No. 82. Woensdag 25 Januari 1901. I6e Jaar#. Nieuws- en Advertentieblad voor Zee uwsch-Vlaanderen F. DIELEMAN, AXEL. Land- en Tuinbouw. FEUILLETON. Buitenland. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdaguvond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent' voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worde» naar nlaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Koolverbouw II. Van een kind sprekende, zegt men wel Het groeit als kool. Deze uitdrukking wijst er op, hoe voorspoedig het koolgewas tiert, wanneer de omstandigheden gunstig zijn. Maar vele landbouwers weten ook van tegenstand en mislukking te spreken. Tal van vijanden bedreigen de ontwik keling der koolplanten men vindt ze aan en in de wortels, aan de bovenaardsche deelen zoowel van jonge als van volwassen planten. Wij zullen thans de verschillende oorzaken van mislukking niet bespreken, .doch willen slechts eenige algemeene op merkingen, door de ervaring ons aan de hand gedaan, ten beste geven. Vruchtwisseling, in het algemeen wen- schelijk, is vooral bij koolverbouw. ook ter voorkoming en bestrijding van daarbij voorkomende ziekten, gebleken noodzake lijk te zijn. Lijden de planten b.v. aan knolvoeten, dan moet men de teelt op denzelfden grond niet voortzetten, maar die minstens drie jaren staken. Ook geen andere kruisbloemige planten verbouwen, opdat aan de splijtzwam, welke de oorzaak is der knolvoeten, geen gelegenheid worde gegeven te blijven leven en den bodem verder te besmetten. Minstens twee jaar toch kunnen de sporen der ziekte in den grond haar kiemvermogen behouden. Waar het onkruid herik groeit, moet dit worden uitgeroeidzieke planten en na den oogst de koolstronken moeten worden verbrand, waardoor niet alleen de ziekte-sporen, doch ook tal van insecten en insectenlarven DE DOBPSDOMINE. »Ik ben toch in mijn schik met mijn k'iuisjen en tuintje," sprak mijnheer Van Willigen. »Ja papa," zei Kaatje, >maar 'tis hier zoo stii." »Ocb, lievedat kan meevallen, we zijn hier nu pas acht dagen en zullen er de vroolqkheid wel inbreDgen." »Ja daar hebt u goed slag van, maar er zijn bier zoo weinig jongeluien dan hebben de menscbeo zoo iets petit bour geois tot zelfs de domine toe, ik kan er niet aan wennen." »Zelfs niet in acht dagen, dat je nog bijna niemand gesproken hebtNeen, mij bevalt het leventje opperbest, als Eduard maar voortgaat mij van tijd tot tijd over de zaken te schrijven. Die dingen -.vil ik wel op een afstand zieD. Daar wordt ge klopt. Binnen »Zoo Van WilligeD, dat Kaatje, boe gaat het »Oppeibest. Wat nieuws?" »Och, wat zou er in Groenewal voor nieuws voorvallen Buitendien heb ik niet veel plezier, om me in nieuwtjes te ver diepen. De dokter Waren veld is dan een vernietigd worden. Op grond van eigen ondervinding kan ik verder aan alle kool verbouwers het gebruik van scheikundige meststoffen ten zeerste aanraden. Waar ik vroeger vaak sukkelde met kwijnende planten en van den oogst soms weinig terecht kwam, heb ik mij thans, nu ik sinds jaren kunstmest gebruik, veel min der te beklagen dan mijn buren, die nog stalmest aanwenden, en mag ik mij bijna zonder uitzondering in een' zeer bevredi genden oogst verheugen. Ook dr. Paul Wagner, die in het landbouwproefstation te Darmstadt proeven heeft genomen met betrekking tot de aanwending van schei kundige meststoffen bij de kooiencultuur beveelt op grond der verkregen uitkomsten het gebruik van Chili-salpeter kalizanten en phosphorzuurmeststof (superphosphaat of Thomasslakken meel) aan. Zonder bemesting verkreeg hij kool- planten, welke zich niet eens wilden sluitenmet Chili-salpeter alleen of met kali en phosphorzuur tamelijk goede kooien met een volledige bemesting als bovengenoemd oogstte hij de prachtigste kool De meststoffen moeten innig met den grond vermengd worden en de bodem dient flink en diep bewerkt te worden. Ieder, die over mislukking te klagen heeft, wier planten door ziekte worden geteisterd, raad ik in vertrouwen aan te handelen als ik en in het najaar het land te bemesten met 2 3 K.G. Chili-salpeter, 10 K.G Kaïniet en 10 K G. Thomasslak ken meel per Are. Zijn de planten uit gezet, dan geve men tijdens den groei bij tusschenpoozen nog eens of een paar malen naar behoefte 2 3 K.G. Chili- wonderlijk mensch. Daar heeft hij toch wezenlijk in open gezelschap verteld, dat als ik voortging met zoo te catechiseren, hij zijn dochter naar een 'naburig dorp bij dominé Van Hameren zou laten lee- ren. Nu moet je weten, dat het kind heel dom is, en ik bovenmate geduld met haar hebben moet. Wat zal ik doen 't Kind weg sturen, of willens en wetens mij in bet gezicht laten snijden Hem gelegen heid geven, 't meisje zelf terug te halen Maar dan ga ik over den tong bij het heele dorp. Stuur ik baar weg, dan vinden ze T ook niet christelijk." »Zoo domine, en zoudt gij dat zelf nog al christelijk vinden Maaimijn hemel ik vraag je wat is je plicht Handel vol gens je principe en laat komen wat wil." »Och, je spreekt goed, van Willigen, maar die dokter kijk, het zou niet vol gens het Evangelie wezen, maar ik zou bijna wenschen ik wensch het niet dat ik voor eeuwig van dien maD verlost was." »Maar, mijn waarde Bondt, ik moet je toch ereis wat vragen, als ik je vroeger sprak, dan had je altijd je mond vol van je vieedzame gemeente. Groenewaldat was de plaats van eendiacht en liefde. Dat kan ik, nn ik hier beu, Diet zoo ge heel en al toegeven." »Hm, vreedzaam nu ja, dat was ook zoo, en buitendien als een domine van zijn gemeente spreekt, dan kan hq er toch salpeter per Are. In slakkenmeel zit tamelijk wat kalk en deze mag voor de kooiencultuur in den grond niet ontbreken. Lijdt de bodem aan kalkarmoede, dan is het gewenscht zoo nu en dan een aparte kalkbemesting aan te wendenzoo ben ik gewoon om de 5 jaren 15 20 K.G. kalk per Are aan den bodem toe te voegen. Men denke er wel om, genoemde mest stoffen, bepaaldelijk kaïnietniet in het voorjaar aan te wenden, daar alsdan het chloor in 't kaïniet kwaad zou kunnen doen. In 't vooijaar gebruiken we in plaats van kaïniet (dat goedkooper is) gereinigde kali. Meer dan één koolverbouwer heeft ondèrvonden, hoe gunstig het uitstrooien van turf- of houtasch op het koolgewas werktdat zal wel toe te schrijven zijn aan het kalkgehalte turfasch bestaat wel voor de helft of de kleinste helft uit kalk en in de asch van savoye kool b.v. zijn ook 3 van de 14 deelen kalkdat is wel 10 maal zooveel als in de asch van aard appelen. Welken gunstigen invloed een kalkbemesting ook overigens nog zou kunnen hebben, laten wij onbesproken, doch uit vorengenoemde blijkt ten duide lijkste, dat voor de koolencultuur een vette grond nog niet voldoende is. dat een zekere hoeveelheid kalk in den bodem niet mag ontbreken. Op een tuinbouw- proefveld in de prov. Groningen verkreeg men bij een overigens goede bemesting alleen voldoende uitkomsten dèar, waar tevens kalk was aangewend Het bedekken van den grond in den winter, nadat de mest in den herfst is aangebracht, met haardasch werkt zeer nuttig. Gebruikers van stalmest kunneD bij ondervinding geen kwaad van zeggen, 't Is dan ook maar alleen die dokter, daar geen mensch het bij houden kan." »Ja, domine, maar ik heb toch wei ge merkt, dat de burgemeester ook al zoo wat met dezen en genen over hoop ligt." »Eene voorbijgaande questie die wezen lijk niet veel beteekent, en die ik mij vlei wel te zulleo bijleggen." Dominé, hoe leg je dat aan?" »Neem me niet kwalijk, maar dat's een gewetensvraag. Nog kan ik er niet op antwoorden. Vooreerst zal ik mijn preek er toeko nenden Zondag naar inrichten." »Och weet je wat, dominé, je doet wezenlijk verstandiger als je begint met dat gehakketeer met den dokter tot een eind te brengen, dan doet zoo'n preek naderhand veel meer nut." >Neem me niet kwalijk, maar wat mijn preeken betreft »Die denk je in te richten naar je eigen oordeel, niet waar »Neen, naar de fondamenten gelegd in de H. Schrift." »Juisi, en ik had misschien beter ge daan, me daar niet meo in te lateD, maar ik zou zoo graag zien, dat je aan de ge meente een voorbeeld gaaft, door je met den dokter te verzoenen." »Spreek nu daar niet meer vanmet iedereen kan ik vrinden blijven, iedereen kan ik Christelijke liefde toedragen, be halve dien man, en ik durf gerust zeggen dat ik het niet alleen b9n. O je trekt nu weten, dat op verschgemesten grond de kooien eer last krijgen van het knollen der wortels, dan wanneer de mest in den herfst wordt aangebracht. Dit dient in acht te worden genomen. B. Pretoria is nu vol troepen en blijkens een bericht aan de Engelsche bladen worden toebereidselen gemaakt voor ver dere operaties. Wij onderstelden dus te recht dat er iets broeide. Trouwens uit het Oosten begint het te spoken. Louis Botha heeft thans zes commando's geschat op 8000 man, onder zijn beve len. Hij heeft de bij Helvetia en Belfast genomen gevangenen ongeveer 300, los gelaten (behalve de officieren) en wordt daardoor niet langer in zrjn bewegingen belemmerd. Men verdenkt hem van het plan van een nieuwen inval in Natal. Zal men een nieuwen strijd an de Tugela beleven Behoudens de berichten van Kitchener door de censuur verminkt, is er weinig nieuws. Er schijnt bij Standerton opnieuw gevochten. Het dorp heet onneembaar en het is dus best mogelijk, dat Botha beproeven wil of het inderdaad onneem baar is. Eenige nadere tijding is ontvangen over het gevecht bij Vlaklaagte, van Woensdag De colonne Colville, vertrokken van van New-Danmark naar Vlaklaagte. werd daar aangevallen door een Boerenmacht van omstreeks 1000 man meteen kanon Zij deden een hevigen aanval op het konvooi dat door 300 man verdedigd partij voor hem, maar je zult hem wel beter leeren kennen," >Ik partij voor hem? dat ontbrak er nog aan. Weet je wat, dominé vertel me liever nooit meer iets van je bisbülis, dan hoef ik ook geen partij te trekken. Je zoudt me waarachtig ook aan het kibbelen biengen. Laat ons over wat anders praten. Kom je Zondag avond bij me? Maar, goed dat ik er om denk, Warenveld heb ik ook gevraagd." »Neen, dan bedank ik." »Wel is het zoo erg? Enfin, ik moet dien man ook eens vragen, 't spijt me. Mijn zoon komt over en zal je zeker wel oen visitie maken." »Wel papa," zei Kaatje, toen ze den bezoeker, had uitgelaten, »dominé scheen niet in zijn schik te wezen. »Dar, kan ik niet helpen kind Ik weet wal dat ik binnen vier weken een eind zal maken aan al dat harrewarren, of dat ik me paardje» laat inspannen en ga ver huizen," »Hebt u er nu al genoeg van, papa; en we zijn hier nog maar acht dagen. Ik heb het u wel gezeid, zomers op het land eu 's winteis in de stad was beter ge weest." »Zoo; maar daar krijg je me nooit toe." OP EEN KOPJE THEE. 't Is Zondagavond. Mijnheer vao Willi gen beeft Eduard overgekregen en men. scben gevraagd. Burgemeester Schoone.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1901 | | pagina 1