontploffing; 3 Britten zouden gedood
zijn.
Nu wat de Kaap betreft. De berichten
in de Engelsche bladen zijn van weinig
be teekenis.
Uit Carnavon van Maandag de tijding
dat de geheele streek, tot Brandvlei toe
van paarden is ontbloot.
De landlieden staan alles gaarne aan
de Britten af
Op den len vergezelden Lancashire
fuseliers een van Carnarvon verzonden
convooi. De troepen haastten zich Abi-
quaputspas te bezetten, teneinde het
convooi te kunnen beschermen. En dit
was maar goed ook, want een weinig later
werd de pas door Boeren bezet
Voorts wordt uit het district Williston
gemeld, dat in tegenoverstelling met het
gedrag der Boeren in het Calvina-district
zij zich hier ordelijk gedroegen wel veel
commandeerden, doch niet plunderden.
En dan een praatje over het einde
van den oorlog, dat nabij zou wezen.
Berichten uit Colesberg schijnen den
inval van De Wet te bevestigen, zij
deelen mede, dat men vele Boeren ge
zien heeft bij Donkerpoort, aan de Oranje
rivier, een beetje ten N. van Norvalspont
dat er gevochten is en een Welsh fuse
lier gedoodvoorts dat een commando
Boeren verscheen te Hammansfontein,
bij Colesberg en dat daar in een gevecht
een Brit is gedood.
De pest begint zich te Kaapstad
uit te breiden. Er zijn drie nieuwe ge
vallen voorgekomen. Den mogendheden
zal officieel worden medegedeeld, dat de
haven besmet is.
zag ze dadelijk, dat het oogenblik niet
gunstig was. De burgemeester had een
knorrig gezicht. Suze had de tranen in de
oogen moeder was bleek en stil
Ant keek strak voor zich op het hand
werk. Mina werd nauwelijks verweikomd
en was met haar houding tamelijk ver
legen.
»We hebben met menheer Van Willi
gen een toertje gemaakt.*
»Hm, mooi weer vooi een toertje,*
biomde de burgemeester.
Mevrouw Schoonevelden kwam ver
zachtend tusscbenbeiden»zoo lieve Mina
en je heb pleizier gehad? Was net niet
wat luchtig.*
Mina luisterde niet, zoo medelijdend
zag ze haar vriendin aan.
»Wei meisje wat ben je afgetrokken.*
>'t Zal van het toertje komen. Eerst
zich exponeeren aan wind en weer bd
naderhand de tering krijgen." Mina's
moeder was aan de tering gestorven.
»Schoonevelden hernam mevrouw
bestraffend.
»Mijnhear, vader is mee geweest en
die is dokter,* zei ze »en vader weet
ook wat tering is.«
»Hm," was het eenige antwoord, dat
toch misschien een teeken was, dat hij
de verdiende zet begreep.
Een kwartier werd zoo doorgeworsteld.
»Lieve Suze, ik won je eons even alleen
spreken, wil je," vroeg Mina.
>Geheimen van Jankallebas 1* klonk
Toen het middernacht was op den
laatsten dag van het afgeloopen jaar en
over dien tijdsdrempel de scheidende en
de komende eeuw elkaar de hand reik
ten, heeft de regeering van den Czaar
nog een daad verricht, die ten duidelijk
ste getuigt van haar haat tegen elke
vrijzinnigheid, tegen elke vrije uiting,
tegen elk streven naar burgerlijke onaf
hankelijkheid. Achter gesloten deuren
met uitsluiting van openbaarheid, werd
over 393 jonge lieden, studenten aan de
universiteit te Kiew het vonnis geveld.
De zaak komt hierop neer.
Op 29 Juli 1897 werd een keizerlijk
besluit uitgevaardigd waarbij een ieder
die aan een beweging van de hoogeschool
deel zou nemen, met opsluiting in de
kazerne werd bedreigd Kort te voren
hadden de studenten de kolleges gewei
gerd te bezoeken zoo lang niet de huis
houdelijke inrichting der hoogescholen
aan banden zou worden gelegd.
Er kwam toen niets daarvan, de po
litie overwon, de studenten moesten zich
schikken.
De regeering liet de misstanden zoo
als zij waren alleen de spionneerdienst
werd nog uitgebreid en de universiteits
gendarmes traden nog brutaler op dan
vroeger.
De beste onderwijskrachten werden
ontslagen omdat zij de regeering niet
reaktionair genoeg waren en in de plaats
van de ontslagen professoren stelde men
gewillige kreaturen die de wetenschap
verlaagden tot een werktuig der regeering.
De wrevel onder de studenten groeide
en wies aan en toen eindelijk de re
geering een harer trouwste strooplikkers
het met het geluid van een brombas.
Suze wenkte toestemmend - en beiden
verlieten de zaal.
Toen ze op Suze's kamer waren, hei
nam Mina beste meid, zeg eens, heb
je verdriet." Was het wonder dat ze het
eerst dacht aan hare vuendin Suze
snikte. >Foei, dat mag ik niet zien, spreek
dan, het zal helpen, toe.*
»Och Mina, papa is zoo hard tegen
me geweest.*
»Nu maar mijn vader kan ook wel
eens wat uitvaren, en toch meent hij
het goed.*
>Ja maar dat is wat anders, want
dat is een goedhartig lief man, maar mijn
och dat wou ik niet zeggen
Neen ze wou niet zeggen dat haar vader
een despoot was zonder gevoelmaar
verkroppen kon zij het nauwelijks. Goed
voor Mina, dat ze niet alle bijzonderheden
van de onaangenaamheid gehoord had
vooral nu Hoe zou ook een meisje kunnen
ven ellen, dat haar vader om eene niets
waardige kleinigheid zóó verre was gegaan,
van zinspelen te maken op den leeftijd
en het weinig aanlokkelijke zLjnei dochter,
ja zelfs de vergelijking van vaatjes zuur
bier te gebruiken eene vergelijking,
stuitend in lederen mond, onvergefelijk in
den nnr.l van een vader. Neen het was
Dij Schoonevelden niet gebrek aan vorm,
het- was gebrek aan hart. Terugstootend
was die man, als hij buiten 'a huis in
bespottelijke gezwollenheid zijne deftigheid
tot hoogleeraar aanstelde, kwam het tot
een uitbarsting. Zij verzochten benoeming
van een ander. Men wees hen af, en zij
besloten toen de lessen niet meer bij te
wonen.
De strijd werd gewonnen, de profes
sor moest zijn kollege's staken. Men
wachtte echter op de gelegenheid om op
de studenten wraak te nemen.
De rechter strafte een aantai studen
ten, die in een vergadering hadden aan
gedrongen op verwijdering van een mede
student waarvan gemeene daden bewe
zen waren met opsluiting. Zijweigerden
die straf te ondergaan en werden van
de universiteit uitgesloten. In menigte
gingen de studenten toen de toelating
vragen voor hun kameraden en verklaar
den het gebouw niet te zullen verlaten, voor
de rechter, die hen niet te woord wilde
staan, hen zou hebben aangehoord. Nu
was het tijd om een slag te slaan.
De gouverneur-generaal Dmgemiroff
deed de universiteit omsingelen door mi
litairen de namen der aanwezigen werden
opgeschreven en men liet hen voorloopig
in vrijheid doch om hen dadelijk daarop
voor een buitengewone rechtbank te da
gen, saamgesteld uit vertegenwoordigers
van de verschillende ministeries. Zonder
eenigen omslag werd het vonnis geveld.
Twee studenten werden tot 3 jaar, 5
tot 2 jaar en 176 tot 1 jaar kazerne-
dienst als gewoon soldaat veroordeeld, 209
kregen een scherpe berisping en verliezen
alle voordeelen van hun stand.
Wie de Russische kazerne kent, weet
dat hij die als veroordeelde den dienst
daar moet mee maken, boven zooveel
vernedering, en vrijheid en smaad, het
aan den dag legde terugstootend bleef
die man, als hij in huis tot de onbehage-
lijkste platheid afdaalde.
Mina, die Schoonevelden kende, begreep
niet verder te mogen aandringen op ver
trouwen, maar zei alleen
»Lieve Suze, ik heb wezenlijk mede
lijden met je."
's Burgemeesters-dochter was verschei
den jaren ouder dan Mina, en toch was
de vriendschap der twee meisjes innig
en niet alleen te verklaren uit de over
eenkomst van karakters, maar ook uit het
gering aantal meisjes, dat in het dorp
woonde.
Suze vond werkelijk troost en afleiding
bij hare vriendin zoodat het gesprek al
ras een weinig vroolijker werd.
»Maar MieD zeg eens, waarom komt
ge op dit ongewoon uur? Nooit kon
je me welkomer zijn, dat spreekt."
Mina aarzelde mot antwoorden.
„Ja je hebt iets bijzonders.*
>Och neen, vraag het maar Diet, en
toch van avond zie ik hem,* en ze ver
telde baar wedervaren met Eduard. ,Zeg
me nu, gij zijt ouder en wijzer dan ik,
wat mo9t ik doen? Van avond naar Van
Willigen gaan of niet? Alles aan vader
vertellen als hij morgen thuis komt, of
niet? Moet ik het voor een deklaratie
houden Ik kan toch niet gelooven dat
hij het niet meenen zou?*
Beste m&id, je vraagt me veel, en het