Binnenland.
Be verloving van de Koningin.
Landbouw.
Na de behandeling der Ongevallen
Wet, begonnen Vrijdag in de Tweede
Kamer de algemeene beraadslagingen
over de Kieswet.
Van verschillende zijden werd de Minis
ter aangevallen over het te-weinig dat
hij gegeven had. Over het algemeen had
men meerdere uitbreiding van het Kies
recht verwacht. De minister verdedigde
zijn standpunt. Het ministerie, zijnde
een uitvloeisel van de verkiezingen van
1897, is niet homogeen in-zake de Kies
wet kwestie, dit ministerie is alleen aan
de regeering gekomen tot het invoeren
van sociale hervormingen, niet om de
kieswet-kwesttie op te lossen Uit de ge-
houden debatten trok de heer Troelstra
met genoegen het besluit dat de vertde-
zingen van 1901 door grondswetherzie-
ning om te geraken tot Algemeen Kies
recht zullen beheerscht worden.
Heden beginnen de beraadslagingen
over de voorgestelde wijzigingen.
Naar men verneemt is het wets
ontwerp bevattende regelingen tot het
pensionneeren van weduwen en weezen
van onderwijzers, zoowel van Openbare
als Bijzondere scholen ter indiening ge
reed.
De reis naar Den Haag.
Te Utrecht, waar de Koninklijke trein
van locomotief moest verwisselen, had
zich een groote volksmenigte op de per
rons van het Centraal-Station verzameld.
Bij het binnenrijden van den Konink
lijken trein weerklonk een geestdriftig
hoeia uit de dichte volksmenigte
H. M. de Koningin vertoonde zich ette
lijke malen, vriendelijk groetend met Haar
a. s. Gemaal voor de portierruiten. Ook
Z. H. Hertog Hendrik beantwoordde op
militaire wijze de toejuiching van het
publiek.
Onder luid gejuich vervolgde de trein
zijn reis.
De Koningin en Hertog Hendrik
in de residentie.
Uit Den Haag wordt gemeld
Duizenden bevonden zich Zaterdag reeds
van 11 uur in den voormiddag af langs
den weg van het paleis naar het staats
spoorstation. De straten hadden het aan
zien van een feestdag, want men bewoog
zich als het ware onder een plafond van
vlaggen, die aan bjjna geen enkele wonin?
Paulina, aan zijne vleierijen gewoon,
sloeg niet veel acht op deze en meer
andere aardigheden. Zij was in haren
geest nog bij haar nieuw verkregen broeder,
en peinsde, hoe zij den heer Larmes te
hulp zou kunnen komen. In den beginne
was zij voornemens geweest, alles den
graaf van Oron bekend te maken. Door
zijn invloed hoopte zij, zoo W6l als door
zijne wijsheiJ, het ongeluk van het hoofd
van den ouden boekhouder at te wenden,
die in vroom vertrouwen op don hemel
en zonder uitzicht op redding zijn onder
gang te gemoet ging. Maar de moed ont
zonk haar, wanneer zij dacht aan de trage
baatzucht en de trotsche gevoelloosheid
van den graaf omtrent het lijden van
vreemden. De komst van den prins bracht
een geheel ander plan tot rijpheid. Hij
de man van het hof, die toegang had tot
den kardinaal Bimis, den alvermogenden
minister, ja zelfs tot den koning, hij en
geen ander kon hier redder zjjn.
«Genadige heer", zeide zij tot hem,
»ik bid u, stel alle scherts tei zijde. Wij
willen over iets ernstigs spieken."
«Hoe, schoone Paulina,* riep de prins
uit, ihoudt gij dan in allen ernst de
liefde voor scherts
«Vooral de uwe".
»Wanneer mijne liefde scherts is, zoo
is al het schoone, dat hemel en aarde
upleveien, scherts, en is er geen waarheid
onder de maan ja, Paulina, dan is uwe
hemelsche gestalte, dan is al het betoo
aan den weg ontbraken. Aan sommige
huizen wappeide de Mecklenburgsche vlag
met Oranjewimpel.
De officieele gebouwen hadden ook weer
de nationale driekleur boven het ddk of
uit den gevel en ook de gezanten hadden
weer hunne hotels met het dundoek der
door heu vertegenwoordigde natie getooid.
Vooral in den omtrek van het Staats
spoorwegstation was het zeer bedrij Sg
en de menscbenmassa groeide daar aan
naarmate het uur van aankomst van het
vorstelijk verlovingspaar naderde, want
ook de scbolieien der meeste onderwijs-
nrichtingen hadden vrijaf gekregen en
vermeerderden in met onaanzienlijke aan
tal de rijen nieuwsgierigen, die voor deze
buitengewone gelegenheid ook op den rij
weg in de Rijnstraat waren toegelaten.
Bljjkbaar op hoog verlangen, week de
ontvangst der Koninklijke familie, al ging
zij dit maal gepaard met het binnenleiden
van Hr. Ms. toekomstigen gemaal, bijna
niet af van da gewone ontvangst van
Hare Majesteiten by een terugkeer van
het buitenverblijf.
De gewone autoriteiten de Commissaris
der Koningin, de burgemeester, de gouver
neur der residentie, welke functie Zater
dag werd waargenomen door generaal-
majooi jhr. Laman Tiip, Hr. Ms. stal
meester baron Bentinck, hadden zich op
het perron vereenigdhet hoofd van het
gewestelijk en van het gemeentebestuur
waren echter ditmaal in ambtsgewaad.
Even twaalf uur kondigde "t gejuich
uit de aan de spoorbaan gelegen straten
de nadering aan van den trein die, be-
vlagd als elke koninklijke trein, kort daar
op met het salonrrjtuig van FI.H. M.M.
voor de Hofwachtkamer stilhield.
Hare Majesteit de Koningin verliet het
eerst den trein, gevolgd door Hare Moeder
en Z. H. Hertog Hendrik, een jongen
man van stoeien lichaamsbouw, in uni
form gekleed met blauwgrijze burnous,
het open, blozende gelaat vriendelijk rond
ziende onder een lederen sjako als hoofd
deksel.
H. M. trad onmiddellijk toe op de bui
gende autoriteiten en stelde hun Haar
aanstaanden echtgenoot voor onder het
wisselen van eenige vriendelijke wootden.
Na deze voorstolling geleidde de Hertog
de Koningin aan den arm de koninklijke
wachtkamer binnen, alwaar zich nog bij
de begroetende autoriteiten gevoegd had
de Duitsche gezant en mevr. de gravin
de Pourtales.
De heer Patijn, commissaris der Konin
gin verkreeg vergunning H. M. en Z. H
den Hertog te mogen toespreken en deed
dit in de volgende bewoordingen.
verende schoon, dat u omringt, misleiding
en leugen.*
Of uw oog bedriegt u, dat meer ziet,
dan het zien moet.*
»Neen, te weinig van al uwe bekoor
lijkheden, maar reeds te veel voor mijne
rust."
„Ei lieve, prins, waarom zegt gij mij
dit alles Is het omdat u de tijd bij mij
lang valt. Laat ons over iets anders spre
ken. Of is het om mij te overtuigeD, dat
gij een talentvol, aardig en geestig man
zijt Ik weet het reeds zoo goed als het
gebeele hof en de stad het weten. 01
wel omdat ik u alles zou toekennen,
wat gij mij verplichtends zegt Ach, ge
nadige heer, gij moet niet zulk een kwaad
denkbeeld hebben van mijn verstand."
Wat spreekt gij verstandig 1 Ja, wan
neer gij ooit aan eene waarheid geloof
hecht zoo gelool aan de waarheid van
het gevoel, dat gij zelve inboezemtzoo
geloof, dat ik voor de waarheid van mijne
woorden ieder oogenblik mtfn leven, mijn
bloed
«De hemel beware my daarvoor, prins,
spreek mij van geen bloedvergieten. Ik
houd daarvan niet. Wanneer ik echter
de eer had, voor een klein gedeelte aan
spraak te maken op uwe achting
»0p alles, alles en nu volgde er eene
reeks van bekentenissen en betuigingen
van liefde, waarmede ik den lezer niet
wil lastig vallen.
«Mejuffrouw de Pons trok hiervan echter
Het zij mij vergund, bij gelegenheid dat
Uwe Majesteit voor het eerst na Uwe
verloving de Residentie weder bezoekt.
Uwe Majesteit en Z. H. den Hertog van
Mecklenburg-Schwerin met den meesten
eerbied een hartelijk welkom toe te roe
pen op Zuid-Hollandsch grondgebied.
Het zal ook den Hertog niet onbekend
zijn, dat Zijne Hoogheid heden den
bodem betreedt van een gewest, waarvan
de geschiedenis ten nauwste is samenge-
wezen met die van het doorluchtig Stam
huis waaruit Uwe Majesteit is gesproten,
en ook Zijne Hoogheid zal het al ware
het alleen door Uwe Majesteit - weten
hoe innig de band is, die in geheel ons
vaderland Vorst en Vols aan elkander
bindt.
Kan het dus andeis dan dat we met
vergeeflijk ongeduld het oogenblik ver
beidden, waarop het ons gegeven zou zijn.
Uwe Majesteit voor het eerst na hare
verloving in dit gewest te mogen be
groeten.
Spoediger dan we durfden hopen heeft
Uwe Majesteit dien wensch 7ervuld.
Uwe Majesteit gelieve daarvoor onzen
eerbiedigen dank te aanvaarden, en Zij
sta me toe U - namens de ingezetenen
van heel dit gewest persoonlek de ver
zekering te herhalen van de oprechte be
langstelling en de groote ingenomenheid,
waarmede het belicht vac Uwe verloving
door Uwe Majesteit zelve aan het
volk van Nederland bekend gemaakt
ook door ons werd ontvangen, de verze
kering tevens van onzen vurigen wensch
dat Gods zegen moge rusten op deze voor
Uwe Majesteit en Haar Huis en voor ge
heel ons Vaderland zoo gewichtige ge
beurtenis.
Het feit, dat onze geëerbiedigde Konin
gin met U, mijnheer de Hertog, in zoo
nauwe verbindtenis treedt, waarborgt U
reeds bij voorbaat aller genegenheid, en
wees er van verzekerd, dat in iedere bede
die daar oprijst voor het behoud en het
geluk van onze zoo geliefde Vorstin, een
wensch ook voor Uw geluk ligt omsloten.
Met dit koi t en welgemeend woord heet
ik op dit voor ons onvergetelijk oogenblik
Uwe Majesteit en Uwen aanstaanden
echtgenoot hartelijk welkom in dit gewest.
Men schrijft nog uit Den Haag van
Zaterdag.
Het gala-diner ten Paleize is tegen
zes uur aangevangen. Over de tafels
slingerde zich een versiering van gele
chiysanthemums en violen.
H. M. de Koningin was gezeten in ht>t
midden van den disch tusschen Haar
Moeder, die rechts, en Haar toekomstigen
Gemaal, die links van de Vorstelijke gast
vrouw had plaats genomen.
H. M. de Koningin-Moeder wijdde een
zoo goed zij kon paitjj. Zij had slechts
een bescheiden verzoek, dat de prins reeds
toestond, vóór hij het geboord had. Nu
verhaalde zij io het grootste vertrouwen
het ongeluk van den ouden boekhouder,
dat zfl als bij toeval was te weten
komen, en voor wien zij 6ene levendige
deelneming koesterde, omdat hjj in het
achterhuis woonde. >Hier kunt gij, prins,'
zeide zij, »den roem van uwe stille deug
den vergrooten. Gij kunt de onschuld
reddengij alleen, en niemand anders
kunt zulks in dit geval doen. Uw woord
heelt invloed op den kardinaal Birnis
«Zwijg stil van den Kardinaal," riep de
piins uit, »ik vertrouw hem niet. Hij is
de beschermer van den verkwister Gatry,
en, zoo ik mij niet bedrieg, de aanbidder
van diens dochter. De kardinaal moet
geheel buiten het spel blijven. Maar
De prins wreef zjjn voorhoofd, zweeg een
oogenblik en zeide toen: «mejuffrouw, ik
verlaat uwij moeten geen oogenblik
laten verloren gaao. Ik ben ijverzuchtig
op oen ieder, die mjj de gelegoubeid ont
rooft in uwe oogen eene kleine verdienste
te heDben. Vaarwel, bekoorlijke Paulina
Ik rust niet, voor dat ik uw scboonen
menschlievenden wensch vervuld heb.'
Hij kuste hare hand en vertrok.
Wordt vervolgd.)
dronk aan de Verloofden en deed voorde
genoodigden het gewicht dezer gebeurte
nis voor bet Vaderland uitkomen.
Zoowel de Koningin als de Hertog droe
gen de keten der Mecklenburgsche Huts
orde
Na afloop van het diner onderhielden
H.H M.M. zich met de gasten, die tegen
half negen uur het Paleis verlieten.
De Hofprediker, dr. Van der Flier, is
Zaterdagavond naar Apeldoorn vertrokken,
ten einde Zondag hij de godsdienstoefe
ning, die de Koninklijke familie zou bjj-
wonen, voor te gaan.
De Hagenaars werden het niet moede
vand lag, zich te verdringen voor liét Ko
ninklijk Paleis in het Noordeinde, om hun
Koningin met haar aanstaanden Gemaal
t.e kunnen toejuichen.
Een uur voor het vertrek van het Paleis
van H.H. M.M. en Hertog Hendrik, om
zich naar het Staatsspoorstation te bege-
V6D, stond het weer overvol tegenover de
Koninklijke woning.
Het wachten duurde der menigte echter
niet lang, want de honderden waren ge
tuigen van het, vertrek in Hof- en andere
rijtuigen van de vele genoodigden aan het
gala-diner, in hunne schitterende ambts-
kleeding. Kwartier vóór negen uur reden
de gala-landauer en de overige rijtuigen,
waar >ede de vorstelijke personen en bet
gevolg zich naar het station zouden bege
ven, voor. Een hoorbare teleurstelling
openbaarde zich onder de monigte, toen
zij bevond, dat de kappen der rijtuigen
waren opgeslagen. Maar niet lang dnurde
dat tegenvallertje, want kort voor het
vertrek werden de gesloten koetsen in
open rijtuigen veranderd, hetgeen tot een
vrooljjk hoora'tjo aanleiding gaf.
Vgf minuten voor negen bestegen Ko
ningin Wilhelmina, Haar Moeder en Haar
Verloofde het rijtuig ea ond9r daverend
handgeklap en hoerageroep vertrokken de
geliefde personen, die allerminzaamst
menigte door buigingen en handwuiven
dankten voor den harteljjken afscboids
groet.
H.H. M.M. en de Hertog werden tot 0[
het bordes van het Paleis uitgeleide ge
daan door den Kamerheer, Baron Taeis
van Amerongen,
De ordonnance-officier, Graaf Dumon-
ceau, reed te paard ter rechterzijde van
het Koninklijk rijtuig, gelijk bij den ge-
denkwaardigen intocht des voormiddags.
Op het stationsplein van het Staatsspoor
bewogen zich honderden in het duister,
maar noch die toestand, noch de water
koude avond waren in staat de warmte
te tempeien, waarmede het jonge Paai
6D de Koninklijke Moeder uit zoovele
kelen het afscheid tegenklonk.
Dat gejuich begon reeds aan het begin
van de Rijnstraat en volgde den vorste-
lijken trein nog tot ver voorbij het station.
De Commissaris der Koningin, de bur
gemeester, generaal Laman Trip en stal
meester Baron Bentinck bevonden ziet
bij het vertrek van Hare Majesteiten in
de Koninklijke salon, alwaar de di ie vorste
lijke personen allerminzaamst afscheid na
men van deze uitleidende autoriteiten.
Toen Wilhelmina gearmd met Hertog
Hendrik over het perron schreed, gingen
er weder scnier oorverdoovende juichkre
ten uit het volk op.
Het duurde nog eenige minuten vóór
het signaal van vertrek gegeven werd,
Middelerwijl bleet H. M met den Hertog
op het platform van den salon wagen staan
en onderhielden beiden zien nog eenige-
oogenhlikken met den burgemeester.
Daar stoomt de trein het station uit
opnieuw komen de vreugdekreten als een
wassende storm aanrollen. Daarboven uit
klinkt het Wilhelmuslied.
Het was een indrukwekkend oogenblik]
van die even spontane als hartverheffends)
volksuiting getuige te zijn.
TUBERCULOSE 0\DE1I HET itl M>\l f
Door de regeering is ingediend een wets
ontwerp tot bestiijding van de tuberculose
onder het rundvee.