Itinncnlaiid.
Huwelijk der Koningin.
Men ging over tot stemming over een
motie van Fulcis waarin verklaard wordt
dat de Kamer de ontbinding van de Ka
mer van arbeid te Genua goedkeurt.
Een motie, waarin de handeling der
Regeering werd afgekeurd, werd met 318
tegen 102 stemmen aangenomen.
De afgevaardigde Daneo stelde daarna
de volgende motie voor: De Kamer, over
wegende dat de houding der autoriteiten
tijdens de ontbinding van de Kamer van
arbeid te Genua aan den dag heeft ge
bracht de onzekerheid van economische
en politieke leiding, noodigt het ministerie
uit een regeeringsprogram te ontwikke
len, waardoor een herhaling van derge
lijke feiten voorkomen wordt.
Deze motie werd verworpen met 888
stemmen tegen 1.
De Minister president Saracco verklaar
de dat de Regeering met het oog op het
zonderling resultaat der stemmingen,
zich voorbehield haar plannen later ken
baar te maken.
De zitting werd opgeheven.
Z. H. Hertog Hendrik is bij Kon. be
sluit benoemd tot Prins'der Nederlanden,
met het'praedicaat van Koninklijke Hoog
heid. Aan Z. K. H. is zitting en raad-
gevende^stem in^jden Raad van state ver
leend.
Men "seint''ons uit Leeuwarden, dat
H. M. Koningin gratie heeft verleend aan
Keimpe Hogerhuis, terwyl aan zijne broe
ders Marten en Wiebren ieder drie jaren
afslag is gegeven.
Uit Den Haag meldt men verder, dat
nog verscheidene andere gevangenen af
slag kregen, 70 kregen geheele kwijtschel
ding en 63 ontheffing van verdere straf.
8 M. Ct.
DE PLECHTIGHEID.
»Laat ons bidden", klinkt het.
En weder rijzen allen op en het konink
lijke bruidspaar vouwt met alle aanwezigen
de handen tot een plechtig gebed.
Na dat zeer korte gebed helt de gemeente
steeds opgestaan van de zetels, aan gezang
224 vers 1
«Gezegend d'echt.
Die u verbindtzjjn banden.
Zjjn bloemen en zjjn juk, de trouwe handen,
Door God ineen gelegd 1"
Daarop houdt ds. G. J. Van der Flier.
Hofkapelaan, een toespraak naar aanleiding
van de woorden uit Psalm 4 7b Verhef
Gjj over ons het licht n.vs aanschjjns, o
Heer
Spreker begint met te zeggen dat een
feesture was aangebroken, waarin heel het
volk deelt en die het jubellied «dankt, dankt
nu allen God" uit tal van^harten deed op
sogen.
groote onaangenaamheid te moeten aan
doen. Verontwaardigd en bij uitstek pedant
beerde Van Vliezen zich vierkant om en
keek den dominé aan. Deze sprak op
fikscben toon »Ik verzoek dat de gods
dienstoefening niet door nazangen ont
heiligd worde.De koetsier zette zijn hoed
op en liep weg, Toen nu de slotzang aan
zou vangen, dacht Van Vliezen, nu zal
ik hem wel raken, en zette een keel op,
dat Van Spaan compleet het onderspit
delfde, maar gene maakte tevens zulk een
afgrijselijk geluid, dat niemand hem kon
volgen en hij een halve regel letterlijk
alleen zong. De ernstigste toeschouwer
lachte, de dominé moest toevallig zjjn neus
snuiten en de voorzangei kreeg een kleur
als bloed. Daar zette Van Spaan weder
op nieuw in, en Vun Vliezen was letter
lijk in den giond geboord. Eduard was
siap vau het lachen en kor. zich niet goed
houden. Bij ongeluk zat Mlentje viak over
hem en keken ze elkaar ieder oogenblik
aan Het geproest nam geen eind. en de
dominé werd heel boos en keek nu rechts
dan links. De keik ging gelukkig gauw uit.
t Wordt vervolgd.)
Daarna ontwikkelt hij hoe de bede in
het Psalmwoord de voorwaarde bevat van
duurzaam huwelijksgeluk. Immers dit geluk
bestaat niet in uitwendige dingen maar in
de stemming des harten en geen betere
stemming dan waar de behoefte aan Gods
liefde in ons woont. Die behoefte spreekt
zich uit in zonnige dagen maar niet mir.der
op andere tijden, De bede oin licht onder
stelt duisternis en er komen ook aan den
buwriijkshemel donkere wolkjes. Het hu
welijk begint reeds met offers te vragen.
Ook hier moeten zjj gebracht door den
Hoogen Bruidegom, die land en volk ver
laat, door de Hooge Bruid die van r.u aan
niet meer een geliefde Moedei aldoor aan
haar zijde zal zien. Eu ook voor de toe
komst blijft de keerzjjde van het leven nie
mand bespaard. Daarom bebt Gij Vorstelijk
Bruidspaar dan vooral het j/ebed van David
niet te vergeten; Verhef Gij over ons het
licht uws aanschjjns, o Heer
Niet minder is het U vau noode, om
den plicht, dien IJ het huwelijk oplegt,
npar eisch te vervullen, het is de plicht
der liefde, en dit zegt zooveel, want dit
geldt uwe wederkeerige verhouding. Die
verhouding moet zjjnde man het hoofd,
de vrouw het hart. Dit geldt al verder het
dragen van elkandprs lasten, in het huwe-
ljjk komen toch twee zondige meDScben bjj-
een van welke ieder zijn eigen gebreken
heeft.
Dit geldt eindeljjk de eenheid waartoe
gjj geroepeD zjjt naar Gods beveldie
twee zullen één zijn.
Welnu, de lielde alleen is het, die zulk
een band legt en bewaart. Maar zal die
band niet verslappen, dan moet telkens de
bede het hart vervullen Verhef gjj over
ons het licht uws aanschjjns, o, Heer
De Koninkljjke bruid ontbloot daaiop
de band.
Heel de schare verheft zich.
De inzegening begint. Het Kon. bruids
paar treedt naar voren, tot aan de taiel,
waarachter de hofprediker staat.
Bruid en bruidegom omvatten eikaars
hand, de Koningin diep geroerd en haar
moeder tot tranen toe bewogen.
Dr. v. d. Flier richt zich tot den Prins
Hendrik, Vladimir, Albeit, Ernst, Prins
der Nederlanden, Hertog van Mecklenburg.
Bekeut gjj hier voor Godt ende dese sijne
heylige gemeynte, dat gij genomen bebt
ende neemt tot uwe wettelicke huysvrouwe
Wilhelmina, Helena, Paulina, Marie, Ko
ningin der Nederlanden,
hier tegenwoordigh haer beloovende, dat
gy se nimmermeer suit verlaten haer iief
te hebben ende trouweiick te onderhouden
als een getrouw ende Godtvreeaende man
syne wettelicke vrouwe schuldigh is. Dat
gy oock heyliglick met haer leven wilt,
haer trouwe ende geloove houdende in alle
dingen, nae uytwysen des heyligen Evan-
geliums
En de bruigom antwoordt met een kloek
Jal
Dan wendt de geestelijke zich tot de
bruid
Wilhelmina, Helena, Paulina, Marie, Ko
ningin der Nederlanden,
Bekeut gy hier voor Godt ende dese syne
heylige gemeynte, dat gy genomen hebt
ende neemt tot uwen wettelicken man
Hendrik,
hier tegenwoordigh; welcken gy belooft
gehoorsaem te zyn, hem te dienen ende te
helpen, hem nimmermeer te verlaten, hey
liglick met hem te leven, hem trouwe ende
geloove in alle dingen houdende, ge'ycker-
wys een vrooine ende getrouwe huysvrouwe
haren wettelicken man schuldigh is, nae
uytwysen des .heyligen Evangeliums
En het blonde kopje der Vorsteljjke bruid
njjgt. en zacht, maar vastberaden klinkt
haar gelukkig bljjJa
Weder spreekt nu du geesteljjkeDe
Vader der barmhartigheyt, die u door syne
genade tot desen heyligen staet der Houwe-
u met rechte lielde ende trouwe ende geve
u synen segen. Amen.
In overeenstemming met het bjj de Lu-
thersche Gemeente in Duitschland, waartoe
de Prins behoort, gevolgde gebruik, liet
de Evangeliedienaar daarop de jonggehuw
den de trouwringen wisselen.
Prins Hendrik stak 't eerst de breede
effen gouden ring aan Koningin Wilhel-
mina's b-vend handje; daarop deed rij den
ring van 's Prinsen vinger.
En toen knielden neder.
Dat was het heerljjkste oogenblik van
de plechtigheid.
De handen over het bruidspaar uitstrek
kende verklaarde dr. v. d Flier in naam
der goddelijke Drieëenlieid, Prins en Ko-
ningume door den echt te zijn verbonden.
Nog steeds nee geknield voor God's al
taar, hoorde 't Koi inkiyk echtpaar de bede
aan van de gemeente gezang 96, de vier
laatste regels
„Vader! sla hen steeds In liefde gade;
Zoon des Vaders Schenk Hun Uw ge
nade
Uw gemeenschap, Geest van God
Amen zjj Hun eeuwig lot."
Nu rijzen de jonggehuwden op en wordt
hen een bijbel aangeboden.
Een eveneens korte gelukwensch volgt
hierop, mede een woord tot de Koningin-
Moeder en de Groothertogin van Mecklen-
burg-Schwerin, waarna ten slotte door allen
gezongen wordt Psalm 133 3.
„Waar liefde woont, gebiedt de Heer den
zegen,
Daar woont Hjj zelf, daar wordt zjjn heil
verkregen,
En 't leven tot in eeuwigheid 1"
Met het uitspreken van den z*>gon eindigt
de godsdienstige plechtigheid.
Overluid bidt de godsdienstleeraar
Onze Vader in den hemelUw naam
worde geheiligd! Uw rjjk kome 1 Uw wil
geschiede op de aarde, als in den hemel
Geef ons heden ons dageljjksch brood. En
vergeef ons onze schulden, geljjk wjj onzen
schuldenaren vergeven. En leid ons niet in
verzoeking, maar verlos ons van den kwade
want u is het rjjk en de kracht en de heer
lijkheid in eeuwigheid, Amen
De Koningin en de Prins treden op den
Evangeliedienaar toe en reiken hem dan
kend "de hand. Duideljjk waren de woorden
met kinderlijke teederheid door H. M. ge
sproken «Ik dank u wel, dominé hoorbaar.
Terwjjl het Vorsteljjk echtpaar en de
gasten paarsgewijze, zooals zjj binnentra
den het kerkgebouw verlaten, laat het koor
het indrukwekkend slotnummer hooren
de Hymne van Glück, vierstemming, met
orgel, woorden van den heer P. A. M.
Boele van Hensbroek
Leen o Godzoo hoog verheven,
Leen aan uwer kind'ren koor.
Leen aan ons gebed gehoor
Heerwil, wat wjj vragen, geven
Heer! Gg weet in Uw genade,
Wat den menschen liefde is.
Stralend licht z'op onze paden
Zonder haar slechts duisternis.
Wordt genoteu of geleden
Zjj wie ware lielde bindt,
Zjjn gelukkig en tevreden
Weten zich door U bemind.
Zoo Geen gave hun wilt geven
Wie Uw zegen thans vereent,
't Zjj de liefde die in 't leven
Slechts vereenigd. juicht of weent.
Zjj hun liefde, God en Vader
Als de uwe, eeuwig, rein
Dan, dan komeu Z'U steeds nader,
Godgeljjk wordt dan hun zjjn.
Leen, o Godzoo hoog verheven,
Leen aan uwer kind'ren koor,
Leen aan ons gebed gehoor 1
Heer 1 wil, wat wjj vragen, geven
Terwjjl de Kerk door de aanzienlijke
schare wordt verlaten, hett het orgel de
Marche Pontificale van J. Lemmens aan.
Het Hooge Echtpaar, gevolgd door de
familieleden begeeft zich op plechtstatige
wijze naar do ontvangkamer terug.
Het huweljjk onzer Koningin is vol
trokken.
De Hemel zegene Haar en Haar Gemaal
en Huis
AVUL, den 8 Februari 1901.
Met groote opgewektheid werd gisteren
al nier het feest gevierd der huwelijks
voltrekking var. H. M. onze geliefde Ko
ningin met Hertog Hendrik van Mecklen-
Ouig-oohwerin. Huis aan huis wapperde
de nationale driekleur, hier en daar wa
ren zelfs versieringen aangebracht, waar
onder die aan het stadhuis en de muziek
tent van Concordia wel het fraaist mogen
genoemd worden.
In den voormiddag werden in alle scho
len de kinderen bedacht met een plaat,
een boekje en een sinaasappel, zoodat de
jeugd reeds vroeg in een blijde stemming
verkeerde. En, wij weten het bij onder
vinding, wanneer de kindeten vroolijk
zijn, dan slaat het heel gemakkelijk op
de ouderen over, "vooral op een dag
als deze.
Na de schoolpret hadden in verschil
lende kerken op verzoek der feestcom
missie godsdienstoefeningen plaats om
den zegen des Allerhoogsten af te smee-
ken op het vorstelijke huwelijk.
Des namiddags om 1 uui had op het
stadhuis een bedeeling plaats van krente-
brood aan de behoeftige ingezetenen en
toerf dat w*s afgeloopen, begon het hoofd
punt van de feestdag. Van allo kanten
trokken de verschillende deelnemers aan
den optocht naar het marktpleiD waar
de stoet in elkander werd gezet.
Onze beide muziekgezelschappen «Con
cordia* en «Axel's Werkmanskring* wa
ren natuurliik flink op hun post, wagens
met verschillende ambachten vormden
een der voornaamste leden van deD stoet
terwijl een afdeeling Transvaalscbe Boeren
niet weinig er toe bijdroegen om het ge
heel luister bij te zetten. Het moet dan
ook gezegd worden dat die kranige rui
ters, geheel gekleed naar den eiscb, een
zeer goed figuur maakten.
Toen «Concordia* bet volkslied had
geblazen zette de stoet zich in beweging
om een rondgang door de vêrscnillende
straten te maken. Voorafgegaan door twee
marechaussees te paard wao de stoet als
volgt samengesteld Fanfarengezelschap
»Concordia«, vier versierde wagens waar
op verschillende ambachten werden uit
geoefend, het fanfarengezelschap Axel's
Weikmanskring* en daarna een afdeeiing
Transvaalscbe Boeren met ambulance-
en ammuoitiewagen. En zooals die stoet
zich daai voortbewoog door onze straten
maakte hij een zeer goeden indruk en
had bij zeer veel bekijks en hij mocht
dan trouwens ook goed gezien worden.
Het was een flink stuk werk op zo kotten
tjjd in elkaar gezet. Zoo ziet men ook
hieruit weder wat vereende krachten
kunner. tot stand brengen.
Terwijl de stoet door de gemeente trok
bliezen de muziekgezelschappen er lustig
op los, zoodat gedurende bijna deD ge-
heelen ommegang muziek werd gehoord,
Voor de woning van den burgemeester
werd door de muziekgezelschappen een
nummer uitgevoerd als bewijs van hulde
aan den vertegenwoordiger van H. M. de
Koningin, wat met erkentelijkheid werd
aanvaard.
En zooals overal, kwam ook hieraan
een eind. Op de maikt gekomen werd
de stoet ontbonden verklaard, de burge
meester hield van de pu: van net stad
huis eene toespraak tot de menigte, waarop
luide toejuichingen volgden, de muziekge
zelschappen voerden nog een paar stuk
jes uit en toen verspreidde zich de
menigte.
De pret was echter nog lang niet uit.
Men was nu eigenlijk eerst in de rechte
stemming om feest te vieren. Des avonds
om 8 ure werd een vuurwerk afgestoken
dat in alle deelen voldeed, wat wel te
denken was, daar het was .vervaardigd
in de bekende ateliers van de heeren
Hendrickx Cie te Antwerpen.
Onze gemeente heeft weder het bewijs
geleveid, dat zij op het stuk van feest-
vieien voor geen enkele plaats behoeft
ouder te doen en de feestcommissie die
de zaak op touw heeft gezet, beeft alle
eer van haar werk.
De feestcommissie heeft een telegram
van gelukwensching aan het vorstelijk
echtpaar verzonden.
- Tot 1 Maart is uitgesteld de be
noeming met ingang van 1 Februari,
van H. W. Bor, thans directeur van het
post- en tblegiaafkantoor te Willemstad,
tot directeur van hel postkaDtoor te
Axel.