Binnenland.
Rechtszaken
Onmiddellijk werd een gepantserde trein
met versterkingen afgezonden Middeler
wijl slaagde het garnizoen er in de Boeren
zonder eenig verlies terug te drijven. De
Boeren lieten drie gewonden op het slag
veld achter. Voordat zij heengingen ver
nielden de Boeren den spoorweg ten Zui
den van Kaalfontein.
LONDEN, 14 Jan. Lord Roberts heeft
aan den Lord-Mayor van Londen en de
andere burgemeesters verzocht, om de
plechtige aanbieding van het eereburger
schap uit te stellen in verband met de
tegenwoordige ongelukkige omstandighe
den in Zuid-Afrika.
Naar men verneemt zal het getal der
Vorstelijke personen, die de huwelijks
plechtigheid van H. M. de Koningin
- komen bijwonen, minder groot zijn dan
aanvankelijk werd voorzien en ongeveer
20 bedragen. De Koning van Wurtem-
berg heeft het plan, om persoonlijk aan
wezig te zijn, laten varende ziekte
van den Groothertog van Oldenburg zal
dezen verhinderen tegenwoordig te zijn
de rouw van 't Hof te Weimar is oor
zaak dat de Groothertogelijke familie
van Saksen-Weimar aan de feesten geen
deel zal nemen Eindelijk schijnt ook de
komst van een vertegenwoordiger der
Vorstelijke familie van Wied nog onze
ker te zijn.
AXEL, den 15 Januari 1901.
Erg mistig was het Zaterdagmaar
toch was er een massa volk op het ijs.
Zooals reeds in ons vorig nummer met
een enkel woord was medegedeeld gaf
de IJsclub hare gewone wedstrijden voor
behoeftige ingezetenen. Niet minder dan
112 personen namen daaraan deel, een
aantal dat nooit te voren zoo groot is
geweest.
Reeds den geheelen middag van 12
uur af togen velen naar de ijsbaan op
de groote kreek, en toen „Concordia"
omstreeks twee ure met een vroolijken
marsch uittrok, stroomden de menschen
bij m issa mede, koude en mist trot-
seerende.
Jammer dat de dikke mist zoozeer
het uitzicht belemmerde, dat men slechts
enkele meters van zich af kon zien, an
ders had de ijsbaan een gezicht opgele
verd, zoo vroolijk, zoo aardig als men
dat maar wenschen kan Het wemelde
en krioelde door elkander als een mieren
hoop, doch allen waren voorzichtig ge
noeg zich aan geen botsingen bloot te
aan het hof van Catharina de Medicis
troosten hem meer dan noodig was over
Florette's verlies.
De beminnenswaardige Florette hoorde
den roem van haren minnaar en hoe de
geheele wereld he prees. Hij was niet
meer de tuinier, die aan hare zijde bloe
men plantle: hij was de krijgoraan, die
rondtrok om lauweren te plukken. Zij
had alleen Hendrik, nooit den vorst van
Beam bemind. Zijne schitterende veian-
daring wekte minder hare bewondering
dan haren kommer op; want zij boorde
ook hoe de schoonen aan het hof hem in
bare netten verstrikten, en hoe hij, al
te lichtzinnig, nu de eene dan de andere
toebehoorde.
Florette had in de wereld maar een
mensch gekend en bemind, dit was Hen
drik. Zij verloor met het geloof aan hem,
ook het geloof aan de menschbeid daar
door werd haar hart gebroken wat ge
beurd was en gebeuren moest, had haar
verstand te vergeefs vooruit gezien.
Op zijn» tochten kwam hij eindeljjk
ook eens weder naar Nerac. Daar zag zij
den prins van Beam eenige malen met
de schoone jonkvrouw d'Ayelle in de
tuinen en boschjes van de la Garenne
rondwandelen. Zij kon hare begeerte niet
bedwingen, beiden op hunnen weg te
ontmoeten.
Het 'gezicht van Florette, dat, hoewel
ook bleek en lijdende, in hare zwaarmoe
digheid slechts nog des te schooner was,
stellen want ieder oogenblik kwamen
uit de dikke mist als schaduwen opdui
ken de talrijke schaatsenrijders, rijdsters
sleden, voetgangers, van alles door el
kaar. De hier en daar aangebrachte vlag
gen hingen er droevig bij neer, als treur
den zij er over, dat zij hunne frissche
kleuren niet wijduit kondon laten wap
peren van verre zichtbaar in den helde
ren zonneschijn. De zware mist tooide
ze met grijze randjes, dat grijs hechtte
zich ook vast op kleeren en haren der
menschen, zoodat menig zwartkopje was
veranderd in een grisette en heel wat
jongelingen in tijdelijke grijsaards werden
gemetamorphoseerd.
De wedstrijden, bestaande in hardrijden
met priksleden voor mannen, vrouwen,
jongens en meisjes en ringrijdon voor
mannen en jongens, liepen goed van
stapel en ieder deelnemer kreeg een prijs,
bestaande in kleedingstukken of brand
stoffen, zoodat niemand ongetroost huis
waarts ging. Na afloop der wedstrijden
trok „Concordia" weer stadwaarts, om
stuwd door bijna alles wat nog op het
ijs was en hiermee was dit pretje weer
afgeloopen. De burgemeester woonde
gedurende geruimen tijd de verschillende
wedstrijden bij.
Dit feestje heeft aan de kas der ijs-
club een goede 125 gekost, zoodat er
een leelijke bres in de financiën is ge
schoten mogen wij daarom even de
ingezetenen uitnoodigen, voor zoover zij
dit nog niet deden, als lid toe te treden
tot deze nuttige vereeniging? Een een
voudige aanmelding bij een der bestuurs
leden is voldoende. Het bestuur bestaat
uit de navolgende heerenL. Lamaitre,
voorzitter; C. P. Minjon, secretaris; T.
L. van Wiemeersch, penningmeester
R. Blankert, P Cornelisse, J Groothaert.
C. de Putter, F. van Tatenhove, J. C.
Verbruggen, J. Verpoorte, J. A. van
Vessem en C de Visser, commissarissen
De jaarlijksche contributie bedraagt
minstens 50 cent; wil men meer bijdra
gen, zooveel te meer zal men welkom
zijn in de vereeniging.
Aan den kommies der le klasse
bij 's Rijksbelastingen A. J. van Riet
schoten te Hulst is, met ingang van 1
Mei e. k. op zijn verzoek eervol ontslag
uit 's Rijks dienst verleend.
Arrondissement*-Rechtbank te Middelburg.
IW A RE VERW O V I) I V
Voor de bovengenoemde rechtbank werd
Vrijdag behandeld de zaak tegen D. v. d.
dan eertijds in glans en vreugde, wekte
in den jongen vorst van Beam plotseling
alle herinneringen der eerste liefde op.
Hij werd onrustig. De jonkvrouw aan
zijne zijde, de nabijheid der hovelingen
verhinderde hem, zich aan zijne wenschen
over te geven. Doch den volgenden mor
gen, toen hij den ouden Lukas in den tuin
zag, sloop hij naar diens woning. Hij
vond Florette alleen. Het te spoedig huis
waarts keeren vau haren vader belette
hem, zich lang met haar te onderhouden.
Hij verzocht haar slechts om een uurtje
bij de fontein de la Garenne. Zij ant
woordde zonder de oogen van haren arbeid
op te heffen
Dezen avond om acht uur zal ik
daar zijn."
Hij spoedde zich weg. Hij was weder
de vorige. Zijne geheele ziel brandde voor
Florette. Hij kon het uur nauwelijks af
wachten. Het was duistereindelijk sloeg
het acht uur. Door de geheime poort van
het kasteel begaf hij zich, om niemand
te ontmoeten, langs voetpaden, die hij
wel kende door het boschje. Hij kwam
bij de fontein. Ztfn hart klopte hevig.
Florette was nog niet verschenen. Hij
wachtte eeDige minuten. Het ruischen dei
bladeren deed hem meermalen van blijden
schrik opspringen. Reeds spreidde hij do
armen uit, om haar te gemoet te vliegen
haar aan zijn hart te drukken doch zij
kwam niet. Ongeduldig ging hij op en
neder. Nu bemerkte hij, niet ver van de
V., oud 20 jaar, smid, geboren en wonende
te Hontenisse, thans in hechtenis te Mid
delburg, ter zake dat h|j in den avond van
den 4en November 1900, omstreeks 8 uur,
te Hulst, op de plaats achter de herberg
van Ch. Fassaert, moedwillig Ch. A. M.
Wauters met een mes een steek in de
linkerzijde van den buik heeft toegebracht,
waardoor een wond van ongeveer 41/2
centimeter diepte veroorzaakt en een ge
deelte van het omentum buiten het lichaam
gekomen is. Tengevolge van die verwon
ding heeft bovenvermelde Wauters eenige
dagen in levensgevaar verkeerd.
Aan den beklaagde was ambtshalve als
verdediger toegevoegd de heer mr. F. C.
van Deinse, advocaat te Middelburg.
In deze zaak waren vanwege het open
baar ministerie vier getuigen gedagvaard,
terwijl door de verdediging drie getuigen
a décharge waren opgeroepen, van wie
echter bij den aanvang der behandeling
van de zaak slechts oen aanwezig was.
De heer rnr. P. Dieleman verzocht als
raadsman te mogen optreden van G. van
Oveimejjr, stiefvader van den verwonde,
die zich civiele partij stelde.
Dit werd toegestaan.
Niet ingewilligd werd echter een verzoek
van den verdediger om, in verband met
het ontbreken van twee der getuigen h
déchargede behandeling der zaak te
schorsen
Na voorlezing van het bevel van ver
wijzing, weid overgegaan tot het hooren
der getuigen.
De eerste C. A. M. Wauters, veehan
delaar en slager te Hulst, verklaarde dat
hij in den avond van 4 Nov. met Emil
van Kemseke in de herberg van Fassaert
is gekomen. De laatste ging naar de
biljartkamer, waar hij moeite kreeg met
bekl. Getuige was in de herberg gebleven
en toen daar nog woorden vielen, maande
hij bekl. aan rustig te zijn.
Een poosje daarna ging getuige naar d6
achterplaats, waar bekl. stond te vloeken
en te tieren. Daar maande getuige hem
weer tot rust aan en raadde hem liever
een glas te gaan drinken. Daarop, zonder
dat iets anders was voorgevallen, bracht
de bekl. hem een steek in de linkerzijde
van den buik toe. Getuige duwde bekl.
terug en kreeg toen nog een tweede steek.
Getuige is toen naar binnen gegaan, heeft
geneeskundige hulp ontvangen en is toen
per raderbaar huiswaarts gebracht.
Hij is tot voor 14 dagen onder genees
kundige behandeling geweest en heeft nu
nog zooveel last van de gevolgen der ver
wonding dat hjj niet in staat is zijn ge
woon werk te verrichten
De beklaagde beweerde dat hij op den
fontein in de duisternis iets wits, alsof
het een gedeelte van haar gewaad was.
Hij vloog er heen. Het was een blad
papier, benevens den pjjl en de doorboor
de roos. Het papier was beschreven. De
duisternis van den nacht verhinderde hem,
bet te lezen.
Verschrikt, onrustig, bewogen vliegt hij
naar het kasteel terug en zucht»Hoe
Zij komt niet Zij zendt mij den pijl
weder, dewijl zij niet meer bemint
Hij las het briefje, dat alleen deze woorden
bevatte»Ik heb u beloofd, dat gij mij
bij de fontein »zoudt vindpn. Misschien
gaat gij voorbij, zonder mij te zien.
Zoek beter, gij vindt mij zeker, gij hebt
opgehouden mij te beminnen, daarom leef
ik niet meer. O mijn God, vergeef het mij
Hendrik riep den zin der woorden. Het
paleis weergalmde van zijn geroep. Men
komt op 't geschreeuw van den prins aan-
loopen. Eenige bedienden met brandende
fakkels vergezellen hem naar de fontein
de la Garenne doch waai om het treurige
verhaal verlengd
Het lijk van het schoone meisje werd
in den vijver gevonden, dien het water
der fontein vormt. Men begroef haar
tusschen twee jonge boomen.
De smart van den jongen prins was
grenzeloos
Hendrik IV is nu zelfs nog de afgod
van het Fransche volk. Hij verrichtte
groote dingen. Hij beleefde, won en ver
loor veel. Doch een hart vond hij niet
bewusten avond in de biljartzaal twist
beeft gekregen met E. van Kemseke er.
dat Wauters partij voor laatstgenoemden
trok. Toen bekl. op de achterplaats was
gegaan, is ook Wauters buicengekomen en
heeft hem een stomp op de borst gegeven.
Er is een worsteling ontstaan en toen bekl.
zag dat hij overmand zou worden, heeft
hij zijn mes getrokken en Wauters een
steek toegebracht.
Getuige ontkende begonnen te zijn met
een stomp toe te brengen en hield dit
beslist vol, ook toen de president hem op
het gewicht van den eed gewezen had.
De bekl. herkende het hem vertoonde
mes als tot het toebrengen van den steek
gebezigd.
De getuige toonde in de door hem op
4 Nov. gedragen, thans met bloed bevlekte,
kleederen de gaten der steken aan.
Op een vraag van den verdediger ver-
klaai de getuige op de achterplaats gegaan
te zijn om iets te verrichten, en op een
vraag van mr. Dieleman, dat hij aan de
doctoren 18.50 en 39.80 te betalen
had en dat hij in de quarantaine stallen
te Clinge iemand in zijne plaats had moe
ten stellen gedurende 14 dagen, tegen
eeue betaling vaD 15 16 francs daags.
Ook heeft getuige's vader gedurende eene
maand den veehandel niet kunnen drijven,
wijl bij de slagerij moest waarnemen, wat
anders getuige deed. Hij schatte de schade
daarvan op f 40 's weeks.
Op een vraag van den verdediger ver
klaarde getuige nog dat hij vroeger nimmer
onaangenaamheden met den bekl. had
gehad.
De tweede getuige D. E. van Kemseke,
koetsier te Hulst, gaf eenzelfde voorstel
ling van de zaak als Wauters, wat betreft
net in de herberg gebeurdevan hetgeen
op de achterplaats voorgevallen is, wist
getuige niets. Hij heeft alleen Wauters
gewond binnen zien komen.
De derde getuige, de stalhouder E. van
Kemseke te Hulst, verklaarde in den avond
van 4 Nov. In de herberg van Fassaert
te zijn geweestook hij deed dezelfde
mededeelingen als de vorige getuigen.
Hij zag op de achterplaats dat V. d. V.
en Wauters daar handgemeen waren en
scheidde de vechtenden.
Getuige heeft bij het in de herberg terug
komen van Wauters gezien dat deze in
den buik was gestoken.
Op een vraag van den verdediger ver
klaarde de getuige, dat bekl. vroeger wel
bij hem aan huis kwam maar in den
laatsten tijd niet meer. Bekl. wilde ver-
keeren met zijn dochter. Wauters zocht
geen verkeering met haar.
De laatste getuige a chargetevens des
kundige, de heer J. E. Callenlels, genees
kundige te Hulst, verklaarde in den avond
van 4 Nov. geroepen te zijn in de herberg
van Fassaert en daar Wauters gevonden
te hebben, gewond in den buik. Hij heeft
hem geneeskundige hulp verleend en be
schreef den toestand waarin Wauters ver
keerde. Hij deelde verder den loop der
behandeling mede, die een week of drie
gevorderd heeft. De buikwond was 10
Dec. genezen, maar toen was Wauters
nog niet in staat zijne gewone bezigheden
te verrichten. Of hij daartoe thans nog
niet in staat is, kan getuige niet met
zekerheid zeggen.
De wond was toegebracht met een
scherp werktuig en het ter terechtzitting
aanwezige mes kan daartoe gediend
hebben.
Do aan Wauters toegebrachte wond was
levensgevaarlijk, omdat gemakkelijk ont
steking kon ontstaan. Na een dag of vijf
zes was het levensgevaar geweken.
J. Fassaert, herbergier te Hontenisse,
als getuige tot ontlasting gedagvaard,
weder, dat zoo onschuldig, kuisch en be
minnelijk was, als het hart van Florette.
De smaitelijke herinnering aan dezen
Engel verloor hij nooit.
Dat was de eerstb liefde van Hendrik
IV, dat de eenigezoo beminde bij nooit
weder
EINDE.